Organisatie | Súdwest-Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels geur voor bedrijven gemeente Súdwest-Fryslân 2021 |
Citeertitel | Beleidsregels geur voor bedrijven gemeente Súdwest-Fryslân 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | beleidsregels geur |
Externe bijlage | Beleidsregels geur; Toelichting |
Geen
titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2021 | nieuwe regeling | 21-09-2021 |
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
gebiedscategorie buitengebied gebied met volgens het vigerende bestemmingsplan overwegend één of meer van de bestemmingen ‘agrarisch’, ‘bos’, ‘natuur’, ‘water’, ‘recreatie’ of een soortgelijke bestemming. Overige functies, zoals wonen, zijn alleen verspreid aanwezig. Ook lintbebouwing valt onder deze gebiedscategorie.
Deze beleidsregels zijn van toepassing bij besluitvorming op aanvragen om een omgevingsvergunning voor een activiteit, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, Wabo, dan wel bij het wijzigen van voorschriften, verbonden aan een vergunning, of bij het stellen van maatwerkvoorschriften, bedoeld in artikel 2.7a, vierde lid, Activiteitenbesluit milieubeheer.
Het college stelt het aanvaardbaar geurhinderniveau van de inrichting vast en bepaalt de geurnorm, en de op de geursituatie betrekking hebbende maatregelen die in de vergunning worden opgenomen, overeenkomstig artikel 5, 6, 7, 8 en 9.
Het college kan gemotiveerd naar boven afwijken. Dit kan tot ten hoogste de grenswaarde of de waarde die eerder als aanvaardbaar geurhinderniveau is vastgesteld. Het college stelt in zulke gevallen het aanvaardbaar geurhinderniveau vast op het met de beste beschikbare technieken maximaal wel haalbare niveau.
In geval van meerdere bestaande bronnen of van bestaande en nieuwe bronnen binnen één inrichting stelt het college het aanvaardbaar geurhinderniveau voor de gezamenlijke bronnen vast overeenkomstig artikel 5.
wanneer proefpersonen aan een geur de hedonische waarde -1 toekennen bij de volgende concentraties (conform NVN 2818) | |
Het college toetst de geurimmissie van de inrichting in geval van kortdurende of sterk fluctuerende bronnen aan de waarden genoemd in artikel 8, waarbij de waarden vermenigvuldigd worden met een factor die als volgt afhankelijk is van de percentielwaarde:
Het college kan voor locaties en gebieden binnen de provincie Fryslân specifieke beleidsregels voor het aspect geur vaststellen.