Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Horst aan de Maas

Regeling garantstelling en verstrekking van geldleningen voor een publieke taak

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHorst aan de Maas
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling garantstelling en verstrekking van geldleningen voor een publieke taak
CiteertitelRegeling garantstelling en verstrekking van geldleningen voor een publieke taak
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-2021nieuwe regeling

21-09-2021

gmb-2021-338544

21.0005579

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling garantstelling en verstrekking van geldleningen voor een publieke taak

De raad van de gemeente Horst aan de Maas;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 juli 2021;

gemeentebladnummer 2021.074;

 

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

  • 1.

    Vaststellen beleidsstuk regeling leningen en garantstellingen voor een publieke taak

1. Aanleiding

Steeds vaker melden partijen zich bij de gemeente met het verzoek voor gemeentelijke garanties of geldleningen om hun doelen op gebied van sport, onderwijs / educatie, cultuur en welzijn te kunnen verwezenlijken. Het verstrekken van garanties en geldleningen is een belangrijk instrument om initiatieven met een publiek doel in de gemeente Horst aan de Maas te kunnen verwezenlijken. Als subsidiëring om welke reden dan ook niet aan de orde is, zou zonder deze facilitering dit doel niet bereikt kunnen worden.

 

Om alle aanvragen op een uniforme wijze te beoordelen is de voorliggende regeling opgesteld. Met deze regeling wordt beoogd het creëren van transparantie en eenduidigheid van beleid met betrekking tot het verstrekken van gemeentelijke garantstellingen en/of geldleningen. En tegelijkertijd wordt daarmee een ongewilde willekeurige beoordeling van inkomende aanvragen voorkomen. Daarnaast heeft deze regeling tot doel het transparant maken en beperken van de risico’s die de gemeente loopt bij verstrekking van garantstellingen en geldleningen.

 

In het Treasurystatuut 2019-2022 van de gemeente Horst aan de Maas is in artikel 3, lid 1 vastgelegd dat de gemeente uitsluitend garanties of geldleningen op grond van de “publieke taak” mag verstrekken aan door de gemeenteraad goed te keuren derde partijen. Als voorwaarde hierbij geldt dat vooraf advies van de productverantwoordelijke afdeling wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij.

2. Beleidskader en randvoorwaarden

2.1 Algemeen

Het verstrekken van geldleningen is een taak van kredietverstrekkers. De gemeente is om die reden terughoudend met het verstrekken van garanties en geldleningen. Rechtspersonen behoren hun zaken te regelen vanuit eigen verantwoordelijkheid, zonder tussenkomst van de gemeente. De gemeente hanteert als uitgangspunt voor aanvragen voor garanties en geldleningen derhalve het ‘Nee, tenzij’-beleid.

 

Zoals vermeld in onder meer de Wet Fido kunnen gemeenten uitsluitend garanties en/of geldleningen verstrekken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. Bij de bepaling of sprake is van een publieke taak worden de volgende concrete vragen gesteld:

  • 1)

    Wat is de publieke taak van de aanvrager?

  • 2)

    Hoe wordt in dat kader bijgedragen aan de gemeentelijke beleidsdoelstellingen door de aanvrager?

Garanties en geldleningen worden alleen verstrekt aan:

  • Instellingen die zich statutair ten doel stellen zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van burgers van de gemeente.

  • Verenigingen met volledige rechtspersoonlijkheid (ex artikel 2:26 BW), stichtingen (ex artikel 2:285 BW) of verbonden partijen.

Het is niet de bedoeling dat garanties en geldleningen worden verstrekt aan commerciële partijen. Dit zijn partijen die economische activiteiten verrichten (lees: goederen en/of diensten op een markt aanbieden). Voor deze partijen staat de weg open naar de reguliere geldverstrekkers. Het feit dat aanvragers goedkoper kunnen lenen met gemeentegarantie is op zichzelf geen argument voor het verstrekken van dergelijke garanties. Verzoeken om garanties of geldleningen aan rechtspersonen als een BV, een CV of een NV worden gezien als commercieel en terzijde gelegd.

