Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Subsidieregeling coronasteun Sport

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling coronasteun Sport
CiteertitelSubsidieregeling coronasteun Sport
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervalt met ingang van 31 december 2022.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR306362/6

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-09-2021nieuwe regeling

07-09-2021

gmb-2021-309616

Gemeenteblad 2021, nummer 165

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling coronasteun Sport

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de wethouder Volksgezondheid, Zorg, Ouderen en Sport van 7 september 2021, registratienummer 21bb010786;

 

gelet op de artikelen 3, derde lid, 3a, 4, 6, derde lid, artikel 13, vierde lid en artikel 14, vijfde lid, van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

 

overwegende dat:

  • -

    het gewenst is subsidie te verstrekken aan zwembaden, ijsbanen en sportinstellingen in de gemeente Rotterdam ter compensatie van het exploitatietekort in de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 waarmee zij zijn geconfronteerd als gevolg van de maatregelen ter bestrijding van de verdere verspreiding van COVID-19;

  • -

    de steun verenigbaar kan worden verklaard met de interne markt met toepassing van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    AGVV: de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (Verordening EU nr. 2017/1084);

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

  • -

    continuïteit: voortbestaan van het zwembad, de ijsbaan of de sportinstelling voor de langere termijn;

  • -

    exploitatietekort: verschil tussen het totaal van de exploitatiekosten en het totaal van de exploitatie-opbrengsten zoals blijkt uit de winst- en verliesrekening over de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021;

  • -

    sportinstelling: een exploitant van een in de gemeente Rotterdam gelegen sporthal, sportzaal, gymzaal of sportveld;

  • -

    winst- en verliesrekening: de winst- en verliesrekening met toelichting die behoort bij de jaarrekening, bedoeld in artikel 361 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  • -

    ijsbaan: een in Rotterdam gelegen kunstijsbaan, die voorkomt op de lijst in de bijlage behorende bij deze regeling;

  • -

    zwembad: een in Rotterdam gelegen zwembad, die voorkomt op de lijst in de bijlage behorende bij deze regeling.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 genoemde activiteiten.

  • 2.

    Subsidie kan niet worden toegekend aan ondernemingen die al op 31 december 2019 in financiële moeilijkheden verkeerden in de zin van de AGVV.

  • 3.

    Subsidie wordt, op aanvraag, uitsluitend verstrekt aan sportinstellingen, zwembaden of de ijsbaan waarbij de continuïteit van de bedrijfsvoering in de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 in het geding is gekomen als rechtstreeks gevolg van de maatregelen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19.

  • 4.

    De sportinstelling, zwembad of ijsbaan heeft een beroep gedaan op alle financiële ondersteuningsmogelijkheden die beschikbaar zijn en heeft aantoonbaar maatregelen genomen om de gevolgen van de crisis in verband met COVID-19 zelf op te vangen, te verminderen of de financiële positie te verbeteren.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor de compensatie van het exploitatietekort als aantoonbaar gevolg van de maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van COVID-19.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • a.

    een in Rotterdam gelegen zwembad of ijsbaan, of

  • b.

    een sportinstelling die een structurele, jaarlijkse subsidie- of inkooprelatie heeft met de gemeente voor het exploiteren en beheren van in de gemeente Rotterdam gelegen sporthallen, sportzalen, gymzalen of sportvelden en die activiteiten aanbiedt die passen binnen het gemeentelijk beleid op het taakveld sport, zoals vastgelegd in de Sportnota Rotterdam 2021+ en het Actieprogramma Verenigingen.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    Voor subsidie komt in aanmerking het exploitatietekort als rechtstreeks gevolg van de maatregelen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19, na aftrek van directe en indirecte bijdragen van derden.

  • 2.

    Niet voor subsidie in aanmerking komt begrote winst.

  • 3.

    Subsidiabele kosten voldoen aan de algemene voorwaarden van hoofdstuk I van de AGVV en de voorwaarden genoemd in artikel 55 AGVV.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    De hoogte van de te verlenen subsidie wordt gebaseerd op een beoordeling van de gegevens, bedoeld in artikel 9, en met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.

