Organisatie | Hellendoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het raadsplein |
Citeertitel | Verordening op het raadsplein |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Verordening op het raadsplein |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-04-2022 | wijziging artikel 4 | 19-04-2022 | 2022-010810 | ||
07-10-2021 | 23-04-2022 | Nieuwe regeling | 21-09-2021 | 2021-022512 |
Nijverdal, 21 september 2021 Nr. 2021-022512
De raad van de gemeente Hellendoorn;
gezien het initiatiefvoorstel van 6 september 2021 van de raadsleden vertegenwoordigd in het presidium van de raad;
gelet op de artikelen 82 en 149 van de Gemeentewet;
I. in te trekken zijn besluit van 1 september 2020, nr. 2020-08-009557 tot vaststelling van de Verordening op het raadsplein.
Hoofdstuk II Raadspleinvergaderingen
Artikel 5 Het raadsplein; informatierondes en debatrondes
In de informatieronde verzamelt de raad informatie over een onderwerp om later een standpunt te kunnen bepalen en zo nodig een besluit te nemen. De raad betrekt ambtenaren, burgers, experts, organisaties en ondernemers bij deze rondes om zo een zo breed mogelijk beeld te vormen van een onderwerp. De raad nodigt hen uit om een onderwerp of voorstel toe te lichten, zogenoemde ‘meesprekers’.
De wijze van beraadslagen in een informatieronde ligt niet vast. Voor elke vergadering doet de agendacommissie een voorstel. Afhankelijk van het onderwerp nodigt de raad enkele mensen uit waarmee de raad een gesprek aangaat of kiest hij voor een expertmeeting, hoorzitting, rondetafelgesprek, informatiemarkt etc. Ook de vergaderlocatie ligt niet vast; afhankelijk van het onderwerp kan dat in het Huis voor Cultuur en Bestuur zijn, maar ook op een andere locatie als dat beter past bij het onderwerp.
Artikel 6 Vergaderfrequentie en vergaderduur
De raadspleinvergaderingen beginnen in principe om 19.30 uur en duren in beginsel niet langer dan tot 22.30 uur. Wanneer de agenda om 22.30 uur nog niet is afgewerkt, nemen de leden van de vergadering op voorstel van de raadspleinvoorzitter een beslissing over de wijze en het tijdstip van behandeling van de nog resterende agendapunten.
In spoedeisende gevallen kan de raadspleinvoorzitter na de verzending van de oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen. Indien de voorlopige agenda wordt gewijzigd, worden deze agenda en de daarop betrekking hebbende stukken zo spoedig mogelijk aan de deelnemers beschikbaar gesteld doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de raadspleinvergadering.
Artikel 9 Ter inzage leggen van stukken
De stukken die dienen ter toelichting op de onderwerpen of voorstellen worden zo veel mogelijk via het raadsinformatiesysteem digitaal ter beschikking gesteld. Bijlagen en onderliggende stukken, die vanwege aard en omvang niet digitaal ter beschikking kunnen worden gesteld, worden gelijktijdig met het verzenden van de agenda voor de raads- en burgerleden ter inzage gelegd. Indien na dit tijdstip stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de raads- en burgerleden.
Paragraaf 2 Orde van de raadspleinvergaderingen
Degene, die gebruik wil maken van het inspreekrecht, dient dit onder vermelding van het onderwerp, voorafgaande aan de vergadering te melden bij de griffier. Staat een onderwerp niet op de voorlopige agenda, dan dient een inspreker zich 24 uur voor de vergadering te melden bij de griffie onder vermelding van het onderwerp.
Een inspreker wordt in een informatieronde door de raadspleinvoorzitter voor ten hoogste 5 minuten aan het eind van de behandeling van een onderwerp het woord verleend. De fracties kunnen de inspreker vragen stellen. Vervolgens kan een gesprek volgen. Afsluitend krijgt de inspreker de gelegenheid gedurende maximaal 2 minuten een reactie te geven.
