Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Subsidieregeling deskundigenkosten agrarische bedrijven 2021-2025

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingSubsidieregeling deskundigenkosten agrarische bedrijven 2021-2025
CiteertitelSubsidieregeling deskundigenkosten agrarische bedrijven 2021-2025
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR602497
  3. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR610434/2
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-10-2021nieuwe regeling

14-09-2021

prb-2021-9003

K17457

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling deskundigenkosten agrarische bedrijven 2021-2025

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij op 14 september 2021, nr. 12 afdeling PPM, dossiernummer K17457 het volgende besluit hebben genomen:

 

Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen:

 

Overwegende dat:

  • -

    Wij samen met vertegenwoordigers van de agrarische sector en met overheden een programma, het Agroprogramma, vormgeven waarmee agrarische ondernemingen die geraakt zijn door de gevolgen van de gaswinning uit het Groningenveld met raad en daad bijgestaan kunnen worden;

  • -

    Het wenselijk is, om ter uitvoering van het Agroprogramma een subsidieregeling vast te stellen op grond waarvan aan bedoelde agrarische ondernemingen een subsidie verstrekt kan worden ten behoeve van door hen in te winnen advisering;

 

Gelet op:

  • -

    titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    artikel 3, derde lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • -

    de Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018.

 

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

 

Subsidieregeling Agroprogramma 2021-2025

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aardbevingsschade: schade als bedoeld in de Tijdelijke wet Groningen, voor zover die veroorzaakt is door één of meerdere aardbevingen;

  • b.

    agrarische onderneming: landbouwbedrijf als bedoeld in Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Europese Commissie van 25 juni 2014, PbEU 2014, L 193/1;

  • c.

    de-minimissteun: steunmaatregelen als bedoeld in artikel 3 van de Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Europese Commissie van 18 december 2013, PbEU 2013, L 352/9, gewijzigd bij Verordening (EU) 2019/316, PbEU 2019, L 51 I/1;

  • d.

    deskundige: de derde die beschikt over de kennis en vaardigheden om de agrarische onderneming over één of meer van de in artikel 2 bedoelde kennisvragen te adviseren;

  • e.

    handelsregister: het handelsregister als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 of een daarmee, gelet op de Richtlijn 2012/17/EU van het Europees Parlement en de Raad, gelijk te stellen registratie;

  • f.

    Instituut: het Instituut Mijnbouwschade Groningen als bedoeld in artikel 2 van de Tijdelijke wet Groningen;

  • g.

    Kaderverordening: Kaderverordening subsidies provincie Groningen 2017;

  • h.

    Procedureregeling: Procedureregeling subsidies provincie Groningen 2018;

  • i.

    schade: schade als bedoeld in artikel 1 van de Tijdelijke wet Groningen;

  • j.

    schadevergoedingsaanvraag: aanvraag als bedoeld in artikel 11 van de Tijdelijke wet Groningen;

  • k.

    uitvoeringsorganisatie: de Dienst Nationaal Coördinator Groningen;

  • l.

    verklaring de-minimissteun: het door Gedeputeerde Staten vastgestelde formulier, door invulling en ondertekening waarvan aanvrager een opgave doet van de de-minimissteun die hij gedurende het lopende belastingjaar en de twee daaraan voorafgaande belastingjaren heeft ontvangen;

  • m.

    Verordening op de de-minimissteun: de Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Europese Commissie van 18 december 2013, PbEU 2013, L 352/9, gewijzigd bij Verordening (EU) 2019/316, PbEU 2019, L 51 I/1;

  • n.

    versterkingsbesluit: het versterkingsbesluit als bedoeld in artikel 9 van het Besluit versterking gebouwen Groningen;

  • o.

    versterkingsmaatregel: maatregel genoemd in het versterkingsbesluit als bedoeld in artikel 9 van het Besluit versterking gebouwen Groningen.

Artikel 2. Doel

Doel van deze regeling is om agrarische ondernemingen te ondersteunen wanneer zij een juridische, bouwkundige, landbouwkundige, planologische, sociaal-emotionele of bedrijfseconomische kennisvraag hebben die naar het oordeel van Gedeputeerde Staten geheel of in belangrijke mate veroorzaakt wordt door de nadelige gevolgen die zij ondervinden van de gaswinning uit het Groningenveld.

Artikel 3. Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door agrarische ondernemingen.

Artikel 4. Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling subsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 5. Subsidiabele activiteiten

Subsidiabel zijn de activiteiten waarbij een deskundige een agrarische onderneming juridisch, bouwkundig, landbouwkundig, planologisch, sociaal-emotioneel of bedrijfseconomisch beroepsmatig adviseert over of bij:

  • 1.

    het voorbereiden en indienen van aanvragen en gedurende de behandeling van die aanvragen als bedoeld in artikel 1:3, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • 2.

    de voorbereiding van een versterkingsbesluit ten aanzien van de agrarische onderneming en bij de voorbereiding en uitvoering van de versterkingsmaatregelen door de uitvoeringsorganisatie; of,

  • 3.

    vraagstukken met betrekking tot investeringen in de agrarische onderneming of bedrijfsovername of -overdracht.

Artikel 6. Aanvraag

  • 1.

    Aanvragen tot subsidieverlening worden ingediend bij Gedeputeerde Staten met een daarvoor beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    Daarnaast bevat de aanvraag:

    • a.

      een beschrijving van de aard en omvang van de kennisvraag;

    • b.

      een offerte of factuur van de deskundige voor de in artikel 5 bedoelde advisering; en,

    • c.

      een door de aanvrager ingevulde en ondertekende verklaring de-minimissteunopgave.

