Organisatie | Flevoland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening Ambtelijke bijstand 2021 |
Citeertitel | Verordening Ambtelijke bijstand Provincie Flevoland 2021 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 33 van de Provinciewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2021 | nieuwe regeling | 15-09-2021 | 2837709 |
Gedeputeerde Staten van Flevoland maken gelet op het bepaalde in artikel 136, lid 1 Provinciewet bekend dat Provinciale Staten in hun vergadering van 15 september 2021 onder nummer 2779009 het volgende besluit hebben genomen.
Provinciale Staten van de Provincie Flevoland
gelet op artikel 33 van de Provinciewet
Besluiten vast te stellen de Verordening Ambtelijke bijstand 2021
Artikel 2. Verzoek om informatie
De griffier of de ambtenaar verstrekt zo spoedig mogelijk de verzochte informatie, voor zover deze daarover kan beschikken. Voor zover daarmee niet aan het verzoek voldaan is, verzoekt de griffier de provinciesecretaris één of meer ambtenaren aan te wijzen die voor zover mogelijk de resterende informatie zo spoedig mogelijk verstrekken.
Artikel 3. Verzoek om bijstand
De verzochte bijstand wordt zo spoedig mogelijk verleend, voor zover dit naar het oordeel van de griffier in redelijkheid kan worden gevergd. Als de griffier de verzochte bijstand niet kan verlenen, verzoekt de griffier de provinciesecretaris om een of meer ambtenaren aan te wijzen die ambtelijke bijstand verlenen.
De provinciesecretaris weigert het verzoek om ambtelijke bijstand als het verlenen van de verzochte ambtelijke bijstand naar zijn oordeel in redelijkheid niet kan worden gevergd omdat bijvoorbeeld niet aannemelijk is gemaakt dat de gevraagde ambtelijke bijstand betrekking heeft op statenwerkzaamheden.
Artikel 4. Geschil over verstrekte informatie of verleende ambtelijke bijstand
Als overleg met de provinciesecretaris niet leidt tot een ook voor het Statenlid bevredigende oplossing, kan deze de CdK verzoeken met de griffier en de provinciesecretaris en zo nodig het Statenlid in overleg te treden over de aan hem verleende ambtelijke bijstand. De CdK geeft zo spoedig mogelijk gehoor aan dit verzoek.