Organisatie | Epe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaat- en volmachtregeling Epe 2021 |
Citeertitel | Mandaat- en volmachtregeling Epe 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Mandaat- en volmachtregeling Epe 2021 |
Betreft zowel bevoegdheden van burgemeester en wethouders als van de burgemeester
n.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-12-2022 | Wijziging K.32 en K.33 (Kieswet) | 23-12-2022 | 609761 | ||
10-09-2021 | 29-12-2022 | nieuwe regeling | 02-09-2021 | 317445 |
Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Epe tot vaststelling van de regeling Mandaat- en volmachtregeling Epe 2021
Burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Epe, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van 2 september 2021, zaaknr. 317445;
het ambtelijk en bestuurlijk in mandaat verrichten van bevoegdheden van burgemeester en wethouders en de burgemeester voortvloeit uit de organisatiefilosofie om taken en verantwoordelijkheden laag in de organisatie onder te brengen en
het ambtelijk en bestuurlijk in mandaat verrichten van bevoegdheden als effect heeft dat er slagvaardiger kan worden gehandeld en tevens een ontlasting van het bestuur met zich meebrengt en
het gewenst is voor het mandateren van bevoegdheden een voor de gehele gemeentelijke organisatie geldende regeling te hanteren;
er behoefte is de op 4 en 7 oktober 2016 vastgestelde bevoegdhedenbesluiten van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester en de daarop (laatst) gebaseerde bevoegdhedenlijsten Ruimte, Ondersteuning, Ontwikkeling en Algemeen van 12 januari 2021 en de bevoegdhedenlijst directie van 17 december 2019 te herzien en te actualiseren;
gelet op de artikelen 59a, 160 en 171 van de Gemeentewet, hetgeen overigens in de Gemeentewet is bepaald en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
Ambtelijk (onder)mandaat wordt ingevolge de hierna genoemde hiërarchische lijn gegeven: van Burgemeester en Wethouders resp. burgemeester naar directie, van directie naar afdelingsmanager of projectleider buiten de lijn, van afdelingsmanager of projectleider buiten de lijn naar teamleider, van teamleider naar een andere functionaris, ieder voor zover de bevoegdheden zijn genoemd in de lijst.
Artikel 2 Gewijzigde wet- en regelgeving
Ingeval van wijziging van wet- en regelgeving waarop een gemandateerde bevoegdheid berust, blijft de bevoegdheid gemandateerd en wordt het mandaat geacht te zijn verleend op grond van de corresponderende bepalingen in de gewijzigde wet- en regelgeving.
1. Gevolmachtigden zijn bevoegd de gemeente buiten rechte te vertegenwoordigen voor rechtshandelingen in het kader van het verwerven, beheren, bezwaren en vervreemden van gemeentelijke eigendommen.
2. Gevolmachtigden zijn bevoegd de gemeente buiten rechte te vertegenwoordigen voor rechtshandelingen in het kader van de beleidsuitvoering en ter uitvoering van besluiten op de tot hun competentie behorende terreinen.
3. De gevolmachtigde kan zijn volmacht schriftelijk verlenen aan een andere met name genoemde functionaris voor bepaalde rechtshandelingen die buiten het gemeentehuis worden verricht.
4. Bij afwezigheid van de in de lijst genoemde functionaris, is een bij besluit aangewezen plaatsvervanger bevoegd.
1. Machtiging tot het verrichten van handelingen, die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling inhouden, komt toe aan elke functionaris in dienst van de gemeente Epe of medewerker die tijdelijk werkzaam is bij de gemeente Epe, voor zover die binnen de normale uitvoering van zijn/haar functie passen.
2. Correspondentie over handelingen als bedoeld in het eerste lid, mag door de behandelend functionaris worden ondertekend.
Artikel 7 Vertegenwoordigingsbesluit
Machtiging tot vertegenwoordiging in rechte wordt in een afzonderlijk besluit vastgelegd.
Artikel 8 Controle en verantwoording
De gemandateerden stellen het college van burgemeester en wethouders resp. de burgemeester, dan wel de betrokken portefeuillehouders, in kennis van krachtens (onder)mandaat genomen besluiten waarvan zij moeten aannemen dat kennisneming door het college, burgemeester of de betrokken portefeuillehouders van belang is.