 

Op grond van de Financiële verordening bedingt het college zekerheden bij het verstrekken van garanties en geldleningen, bijvoorbeeld in de vorm van recht van eerste hypotheek op onroerend goed of pandrecht.

 

Aanvragen voor garantie en geldleningen worden altijd getoetst aan de wet- en regelgeving zoals vermeld in bijlage 1 en 2 van de voorliggende regeling.

 

Voor wat betreft de garantstellingen en geldleningen gelden de volgende voorwaarden:

  • Garanties en geldleningen (uitgezonderd startersleningen) worden niet verstrekt aan natuurlijke personen.

  • Garanties en geldleningen worden alleen verstrekt aan rechtspersonen die naar hun aard niet commercieel zijn. Het gaat om verenigingen, stichtingen of in uitzonderlijke gevallen om coöperaties.

  • De aanvrager is statutair gevestigd in de gemeente Horst aan de Maas, of voert (een substantieel deel van) haar activiteiten uit in de gemeente Horst aan de Maas. De garantstelling of geldlening geldt alleen voor de activiteiten die ten gunste komen van de inwoners van de gemeente Horst aan Maas. Het is van belang dat voor de gevraagde garantstelling en/of geldlening de publieke taak en het lokale belang van de gemeente Horst aan de Maas kan worden aangetoond. Daartoe bestaan verschillende mogelijkheden:

    • -

      Indien de aanvrager reeds gebruik maakt van een gemeentelijke subsidie is er een stevige indicatie dat het ook bij garantstellingen of geldleningen gaat om publiek belang.

    • -

      De aanvraag sluit ontegenzeggelijk aan op een door het college of de gemeenteraad van Horst aan de Maas vastgestelde prioriteiten, vastgelegd in een specifiek besluit, een kadernota, het collegeprogramma, een strategisch visiedocument of een beleidsplan.

    • -

      De investering waarvoor een aanvraag wordt ingediend wordt fysiek in de gemeente Horst aan de Maas gerealiseerd.

    • -

      De aanvrager dient als rechtsvorm een stichting of vereniging zonder winstoogmerk te hebben. Het ontbreken van een winstoogmerk kan een indicatie zijn voor publiek belang, maar deze indicatie alleen is niet voldoende om de publieke taak en het lokale belang van de gemeente Horst aan de Maas aan te tonen.

  • De aanvrager verplicht de activiteit of onroerend goed (inclusief gronden) te verzekeren volgens in het maatschappelijk verkeer geldende gebruiken. Tevens geldt de verplichting om onroerend goed adequaat te onderhouden.

  • De garantstelling heeft dezelfde looptijd als de lening waarvoor de garantstelling is verleend. De looptijd van een lening of garantstelling is gelijk aan de door de gemeente gehanteerde afschrijvingstermijnen.

  • De aanvrager is verplicht zekerheden te verstrekken aan de gemeente, bijvoorbeeld in de vorm van recht van eerste hypotheek op onroerend goed of pandrecht.

  • Bij vervreemding en verandering van bestemming van zaken waarvoor de garantstelling is verleend, vervalt de garantstelling. De aanvrager die een gemeentelijke garantstelling toegekend heeft gekregen, levert in beginsel uiterlijk 1,5 maanden na einde boekjaar een saldo-bevestiging aan van de geldlening. Wanneer de geldlening onveranderd is gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar, is het niet noodzakelijk om een saldo-bevestiging in te sturen. Bij inroepen van de gemeentelijke garantstelling ontstaat voor hetzelfde bedrag een vordering op de aanvrager. In een overeenkomst met de aanvrager wordt vastgelegd hoe de vordering wordt ingelost.

  • De aanvrager heeft de plicht om alle relevante informatie voor de garantstelling of geldlening op een actieve wijze te communiceren naar de gemeente. Hierbij valt te denken aan de verandering van de bestemming van onroerend goed, de verhuur van onroerend goed en het verzwaren van het onroerend goed met het recht van (tweede) hypotheek.

2.2 Prioriteitsvolgorde en risicocategorieën

De gemeente Horst aan de Maas is terughoudend met het verstrekken van garanties en geldleningen. Zoals gesteld is het verstrekken van leningen een taak van kredietverstrekkers en is de gemeente terughoudend met het verstrekken van garanties en geldleningen.

