Organisatie | Doesburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten gemeente Doesburg |
Citeertitel | Beleidsregels tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten gemeente Doesburg |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-09-2021 | 09-02-2021 | Nieuwe regeling | 09-02-2021 |
Vanaf het jaar 2022 wordt bij de beoordeling of iemand in aanmerking komt voor een tegemoetkoming het vermogen in overeenstemming met artikel 34 van de Participatiewet buiten beschouwing gelaten. Wanneer iemand vermogen heeft boven de vermogensgrens zoals bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet bestaat er vanaf 2022 geen recht op een tegemoetkoming.
De belanghebbende doet het college direct mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem of haar redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op een vergoeding of de hoogte daarvan, onder overlegging van bewijsstukken.
Het Rijk heeft inkomensondersteunende regelingen afgeschaft die chronisch zieken en gehandicapten compenseren voor hoge zorgkosten. Daarnaast mogen gemeenten geen categoriale bijzondere bijstand meer verstrekken aan chronisch zieken en gehandicapten. Extra zorgkosten moeten hierdoor door burgers zelf worden betaald.
Om kwetsbare inwoners met een minimaal inkomen blijvend toegang te bieden tot goede en betaalbare zorg is er voor de inwoners van gemeente Doesburg de collectieve aanvullende zorgverzekering (CAZ) bij Menzis. Er zijn drie zorgverzekeringspakketten samengesteld tegen een aantrekkelijke prijs. De gemeente draagt bij aan de maandelijkse premie. In de pakketten zijn extra dekkingen opgenomen voor de meest voorkomende meerkosten. De CAZ geldt als voorliggende voorziening voor de individuele bijzondere bijstand.
De CAZ is voor inwoners met een laag inkomen en hoge zorgkosten. Er is echter een groep die bewust kiest voor een andere verzekeraar dan die van de gemeente. Dit kan te maken hebben met het feit dat een andere verzekeraar beter aansluit bij de behoefte en daarvoor een betere vergoeding geeft. In zo’n situatie is maatwerkvoorziening nodig. Dit maatwerk wordt door gemeente Doesburg geboden door een bijdrage te verstrekken voor een gedeeltelijke compensatie van het eigen risico.
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
In dit artikel wordt aangegeven wie tot de doelgroep behoort. In het eerste lid wordt aangegeven dat men enkel tot de doelgroep behoort vanaf de leeftijd van 18 jaar en wanneer rechtmatig in Nederland wordt verbleven. Daarbij geldt dat iemand ingeschreven moet staan in de Basisregistratie Personen van gemeente Doesburg. Naast deze voorwaarden moet tevens worden voldaan aan de meer specifieke voorwaarden welke genoemd zijn in artikel 5 en 6 van deze beleidsregel. Zie hiervoor ook de toelichting bij artikel 5 en 6.
In het tweede lid onder a wordt benoemd dat personen welke op grond van artikel 13 lid 1 Participatiewet worden uitgesloten van het recht op bijstand niet tot de doelgroep behoren. Op grond van artikel 13 lid 1 Participatiewet bestaat er immers geen recht op bijstand. Naast de personen genoemd in artikel 13 lid 1 van de Participatiewet horen ook mensen die gebruik maken van de collectieve zorgverzekering, pakket 3 van gemeente Doesburg bij Menzis niet onder de doelgroep. Dit staat aangegeven in lid 1 onder a. De reden dat deze inwoners niet in aanmerking komen voor de tegemoetkoming is omdat deze mensen geen eigen bijdrage betalen. De eigen bijdrage is in pakket 3 reeds meegenomen bij de berekening van de hoogte van de premie.
In het derde lid wordt aangegeven dat gehuwden of samenwonenden apart van elkaar in aanmerking kunnen komen voor de tegemoetkoming. Voor ieder individu geldt immers een eigen bijdrage.
Dit artikel geeft uitleg over het indienen van de aanvraag. Inwoners kunnen twee manieren kiezen om een aanvraag in te dienen. Op deze manier zou het voor iedereen mogelijk moeten zijn om een aanvraag voor een tegemoetkoming in te kunnen dienen.
In het eerste lid wordt aangegeven op welke manier een aanvraag ingediend kan worden. Allereerst kan een aanvraag schriftelijk ingediend worden middels het daarvoor bedoelde aanvraagformulier. Een tweede manier van aanvragen is op digitale wijze. Ook een digitale aanvraag moet gedaan worden met het daarvoor bestemde aanvraagformulier. Dit aanvraagformulier wordt aangeboden op de website van de gemeente.
In het tweede lid wordt aangegeven dat een aanvraag ingediend kan worden tot en met 31 december van het desbetreffende kalenderjaar. In het derde lid wordt specifiek aangegeven dat aanvragen na 31 december van het desbetreffende kalenderjaar niet in aanmerking komen voor een tegemoetkoming. Dit houdt in dat de tegemoetkoming niet met terugwerkende kracht wordt toegekend.
In het vierde lid wordt aangegeven dat een belanghebbende bij de aanvraag loonstroken, uitkeringsspecificaties en bankafschriften moet overleggen. Deze gegevens moeten betrekking hebben over drie maanden voorafgaand aan de datum van de aanvraag. Deze gegevens moeten ingeleverd worden zodat kan worden beoordeeld wat de hoogte van de (maandelijkse) inkomsten is. Zonder deze gegevens kan het recht op de tegemoetkoming niet worden beoordeeld.