  • 2.

    Voor de doelgroep, bedoeld in artikel 4, onderdeel b, wordt bovendien het vrij besteedbare eigen vermogen per 30 juni 2021 meegewogen bij de bepaling van de hoogte van de subsidie. Indien dat vrij besteedbare vermogen meer bedraagt dan 15% van de omzet in het jaar 2019 wordt het meerdere in mindering gebracht op het subsidiebedrag.

Artikel 7 Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt een subsidieplafond van:

  • a.

    € 2.000.000 voor de doelgroep zwembaden en ijsbanen;

  • b.

    € 2.100.000 voor de doelgroep sportinstelling.

Artikel 8 Wijze van verdeling

Indien de subsidieplafonds genoemd in artikel 7 ontoereikend zijn voor honorering van alle aanvragen die aan de voorwaarden voldoen, worden de genoemde bedragen naar evenredigheid verdeeld.

Artikel 9 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag omvat in ieder geval:

    • a.

      een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel, niet ouder dan zes maanden;

    • b.

      de statuten;

    • c.

      een begroting over de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021;

    • d.

      de winst- en verliesrekening over de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 of een prognose hiervan;

    • e.

      een overzicht met de inkomstenderving over de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 als gevolg van de maatregelen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19 of een prognose hiervan;

    • f.

      een overzicht van reeds ontvangen steunmaatregelen;

    • g.

      een overzicht van en een toelichting op getroffen maatregelen om de continuïteitspositie te verbeteren;

    • h.

      de gegevens over de liquiditeit;

    • i.

      de actuele stand eigen vermogen op 1 januari 2021 en 30 juni 2021;

    • j.

      een ingevuld formulier aanvullende vragen, op te vragen bij het subsidieloket van de gemeente Rotterdam.

  • 2.

    Voor de aanvrager bedoeld in artikel 4, onderdeel b, omvat een aanvraag bovendien een opgave van de omzet in het jaar 2019.

Artikel 10 Aanvraagtermijn

Een subsidieaanvraag wordt uiterlijk op 22 september 2021 ingediend.

Artikel 11 Beslistermijn

Het college beslist uiterlijk op 31 oktober 2021 op de aanvraag tot subsidieverlening.

Artikel 12 Verplichtingen subsidieontvanger

Aan de subsidieverlening worden in ieder geval de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    de subsidieontvanger doet onverwijld schriftelijke opgave van wijzigingen ten aanzien van de ingediende stukken die betrekking hebben op zijn financiële positie, waaronder het verkrijgen van andere vormen van publieke of private steun of financiering, voor zover die meer bedraagt dan 10% van het verleende subsidiebedrag;

  • b.

    zodra aannemelijk is dat de subsidieontvanger niet of niet geheel aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden of verplichtingen zal kunnen voldoen, doet hij hier onverwijld melding van aan het college.

Artikel 13 Verantwoording en vaststelling subsidies

  • 1.

    De subsidie wordt vastgesteld op basis van een aanvraag tot vaststelling.

  • 2.

    De aanvraag tot vaststelling wordt uiterlijk op 1 april 2022 ingediend.

  • 3.

    De aanvrager legt bij deze aanvraag de volgende gegevens over:

    • a.

      verantwoording over de inzet van de verleende subsidie;

    • b.

      geactualiseerde berekeningen uitgaven en inkomsten over de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021;

    • c.

      geactualiseerde inkomstenderving over de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021;

    • d.

      geactualiseerde gegevens over de liquiditeit over de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021;

    • e.

      gegevens die inzicht verschaffen over eventuele andere vormen van ontvangen steun in de periode waarvoor de subsidie beschikbaar is;

    • f.

