Organisatie | Brielle |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Rectificatie: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Brielle 2019 |
Citeertitel | Verordening rechtspositie raads- en commissieleden 2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2016.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-09-2021 | 01-01-2019 | nieuwe regeling | 02-07-2019 | 7.12 |
[Deze publicatie betreft een rectificatie vanwege een fout in artikel 4 lid 3. De oorspronkelijke publicatie is op 2 juli 2019 bekendgemaakt, beschikbaar via Gemeenteblad 2019, 182740.]
De raad van de gemeente Brielle;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 mei 2019;
de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en [de ]artikel[en] [3.1.1, vijfde lid,] 3.1.3, eerste lid[, 3.1.4, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2] en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;;
vast te stellen de navolgende:
Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Brielle 2019
Artikel 2. Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie
Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van het bedrag gelijk aan de vergoeding voor commissieleden per bijgewoonde vergadering, conform artikel 3.4.1. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers met een maximum van driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden.
Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend gelijk aan de vergoeding voor commissieleden per bijgewoonde vergadering, conform artikel 3.4.1. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers met een maximum van €120 per maand.
Artikel 4. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden
Artikel 5. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden
Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 6. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Artikel 7. Betaling vaste vergoedingen
Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.
Artikel 13. Intrekking oude verordening
De verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2016 wordt ingetrokken.