Organisatie | 's-Hertogenbosch |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gedragscode voor raadsleden en commissieleden niet-raadsleden ’s-Hertogenbosch 2021 |
Citeertitel | Gedragscode raads- en commissieleden niet-raadsleden 's-Hertogenbosch 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-09-2021 | Nieuwe regeling | 22-09-2021 |
De gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch in zijn openbare vergadering van 22 september 2021
Gezien het voorstel van het Presidium d.d. 15 juli 2021, reg.nr. 11272640
Gelet op artikel 15 lid 3 en artikel 69 lid 2 van de Gemeentewet
De gedragscode voor raadsleden en commissieleden niet-raadsleden ’s-Hertogenbosch 2021 vast te stellen.
De Gemeentewet bepaalt dat de raad zowel voor de eigen leden als voor de dagelijkse bestuurders (burgemeester en wethouders) een gedragscode vaststelt. Déze gedragscode ziet toe op de leden van de raad en de commissieleden niet-raadsleden. De gedragscode heeft tot doel de integriteit van raads- en commissieleden te waarborgen alsmede de zuiverheid van de besluitvorming te bevorderen. De gedragscode voor burgemeester en wethouders wordt gelijktijdig, maar in een separaat voorstel, aan de raad aangeboden.
Bijzondere rol raadslid/commissielid niet-raadslid en bereidheid om verantwoording af te leggen
Goed bestuur betekent ook dat sprake moet zijn van integer bestuur. Onze gemeente kan niet zonder integer functionerende organen en functionarissen. Eenieder dient zich te houden aan de wetten en regels die op democratische wijze zijn vastgesteld. Dat geldt zeker voor de raadsleden en commissieleden niet-raadsleden die (mede)verantwoordelijk zijn voor de totstandkoming van die wetten en regels. Zonder dat zal het vertrouwen in de gemeentelijke organen worden aangetast en het draagvlak voor de naleving van de wetten en regels verdwijnen.
Integer bestuurlijk handelen gaat echter veel verder dan enkel het zich houden aan wetten en regels. Het gaat er ook om dat een raadslid/commissielid niet-raadslid zich bewust moet zijn van de bijzondere positie die men bekleedt en extra zorgvuldig dient te handelen bij het invullen van diens politieke rol. De belangen van de gemeente, en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer. Ook houdt de bijzondere positie in dat men die verantwoordelijkheid dient te nemen die met de functie samenhangt en bereid moet zijn hierover verantwoording af te leggen aan de eigen fractie, collega-raadsleden/commissie niet-raadsleden, de raad, maar ook aan burgers voor wie de raadsleden en commissieleden niet-raadsleden hun functie vervullen.
Aanvullende en interne werking gedragscode
Vertrekpunt voor raadsleden en commissieleden niet-raadsleden is de eed of gelofte die men bij de ambtsaanvaarding aflegt. De gedragscode bevat, in aanvulling op de wettelijke regels, gedragsnormen en (proces)afspraken die de transparantie van het handelen van raadsleden/commissieleden niet-raadsleden vergroten. De gedragscode is een richtsnoer en heeft tot doel raadleden en commissieleden niet-raadsleden te ondersteunen bij de invulling van hun verantwoordelijkheid voor de integriteit van het openbaar bestuur. Daarbij vormt de code een eerste leidraad/beoordelingskader bij vragen, twijfel en discussies omtrent integriteit.
De code wordt in een gezamenlijk debat vastgesteld. Het niet naleven van de gedragscode heeft geen rechtsgevolgen. Dat maakt de gedragscode evenwel niet vrijblijvend. Er is sprake van zelfbinding. In dit licht moeten de afspraken in de code worden gezien. Raads- en commissieleden niet-raadsleden kunnen daarop worden aangesproken en zij dienen zich over de naleving ervan te verantwoorden.
Het niet naleven van de gedragscode kan dus wel onderdeel worden van politiek debat en politieke gevolgen hebben.
In de code wordt in tekstkaders verwezen naar de wettelijke bepalingen die raads- en commissieleden niet-raadsleden in acht dienen te nemen.
De gedragscode richt zich overigens niet alleen op de individuele of collectieve verantwoordelijkheid maar als afgeleide (en in een enkel geval specifiek) ook op de verantwoordelijkheid die de raad als geheel of als orgaan heeft.
Continue aandacht voor bewustwording integer handelen
Integriteit is uiteindelijk niet in afspraken of codes te vangen. De code met de daarin voorgestelde “checks & balances” zijn slechts instrumenten. Integriteit krijgt pas echt betekenis indien het onderdeel wordt van het afwegingskader van een raadslid/commissielid niet-raadslid en deze daar naar handelt. Daarom moet het handelen van raadsleden/commissieleden niet-raadsleden regelmatig onderwerp van gesprek zijn, juist ook onderling.