      het formulier aanvullende vragen aangevuld met de realisatie over de in het formulier gevraagde gegevens.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    De subsidieregeling vervalt met ingang van 31 december 2022 met dien verstande dat deze van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Artikel 15 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling coronasteun Sport.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 7 september 2021.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 8 september 2021 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Bijlage 1. Lijst met zwembaden en ijsbanen als bedoeld in artikel 1 van de Subsidieregeling coronasteun Sport

Zwembaden:

Recreatiebad Hoek van Holland

De Cordesstraat 160

3151 BN

Rotterdam

Zwembad Hoogvliet

Middenbaan-Zuid 400

3191 AH

Rotterdam

Pernis

Ring 220

3195 XR

Rotterdam

Sportcentrum West

Spaanseweg 2

3028 HW

Rotterdam

Zwembad Overschie

Burgemeester Koningssingel 45

3042 NK

Rotterdam

Recreatiecentrum Oostervant

Oostervantstraat 25

3021 PT

Rotterdam

Van Maanenbad

Van Maanenstraat 8

3038 CZ

Rotterdam

Sportcentrum De Wilgenring

Melanchtonweg 70

3052 KV

Rotterdam

Oostelijk zwembad

Gerdesiaweg 480

3061 RA

Rotterdam

Afrikaanderplein

Jacominastraat 41

3072 SC

Rotterdam

Zwembad IJsselmonde

Dwarsdijk 80

3078 JD

Rotterdam

Het Alexanderhof

Bramanteplein 2

3066 BH

Rotterdam

Recreatiecentrum De Zevenkampse Ring

Zevenkampse Ring 301

3068 HG

Rotterdam

Vereniging Kralings Zwembad

Kralinger Esch 11

3063 NB

Rotterdam

Zwembad Sportcentrum De Rozenburcht

Zuidzijde 35

3181 LR

Rotterdam

Zwemcentrum Rotterdam

Annie M.G. Schmidtplein 8

3083 NZ

Rotterdam

Buitenbad ’t Zwarte Plasje

Oude Raadhuislaan 154

3054 NT

Rotterdam

 

IJsbanen

IJsbaan Rotterdam

Toepad 95

3063 NJ

Rotterdam

 

Toelichting bij de Subsidieregeling coronasteun Sport

Algemeen

In verband met de COVID-19 maatregelen is het voor de exploitanten van de in de gemeente gelegen sportaccommodaties niet mogelijk geweest om in de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 de normale bedrijfsvoering te voeren. De bedrijfsvoering van de Rotterdamse sportaccommodaties is voor een groot deel gebaseerd op omzet door grootschalig bezoek. Het bezoek is in verband met de COVID-19 maatregelen (grotendeels) weggevallen. Dit heeft een dusdanig negatieve impact op de financiële positie bij de exploitanten van de Rotterdamse sportaccommodaties dat de rijksbrede steunmaatregelen, zoals de Regeling subsidie financiering vaste lasten MKB COVID-19 (hierna: TVL) en de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (hierna: NOW), niet voldoende zijn om de exploitanten het hoofd boven water te laten houden. De financiële problemen van de exploitanten zijn niet structureel, maar direct gerelateerd aan de COVID-19 maatregelen. De sportaccommodaties van de exploitanten zijn daarnaast een essentieel onderdeel van de basisinfrastructuur van de sport. Om dit onderdeel van de basisinfrastructuur te behouden is tijdelijke financiële hulp noodzakelijk. Zonder compensatie van de overheid – in brede zin – loopt de exploitatie van de Rotterdamse sportaccommodaties gevaar.

 

Om sluiting van de zwembaden en ijsbanen te voorkomen, is door de minister van Medische Zorg (hierna: de minister) besloten een specifieke uitkering te verstrekken aan gemeenten waarmee zij de exploitanten van zwembaden en ijsbanen kunnen ondersteunen.