Een inspreker wordt in een debatronde door de raadspleinvoorzitter voor ten hoogste 5 minuten aan het begin van de eerste termijn het woord verleend. De fracties kunnen de inspreker vragen stellen. Vervolgens kan een gesprek volgen. De inspreker krijgt de gelegenheid aan het begin van de tweede termijn gedurende maximaal 2 minuten het woord te voeren.
Betreft het een inspraakreactie over een niet-geagendeerd onderwerp, dan krijgt een inspreker voor ten hoogste 5 minuten het woord van de raadspleinvoorzitter. De fracties kunnen de inspreker vragen stellen. Vervolgens kan een gesprek volgen. Afsluitend krijgt de inspreker de gelegenheid gedurende maximaal 2 minuten een reactie te geven.
Paragraaf 4 Besloten raadspleinvergaderingen
Artikel 15 Toepassing reglement op raadspleinvergaderingen die in beslotenheid plaatsvinden
Op raadspleinvergaderingen, die in de beslotenheid plaatsvinden, is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2 De raadspleinvoorzitters
Artikel 82, vierde lid, van de wet schrijft voor dat de voorzitter van een raadscommissie raadslid moet zijn. De wettelijke bepalingen omtrent de raadscommissies zijn, ondanks het feit dat er niet gesproken kan worden van een vaste samenstelling van het raadsplein, op deze variant van vergaderen van toepassing. Indien vergaderingen in het teken staan van de voorbereiding van besluitvorming van de raad en het overleg met het college of de burgemeester, is er sprake van een raadscommissie. Dergelijke voorbereiding van de besluitvorming van de raad is exclusief voorbehouden aan de raadscommissies en kan niet worden opgedragen aan overige commissies. Bij de variant van het raadsplein is rekening gehouden met alle vereisten die voor een raadscommissie gelden. Om die reden bepaalt artikel 2, eerste lid, dat de raad de voorzitters “uit zijn midden” benoemt. Er is voor gekozen dat de raadspleinvoorzitter geen lid van het raadsplein is. Dit betekent dat hij geen stemrecht heeft.
De raad is verplicht een griffier te benoemen (artikelen 100 en 107 van de wet). De griffier is in eerste instantie verantwoordelijk voor de bijstand aan de raad. Hij is in principe in elke vergadering van de raad aanwezig (eerste lid). De wet eist dat de raad de vervanging van de griffier regelt (artikel 107d, eerste lid, van de wet). In het tweede lid is daarover een bepaling opgenomen. In verband met artikel 22 van de wet (verschoningsrecht) is in het derde lid een bepaling opgenomen met betrekking tot het deelnemen van de griffier aan de beraadslaging.
In de debatronde wordt een inhoudelijk debat gevoerd door fractiespecialisten. Elke fractie heeft de mogelijkheid om twee burgerleden te benoemen die in de informatieronde of debatronde het woord voeren. Een burgerlid moet op grond van deze bepaling op de kandidatenlijst van een fractie hebben gestaan.
Hoofdstuk II Raadspleinvergaderingen
Artikel 5 Het raadsplein: informatierondes en debatrondes
Een informatieronde heeft als doel raadsleden te informeren over een onderwerp door organisatie, college, externe experts en/of samenleving. Raadsleden stellen vragen en gaan in gesprek met ambtenaren, experts en/of samenleving om een breed beeld te vormen over een onderwerp. Raadsleden gaan niet met elkaar in debat, noch nemen ze een standpunt in over een onderwerp of voorstel.
