Organisatie | Elburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Aanwijzingsbesluit heffings-/invorderingsambtenaar, medewerkers belastingen en inning en inlichtingenverplichtingen; |
Citeertitel | Aanwijzingsbesluit heffings-/invorderingsambtenaar, medewerkers belastingen en inning en inlichtingenverplichtingen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-02-2019 | geconsolideerde regelgeving | 19-02-2019 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg van de gemeente Elburg;
gelet op de 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht; artikel 2, lid 3, onderdeel b van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen juncto artikel 231, lid 2, onderdeel b van de Gemeentewet; artikel 2, lid 1, onderdeel i van de Invorderingswet 1990 juncto artikel 231, lid 2, onderdeel c van de Gemeentewet; artikel 231, lid 2, onderdeel d van de Gemeentewet; artikel 231, lid 2, onderdeel e van de Gemeentewet; artikel 246a van de Gemeentewet; artikel 56 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen; artikel 63a van de Invorderingswet 1990;
b e s l u i t vast te stellen het volgende aanwijzingsbesluit: heffings-/invorderingsambtenaar, medewerkers belastingen en inning en inlichtingenverplichtingen;
Artikel 1 Aanwijzing functionarissen
1. de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet (de "heffingsambtenaar"), de volgende gemeenteambtenaar:
2. de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet (de "invorderingsambtenaar"), de volgende gemeenteambtenaar:
3. de gemeenteambtenaren belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 231, lid 2, onderdeel d van de Gemeentewet, de volgende ambtenaren:
Te bepalen dat jegens de hiervoor bedoelde gemeenteambtenaren onder a, b en c mede gelden de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49, 50, 51 en 53a van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 31 van de wet waardering onroerende zaken, de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaart in de Algemene Maatregel van Bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet.
Te bepalen dat jegens de hiervoor bedoelde gemeenteambtenaren onder d mede gelden de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49, en 50 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaart in de Algemene Maatregel van Bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet.
4. de belastingdeurwaarder, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel e van de Gemeentewet, juncto artikel 1:2 van de CAR-UWO de volgende (onbezoldigde) ambtenaren:
De deurwaarders in dienst van Flanderijn Invordering BV, belast op grond van een overeenkomst van opdracht tot dwanginvordering van belastingschulden, met dien verstande dat de in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar (de "invorderingsambtenaar") aanwijzingen of instructies kan geven met betrekking tot de uitvoering van de (dwang)invordering;
5. de gemeenteambtenaren belast met de invordering van gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 231, lid 2, onderdeel d van de Gemeentewet, juncto artikel 1:2 van de CAR-UWO, de volgende (onbezoldigde) ambtenaren:
De medewerkers in dienst van Flanderijn Invordering BV, belast op grond van een overeenkomst van opdracht tot administratieve handelingen om te komen tot dwanginvordering van belastingschulden, met dien verstande dat de in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar (de "invorderingsambtenaar") aanwijzingen of instructies kan geven met betrekking tot de uitvoering van de (dwang)invordering.