De bij besluit van 4 en 7 oktober 2016 vastgestelde bevoegdhedenbesluiten van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester en de daarop (laatst) gebaseerde bevoegdhedenlijsten Algemeen, Ondersteuning, Ruimte en Samenleving van 12 januari 2021 en de bevoegdhedenlijst Directie van 17 december 2019 worden ingetrokken.
de burgemeester, dhr. dr. T.C.M. Horn
de secretaris, mw. C. Kats
Burgemeester van Epe,
dhr. dr. T.C.M. Horn
Bijlagen behorende bij dit besluit
1. Bevoegdhedenlijsten Algemeen, Directie, Ondersteuning, Ruimte en Samenleving;
Bijlage 1: BEVOEGDHEDENLIJSTEN ALGEMEEN, DIRECTIE, ONDERSTEUNING, RUIMTE, SAMENLEVING 2021
A: Attributie = een wetgever schept een (nieuwe) bestuursbevoegdheid en kent die toe aan een bestuursorgaan.
D: Delegatie = geldt alleen voor besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Delegatie is het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten aan een ander, die deze onder eigen verantwoordelijkheid als eigen bevoegdheid uitoefent. Een kenmerk is dat het orgaan dat de bevoegdheid heeft gekregen ook de verantwoordelijkheid heeft gekregen en optreedt op eigen naam en gezag. Delegatie mag niet aan ondergeschikten/ambtenaren. Voor delegatie is een wettelijke grondslag nodig. (Zie Afdeling 10.1.2 Awb.)
M: Mandaat = geldt alleen voor besluiten in de zin van de Awb. Bij mandaat laat een bestuursorgaan (bv. B&W) zijn bevoegdheid om besluiten te nemen uitoefenen door een ander (bv. een ambtenaar). Een belangrijk kenmerk bij mandaat is dat de verantwoordelijkheid geheel bij het bestuursorgaan blijft. Naar buiten toe moet aangegeven worden namens welk bestuursorgaan het besluit wordt genomen. Mandaat mag aan ondergeschikten en aan niet-ondergeschikten. (Zie Afdeling 10.1.1 Awb.)
V: Volmacht = is de bevoegdheid om in naam van de volmachtgever privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.
MC: Machtiging = geldt voor alle overige handelingen.
Artikel 6 van de Mandaat- en volmachtregeling bepaalt dat machtiging tot het verrichten van handelingen, die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling inhouden, toe komt aan elke functionaris in dienst van de gemeente Epe, voor zover die binnen de normale uitvoering van zijn/haar functie passen.
Elektronisch waarmerken en beschikbaar stellen van ruimtelijke plannen op grond van art. 1.2.1 eerste lid, Besluit ruimtelijke ordening. | De door de teamleider bij het digitale publicatie systeem aangemelde personen. | |||||||||||
Besluiten op een verzoek om in aanmerking te komen voor een starterslening op grond van art. 5. | ||||||||||||
Besluiten op een verzoek om een stimuleringslening op grond van artt. 5 en 9. | Betreft alleen de beslissing. Besluit wordt ondertekend door de teamleider. | |||||||||||
Verordening Stimuleringslening overige doelgroepen gemeente Epe | ||||||||||||
Besluiten op een verzoek om een stimuleringslening op grond van artt. 5 en 9. | Betreft alleen de beslissing. Besluit wordt ondertekend door de teamleider. | |||||||||||
Besluiten op een verzoek om een tijdelijke vergunning op grond van art. 15, lid 1. | ||||||||||||
Besluiten om wel of geen gebruik te maken van het voorkeursrecht van de gemeente op grond van art.12. | ||||||||||||
Sluiten en het ondertekenen van een verpachtingsovereenkomst. | Vooruitlopend op toekomstige ontwikkelingen. Het betreft geen erfpacht. Ondertekend met: Beleidsontwikkelaar Grondzaken & Vastgoed en Medewerker Vastgoed. | |||||||||||
Sluiten en het ondertekenen van een verhuurovereenkomst inzake gemeentegrond of gemeentelijk vastgoed, waaronder standplaatsen voor woonwagens. |
