Beleidsregel Bijzondere bijstand voor kosten beschermingsbewind, mentorschap of curatele Hengelo 2021

Samenvatting

Deze regel geeft aan onder welke voorwaarden een inwoner bijzondere bijstand kan worden toegekend voor kosten van bewind, curatele of mentorschap en welke verplichtingen hierbij gelden.

Artikel 1. Begripsbepaling

Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Daarnaast wordt in deze beleidsregels verstaan onder:

• 1.

  Aanvraag: de aanvraag om bijzondere bijstand;

• 2.

  College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo

• 3.

  Datum waarop kosten opkomen: de datum waarop de inwoner redelijkerwijs kan weten dat hij een betalingsverplichting aangaat, bijvoorbeeld de dag waarop een overeenkomst wordt gesloten. De datum waarop de kosten opkomen is dus niet noodzakelijkerwijs gelijk aan de datum waarop de inwoner de rekening krijgt.

• 4.

  Draagkrachtperiode: de periode waarover de draagkracht wordt berekend.

• 5.

  Inwoner: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken (de belanghebbende);

• 6.

  Wet: Participatiewet.

Artikel 2. Algemene bepalingen

• 1.

  Bijzondere bijstand wordt op schriftelijke aanvraag verstrekt. De aanvraag kan gemotiveerd ambtshalve worden ingenomen.

• 2.

  Bij het beoordelen van het recht op bijzondere bijstand zijn de algemene voorwaarden voor bijstandsverlening van toepassing.

Artikel 3. Moment aanvragen bijzondere bijstand en duur van de bijstandsverlening

• 1.

  De inwoner dient de aanvraag in voordat de kosten zijn opgekomen.

• 2.

  In afwijking van het eerste lid kan het college bijzondere bijstand verlenen voor kosten die voorafgaand aan de aanvraag zijn gemaakt, als de aanvraag is ingediend binnen een termijn van één maand nadat de kosten zijn opgekomen.

• 3.

  Bij de kosten van griffierecht, verbonden aan het verzoek tot bewindvoering, wordt als datum voor het opkomen van de kosten, de datum van de uitspraak van de kantonrechter genomen.

• 4.

  Als de inwoner bij een eerste aanvraag de aanvraag binnen één maand nadat de kosten zijn opgekomen heeft ingediend, dan geldt het moment waarop de kosten zijn opgekomen als eerst mogelijke toekenningsdatum.

• 5.

  Het college kent periodieke bijzondere bijstand toe voor de periode van maximaal 12 kalendermaanden, tot en met de laatste dag van de maand van de betreffende toekenningsperiode, tenzij er op een eerder moment al geen recht meer bestaat op de bijzondere bijstand.

Artikel 4: Kosten bewindvoering, mentorschap en curatele

• 1.

  Het college verleent bijzondere bijstand voor de kosten van een door de kantonrechter ingesteld beschermingsbewind, mentorschap of curatele.

• 2.

  Voor de verstrekking van de bijzondere bijstand sluit het college aan bij de beschikking van de kantonrechter. Uit de beschikking blijkt welke bewindvoerder, mentor of curator er is benoemd en voor welke werkzaamheden er kosten in rekening gebracht mogen worden.

• 3.

  Het college baseert de hoogte van de bijzondere bijstand op de bedragen die de bewindvoerder, mentor of curator feitelijk in rekening brengt tot een maximumbedrag zoals deze zijn vastgesteld in de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.

• 4.

  Het college verzoekt de bewindvoerder, curator en/of mentor om bij een eerste aanvraag bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering, mentorschap en/of curatele een plan van aanpak in te leveren, welke ook bij het verzoekschrift aan de rechtbank wordt overlegd.

• 5.

  Het college kent in afwijking van de genoemde bijstandsduur van 12 maanden in artikel 3 lid 5, bijzondere bijstand toe voor drie jaar voor de kosten van bewindvoering, mentorschap en curatele als:

  • a.

    Er sprake is van vaste inkomsten en naar verwachting ook de komende drie jaar, die niet hoger zijn dan 120% van de op belanghebbende geldende bijstandsnorm, en

  • b.

    Er sprake is van een professionele bewindvoerder die aangesloten is bij een branchevereniging.

• 6.

  Als er sprake is van schuldenbewind kent het college bijzondere bijstand toe voor de periode dat de kantonrechter schuldenbewind heeft ingesteld, tot een maximale periode van 3 jaar.

• 7.

  Het college verleent geen bijzondere bijstand voor:

  • a.

    De kosten van bewindvoering in het kader van de WSNP;

  • b

    De kosten van beheer van een pgb als belanghebbende niet is aangewezen op zorg in de vorm van een pgb.

  • c

    De intakekosten en kosten griffierecht als er geen noodzaak is tot het wisselen van bewindvoerder, curator en/of mentor.

Artikel 5: Inwerkingtreding

• 1.

  Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

• 2.

  Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Bijzondere bijstand voor kosten beschermingsbewind, mentorschap of curatele Hengelo 2021.