Uit de ‘Model verordening raadscommissies VNG, Artikel 3’: ‘de wettelijke bepalingen omtrent raadscommissies zijn, ondanks het feit dat er niet gesproken kan worden van een vaste samenstelling, ook van toepassing op varianten als sessies en vergadertafel.’ Als vergaderingen in het teken staan van de voorbereiding van besluitvorming van de raad en het overleg met het college of de burgemeester, dan is er sprake van een raadscommissie. De voorbereiding van de besluitvorming van de raad is exclusief voorbehouden aan de raadscommissies en kan niet worden opgedragen aan overige commissies. Ook bij deze varianten van vergaderen moet er dus rekening gehouden worden met alle vereisten die voor een raadscommissie gelden. Een raadscommissie neemt geen beslissingen maar bereidt de besluitvorming in de raad voor en overlegt met het college en de burgemeester. Alleen in een raadsvergadering kunnen besluiten worden genomen. Wel kan een raadscommissie gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de raad. Ten behoeve van het debat in de raad en om recht te doen aan de mening van alle fracties, inclusief minderheidsstandpunten, worden de standpunten van alle fracties in het advies opgenomen. Het ligt voor de hand dat, indien een lid het niet eens is met het fractiestandpunt, hier afzonderlijk melding van wordt gemaakt in het advies aan de raad. Artikel 82, derde lid, van de wet, schrijft voor dat de raad moet zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen bij de samenstelling van een raadscommissie. De verhoudingen in een raadscommissie hoeven overigens blijkens jurisprudentie niet exact overeen te komen met de verhoudingen in de raad.
Burgemeester en wethouder(s) hebben het recht (het woord te voeren en) deel te nemen aan de beraadslagingen in de vergadering op grond van artikel 21, eerste en tweede lid, van de wet.
Artikel 9 Ter inzage leggen van stukken
Geïnteresseerden moeten de mogelijkheid hebben om stukken in te zien. De stukken zullen doorgaans op elektronische wijze worden aangeboden, gelijktijdig met het verzenden van de oproep. Dit gaat via een digitaal raadsinformatiesysteem of door plaatsing op de gemeentesite. Een stuk is een ‘document’ in de zin van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob). Een ‘document’ houdt in: een bij een bestuursorgaan berustend stuk of ander materiaal dat gegevens bevat. Onder documenten vallen niet alleen de door de overheidsorganen gecreëerde stukken of ander materiaal. Ook alle van buiten komende stukken en ander voor overheidsorganen bestemd materiaal zoals agenda’s, verslagen, (concept)adviezen, al dan niet in elektronische vorm, verkrijgen de status van ‘document’ in de zin van de Wob.
De griffier vervult de secretariaatsfunctie ten dienste van de raad. Daarom worden stukken die betrekking hebben op de agenda en de voorstellen van de raadsvergadering en die geheim moeten blijven bij hem ter inzage gelegd. Op verzoek van de raadsleden kan de griffier inzage aan hen verlenen (tweede lid).
Artikel 10 Openbare kennisgeving
Met dit artikel wordt invulling gegeven aan het voorschrift van artikel 82, vijfde lid, van de wet. Voor wat betreft de wijze van publicatie is aangesloten bij artikel 3:42, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.
Paragraaf 2 Orde van de raadspleinvergaderingen
Artikel 11 Voorstellen van orde
De voorzitter van de vergadering legt aan de raad ter beslissing voor of er inderdaad sprake is van een voorstel van orde. Over een voorstel van orde wordt direct, zonder beraadslaging, besloten door de raad. Bij staken van stemmen is het voorstel niet aangenomen (omdat het ordevoorstel betrekking heeft op de lopende vergadering is artikel 32, vierde lid, van de wet hierop logischerwijs niet van toepassing). Een voorstel van orde betreft bijvoorbeeld het schorsen van de vergadering voor een pauze. Indien het gaat om een niet geagendeerd voorstel, dient de procedure van een initiatiefvoorstel gevolgd te worden (artikel 30 van de wet).
Er is een verschil tussen insprekers en meesprekers. Insprekers zijn inwoners of mensen van organisaties die hun mening of wensen over een bepaald onderwerp tijdens een vergadering aan de raad kenbaar willen maken. Inspreken kan op een onderwerp dat op de agenda staat, maar de inspreker mag ook inspreken op een onderwerp die hij/zij zelf van belang vindt (dan moet de inspreker zich 24 uur voor de vergadering melden bij de griffie).