Door een wijziging van de regeling, gepubliceerd in de Staatscourant op 6 juli 2021, kan een specifieke uitkering worden verstrekt aan gemeenten voor de compensatie van het exploitatietekort dat een zwembad of ijsbaan in de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 heeft geleden als gevolg van de maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van COVID-19. De gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor de manier waarop zij de zwembaden en ijsbanen ondersteunen. Daarbij wordt als voorwaarde gesteld dat de financiële steun voor zwembaden en ijsbanen wordt ingezet om het daadwerkelijke exploitatietekort te compenseren en voor de zwembaden geldt dat zij direct of indirect een doorlopende exploitatiebijdrage van de gemeente ontvangen. De compensatie mag niet leiden tot financiële steun van gemeenten waarmee zwembaden en ijsbanen tot een positief resultaat op de winst- en verliesrekening van een bepaalde periode komen.

 

Het college van de gemeente Rotterdam heeft in 2021 nog geen noodsteun verleend, maar acht het wenselijk om, vanwege de slechte financiële positie bij de Rotterdamse zwembaden en ijsbaan als gevolg van de maatregelen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19, noodsteun te verlenen.

 

Daarnaast acht het college het wenselijk om, vanwege de slechte financiële positie als gevolg van de maatregelen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19, in vervolg op Noodfonds 1 en 2, geldend voor de periode van maart tot en met december 2020, de exploitanten van sporthallen, sportzalen, gymzalen en sportvelden noodsteun te verlenen voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021.

 

De steun kan verenigbaar worden verklaard met de interne markt met toepassing van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

 

Artikelsgewijze Toelichting

 

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie wordt, op aanvraag, uitsluitend verstrekt aan een zwembad, ijsbaan of sportinstelling waar de continuïteit van de bedrijfsvoering in de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 als gevolg van de maatregelen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19 in het geding is. De subsidie wordt verleend voor het daardoor ontstane exploitatietekort.

 

Een van de voorwaarden is dat de aanvrager aantoonbaar werkzaamheden heeft verricht om de gevolgen van de crisis in verband met het COVID-19 zelf op te vangen, te verminderen en/of de financiële positie te verbeteren. Hierbij valt te denken aan:

  • het minimaliseren van de kosten, zonder dat dit de veilige afstand tot andere personen heeft belemmerd;

  • het maximaliseren van de alternatieve inkomsten;

  • het onderzoeken, en waar mogelijk verkrijgen van, alternatieve steunmaatregelen.

Artikel 4 Doelgroep

De onderhavige regeling is bedoeld voor:

  • 1.

    exploitanten van zwembaden en ijsbanen die een belangrijke plek innemen in de sport basisinfrastructuur. Het Rijk heeft bij zijn regeling een lijst gevoegd met de zwembaden en ijsbanen die, als zij voldoen aan alle voorwaarden, in aanmerking kunnen komen voor compensatie van het exploitatietekort over de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021.

  • Deze lijst heeft het Mulier instituut in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Vereniging Sport en Gemeenten opgesteld, zie de bijlage bij deze subsidieregeling. De lijst is op 17 februari 2021 verspreid onder alle gemeenten in Nederland. Voor de gemeente Rotterdam gaat het om de volgende zwembaden en ijsbaan:

    • Schaatsbaan Rotterdam;

    • Zwemcentrum Rotterdam;

    • Zwembad Sportcentrum De Rozenburcht;

    • Zwembad in het Recreatiecentrum De Zevenkampse Ring;

    • Zwembad Het Alexanderhof;

    • Zwembad IJsselmonde;

    • Zwembad Afrikaanderplein;

    • Oostelijk zwembad;

    • Zwembad in het Sportcentrum De Wilgenring;

    • Van Maanenbad/zwembad Noord;

    • Zwembad in het Recreatiecentrum Oostervant;

    • Zwembad Overschie;

    • Zwembad in het Sportcentrum West;

    • Zwembad Pernis;

    • Zwembad Hoogvliet;

    • Recreatiebad Hoek van Holland.

  • 2.

