Het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren, hierna te noemen Orionis Walcheren, te Vlissingen
gehoord de Ondernemingsraad
gelet op de bepalingen van de Gemeenschappelijke regeling van Orionis Walcheren, de
Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Wet Sociale Werkvoorziening en de CAO Sociale
Werkvoorziening.
b e s l u i t:
vast te stellen de Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
- 1.
Orionis Walcheren: Zoals bedoeld in de door de gemeenten Vlissingen, Middelburg en Veere daartoe vastgestelde Gemeenschappelijke Regeling;
- 2.
Commissie: Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW;
- 3.
Geschil Een uit de arbeidsverhouding voortvloeiend verschil van inzicht
tussen werkgever en werknemer;
- 4.
Bezwaarschrift Een op schrift gesteld en gemotiveerd bezwaar gericht tegen een
besluit van de werkgever voortvloeiende uit de arbeidsrelatie,
waaronder mede begrepen een bedenking tegen een besluit
betreffende de intrekking van de WSW-indicatie;
- 5.
Bestuur: Dagelijks bestuur van Orionis Walcheren;
- 6.
Directeur: Algemeen directeur Orionis Walcheren;
- 7.
- 8.
Werknemer: Persoon, met wie Orionis Walcheren ingevolge de Wsw een
arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is afgesloten;
- 9.
Besluit: Een schriftelijke beslissing van de werkgever, die niet van algemene
- 10.
Wet: Algemene wet bestuursrecht;
- 11.
- 12.
WSW: Wet sociale werkvoorziening.
Artikel 2
Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren als
bedoeld in art. 1.5 1e lid van de wet en in de CAO Wsw.
Artikel 3
- 1.
De commissie adviseert het bestuur op een schriftelijk bezwaar van een werknemer, met uitzondering van de situaties zoals genoemd in artikel 7:3 van de wet.
- 2.
De commissie is bevoegd om te adviseren inzake bezwaren van werknemers tegen de functiewaardering. In art. 4.3 wordt naar de bijzondere procedure verwezen, die op deze aangelegenheid van toepassing is.
Artikel 4
- 1.
Een bezwaarschrift kan slechts worden ingediend tegen een besluit van de werkgever
door de werknemer die het betreft of door diens gemachtigde.
- 2.
Geen bezwaar kan worden ingesteld tegen een beoordeling over een bepaald kennen
of kunnen van een werknemer, wanneer daarnaar een toetsing is gedaan.
- 3.
Bezwaren van Wsw-werknemers tegen de functiewaardering worden door de commissie
behandeld als klacht, waarop de procedure van toepassing is als beschreven in de cao
voor de Sociale Werkvoorziening, in de ‘Regeling Bezwarencommissie functiewaardering
sociale werkvoorziening’.
Volgens de daarin genoemde procedure is in beginsel de termijn voor indienen van de
klacht vier weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het
functiewaarderingsbesluit is bekend gemaakt.
De werkgever dient binnen één maand na ontvangst van de klacht een schriftelijke
reactie te geven aan de werknemer.
De onafhankelijke Bezwarencommissie Functiewaardering SW verklaart het bezwaar
slechts dan ontvankelijk, wanneer eerst een interne procedure bij de werkgever is
Artikel 5 Samenstelling
- 1.
De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden.
- 2.
De voorzitter en de leden worden door het bestuur benoemd.
- 3.
Voor elk van de twee leden wordt tevens een plaatsvervanger aangewezen.
- 4.
Degenen die deel uitmaken van de commissie mogen op geen enkele wijze binding
hebben met het bestuur van een van de gemeenten.
- 5.
De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.
Artikel 6 Secretaris
- 1.
De secretaris van de commissie is een door het bestuur aangewezen ambtenaar.
- 2.
Het bestuur wijst zonodig één of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.
- 3.
Voor het maken van een concept-verslag ter zitting tijdens het horen als bedoeld in art.
17, kan de secretaris zich laten bijstaan door een notulist.
Artikel 7 Zittingsduur
- 1.
De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier
- 2.
Herbenoeming is voor maximaal twee termijnen mogelijk.
- 3.
De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.
- 4.
De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie
vervullen totdat in de opvolging is voorzien.
Artikel 8 Indiening bezwaarschrift
Op de wijze van indiening, indieningstermijn van een bezwaarschrift alsmede de te volgen procedure, zijn de bepalingen in de Hoofdstukken 6 en 7 van de wet zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, tenzij deze regeling daarvan uitdrukkelijk afwijkt.
Artikel 9
- 1.
Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.
- 2.