  • 3.

    De in het vorige lid bedoelde offerte of factuur bevat tenminste:

    • a.

      een beschrijving van de te leveren advisering;

    • b.

      een opgave van het daaraan te besteden aantal uren;

    • c.

      het toepasselijke uurtarief en, indien de advisering reeds is afgerond, het aantal daaraan bestede uren;

    • d.

      een onderbouwde beschrijving van de toepasselijke kwalificaties van de deskundige; en,

    • e.

      de handelsnaam en het nummer van de inschrijving in het handelsregister van de deskundige of diens werkgever.

  • 4.

    Bij de aanvraag wordt tenminste opgave gedaan van:

    • a.

      de hoogte van de subsidiabele kosten die voor rekening van de subsidieontvanger zijn gebracht of komen en afschriften van de facturen waarmee deze kosten voor rekening van de subsidieontvanger zijn gebracht of van de offerte voor de subsidiabele activiteit;

    • b.

      of en zo ja voor welk deel van de onder a. bedoelde kosten voor de subsidieontvanger sprake is van verrekenbare of compensabele omzetbelasting; en,

    • c.

      voor zover van toepassing, een opgave de andere vergoeding of vergoedingen die de subsidieontvanger zijn toegewezen voor de advieskosten waarop de subsidie betrekking heeft.

  • 5.

    Gedeputeerde Staten beslissen uiterlijk binnen 6 weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 6.

    Artikel 2.1, tweede lid van de Procedureregeling is niet van toepassing.

Artikel 7. Subsidiabele kosten

  • 1.

    Subsidiabel zijn de kosten van beroepsmatig door een deskundige verleende of te verlenen advisering als bedoeld in artikel 5, welke voor rekening van de agrarische onderneming komen en niet anderszins vergoed zijn of voor vergoeding in aanmerking komen.

  • 2.

    In aanvulling op het bepaalde in artikel 1.5, eerste lid, van de Procedureregeling wordt geen subsidie verstrekt voor kosten van ondersteuning of bijstand uit hoofde van een rechtsbijstandsverzekering.

  • 3.

    Artikel 1.5, eerste lid, aanhef en onder a van de Procedureregeling is niet van toepassing.

Artikel 8. Weigeringsgronden

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 en 4:35 Algemene wet bestuursrecht en artikel 2.5 van de Procedureregeling, wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      toekenning van de subsidie niet bijdraagt aan het in artikel 2 vermelde doel van deze regeling;

    • b.

      aanvrager niet tot de in artikel 3 vermelde doelgroep behoort;

    • c.

      er geen sprake is van subsidiabele activiteiten als bedoeld in artikel 5 of subsidiabele kosten als bedoeld in artikel 7;

    • d.

      een aanvraag betrekking heeft op activiteiten waarvoor al een subsidie op grond van deze regeling is aangevraagd;

    • e.

      de subsidiabele activiteiten eerder dan drie maanden voor het moment van binnenkomst van de aanvraag tot subsidieverlening hebben plaatsgevonden;

    • f.

      niet voldaan wordt aan de voorwaarden van de Verordening op de-minimissteun; of,

    • g.

      voor het tijdvak waarin de aanvraag is ingediend, geen subsidieplafond vastgesteld is.

  • 2.

    De subsidie wordt geweigerd voor het deel van de subsidiabele kosten dat de in artikel 9 opgenomen maximale subsidiehoogte van € 5.000,- overschrijdt.

  • 3.

    Artikel 2.5, eerste lid, aanhef en onder e van de Procedureregeling is niet van toepassing.

Artikel 8a. Invoeringsregeling

  • 1.

    Het in dit artikel bepaalde is van toepassing op aanvragen die ingediend worden door tot de in artikel 2 beschreven doelgroep behorende agrarische bedrijven die gedurende een periode van zes maanden direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze regeling van Gedeputeerde Staten via Team Gaswinning van de provincie Groningen een bijdrage hebben ontvangen voor activiteiten die overeenkomen met de in artikel 3 genoemde subsidiabele activiteiten of aan wie de kosten van dergelijke activiteiten door Gedeputeerde Staten zijn voorgeschoten.

  • 2.

    Op de in het eerste lid bedoelde aanvragen is het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onder e en g, en artikel 10 en 11 niet van toepassing.

  • 3.

    De naar aanleiding van de in het eerste lid bedoelde aanvragen te verstrekken subsidies, komen niet ten laste van het subsidieplafond.

Artikel 9. Subsidiehoogte

De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 5.000,-.

Artikel 10. Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond vast.

Artikel 11. Verdeelsystematiek

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van volledige subsidieaanvragen.

  • 2.

    Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Dreigt het subsidieplafond te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting.

  • 4.

    Een subsidieplafond is van toepassing op subsidieaanvragen waarvan de datum van binnenkomst gelegen is in het tijdvak waarvoor het subsidieplafond geldt.

Artikel 12. Inwerkingtreding en duur

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad waarin dit besluit is geplaatst.

Artikel 13. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling deskundigenkosten agrarische bedrijven 2021-2025.

 

Groningen, 14 september 2021

Gedeputeerde Staten voornoemd:

F.J. Paas,

voorzitter.

J. Schrikkema,

secretaris.