    Exploitanten met een structurele, jaarlijkse subsidie- of inkooprelatie met de gemeente voor het exploiteren en beheren van sporthallen, sportzalen, gymzalen of sportvelden. Voor de gemeente Rotterdam gaat het om de volgende exploitanten:

    • Sportbedrijf Rotterdam B.V.;

    • Topsportcentrum Rotterdam B.V.;

    • Recreatiecentrum Oostervant;

    • B.V. Recreatiecentrum De Zevenkampsering.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

Dit artikel gaat uit van vergoeding van het exploitatietekort als gevolg van de maatregelen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19 in de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. Het gaat om het verschil tussen de in de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 gerealiseerde kosten en gerealiseerde opbrengsten, het exploitatietekort. Voor subsidie kan in aanmerking komen het bedrag dat leidt tot een exploitatiesaldo van € 0,-, met als gevolg dat de aanvrager noch winst noch verlies genereert.

Een in de begroting opgenomen, maar niet gederfd positief saldo (winst) komt niet voor subsidie in aanmerking.

 

Bij de inkomsten dient alle steun meegeteld te worden. Steun is gedefinieerd als directe en indirecte bijdragen van derden. Dat kunnen zowel bijdragen van het Rijk zijn als bijdragen van private geldschieters.

 

Voorts dienen de kosten, ter voorkoming van staatssteun, te voldoen aan de algemene voorwaarden van hoofdstuk I van de AGVV en de voorwaarden genoemd in artikel 55 AGVV.

 

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

De hoogte van de te verlenen subsidie wordt bepaald aan de hand van de bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens. Deze documenten geven inzicht in de financiële positie van de aanvrager. Op basis hiervan kan worden bepaald of de continuïteit van de activiteiten van het zwembad, de ijsbaan of de sportinstelling door de maatregelen ter voorkoming van verspreiding van COVID-19 in het geding is en in hoeverre financiële ondersteuning op basis van deze subsidieregeling nodig is om de continuïteit te kunnen borgen.

 

Bij de doelgroep bedoeld in artikel 4 onderdeel b wordt bovendien het vrij besteedbare eigen vermogen meegewogen bij de bepaling van de hoogte van de te verlenen subsidie. Dit geldt niet voor de doelgroep bedoeld in artikel 4 onderdeel a, omdat de subsidieregeling voor deze doelgroep de voorwaarden opgenomen in de SPUK IJZ 2021 volgt.

Het vrij besteedbare eigen vermogen geeft aan of de aanvrager zelf in staat is (een deel van) het exploitatietekort ontstaan door de maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van COVID-19 kan dragen. Voor de bepaling van het maximale vrij besteedbare eigen vermogen wordt uitgegaan van de omzet in het jaar 2019, het laatste volledige jaar voor COVID-19. Het vrij besteedbare eigen vermogen mag maximaal 15% daarvan bedragen.

 

Voorbeeld 1

Aanvrager X vraagt € 500.000 steun aan. De omzet 2019 van de aanvrager bedroeg € 3.000.000. Het vrij besteedbare eigen vermogen per 30 juni 2021 bedraagt € 200.000.

De berekening van het maximale toegestane vrij besteedbare eigen vermogen op basis van deze subsidieregeling bedraagt: 15%*€ 3.000.000 = € 450.000.

Het vrij besteedbare eigen vermogen per 30 juni 2021 van aanvrager X is lager dan het maximaal toegestane eigen vermogen op basis van deze subsidieregeling. Het vrij besteedbare eigen vermogen heeft daarom geen invloed op de hoogte van de te verlenen subsidie.

 

Voorbeeld 2

Aanvrager Y vraagt € 510.000 steun aan. De omzet 2019 van de aanvrager bedroeg € 3.000.000. Het vrij besteedbare eigen vermogen per 30 juni 2021 bedraagt € 600.000.

De berekening van het maximale toegestane vrij besteedbare eigen vermogen op basis van deze subsidieregeling bedraagt: 15%*€ 3.000.000 = € 450.000.

Het vrij besteedbare eigen vermogen per 30 juni 2021 van aanvrager Y is hoger dan het maximaal toegestane eigen vermogen op basis van deze subsidieregeling.