 

De gemeente Horst aan de Maas verstrekt garanties en geldleningen in de volgende prioriteitsvolgorde en risicocategorie:

 

  • 1.

    Indirecte garantstelling bij waarborgfondsen

  • 2.

    Directe gemeentelijke garantstellingen

  • 3.

    Stimuleringsleningen, zoals startersleningen

  • 4.

    Overige leningen

ad 1. Waarborgfondsen

Waarborgfondsen zijn meestal stichtingen die garant staan voor leningen die kredietverstrekkers (meestal banken) hebben uitstaan bij kredietontvangers (woningbouwcorporaties, particulieren, welzijnsorganisatie, scholen, etc.). Als een kredietontvanger de aflossing en rente niet meer kan betalen, kan de kredietverstrekker bij het fonds aankloppen om alsnog het geld te krijgen waar ze recht op hebben.

 

De gemeente fungeert als achtervang. Er zijn meerdere waarborgfondsen waarbij (een deel van) de achtervang bij gemeenten ligt:

  • Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)

  • Stichting Waarborgfonds Sport (SWS)

  • Overige Waarborgfondsen bv. in de zorgsector

De gemeente Horst aan de Maas heeft zich garant gesteld voor de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Hierbij is het college een overeenkomst aangegaan met de stichting waarin onder meer vastligt dat corporaties rechtstreeks een garantstelling bij de stichting kunnen aanvragen tot een bepaalde limiet per jaar. Het college besluit jaarlijks over deze limiet per corporatie. Voor gemeentelijke garantstellingen in het kader van het WSW geldt dat geen zienswijze aan de raad wordt gevraagd.

 

Het voordeel voor de gemeente is dat zij geen direct risico draagt voor leningen, maar nog wel meewerkt aan de financierbaarheid van investeringen in de publieke sector. Het voordeel van de kredietontvanger is dat zij tegen gunstiger tarieven kan lenen.

 

ad 2. Directe gemeentelijke garantstellingen

Gemeenten kunnen behalve via waarborgfondsen ook zelfstandig garanties verstrekken. Reden voor het aanvragen van een garantstelling door een rechtspersoon kan zijn dat een kredietverstrekker alleen bereid is om een lening te verstrekken als er een garantstelling wordt verstrekt door de gemeente.

 

ad 3. Stimuleringsleningen

Deze leningen worden financieel afgewikkeld door het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVN).

 

ad 4. Overige leningen

Deze geldleningen worden aangegaan in een leningsovereenkomst met een rente- en aflossingsschema. Met name de gestelde zekerheden zijn van groot belang. Financiële bewaking vindt plaats door de financieel consulent die belast is met de treasuryfunctie.

 

Voor de waarborgfondsen en stimuleringsregelingen zijn eigen geldende beleidskaders en hiervoor is deze regeling daarom niet van toepassing.

 

2.3 Garantstellingen

Er kunnen goede redenen zijn om via garantstelling beleid te ondersteunen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in het noodzakelijk deel en het wenselijk deel van een initiatief, waarbij alleen het noodzakelijk deel wordt ondersteund. Van strikte noodzakelijkheid is sprake als er voor de aanvrager geen andere financieringsmogelijkheden bestaan en er buiten het verlenen van garantstelling in alle redelijkheid ook andere mogelijkheden zijn onderzocht om het betreffende initiatief te ondersteunen (fondsenwerving, sponsoring, subsidies, bijdragen van andere overheden en/of particulieren, zelfwerkzaamheid etc.).

 

2.4 Geldleningen

Wanneer de gemeente een geldlening verstrekt, gaat de gemeente in principe ‘bankieren’. Dit behoort niet tot de gemeentelijke kerntaken. Aanvragende partijen kunnen hiervoor in beginsel terecht bij reguliere geldverstrekkers. Het risico van bankieren is ook dat de gemeente mogelijk wordt geconfronteerd met vennootschapsbelasting. De belastingdienst stelt dat sprake is van vennootschapsplicht als wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • 1)

    Duurzame organisatie van kapitaal en arbeid.

  • 2)

    Deelname aan het economische verkeer.

  • 3)

    Winststreven.