Ondertekend met: Beleidsontwikkelaar Grondzaken & Vastgoed en Medewerker Vastgoed. | |||||||||||
Sluiten en het ondertekenen van overeenkomsten ter voorkoming van leegstand. | Regelen van het beheer van panden die leeg komen te staan in afwachting van verkoop. Ondertekend met: Beleidsontwikkelaar Grondzaken & Vastgoed en Medewerker Vastgoed. | |||||||||||
-De overeenkomst heeft een maximale verkoopprijs van € 20.000 excl. BTW/OB. - De koopprijs is bepaald op basis van onafhankelijke taxatie of de grondprijzennota. Ondertekend met: Beleidsontwikkelaar Grondzaken & Vastgoed en Medewerker Vastgoed. | ||||||||||||
Wijzigen, stilzwijgend verlengen, opzeggen en ontbinden van lopende privaatrechtelijke overeenkomsten op grond van titel 3.3 BW jo. Artt. 160, lid 1 sub e jo 170 gemeentewet. | Betreft de overeenkomsten die onder O.7 t/m O.9b zijn aangegaan. | |||||||||||
De vertegenwoordiging van de gemeente bij buitengerechtelijke rechtshandelingen, voor zover het betreft het doen opmaken en ondertekenen van notariële akten en stukken, welke nodig zijn ter uitvoering van besluiten van de raad en het college. | De volmacht mag worden doorgegeven aan een medewerker van een notariskantoor die daarvan alleen gebruik mag maken nadat de ontwerpakte/stukken door de gemeente zijn goedgekeurd. | |||||||||||
Besluiten op een aanvraag op grond van art. 15 Huisvestingswet 2014 en art. 6 Huisvestingsverordening 2021. | Het mandaat geldt voor woningen die worden toegewezen door woningstichting Triada. Zie zaaknummer: 210402. | |||||||||||
Besluiten omtrent het verlenen en intrekken van urgentie op grond van art. 8 en 9 Huisvestingsverordening 2021. | ||||||||||||
Besluiten op een aanvraag op grond van art. 15 van de Huisvestingswet en de art. 4a en 6 van Huisvestingsverordening gemeente Epe 2021. | ||||||||||||
Besluiten op een subsidieaanvraag op grond van art. 3 van de Subsidieregeling instandhouding erfgoed gemeente Epe 2015. | ||||||||||||
Besluiten op een aanvraag om subsidievaststelling op grond van art. 9 van de Subsidieregeling instandhouding erfgoed Epe 2015. | ||||||||||||
Besluiten op een aanvraag om omgevingsvergunning op grond van artt. 2.1, en 2.2 Wabo. | Weigering van omgevingsvergunning niet voor vergunningen die zijn voorbereid met afd. 3.4 Awb. | |||||||||||
Doorzenden van een aanvraag om omgevingsvergunning op grond van artt. 2.1 of 2.2 Wabo naar het bevoegd gezag, anders dan een bestuursorgaan van de gemeente Epe. | ||||||||||||
Het op verzoek van het bevoegd gezag uitbrengen van een advies over een aanvraag om omgevingsvergunning. | ||||||||||||
Het schriftelijk verzoeken om aanvullende gegevens van een aanvraag om omgevingsvergunning op grond van artt. 4:2 jo.4:5 Awb, voor zover het gaat om activiteiten als bedoeld in de artt. 2.1. en 2.2, lid 1 onder d of g Wabo. | ||||||||||||
Besluiten tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag om omgevingsvergunning op grond van artt. 2.1 en 2.2, lid 1 onder d of g Wabo jo. art. 4:5 Awb. | ||||||||||||
Besluiten tot het buiten behandeling laten van een aanvraag om verlening of wijziging een omgevingsvergunning op grond van art. 3.18 Wabo. | ||||||||||||
Besluiten tot aanhouding van een aanvraag omgevingsvergunning op grond van art. 2.1, lid 1 onder a of b jo. artt 3.3 en 3.5 Wabo. | ||||||||||||
Het in kennis stellen van een van rechtswege verleende omgevingsvergunning op grond van art. 3.9 Wabo. | ||||||||||||