Het verschil tussen het vrij besteedbare eigen vermogen per 30 juni 2021

(€ 600.000) en het maximaal toegestane eigen vermogen (€ 450.000) bedraagt € 150.000. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de te verlenen subsidie. Als uit de overige aangeleverde documenten geen redenen blijken om de subsidie lager te verlenen, ontvangt de aanvrager € 510.000 minus € 150.000 = € 360.000 subsidie.

 

Indien bij de berekening van het bedrag op basis van artikel 5 blijkt dat er geen sprake is van een exploitatietekort over de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021, komt de aanvrager niet in aanmerking voor subsidie.

 

Artikel 7 Subsidieplafond

De Subsidieregeling coronasteun Sport kent twee subsidieplafonds:

  • a.

    een subsidieplafond van € 2.000.000 voor de zwembaden en ijsbanen; en

  • b.

    een subsidieplafond van € 2.100.000 voor de sportinstellingen.

Artikel 8 Wijze van verdeling

Indien de som van de te verlenen subsidies na toetsing op grond van de artikelen 5 en 6 het subsidieplafond overschrijdt worden de subsidies evenredig verlaagd met het bedrag waarmee het subsidieplafond wordt overschreden. Indien blijkt dat het totaal aan gehonoreerde aanvragen het subsidieplafond overschrijdt zullen aanvragen navenant met een vergelijkbaar percentage gekort worden. Dat betekent bij overschrijding van het subsidieplafond, dat de aanvragers niet het volledige exploitatietekort via subsidie vergoed krijgen.

In tegenstelling tot de eerdere Rotterdamse noodsteunregelingen is er in deze regeling voor gekozen bij onderbesteding van het subsidieplafond van de ene doelgroep de middelen niet beschikbaar te laten komen voor het subsidieplafond van de andere doelgroep als daar sprake is van een overschrijding van het subsidieplafond.

 

Artikel 9 Aanvraag

De gegevens waarom gevraagd wordt, dienen om een beoordeling te kunnen maken over de noodzaak van de gevraagde steun. Met name van belang is aan te geven wat de omvang is van het feitelijke exploitatietekort, welke steunmaatregelen al ontvangen zijn en welke maatregelen het zwembad, de ijsbaan of de sportinstelling reeds getroffen heeft om de financiële positie niet te verslechteren. Het exploitatietekort, liquiditeit, stand van het eigen vermogen en omzet in het jaar 2019 dienen bovendien verwerkt te worden in het formulier aanvullende vragen dat in het (digitale) subsidieloket van de gemeente Rotterdam opgevraagd kan worden.

 

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Uitgangspunt is dat omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de hoogte van het verleende en achteraf vast te stellen subsidiebedrag aan het college dienen te worden gemeld. In artikel 12 is de verplichting voor de subsidieontvanger opgenomen om wijzigingen in zijn financiële positie, zoals de ontvangst van private en publieke bijdragen onverwijld te melden aan het college, wanneer deze wijzigingen meer dan 10% bedragen van het verleende subsidiebedrag over de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. Ook in het geval de subsidieontvanger niet of niet geheel aan de subsidievoorwaarden of subsidieverplichtingen kan voldoen dient hiervan melding aan het college te worden gedaan.

 

Artikel 13 Verantwoording en vaststelling subsidies

De subsidie wordt vastgesteld op basis van een aanvraag tot vaststelling. Dit geldt ook voor subsidies onder de € 25.000. Dit wijkt af van de algemene praktijk en artikel 13, eerste lid, sub a van de SVR 2014, op grond waarvan subsidies onder de € 25.000 direct bij subsidieverlening worden vastgesteld.

 

Voorts worden in dit artikel verantwoordingsgegevens gevraagd die specifiek toezien op de beoordeling of en in welke mate de verleende subsidie heeft bijgedragen aan de financiële overbrugging.

De subsidieontvanger dient hierbij ook inzicht te geven in eventuele andere vormen van ontvangen steun.