Het winststreven wordt door de belastingdienst ruim geïnterpreteerd. Als er stelselmatig overschotten worden gerealiseerd bij het bankieren dan zal er al snel sprake zijn van een winststreven.

 

Geldleningen worden in beginsel enkel verstrekt aan rechtspersonen (zonder winstoogmerk) waarvan de gemeente vindt dat deze de publieke taak van de gemeente behartigen zoals vastgelegd in het gemeentelijk beleid. Een nadere duiding van de publieke taak is vastgelegd in het begrippenkader (bijlage 1). Indien de aanvrager in geringe mate commerciële activiteiten ontplooid om de bedrijfsvoering te kunnen bekostigen, dient dit toegelicht te worden in de aanvraag. Dit om een goede afweging te kunnen maken in hoeverre sprake is van een publieke taak. Een uitzondering op de regel dat geldleningen enkel worden verstrekt aan rechtspersonen is vastgelegd in de Verordening Starterslening gemeente Horst aan de Maas.

 

We hanteren, ter beperking van de administratieve last, bij een aanvraag voor een lening een ondergrens van € 15.000.

 

2.5 Vergoedingen

Zoals vermeld in de Financiële verordening en de wet Markt en Overheid brengt de gemeente bij het verstrekken van garanties en/of geldleningen aan overheidsbedrijven en derden de geraamde integrale kosten – eventueel met risico-opslag – in rekening. De risico-opslag is eveneens bedoeld voor gedeeltelijk afdekken van de gemeentelijke (administratieve) kosten. Hiermee wordt gehandeld in lijn met de bepalingen van de Wet Markt en Overheid waarin is vastgelegd dat de gemeente de integrale kosten in rekening dient te brengen.

 

De hoogte van de rente van een lening is afhankelijk van meerdere factoren.

  • -

    De kosten voor het “inkopen” van het geld; het zogenaamde “huidige” markttarief op het moment van aanvraag.

  • -

    De risico-opslag. De hoogte van de risico-opslag is afhankelijk van diverse factoren, zoals de hoogte van het bedrag, de looptijd, de verkregen zekerheden en de omvang van het eigen en vreemd vermogen van de aanvrager.

Dagelijks ontvangen we een overzicht van de actuele markttarieven op de kapitaal- en geldmarkt. Dit wordt als brondocument voor het markttarief gehanteerd.

 

De risico-opslag bedraagt minimaal 0,5%. Aan de hand van de inhoudelijke en financiële beoordeling van de aanvraag (zie hoofdstuk 3.2) wordt de omvang van de risico-opslag bepaald.

 

2.6 Bevoegdheden en verantwoordelijkheden college

Het verstrekken van garantstellingen en geldleningen zijn private rechtshandelingen. Volgens artikel 160, lid 1 sub e, van de Gemeentewet behoort uitoefening van private rechtshandelingen tot de bevoegdheid van het college. Het college informeert de aanvrager over het voorgenomen besluit met betrekking tot de aanvraag voor een garantie of geldlening.

 

Aan het verstrekken van geldleningen en garantstellingen zijn financiële risico’s verbonden. De autorisatie tot het verstrekken van geldleningen en garantiestellingen ligt daarom bij de raad. Voordat een garantie of geldlening wordt verstrekt wordt de raad middels een Raadsinformatiebrief (RIB) in de gelegenheid gesteld om wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Pas nadat de raad is geconsulteerd gaat het college over tot definitieve verstrekking van de garantie of geldlening.

 

In de jaarrekening wordt door het college verantwoording afgelegd aan de raad over de verstrekte garanties en geldleningen. Door de vaststelling van de jaarrekening worden impliciet ook de garanties en geldleningen geautoriseerd.

3. Aanvraagproces

3.1 Voorwaarden

Het verzoek voor het verstrekken van een geldlening of garantstelling wordt alleen in behandeling genomen na het indienen van een schriftelijke aanvraag met de daarbij behorende documenten. Bij de aanvraag dienen de volgende documenten bijgevoegd te worden:

  • 1.

    Een inhoudelijk projectplan/document waaruit de nut en noodzaak voor de geldlening of garantstelling blijken.

  • 2.

