| Organisatie | Almelo |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Verordening van de raad van de gemeente Almelo bevattende regels met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor veehouderijen, voor zover het betreft geurhinder vanwege tot die veehouderijen behorende dierverblijven; |
| Citeertitel | Verordening geurhinder en veehouderij Schapendrift 7 Bornerbroek |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | milieu |
| Eigen onderwerp | |
| Externe bijlage | Geurgebiedsvisie Bornerbroek |
Geen
artikel 149 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 02-10-2021 | Nieuwe regeling | 14-09-2021 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
Veehouderij: inrichting die tot een krachtens artikel 1.1, lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor inrichtingen milieubeheer aangewezen categorie behoort en is bestemd voor het kweken, fokken, mesten, houden of verhandelen van landbouwhuisdieren.
Artikel 2: Aanwijzing gebieden
Als gebied als bedoeld in artikel 6 van de Wet wordt aangewezen het plangebied van het (in voorbereiding zijnde) bestemmingsplan ‘Schapendrift 7, Lohuisstraat 19’ (NL.IMRO.0141.00104-BP31), zoals dat nader is aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart (Gebiedsvisie, bijlage 2).
Artikel 3: Andere waarden voor de vaste afstanden
In het gebied zoals omschreven in artikel 2 van deze verordening gelden de volgende andere afstanden: op grond van artikel 6, lid 3 onder a. van de Wet en in afwijking van artikel 4, lid 1 onder a. van de Wet, bedraagt de afstand tussen een “veehouderij waar dieren worden gehouden van een diercategorie waarvoor niet bij ministeriële regeling een geuremissiefactor is vastgesteld” en een binnen het plangebied van het bestemmingsplan ‘Schapendrift 7, Lohuisstraat 19’ (NL.IMRO.0141.00104-BP31), te Bornerbroek gelegen geurgevoelig object ten minste 50 meter. De afstand dient overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling geurhinder en veehouderij te worden gemeten.