Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Elburg

Beleidsregel aanwijzing belastingplichtige en WOZ-belanghebbende

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieElburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel aanwijzing belastingplichtige en WOZ-belanghebbende
CiteertitelBeleidsregel aanwijzing belastingplichtige en WOZ-belanghebbende
Vastgesteld doorgeattribueerde functionaris
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 231, tweede lid, van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-02-2019geconsolideerde regelgeving

19-02-2019

Gemeente Elburg

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel aanwijzing belastingplichtige en WOZ-belanghebbende

De ambtenaar aangewezen ingevolge artikel 231, onderdeel b van de gemeentewet (de heffingsambtenaar) van de gemeente Elburg;

 

overwegende dat het ter bevordering van de doelmatigheid, de klantgerichtheid en de rechtszekerheid gewenst is nadere regels vast te stellen voor het aanwijzen van de belastingplichtige en WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie bij het opleggen van de gemeentelijke heffingen en het bekend maken van de WOZ-beschikking, hierna aan te merken als een fiscale beschikking;

gelet op het bepaalde in:

• artikel 1 van de verordening onroerende-zaakbelastingen;

• artikel 2 van de verordening marktgelden;

• artikel 2 van de verordening forensenbelasting;

• artikel 2 van de verordening toeristenbelasting;

• artikel 3 van de verordening precariobelasting;

• artikel 3 van de verordening precariobelasting voor buizen, leidingen, kabels en draden;

• artikel 3 van de verordening rioolheffingen;

• artikel 3 van de verordening lijkbezorgingsrechten;

• artikel 3 van de verordening haven- en kadegelden;

• artikel 3 van de verordening watertoeristenbelasting;

• artikel 3 van de legesverordening;

• artikel 3 van de verordening reclamebelasting;

• artikel 3 van de verordening afvalstoffenheffing;

• artikel 3 Van de verordening reinigingsrechten;

• artikel 1, tweede lid en artikel 22 Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ).

 

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t vast te stellen de volgende beleidsregel: Beleidsregel voor het aanwijzen van een belastingplichtige en een WOZ-belanghebbende.

 

 

 

Artikel 1. Algemeen

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich mee dat meer personen belastingplichtig of WOZ-belanghebbende kunnen zijn voor een belastingsoort of vastgestelde WOZ-waarde (WOZ-beschikking). De op te leggen belastingaanslag en de WOZ-beschikking worden geformaliseerd op een fiscale beschikking. In de gevallen waarin het voorkomt dat er meerdere personen aan te wijzen zijn, mag de heffingsambtenaar de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen of WOZ-belanghebbenden stellen. De heffingsambtenaar hanteert dan een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige en WOZ-belanghebbende die de fiscale beschikking op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op doelmatigheid en efficiëntie.

De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

Verklarende afkortingenlijst:

BRP: Basis Registratie Personen

NHR: Nederlands Handels Register

BRK: Basis Registratie Kadaster

 

Artikel 2. Eigendom

Met betrekking tot het aanwijzen van de ontvanger van een fiscale beschikking in het kader van het eigendom van een onroerende zaak zijn er bij de onroerende-zaakbelasting en de vastgestelde WOZ-waarde de volgende situaties mogelijk bij de aanwijzing van de genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht:

A. Er zijn verschillende categorieën genothebbenden. Hiervan is sprake als er meer dan één beperkt recht op de onroerende zaak gevestigd is. In deze situatie wordt achtereenvolgens als ontvanger van de fiscale beschikking aangewezen:

  • 1.

    de rechthebbende op wiens naam een beperkt recht is gevestigd bij notariële akte (de vruchtgebruiker bij gebruik en bewoning, de opstaller, de erfpachter);

  • 2.

    de eigenaar of appartementsgerechtigde;

  • 3.

    degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

B. Als er meerdere genothebbenden binnen één categorie (zakelijke recht van dezelfde soort) zijn wordt achtereenvolgens als belastingplichtige aangewezen:

  • 1.

    degene met het grootste aandeel bij notariële akte;

  • 2.

    bij gelijke aandelen:

  • a.

    de oudste in leeftijd;

  • b.

    een natuurlijk persoon boven een rechtspersoon;

  • c.

    de eerste gerechtigde bij notariële akte.

C. Ingeval van een economische eigendomsoverdracht wordt hier op schriftelijk verzoek rekening mee gehouden. Een kopie van de akte moet worden overlegd en met ingang van het volgend belastingjaar wordt deze wijziging in het bestand verwerkt.

 

Artikel 3. Gebruiker

Met betrekking tot het aanwijzen van de ontvanger van een fiscale beschikking in het kader van het gebruik van een onroerende zaak zijn er bij de onroerende-zaakbelastingen, de vastgestelde WOZ-waarde, de rioolheffing, de afvalstoffenheffing, het reinigingsrecht, de forensenbelasting en de reclamebelasting de volgende situaties mogelijk bij de aanwijzing van de genothebbende krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht:

Als een onroerende zaak als afzonderlijk object wordt gebruikt, wordt achtereenvolgens als ontvanger van de fiscale beschikking aangewezen:

In geval het object een woning betreft:

  • 1.

    is de eigenaar, conform BRK, tevens ingeschreven in de BRP als gebruiker van het object dan wordt de eigenaar aangemerkt als de hoofdgebruiker;

  • 2.

    indien de eigenaar geen bewoner is van het object, wordt de oudste ingeschrevene op het adres in de BRP aangemerkt als hoofdgebruiker.