    Een afwijzing van een tweetal kredietverstrekkers of waarborgfondsen waaruit blijkt dat een borgstelling of geldlening niet bij deze organisaties te verkrijgen zijn.

  • 3.

    Een document waaruit het doel, de hoogte en de looptijd van de lening of borgstelling blijken.

  • 4.

    Een kopie uittreksel van de Kamer van Koophandel.

  • 5.

    De jaarrekeningen van de laatste twee boekjaren van de aanvrager (inclusief eventuele controleverklaringen van de externe accountant).

  • 6.

    Een exploitatie- en liquiditeitsbegroting in meerjarig perspectief voor de duur van de looptijd van de lening of garantstelling, waarin rente en aflossing zijn verwerkt.

  • 7.

    Inzicht in te verwachten risico’s en de te verstrekken zekerheden.

  • 8.

    De geldlening of garantstelling moet essentieel zijn voor het voortbestaan en/of het in voldoende mate kunnen functioneren van de rechtspersoon. De noodzaak voor het in stand houden en de levensvatbaarheid van de rechtspersoon, of het doel waarvoor die staat, dient aangetoond en gemotiveerd te worden door de aanvrager.

Aanvragen worden door de gemeente binnen een termijn van 8 weken afgehandeld. Hiermee wordt bedoeld dat binnen deze termijn het college de aanvrager informeert over het voorgenomen besluit met betrekking tot aanvraag voor een garantie of geldlening. De hiervoor bedoelde termijn van 8 weken is een termijn van orde. Zoals vermeld in hoofdstuk 2 volgt een definitief besluit nadat de raad middels een RIB in de gelegenheid is gesteld om wensen en bedenkingen kenbaar te maken.

 

3.2 Beoordeling

De aanvraag wordt beoordeeld aan de hand van inhoudelijke en financiële criteria vanuit de prioriteitsvolgorde en risicocategorieën (zie hoofdstuk 2.2).

 

Inhoudelijke criteria

  • 1.

    Wat is de publieke taak van de aanvrager?

  • 2.

    In welke mate wordt door de aanvrager bijgedragen aan de publieke taakbehartiging door de gemeente en de gemeentelijke beleidsdoelstellingen ?

  • 3.

    Wat is het advies geweest van een eerder bij een derde gevraagde geldlening of garantstelling?

  • 4.

    Is de aanvraag volledig?

  • 5.

    Is de urgentie voldoende aangetoond?

  • 6.

    Zijn er wettelijk gezien belemmeringen?

  • 7.

    Is er sprake van (ongeoorloofde) staatssteun?

Financiële criteria

  • 1.

    Kan de aanvrager op korte en lange termijn voldoen aan de aflossings- en renteverplichting van de lening (check op kredietwaardigheid)?

  • 2.

    Leiden de meerjarenramingen tot een risico voor de aflossing- en renteverplichting?

  • 3.

    Hanteert de aanvrager aanvaardbare verslaggevingsvoorschriften in de jaarrekening?

  • 4.

    Zijn er ontwikkelingen op organisatorisch vlak die kunnen leiden tot het niet kunnen voldoen aan de verplichtingen?

  • 5.

    Is er voor het komende tijdvak sprake van een sluitende begroting?

  • 6.

    Kan door de aanvrager mogelijk een beroep worden gedaan voor een garantstelling bij een waarborgfonds? Zo ja, dan heeft het de voorkeur om gebruik te maken van het waarborgfonds.

  • 7.

    Welke zekerheden zijn verstrekt en wat is de courantheid hiervan (bijv. in geval van panden)?

Bij de beoordeling van de aanvraag wordt ook rekening gehouden met de financiële positie van de gemeente. Het college kan een maximum verbinden aan de omvang van de geldleningen en garantstellingen. Het college stelt de raad hiervan tijdig op de hoogte.

 

De aanvrager is verplicht om aan door het college aan te wijzen personen (intern en/of extern) inzage te geven in alle boeken en bescheiden en volledige medewerking te verlenen aan maatregelen, welke voor een goede controle op het financieel beheer en een goede administratie nodig zullen zijn.