Om die reden zal de burgemeester in samenwerking met het presidium het onderlinge gesprek over integriteitsvraagstukken en –dilemma’s voor raads- en commissieleden faciliteren. Afgezien van integriteitsvraagstukken en dilemma’s kunnen ook aanverwante thema’s hierbij aan de orde komen. Te denken valt bijvoorbeeld aan een thema ten aanzien van respectvolle omgang met burgers en organisaties, tussen politici onderling en tussen raadsleden/commissieleden niet-raadsleden en medewerkers, met behoud van eigen politieke inhoud en stijl.
Maar ook het bespreekbaar maken van situaties waarin raadsleden, commissieleden niet -raadsleden of bestuurders omwille van hun politieke standpunt door derden onheus worden bejegend of op een oneigenlijke manier druk wordt uitgeoefend door hun omgeving om anders te stemmen kan onderwerp van gesprek zijn. Bijvoorbeeld door met elkaar na te gaan hoe we elkaar hier collegiaal in kunnen steunen en als raad hierop kunnen acteren.
Persoonlijke belangen vs stemmingen
Een lid van de raad neemt niet deel aan de stemming over:
Raadsleden dienen openbaar te maken welke nevenfuncties zij vervullen. De lijst met nevenfuncties ligt ter inzage op het gemeentehuis. (artikel 12 Gemeentewet)
Onverenigbaarheid van functies
Het zijn van raadslid sluit het hebben van een aantal andere functies uit (artikel 13 Gemeentewet). Het niet voldoen hieraan leidt uiteindelijk ertoe dat betrokkene ophoudt lid te zijn van de volksvertegenwoordiging (artikel X1 Kieswet).
Verboden overeenkomsten/handelingen
Volksvertegenwoordigers mogen in geschillen, waar de gemeente(bestuur) partij is, niet als advocaat, adviseur of gemachtigde werkzaam zijn. Ook mogen zij mogen bepaalde overeenkomsten, waar de gemeente bij betrokken is, niet rechtstreeks of middellijk aangaan. Van verboden overeenkomsten kan ontheffing door de provincie worden verleend. (artikel 15 Gemeentewet en artikel 3:43 BW)
Burgemeester en wethouders en elk van zijn leden zijn verplicht alle inlichtingen te geven die de volksvertegenwoordiging nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak. Het betreft zowel een actieve als een passieve informatieplicht. Ook als individuele volksvertegenwoordigers informatie vragen zal die informatie moeten worden verstrekt. De informatie kan alleen worden geweigerd als die in strijd is met het openbaar belang (artikel 169 Gemeentewet).
Het Reglement van Orde en het Handvest informatievoorziening bevatten afspraken die betrekking hebben op informatieverstrekking en de omgang met informatie.
Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens en voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit (artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht).
Burgemeester en wethouders kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen. De geheimhoudingsplicht moet worden bevestigd door de volksvertegenwoordiging. Ook de gemeenteraad, onderscheidenlijk (de voorzitter van) een commissie kan geheimhouding opleggen (artikelen 25, 55 en 86 Gemeentewet). Ook hierover zijn afspraken gemaakt in het Handvest Informatievoorziening ’s-Hertogenbosch. Het schenden van de geheimhoudingsplicht is een misdrijf (artikel 272 Wetboek van Strafrecht).
4. Aannemen van geschenken en uitnodigingen
De eed of belofte die het raadslid op grond van artikel 14 van de Gemeentewet moet afleggen heeft onder meer betrekking op het geven, aannemen of beloven van giften, gunsten of geschenken. “……Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen…..”.
Voor het commissielid niet-raadslid geldt op grond van artikel 5 van het Reglement van Orde 2019 een verplichting tot het afleggen van een verklaring met eenzelfde strekking.
6. Gebruik van gemeentelijke voorzieningen
De raad richt de financiële en administratieve organisatie zodanig in dat er een getrouw beeld mogelijk is van de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven en hanteert heldere procedures voor de wijze waarop functionele uitgaven rechtstreeks in rekening worden gebracht of kunnen worden gedeclareerd bij de gemeente.
In de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers worden regels gesteld voor raadsleden/commissieleden niet-raadsleden. Een verdere uitwerking van deze regels en de hierin gemaakte keuzes t.a.v. vergoedingen en declaraties zijn verwerkt in de Verordening rechtspositie raadsleden en leden van de commissies uit de gemeenteraad ’s-Hertogenbosch 2019.
7. Procedure bij vermoeden van integriteitsschending
Een integriteitsmelding over een raadslid/commissielid niet-raadslid wordt, via de griffier, gedaan bij de burgemeester. Een dergelijke melding wordt pas gedaan indien eerst advies is ingewonnen bij de griffier. Anonieme meldingen van vermoedens van een integriteitsschending worden in beginsel niet in behandeling genomen. Wel wordt de identiteit van een melder op verzoek anoniem gehouden als wet- en regelgeving dit toelaten.
In artikel 170 lid 2 Gemeentewet staat dat het tot de bevoegdheid van de burgemeester behoort om de bestuurlijke integriteit van de gemeente te bevorderen.