Het bezwaarschrift met de daarbij overlegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.
- 3.
Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld, dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.
Artikel 10 Overdracht bevoegdheden
De bevoegdheden ingevolge de hieronder vermelde artikelen
- •
2:1, tweede lid (machtiging vertegenwoordiger);
- •
6:6, voor wat betreft het stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet
voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, door de indiener kan
- •
6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de
- •
7:4, tweede lid (inzagerecht);
- •
7:6, vierde lid (geheimhouding);
van de wet worden voor de toepassing van deze regeling uitgeoefend door de secretaris
Artikel 11 Vooronderzoek
- 1.
De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling
van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te
- 2.
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen
advies of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen daartoe in de zitting te
verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het bestuur
vereist voor zover het budget, dat in de begroting van Orionis Walcheren aan de
commissie voor bezwaarschriften is toegekend voor het inwinnen van advies of
inlichtingen niet toereikend is.
Artikel 12 Hoorzitting
- 1.
De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de partijen
in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.
- 2.
Het bestuur beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet
- 3.
Indien het bestuur op grond van de in het tweede lid genoemde artikel besluit van het
horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan partijen.
Artikel 13 Uitnodiging zitting
- 1.
De voorzitter deelt partijen ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.
- 2.
Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de bezwaarde
en/of gemachtigde, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van
- 3.
De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo
spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de zitting aan de partijen meegedeeld.
- 4.
De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te
staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.
- 5.
Indien de medewerker heeft aangegeven zich te doen vergezellen van een
gemachtigde of raadspersoon wordt ook aan deze gemachtigde uitnodigingen
Artikel 14 Quorum
Voor het houden van een zitting is vereist dat tenminste één lid van de in artikel 5 genoemde
leden, naast de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.
Artikel 15 Niet deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een
bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
Artikel 16 Openbaarheid
De zitting van de commissie is niet openbaar.
Artikel 17 Schriftelijke verslaglegging
- 1.
Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen,
met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.
- 2.
Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en
overigens ter zitting is voorgevallen.
- 3.
Het verslag verwijst naar de op de zitting overlegde bescheiden, die aan het verslag
- 4.
Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.
Artikel 18 Nader onderzoek
- 1.
Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader
onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.
- 2.
De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie en de betrokken partijen toegezonden.
- 3.
De leden van de commissie en de betrokken partijen kunnen binnen een week na
verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.
- 4.
Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze
regeling, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Artikel 19 Raadkamer en advies
- 1.
De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.
- 2.
Naast het horen van de werknemer, hoort de commissie naar gelang het onderwerp van
het bezwaar andere belanghebbenden, leidinggevenden of stafpersoneel om tot een zo
goed mogelijk afgewogen standpunt te komen.
- 3.
Bij de besluitvorming hebben de voorzitter en de leden ieder één stem.
- 4.
De commissie kan slechts tot een advies besluiten, indien tenminste twee leden, onder wie
de voorzitter, aanwezig zijn.
- 5.
Indien op grond van de verschillen van inzicht van de commissieleden meer dan één standpunt wordt bepaald, kan het lid met het minderheidsstandpunt verlangen, dat zijn standpunt mede wordt overgebracht aan de werkgever.
Indien slechts twee personen met stemrecht in de commissievergadering aanwezig zijn en
zij niet tot een eensluidend standpunt komen, worden beide standpunten als advies aan
de werkgever overgebracht.
- 6.
Het advies wordt van een uitgebreide motivering en een voorstel voor de te nemen
beslissing op het bezwaarschrift voorzien.
- 7.
Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.
Artikel 20 Uitbrengen advies
- 1.
Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 17 en
eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan de werkgever, die op het bezwaarschrift dient te beslissen.
- 2.
Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van twaalf weken,
als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens
het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing,
verzoekt hij de werkgever tijdig de beslissing te verdagen.
- 3.
Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de bezwaarde een afschrift.
Artikel 21
De leden en adviseurs van de commissie mogen slechts vertrouwelijk en voor de juiste
taakvervulling passend geacht gebruik maken van de gegevens over personen en zaken,
waarvan zij als commissiedeelnemer kennis nemen.
Artikel 22
Het bestuur regelt in overleg met de commissie de werkwijze van de commissie inzake aangelegenheden, waarin dit reglement niet voorziet dan wel de toepassing van dit reglement
tot verschillende uitleg aanleiding geeft.
Artikel 23 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op:
Artikel 24 Citeertitel
Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW.
Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur op
, voorzitter , secretaris
Vastgesteld door het Algemeen Bestuur op
, voorzitter , secretaris