 

4. Rapportage en beheer/verantwoording

Het totaal van gemeentelijke garantstellingen en geldleningen, wordt in de jaarrekening gerapporteerd aan de raad. Hierbij wordt de stand van zaken in beeld gebracht. Indien nodig wordt ook tussentijds gerapporteerd.

 

In het kader van risicobeheersing worden aan de hand van rapportering en control van de aanvrager de risico’s in beeld gebracht en beheerst. Belangrijk hierbij is de jaarlijkse aanlevering van de jaarrekening inclusief eventuele controleverklaring van de externe accountant en melding van wijzigingen door de aanvrager. Indien er sprake is van een verhoogd risicoprofiel bij de aanvrager, dan kunnen ook tussentijdse cijfers worden opgevraagd in het kader van risicobeheersing.

5. Hardheidsclausule

In zeer bijzondere omstandigheden, ter beoordeling van het college, waarbij de afwijzing van een verzoek krachtens deze regeling of de toepassing van bepalingen in deze regeling tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden, kan het college ten gunste van de aanvrager van deze regeling afwijken. Ook in dat geval wordt, voordat een garantie of geldlening wordt verstrekt, de raad middels een Raadsinformatiebrief (RIB) in de gelegenheid gesteld om wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Pas nadat de raad is geconsulteerd gaat het college over tot definitieve verstrekking van de garantie of geldlening.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 21 september 2021

De raad voornoemd,

De voorzitter,

drs. R.F.I. Palmen

De griffier,

mr. R.J.M. Poels

Bijlage 1 Begrippenkader

 

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

Aanvrager

Rechtspersoon, die de gemeente verzoekt om garant te staan of een lening voor:

  • -

    de betaling van rente en aflossing die de aanvrager aan de geldverstrekker verschuldigd is;

  • -

    voorfinanciering met terugbetalingsregeling;

  • -

    verstrekken van een lening met terugbetalingsregeling.

Achtervang Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)

WSW neemt de betaalverplichtingen voor een lening over wanneer de corporatie (ondanks de voordelige financieringsvoorwaarden) de rente en aflossing op een door WSW geborgde lening niet meer kan betalen. Alleen als WSW deze betaalverplichting niet uit de overige buffers in de zekerheidsstructuur kan voldoen, moeten Rijk en gemeenten bijspringen. Op grond van hun rol als achtervanger moeten zij in dat geval renteloze leningen aan WSW verstrekken en wel onder de volgende afspraken:

 

Het Rijk verstrekt in alle gevallen de helft (= 50%) van de renteloze leningen. De zogenoemde “schadegemeenten” verstrekken samen een kwart (= 25%) van de renteloze leningen. De schadegemeenten zijn de gemeenten die vermeld zijn in de leningen waarvoor WSW de betaalverplichting overneemt. Alle gemeenten die achtervanger zijn van WSW (met inbegrip van de schadegemeenten) verstrekken samen het resterende kwart (= 25%) van de renteloze leningen.

 

Garantiesubsidie

Een subsidie als bijdrage in de kosten van een activiteit die in beginsel met een sluitende exploitatie kan worden uitgevoerd, waarbij het college garant staat tot een nader te bepalen bedrag als de activiteit door onvoorziene omstandigheden met een negatief saldo afsluit.

 

Aanvrager

Rechtspersoon naar burgerlijk recht ten behoeve waaraan de gemeente Horst aan de Maas:

  • -

    een garantstelling heeft verstrekt ten aanzien van rente en aflossing;

  • -

    voorfinanciering met terugbetalingsregeling heeft verstrekt;

  • -

    een lening met terugbetalingsregeling heeft verstrekt.

Geldverstrekker

Kredietinstelling, die aan een aanvrager een lening heeft verstrekt, waarvan de gemeente Horst aan de Maas de betaling van rente en aflossing waarborgt.

 

Gemeentelijke garantstelling

Een garantie is een overeenkomst waarbij een derde (i.c. de gemeente Horst aan de Maas) de verplichting aangaat de prestatie, die de aanvrager moet verrichten ten opzichte van de geldverstrekker, nakomt indien de aanvrager in gebreke blijft. De hoogte van het bedrag van de garantstelling wordt vooraf vastgesteld in een separate overeenkomst en heeft een directe verbinding met de onderliggende geldleningsovereenkomst tussen de aanvrager en de geldverstrekker. In de garantstelling is in alle gevallen duidelijk omschreven waarvoor gemeente garant staat.