Wijzigen van de voorschriften van een omgevingsvergunning op grond van art. 2.31, lid 1 onder b t/m f en lid 2 Wabo. | ||||||||||||
Het na indiening van de aanvraag om omgevingsvergunning verzoeken om advies (vastgelegd in procedures) aan externe deskundigen. | ||||||||||||
Geheel of gedeeltelijk afwijken van de plicht tot het indienen van een bodemonderzoek op grond van de Bouwverordening. | ||||||||||||
Beslissen op een melding op grond van art. 2.25, lid 2 Wabo. | ||||||||||||
Verbieden van een op grond van het Bouwbesluit gemelde sloop. | ||||||||||||
Besluiten om een vrijstelling te verlenen op grond van de Bouwverordening. | ||||||||||||
Besluiten tot het verlenen van ontheffing van voorschriften uit het Bouwbesluit op grond van art. 6 Woningwet. | Uitgezonderd bevoegdheden die zijn gemandateerd aan de directeur van de Omgevingsdienst Veluwe IJssel. | |||||||||||
Beslissingen op het gebied van milieu zijn gemandateerd aan de Directeur van de Omgevingsdienst Veluwe IJssel. | ||||||||||||
Besluiten tot het af te zien van handhaving, c.q. het toezenden van een gedoogbeschikking. | Het betreft uitsluitend handhavingszaken met prioriteit 1 en 2 (laagste prioriteit). Zie de matrix deel uitmakend van het collegebesluit d.d. 15-01-2008. | |||||||||||
Besluiten tot het opleggen van een last onder bestuursdwang dan wel het opleggen van een last onder dwangsom op grond van art. 125 Gemeentewet, juncto afd. 5.3.1 en 5.3.2 van de Awb, betrekking hebbend op de taakvelden waarmee het team is belast. | In overeenstemming met vastgesteld beleid en na overleg met portefeuillehouder. | |||||||||||
Besluiten tot het intrekken van een last onder bestuursdwang dan wel een last onder dwangsom op grond van art. 125 Gemeentewet, juncto afd. 5.3.1 en 5.3.2 van de Awb, betrekking hebbend op de taakvelden waarmee het team is. | ||||||||||||
Besluiten tot het verlengen van de begunstigingstermijn op verzoek en ambtshalve. | ||||||||||||
Besluiten op een verzoek op grond van art. 5:31a Awb met betrekking tot het feitelijk toepassen van bestuursdwang. | ||||||||||||
Vaststellen van de hoogte van de verschuldigde kosten van bestuursdwang op grond van art. 5:25 Awb. | ||||||||||||
Besluiten tot invordering n.a.v. een verzoek van een belanghebbende op grond van art. 5:37, lid 2. | ||||||||||||
Opheffen van een last onder dwangsom, opschorten van de looptijd voor een bepaalde termijn of vermindering van de dwangsom op grond van art. 5:34 Awb. | ||||||||||||
Besluiten tot het opheffen van een last onder dwangsom op verzoek van de overtreder op grond van art. 5:34 lid 2 Awb. | ||||||||||||
Besluiten op een verzoek om handhavend op te treden op grond van art. 125 Gemeentewet, juncto afd. 5.3.1 en 5.3.2 van de Awb, betrekking hebbend op de taakvelden waarmee het team is belast. | ||||||||||||
Stilleggen van bouwen, gebruiken of slopen van een bouwwerk dan wel het opleggen van voorzieningen, met inbegrip van het slopen van een bouwwerk, op grond van art. 5.17 Wabo. | ||||||||||||
Besluiten tot het intrekken van een verleende omgevingsvergunning of ontheffing op grond van art. 5.19 Wabo. | ||||||||||||
Besluiten op een verzoek van de vergunninghouder om intrekking van een omgevingsvergunning op grond van art. 2.33, lid 2 onder b Wabo. | ||||||||||||
Besluiten tot het intrekken van een omgevingsvergunning eerste of tweede fase op grond van art. 2.5, lid 5 Wabo. | ||||||||||||
Besluiten tot het intrekken van een omgevingsvergunning op grond van art. 2.33, lid 2, onder a, c, d , e of g Wabo. | ||||||||||||