Artikel 4. Ambtshalve toekenning
Vanuit pragmatische overwegingen kan ervoor worden gekozen om de tegemoetkoming ambtshalve toe te kennen. De achterliggende gedachte hierbij is dat wanneer iemand chronisch ziek of gehandicapt is er meestal geen sprake is van een verbetering van de gezondheid. In het eerste lid staat aangegeven dat een aanvraag ambtshalve kan worden toegekend wanneer in een vorig jaar is beoordeeld dat een persoon in aanmerking kwam voor de tegemoetkoming.
In het tweede lid wordt aangegeven dat een aanvraag pas ambtshalve wordt toegekend, nadat een inwoner schriftelijk is verzocht om eventuele wijzigingen die van invloed kunnen zijn op het recht op tegemoetkoming (tijdig) door te geven. Wanneer er voor de gestelde datum geen wijzigingen zijn ontvangen wordt de tegemoetkoming ambtshalve toegekend. Wanneer er wel wijzigingen zijn doorgegeven door een inwoner worden de wijzigingen beoordeeld.
In dit artikel wordt benoemd welke middelen al dan niet in aanmerking worden genomen bij de beoordeling of een persoon in aanmerking kan komen voor een tegemoetkoming. In het eerste lid staat opgenomen dat een persoon in aanmerking komt voor de tegemoetkoming wanneer het (gezamenlijk) inkomen in 2021 niet meer dan 130% van het wettelijk minimum loon bedraagt. Vanaf 2022 geldt een percentage van 120%.
Het vierde lid bepaalt dat wanneer er sprake is van wisselende inkomsten, er uit wordt gegaan van het gemiddelde (gezamenlijke) inkomen gedurende een periode voorafgaand aan de datum van de aanvraag.
Lid 5 en lid 6 geven de voorwaarden met betrekking tot vermogen aan. Lid 5 beschrijft dat er in het jaar 2021 geen rekening wordt gehouden met eventueel vermogen. Vanaf 2022 wordt er bij de beoordeling of iemand in aanmerking komt voor een tegemoetkoming rekening gehouden met vermogen van een belanghebbende zoals bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet.
In dit artikel wordt benoemd in welke gevallen iemand in aanmerking komt voor een tegemoetkoming. Omdat het een tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten betreft is bepaald dat wanneer officieel is vastgesteld dat iemand die 80 tot 100% arbeidsongeschikt is bevonden in aanmerking komt voor de tegemoetkoming. Ook bij gebruik van een Wmo-voorziening of het hebben van een WLZ indicatie komt iemand in aanmerking voor de tegemoetkoming. Verder kan iemand in aanspraak maken op de vergoeding wanneer er sprake is van een verklaring van een huisarts of specialist waaruit blijkt dat er sprake is van een chronische ziekte of handicap. Omdat de genoemde voorwaarden zeer waarschijnlijk onvolledig zijn is opgenomen dat iemand ook voor de tegemoetkoming in aanmerking kan komen wanneer iemand op een andere wijze aan kan tonen dat er sprake is van een chronische ziekte of handicap.
Het tweede lid bepaalt dat iemand niet in aanmerking komt voor de tegemoetkoming van de gemeente wanneer deze persoon de tegemoetkoming arbeidsongeschikten van het UWV reeds ontvangt.
Artikel 7. Hoogte en frequentie toekenning
In dit artikel wordt de hoogte en frequentie van de tegemoetkoming bepaald. In het eerste lid is opgenomen dat de hoogte van de tegemoetkoming jaarlijks opnieuw wordt vastgesteld door het college. De reden dat de hoogte ieder jaar opnieuw wordt vastgesteld is omdat ieder jaar de budgetten veranderen. Hierdoor moet er gekeken worden welke mogelijkheden er zijn wat betreft de hoogte van de tegemoetkoming.
In het tweede lid is opgenomen dat de tegemoetkoming maximaal één keer per kalenderjaar wordt toegekend. Op deze manier is geregeld dat mensen slechts één keer op jaarbasis aanspraak kunnen maken op de tegemoetkoming.
In dit artikel wordt bepaald dat de inwoner de inlichtingenplicht heeft om het college tijdig en juist te informeren over alles dat van belang is om de aanvraag (ambtshalve) te kunnen beoordelen.
Indien strikte toepassing van deze beleidsregels leidt tot onbillijkheid van overwegende aard, kan in individuele gevallen worden besloten de tegemoetkoming alsnog toe te kennen. Dit is geregeld in lid 1. Lid 2 van dit artikel geeft aan dat in alle gevallen waarin de beleidsregels niet voorzien het college beslist.
Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel
In dit artikel wordt geregeld dat de beleidsregels met ingang van 1 januari 2021 kunnen worden toegepast. Tot 1 januari 2021 worden aanvragen beoordeeld zoals in het verleden is bepaald. Hiervoor is nooit een officiële beleidsregel vastgesteld, waardoor er ook geen eerdere beleidsregels moeten komen te vervallen. Een voorwaarde voor de inwerkingtreding is wel dat de beleidsregel is gepubliceerd in de Regiobode.
Het tweede lid geeft aan dat de beleidsregels kunnen worden aangehaald als de beleidsregels ‘Tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten gemeente Doesburg’.