 

Natuurlijke personen

Een natuurlijk persoon is iemand van vlees en bloed die rechten en plichten heeft. Een natuurlijk persoon is de juridische tegenhanger van een rechtspersoon.

 

Publieke taak

Een taak die de gemeente uitvoert voor de behartiging van een publiek of algemeen belang. Het gaat om taken waarbij de gemeente handelt in de hoedanigheid van overheid (overheidsoptreden). Het is van belang dat voor de gevraagde garantstelling en/of lening de publieke taak en het lokale belang van de gemeente Horst aan de Maas kan worden aangetoond. Daartoe bestaan verschillende mogelijkheden:

  • 1.

    Indien de aanvrager reeds gebruik maakt van een gemeentelijke subsidie is er een stevige indicatie dat het ook bij garantstellingen of geldleningen gaat om publiek belang.

  • 2.

    De aanvraag sluit ontegenzeggelijk aan op een door het college of de gemeenteraad van Horst aan de Maas vastgestelde prioriteiten, vastgelegd met een specifiek besluit, kadernota, collegeprogramma of beleidsplan.

  • 3.

    De investering waarvoor een aanvraag wordt ingediend wordt fysiek in de gemeente Horst aan de Maas gerealiseerd en dient direct ten voordele te zijn van de inwoners van de gemeente.

  • 4.

    De aanvrager dient bij voorkeur als rechtsvorm een stichting of vereniging zonder winstoogmerk te hebben. Het ontbreken van een winstoogmerk kan een indicatie zijn voor publiek belang, maar deze indicatie alleen is niet voldoende om de publieke taak en het lokale belang van de gemeente Horst aan de Maas aan te tonen.

Aanvragers hoeven niet aan alle punten te voldoen om het publieke of lokale belang aan te tonen. Het spreekt echter voor zich dat dit belang groter is naarmate aanvragers op meer punten positief scoren.

 

Rechtspersonen

Een rechtspersoon is een organisatie of instelling die dezelfde juridische rechten en plichten heeft als een natuurlijk persoon. Stichtingen, verenigingen of vennootschappen zijn voorbeelden van rechtspersonen.

 

SVN

Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVN) beheert fondsen voor volkshuisvesting voor gemeenten en andere overheden.

 

Verbonden partij

Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft.

 

Wet Fido

Wet Financiering decentrale overheden. Deze wet bepaalt onder welke voorwaarden een gemeente middelen mag aantrekken of uitzetten.

Bijlage 2 Relevante wet- en regelgeving

 

Bij het verstrekken van garanties en geldleningen is de gemeente Horst aan de Maas gebonden aan toepasselijke wet- en regelgeving. Onderstaand wordt een opsomming gegeven van de relevante wet- en regelgeving, onderverdeeld naar externe (landelijke) wet- en regelgeving en gemeentelijke verordeningen en beleidsnota’s.

 

  • A.

    Externe wet- en regelgeving

Voor wat betreft de externe wet- en regelgeving zijn met name de Gemeentewet, de Wet Fido, de Wet Markt en Overheid en wetgeving op gebied van staatssteun relevant.

 

Gemeentewet

Het verlenen van een garantstelling en het aangaan van een overeenkomst is een privaatrechtelijke rechtshandeling. In hoofdstuk X, artikel 160 van de gemeentewet (de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders), is onder meer vastgelegd dat het college in ieder geval bevoegd is tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente te besluiten. Relevant is verder artikel 169, lid 4 van de gemeentewet, waarin is vastgelegd dat het college de raad vooraf inlichtingen geeft over de uitoefening van de bevoegdheden zoals bedoeld in artikel 160, indien de raad daarom verzoekt of indien de uitoefening ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente. In het laatste geval neemt het college geen besluit dan nadat de raad in de gelegenheid is gesteld wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen. Het college kan overigens wel een principebesluit nemen, dat vervolgens aan de raad wordt voorgelegd. Of de gevolgen voor de gemeente “ingrijpend” zijn, is een politiek-bestuurlijke afweging. Voorts geldt dat de term “ingrijpend” niet enkel betrekking heeft op het financiële aspect, maar ook betrekking kan hebben op maatschappelijke gevolgen van een voorgenomen besluit. Het college zal steeds in elke afzonderlijke casus de afweging moeten maken of sprake is van ‘ingrijpende gevolgen’ als bedoeld in artikel 169 van de Gemeentewet.

