Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oldenzaal

Standplaatsenbeleid Oldenzaal 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOldenzaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingStandplaatsenbeleid Oldenzaal 2021
CiteertitelStandplaatsenbeleid Oldenzaal 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR648917/1

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-09-2021nieuwe regeling

16-02-2021

gmb-2021-333915

Tekst van de regeling

Intitulé

Standplaatsenbeleid Oldenzaal 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oldenzaal,

 

Gelezen het voorstel

 

gelet op de artikelen 5:17, 5:18, 5:19 en 5:20 van de Algemene plaatselijke verordening Oldenzaal 2020,

 

overwegende dat het wenselijk is om beleid voor het innemen van (tijdelijke) standplaatsen vast te stellen,

besluit vast te stellen:

 

Standplaatsenbeleid Oldenzaal 2021

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Definities

In dit beleid wordt verstaan onder:

  • 1.

    Vaste standplaats: het innemen van een vaste standplaats op een of meer vaste tijdstippen per week.

  • 2.

    Tijdelijke standplaats: het innemen van een tijdelijke standplaats op een aantal dagen van het jaar.

  • 3.

    Onder een standplaats wordt niet verstaan:

    • a.

      een vaste plaats op een jaarmarkt of (waren) markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet;

    • b.

      een vaste plaats op een evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemene plaatselijke verordening Oldenzaal 2020

Artikel 1:2 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist op een aanvraag voor een standplaatsvergunning binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Het college kan de termijn maximaal met acht (8) weken verlengen.

Artikel 1:3 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Aan een standplaatsvergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot het beschermen van het belang of de belangen in verband waarmee de standplaatsvergunning is vereist.

  • 2.

    Degene aan wie een standplaatsvergunning is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 1:4 Persoonlijk karakter van standplaatsvergunning

De standplaatsvergunning wordt verleend aan een natuurlijkpersoon of rechtspersoon. En is alleen overdraagbaar onder de omstandigheden, genoemd in artikel 4.1 van dit beleid.

Artikel 1:5 Intrekken of wijzigen van de standplaatsvergunning

De standplaatsvergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd als:

  • a.

    voor het krijgen van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op basis van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning, intrekken of wijzigen noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning is vereist;

  • c.

    de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • d.

    van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen of gedurende een daarin gestelde termijn of bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn;

  • e.

    gebleken is dat een ander dan de vergunninghouder of de aangewezen persoon de standplaats in gebruik heeft genomen;

  • f.

    Niet of niet tijdig de verschuldigde precario zijn betaald, die worden geheven voor gebruik van gemeentegrond of;

  • g.

    de houder dit verzoekt.

Artikel 1:6 Termijnen

  • 1.

    Een vaste standplaatsvergunning wordt voor een termijn van maximaal vijf jaar verleend.

  • 2.

    Een tijdelijke standplaatsvergunning wordt verleend voor maximaal twaalf aaneengesloten dagen per jaar.

Artikel 1:7 Weigeringsgronden

  • 1.

    De standplaatsvergunning kan worden geweigerd in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de openbare veiligheid;

    • c.

      de volksgezondheid;

    • d.

      de bescherming van het milieu.

  • 2.

    Het college weigert de standplaatsvergunning wegens strijd met een geldend bestemmingsplan, beheers verordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

  • 3.

    De standplaatsvergunning kan ook worden geweigerd als:

    • a.

      de standplaats hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand; of

    • b.

      een kwantitatieve of territoriale beperking als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente noodzakelijk is in verband met een dwingende reden van algemeen belang.

    • c.

      als de exploitant of de leidinggevende in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

Hoofdstuk 2 Standplaatsvergunning

Artikel 2:1 Aanvraag

  • 1.

    Het college stelt een aanvraagformulier vast voor het innemen van een standplaats.

  • 2.

    De aanvraag is gedaan wanneer het formulier volledig en naar waarheid ingevuld is en tijdig is ingediend

  • 3.

    Bij een aanvraag moeten de volgende gegevens aangeleverd worden:

    • a.

      Kopie uittreksel Kamer van Koophandel;

    • b.

      Kopie van een geldig legitimatiebewijs van de aanvrager en/of standplaatshouder;

    • c.

      Situatietekening op schaal waaruit blijkt hoe de standplaats ingenomen wordt, met opgave van lengte, breedte, hoogte en aantal vierkante meters;

    • d.

      Een schriftelijke toestemming van de eigenaar van de grond, als een standplaats op particulier terrein wordt ingenomen.

Artikel 2:2 Aanvraag procedure

  • 1.

    Als er sprake is van twee aanvragen voor een standplaatsvergunning voor dezelfde locatie en op dezelfde dag(en) kan een vergunning geweigerd worden op basis van schaarse vergunningen volgens de handreiking voor gemeenten van de VNG voor schaarse vergunningen.

  • 2.