Het is mogelijk op een niet-geagendeerd onderwerp in te spreken in de informatieronde en de debatronde van het raadsplein.
In het tweede lid zijn drie onderwerpen opgenomen, waar het spreekrecht niet voor geldt. Als een besluit van de raad of het college vatbaar is voor bezwaar en de burger belanghebbende is, kan de burger een bezwaarschrift indienen. Ook kan een burger beroep instellen bij de rechtbank. Verder zijn de benoemingen, keuzen, voordrachten en aanbevelingen van personen uitgesloten van het spreekrecht van burgers. Omdat inspraak over de benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen - de belangen van - kandidaten al dan niet in de uitoefening van hun ambt of functie kan schaden, kunnen burgers hierover geen uitlatingen doen. Als laatste kunnen burgers zich ook niet uitlaten over onderwerpen, waarover zij op grond van artikel 9:1 Algemene wet bestuursrecht een klacht kunnen indienen. Deze procedure gaat voor het spreekrecht van burgers.
Artikel 13 Volgorde sprekers en aantal spreektermijnen
Indien een aan de vergadering deelnemend raadslid of burgerlid van mening is dat na de tweede termijn verdere beraadslaging nodig is, kan het raadsplein daartoe besluiten (derde lid). Het vierde lid benadrukt dat de voorzitter van de vergadering elke spreektermijn afsluit. Dit behoeft overigens niets te veranderen aan de praktijk dat een portefeuillehouder antwoordt na de inbreng van de raadsleden in de eerste en tweede termijn.
Het stellen van vragen dient ook als een spreektermijn beschouwd te worden. Een spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.
Dit artikel regelt de verslagleggende taak van de griffier en de wijze waarop het verslag wordt vastgesteld. Het maken van een verslag is niet verplicht.
Paragraaf 4 Besloten raadspleinvergaderingen
Artikel 15 Toepassing reglement op raadspleinvergaderingen die in de beslotenheid plaatsvinden
Dit artikel bepaalt dat de bepalingen van de verordening van overeenkomstige toepassing zijn op een raadspleinvergadering achter gesloten deuren. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan de bepalingen omtrent het tijdig verzenden van stukken en het maken van het verslag. De bepalingen van deze verordening zijn echter niet van toepassing, voor zover het toepassen van die bepalingen strijdig is met het besloten karakter van de vergadering. Zo zullen er bijvoorbeeld geen beeld- en geluidsregistraties voor openbaar gebruik gemaakt kunnen worden.
Artikel 16 Verslag besloten raadspleinvergadering
In overeenstemming met de bepaling over het verslag is de griffier ook verantwoordelijk voor het verslag van een besloten vergadering. Dit verslag ligt ter inzage bij de griffier.
Paragraaf 5 Toehoorders en pers
Artikel 17 Toehoorders en pers
Artikel 26, eerste en tweede lid, van de wet regelen dat de voorzitter van de raad toehoorders die de orde verstoren, kan doen vertrekken en bij volharding in hun gedrag de toezegging kan ontzeggen. Voor het raadsplein ontbreekt een dergelijke bepaling in de wet. Het derde lid voorziet hierin.
Artikel 18 Geluid- en beeldregistraties
Aangezien de raadspleinvergaderingen in principe openbaar zijn, kunnen radio- en tv-stations geluid- en beeldregistraties maken. Dit is uiteraard niet het geval als het een besloten vergadering betreft. Wel dient rekening gehouden te worden met de privacy van insprekers of publiek. Raadsleden en burgerleden daarentegen hebben een publieke functie. Het is mogelijk om een aanwijzing te geven dat publiek slechts vanaf een bepaalde afstand in beeld mag worden gebracht. Ook kan een aanwijzing zijn dat burgers die inspreken niet gefilmd mogen worden, uiteraard in overleg met de insprekers. Mogelijk hebben zij geen probleem met beeldregistraties.