 

Wet Fido

In de Wet Fido is in artikel 2, lid 1, bepaald dat openbare lichamen (waaronder een gemeente) uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak leningen en/of garanties mogen verstrekken.

 

Wet Markt en Overheid

Uitgangspunt van de Wet Markt en Overheid is dat overheden alle kosten die zij maken voor een dienst doorberekenen in de prijs. Verder beoogt de gemeente niet in concurrentie te treden met marktpartijen.

 

Staatssteunrecht

Bij het verstrekken van garanties of geldleningen worden de marktconforme voorwaarden van het staatssteunrecht in acht genomen. Primair van belang hierbij is dat voor de verstrekte garantie een marktconforme vergoeding wordt betaald. Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat het feit dat de aanvrager (bijvoorbeeld een vereniging of stichting) een maatschappelijk doel heeft en geen winstoogmerk, dat niet automatisch betekent dat het staatssteunrecht niet van toepassing is. Relevant om na te gaan is of de aanvrager een economische activiteit uitoefent, dat wil zeggen goederen of diensten aanbiedt op een bepaalde markt. In elke concrete casus wordt beoordeeld of de staatssteunregelgeving van toepassing en – indien die vraag bevestigend wordt beantwoord – een vrijstellingsregeling van toepassing is.

 

  • B.

    Gemeentelijke verordeningen en beleidsnota’s

Onderstaand worden de relevante verordeningen en beleidsnota’s van de gemeente Horst aan de Maas weergegeven met betrekking tot het verstrekken van garanties en geldleningen.

 

Financiële verordening

In de financiële verordening is de Financieringsfunctie uitgewerkt. Hierin is onder meer vastgelegd dat bij het verstrekken van geldleningen en garanties het college, indien mogelijk, zekerheden bedingt.

 

Treasurystatuut

In het Treasurystatuut worden de regels met betrekking tot het risicobeheer, minimalisering van kosten, verantwoordelijkheden, bevoegdheden en informatievoorziening beschreven.

 

Algemene subsidieverordening Horst aan de Maas

In de Algemene subsidieverordening is vastgelegd dat het college bevoegd is tot het verstrekken van garantiesubsidies. In de verordening zijn de aspecten aanvraag subsidie, verlening subsidie en betaling, vaststelling subsidie en de bijzondere verplichtingen van de subsidieontvanger uitgewerkt. Verder is het onderdeel borgstelling nader uitgewerkt. Hierin is vastgelegd dat het college zich kan borgstellen voor de rente en aflossing van een door een kredietverstrekker aan een rechtspersoon verstrekte lening en is een nadere uitwerking opgenomen onder welke voorwaarden borgstelling kan plaatsvinden.

 

Beleidskaders Integraal accommodatiebeleid Horst aan de Maas

In het beleidskader is aangegeven dat borgstellingen (i.c. garantstellingen) worden verleend aan verenigingen of stichtingen om deze in staat te stellen een lening aan te gaan bij een geldverstrekker voor de bouw, verbouw van of groot onderhoud aan hun maatschappelijke accommodatie.

 

Notitie duurzaamheid voor scholen (IHP)

In deze notitie is de faciliterende rol van de gemeente uitgewerkt voor wat betreft de voorfinanciering van investeringen in duurzaamheidsmaatregelen door schoolbesturen. Ook kan de gemeente garant staan indien de school ervoor kiest om een geldlening aan te trekken bij een kredietverstrekker. In de notitie zijn de afspraken ten behoeve van de voorfinanciering nader uitgewerkt.

 

Daarnaast kent de gemeente de Verordening starterslening gemeente Horst aan de Maas. Deze valt buiten het bereik van deze regeling en blijft onverkort van toepassing.