    Om willekeur te voorkomen worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

    • a.

      wie het eerst komt, wie het eerst maalt principe. De datum van binnenkomst van de aanvraag, geregistreerd bij team ondersteuning en informatie, is bepalend.

    • b.

      als er geen keuze gemaakt kan worden beslist het college.

  • 3.

    Een standplaatsvergunning kan buiten behandeling worden gelaten, als de aanvraag daarvoor minder dan acht weken voor de beoogde datum voor het innemen van de (tijdelijke) standplaats is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

  • 4.

    Op de aanvraag om een standplaatsvergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Hoofdstuk 3 Locaties standplaatsen

Artikel 3:1 Locaties en tijden

  • 1.

    Het innemen van een standplaats kan op:

    • a.

      Winkelcentrum De Essen;

    • b.

      Winkelcentrum De Thij

    • c.

      Winkelcentrum Zuid Berghuizen;

    • d.

      St. Plechelmusplein;

    • e.

      Groote Markt;

    • f.

      Ganzenmarkt;

    • g.

      Kloosterstraat / Oostwal (Bisschopsplein);

    • h.

      Parkeerterrein Molkenboer;

    • i.

      Vestingstraat.

  • 2.

    Een standplaatsvergunning kan worden verleend voor maandag tot en met zondag tussen 06.00 uur en 22.00 uur.

  • 3.

    Er mogen geen standplaatsen worden ingenomen op de (waren) markten.

Artikel 3:2 Maximumstelsel

  • 1.

    Het maximaal aantal standplaatsen op een locatie is drie (3) standplaatsen per dag.

  • 2.

    Er kunnen zeven (7) dagen per week standplaatsen worden ingenomen op een locatie.

  • 3.

    Bij bijzondere omstandigheden kan van het maximumstelsel worden afgeweken, met het in acht nemen van de brancheverdeling. Bijvoorbeeld standplaatsen voor medisch onderzoek of tijdelijke standplaatsen.

Artikel 3:3 Branchebeperkingen

Op een locatie wordt maximaal een (1) standplaatsvergunning voor een zelfde branche verleend.

Artikel 3:4 Tijdelijk wijzigen locatie standplaats

Als door het uitvoeren van (weg) werkzaamheden of door het houden van evenementen het noodzakelijk is om tijdelijk de locatie van de standplaats te wijzigen, kan het college een andere (tijdelijke) locatie aanwijzen.

Artikel 3:5 Standplaatsen op particulier terrein

  • 1.

    Voor het innemen van een standplaatsen op particulier terrein moet een standplaatsvergunning worden aangevraagd.

  • 2.

    De locatie moet openbaar toegankelijk zijn.

  • 3.

    De eigenaar van het terrein moet schriftelijke toestemming geven.

  • 4.

    De bepalingen uit dit beleid zijn van toepassing op standplaatsen op particulier terrein.

Hoofdstuk 4 Overschrijven standplaatsvergunning

Artikel 4:1 Overschrijven standplaatsvergunning

  • 1.

    Overschrijven van een standplaatsvergunning is mogelijk in geval van overlijden, of blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder voor afloop van de geldigheidsduur van de standplaatsvergunning.

  • 2.

    Op verzoek van de echtgenoot, echtgenote, geregistreerd partner of een wettig kind, kan de standplaatsvergunning worden overgeschreven.

Hoofdstuk 5 Kosten

Artikel 5:1 Kosten

  • 1.

    Op basis van de legesverordening Oldenzaal, wordt voor het in behandeling nemen van een aanvraag standplaatsvergunning leges in rekening gebracht.

  • 2.

    Op basis van de precarioverordening Oldenzaal, wordt voor het gebruik van gemeentegrond precario in rekening gebracht.

Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 6:1 Overgangsbepaling

Besluiten, genomen voor het vaststellen van dit beleid, die golden op het moment van het inwerkingtreden van dit beleid en waarvoor dit beleid volgens besluiten kent, gelden als besluiten genomen volgens dit beleid.

Artikel 6:2 Evaluatie

Het standplaatsenbeleid Oldenzaal 2021 wordt elk jaar geëvalueerd. Als het nodig is kan het beleid tussentijds aangepast worden.

Artikel 6:3 Hardheidsclausule

In gevallen waarin het standplaatsenbeleid Oldenzaal 2021 niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders. Op basis van artikel 4:84 Awb kan het college gemotiveerd afwijken van dit beleid.

Artikel 6:4 Ter inzage

Het standplaatsenbeleid Oldenzaal 2021 is van 24 februari 2021 tot 6 april 2021 ter inzage gelegd.

Artikel 6:6 Inwerkingtreding

Het standplaatsenbeleid Oldenzaal 2021 treedt in werking op de dag na bekendmaking van dit beleid.

Artikel 6:7 Citeertitel

Dit beleid wordt aangehaald als: Standplaatsenbeleid Oldenzaal 2021

Vastgesteld 16 februari 2021

Het college van burgemeester en wethouders van Oldenzaal,

de gemeentesecretaris

de burgemeester,