Spoedeisende bestuursdwang ingeval van overtreding van de navolgende bepalingen op grond van art. 125 Gemeentewet juncto art. 5.3.1Awb. | Binnen drie werkdagen dient de aanzegging bestuursdwang op schrift te zijn gesteld en aan de overtreder bekendgemaakt. De teamleider ondertekent dit besluit. | |||||||||||
| Mondelinge aanzegging; zo spoedig mogelijk melden aan de teamleider. | |||||||||||
| Mondelinge aanzegging; zo spoedig mogelijk melden aan de teamleider. | |||||||||||
| Mondelinge aanzegging; zo spoedig mogelijk melden aan de teamleider. Zie ook gelijke bepaling bij afdeling Samenleving. | |||||||||||
Verstrekken van een machtiging op grond van de artt. 2 en 3 van de Algemene wet op het binnentreden | Dit geldt in de situaties dat grond van art. 5:27, tweede lid, van de Awb het college het bevoegde bestuursorgaan is om de bestuursdwang toe te passen. | |||||||||||
Medewerker middelen A/ Ondersteuner Regisseur Geo informatie | De naamgeving van woonplaatsen en openbare ruimten is niet gemandateerd. | |||||||||||
Medewerker middelen A/ Ondersteuner Regisseur Geo informatie | ||||||||||||
Medewerker middelen A/ Ondersteuner Regisseur Geo informatie | ||||||||||||
Als ambtenaar/beheerder aangewezen voor de uitvoering van de taken op grond van artt. 10, onder b, en 14 Wet BAG. | Bij afwezigheid van de medewerker middelen A/ ondersteuner regisseur Geoinformatie kan bij overeenkomst een tijdelijke vervanger worden aangewezen. | |||||||||||
Het houden van een geautomatiseerde basisregistratie op grond van art. 2 Wet BAG | ||||||||||||
Aanwijzen van ambtenaren die belast zijn met de uitvoering van taken op grond van de Wet BAG. | ||||||||||||
Als ambtenaren/beheerder aangewezen voor de uitvoering van de taken op grond van artt. 10 t/m 14, 23, 25 t/m 28 en 30 Wet BGT. | ||||||||||||
Het beheren, verwerken en bewerken van de basisregistratie en het uitvoeren van alle verder daaruit voortvloeiende werkzaamheden op grond van de Wet BGT. | Medewerker middelen A/ Ondersteuner regisseur Geo informatie | |||||||||||
Aanschrijvingen particulieren ten behoeve van het verrichten van terreinmetingen. | ||||||||||||
Het in ontvangst nemen van de aanwijs door Rijkskadaster uitgezette perceelsgrenzen (het aanwezig zijn ter plekke). | ||||||||||||
Het in het terrein aanwijzen aan derden (bijv. koper) en aan het Rijkskadaster van door de gemeente nieuw gevormde perceelsgrenzen (kavels). | ||||||||||||
Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Wkpb) en de Regeling kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Regeling Kpb) | ||||||||||||
Het aanbieden van het beperkingenbesluit als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wkpb en andere daarop betrekking hebbende brondocumenten (inclusief eventuele bijlagen) aan het Kadaster ter inschrijving in de openbare registers op grond van art.15, eerste lid van de Wkpb. | Medewerker middelen A/ Ondersteuner Regisseur Geo informatie | |||||||||||
Het aanbieden van een verklaring met betrekking tot het vervallen van een beperking op grond van art. 15, derde lid van de Wkbp. | Medewerker middelen A/ Ondersteuner Regisseur Geo informatie | |||||||||||
Het aanwijzen van een vervangend object als werkingsgebied indien een aangewezen object blijkens de bijbehorende registratie niet langer actueel is op grond van art. 15 Wkpb, vijfde lid en art. 7 Regeling kpb. | Medewerker middelen A/ Ondersteuner Regisseur Geo informatie | |||||||||||
Het opstellen van een verklaring dat de aan te leveren essentialia overeenkomen met de inhoud van het brondocument op grond van art. 15 Wkpb, vijfde lid en art. 5 Regeling kpb. | Medewerker middelen A/ Ondersteuner Regisseur Geo informatie | |||||||||||