In geval het object een niet-woning betreft:

  • 1.

    indien het eigendom rust bij een rechtspersoon, wordt de rechtspersoon conform BRK (en NHR) aangemerkt als hoofdgebruiker;

  • 2.

    indien de eigenaar het object verhuurt, wordt de gebruiker conform NHR als gebruiker geregistreerd;

  • 3.

    indien meerdere huurders geregistreerd staan op één afgebakend WOZ-object wordt de eigenaar aangemerkt als hoofdgebruiker;

  • 4.

    indien de rechtsvorm van de huurder een eenmanszaak betreft wordt de natuurlijk persoon geregistreerd aangevuld met “handelend onder de naam” en bedrijfsnaam;

  • 5.

    bij een rechtsvorm waarbij de vennoten hoofdelijk aansprakelijk zijn, wordt als hoofdgebruiker één van de vennoten aangemerkt op grond van de volgende criteria:

  • a.

    de natuurlijk persoon woonachting in de gemeente;

  • b.

    de oudste in leeftijd.

 

Artikel 4. Gebruiker bij leegstand

In geval van leegstand van een woning wordt, na een overgangstermijn van drie maanden, als gebruiker aangemerkt:

  • 1.

    degene aan wie de woning ter beschikking staat (bv. militair gelegerd in het buitenland of gedetineerde);

  • 2.

    de eigenaar als het object aangehouden wordt in afwachting van een bestemmingswijziging;

  • 3.

    de eigenaar indien het een object in aanbouw is (het daadwerkelijk bewonen is niet vereist om gebruik aannemelijk te maken). Uitgezonderd van gebruik bij projectbouw is een projectontwikkelaar en een woningstichting;

  • 4.

    de eigenaar als de woning is aangekocht om te slopen en de eigenaar voornemens is op dezelfde locatie een nieuwe woning te bouwen;

  • 5.

    de erven van een woning als de woning langer dan een half jaar in beheer blijft van de erven na het overlijden van erflater.

In geval van leegstand van een niet-woning wordt, na een overgangstermijn van drie maanden, als gebruiker aangemerkt:

  • 1.

    de eigenaar;

  • 2.

    de eigenaar als het object aangehouden wordt in afwachting van een bestemmingswijziging;

  • 3.

    de eigenaar indien het een object in aanbouw is (het daadwerkelijk in gebruik nemen is niet vereist om gebruik aannemelijk te maken);

  • 4.

    de eigenaar als de niet-woning is aangekocht om te slopen en de eigenaar voornemens is op dezelfde locatie een nieuw pand te bouwen.

 

Artikel 5. Uitzonderingen op gebruik

Er is geen sprake van gebruik als:

  • 1.

    het object te koop of te huur staat;

  • 2.

    het object gerenoveerd wordt en vervolgens bestemd is voor verkoop of verhuur;

  • 3.

    het object een perceel bouwgrond is en uitsluitend aangehouden wordt voor handels- en/of beleggingsdoeleinden;

  • 4.

    een pand leeg is achtergelaten door de huurder en het huurcontract nog niet is beëindigd.

 

Artikel 6. Verblijven in de gemeente, geen inwoner (toeristenbelasting)

Indien het belastbare feit het verblijven met overnachten tegen welke vergoeding dan ook in de gemeente is, is degene die gelegenheid biedt de ontvanger van de fiscale beschikking. Dit kan zijn:

  • 1.

    de natuurlijk persoon conform BRP;

  • 2.

    de rechtspersoon conform NHR;

  • 3.

    bij een eenmanszaak wordt de natuurlijk persoon geregistreerd aangevuld met “handelend onder de naam” en bedrijfsnaam;

  • 4.

    bij een rechtsvorm waarbij de vennoten hoofdelijk aansprakelijk zijn, wordt als hoofdgebruiker één van de vennoten aangemerkt op grond van de volgende criteria:

  • a.

    de natuurlijk persoon woonachting in de gemeente;

  • b.

    de oudste in leeftijd.

 

Artikel 7. De aanvrager van een dienst

Indien het belastbare feit het in behandeling nemen van een aanvraag is, is de aanvrager de ontvanger van de fiscale beschikking (marktgelden, precariobelasting, lijkbezorgingsrechten, haven- en kadegelden, reinigingsrecht en leges). Dit kan zijn:

  • 1.

    de natuurlijk persoon conform BRP;

  • 2.

    de rechtspersoon conform NHR;

  • 3.

    bij een eenmanszaak wordt de natuurlijk persoon geregistreerd aangevuld met “handelend onder de naam” en bedrijfsnaam;

  • 4.

    bij een rechtsvorm waarbij de vennoten hoofdelijk aansprakelijk zijn, wordt als hoofdgebruiker één van de vennoten aangemerkt op grond van de volgende criteria:

  • a.

    de natuurlijk persoon woonachting in de gemeente;

  • b.

    de oudste in leeftijd.

In die gevallen waarin deze beleidsregel niet voorziet beslist de heffingsambtenaar.

 

Artikel 8. Slotbepaling

1. Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel aanwijzing belastingplichtige en WOZ-belanghebbende 2019”;

2. Het besluit d.d. 6 mei 2014 “Beleidsregels aanwijzing WOZ-belanghebbende en belastingplichtige 2014” wordt ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit;

3. dit reglement treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en kan worden aangehaald als Beleidsregel WOZ-belanghebbende en belastingplichtige.

 

Aldus vastgesteld door de heffingsambtenaar van de gemeente Elburg op 19 februari 2019.

De domeinmanager bedrijfsvoering