Besluiten op aanvragen of meldingen op grond van de Algemene verordening ondergrondse infrastructuur. | ||||||||||||
Vaststellen van formulieren voor vergunning of instemmingsbesluit. | ||||||||||||
Vaststellen van formulieren voor het doen van een melding van start en einde werkzaamheden. | ||||||||||||
Besluiten op een melding van een uitweg op grond van art. 2:12. | ||||||||||||
Ambtshalve plaatsing op de bomenlijst op grond van art. 4:11 lid 1. | Er is sprake van ondertekeningsmandaat Geen gebruik van de bevoegdheid mag worden gemaakt indien: -de wens daartoe door het college kenbaar is gemaakt; - zich na de beslissing van het college nieuwe feiten voordoen of bekend worden als gevolg waarvan het besluit heroverweging verdient. | |||||||||||
Sluiten en ondertekenen van overeenkomsten voor de verkoop van hout afkomstig uit gemeentelijke bossen. | ||||||||||||
Indienen van een subsidie-aanvraag bij de provincie in het kader van bos- natuur- en cultuurhistorie. | ||||||||||||
Aanschaffen inventaris/meubilair gymnastieklokalen ten behoeve van onderwijs en gymnastiekverenigingen. | ||||||||||||
Gunnen van groenadoptie en het sluiten en ondertekenen van een groenadoptieovereenkomst. | ||||||||||||
Het in gebruik geven van openbare ruimte aan omwonenden, ten behoeve van het plaatsen van speeltoestellen / picknickbanken. | ||||||||||||
Sluiten en ondertekenen van een overeenkomst tot het verlenen van jachtrecht op gemeentelijke eigendommen. | ||||||||||||
Besluiten ingevolge artikel 18 Wegenverkeerswet 1994 (WvW 1994). | ||||||||||||
Doen van kennisgevingen van voorgenomen onttrekkingen aan het openbaar verkeer ingevolge de Wegenverkeerswet 1994. | ||||||||||||
Tijdelijk plaatsen van verkeerstekens en het tijdelijk uitvoeren van maatregelen, zoals bedoeld in het BABW. | ||||||||||||
Verlenen van ontheffing op grond van art.149 van de Wegenverkeerswet 1994. | ||||||||||||
Verlenen van ontheffingen op grond van art. 87 RVV 1990 (uitvoering en controlewerkzaamheden). | ||||||||||||
Verlenen van ontheffingen op grond van art. 7.1 van het voertuigreglement (Bijzondere transporten). | ||||||||||||
Besluiten tot aanstelling en intrekking van een aanstelling tot verkeersregelaars op grond van art. 56, lid 1 BABW. | ||||||||||||
Aanwijzen van een inzamelmiddel of inzamelvoorziening op grond van art. 4, lid 2. | ||||||||||||
Het vaststellen van dagen en tijden waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden op grond van art. 11, lid 1. | ||||||||||||
Aanwijzen van categorieën bedrijfsafvalstoffen op grond van art. 13. | ||||||||||||
Besluiten tot het verlenen van ontheffing (afvalstoffen buiten de inrichting brengen, storten e.d.) op grond van art. 16 lid 2. | ||||||||||||
Besluiten tot het verlenen van ontheffing verbod afvalstoffen op te slaan in de open lucht) op grond van art. 22 lid 2. | ||||||||||||
Besluiten op een aanvraag voor het innemen van een standplaats op de markt op grond van art. 5. | ||||||||||||
Besluit tot intrekking van een vaste standplaatsvergunning op grond van art. 7. | ||||||||||||
Besluit tot intrekking en schorsing van vaste standplaats op grond van art. 8. | ||||||||||||
Besluit tot uitsluiting dagplaatshouder of standwerker op grond van art. 9. | ||||||||||||
Besluit tot onmiddellijke verwijdering van vergunninghouder op grond van art.10. | ||||||||||||
Benoemen van (buitengewoon) ambtenaren van de Burgerlijke Stand op grond van art. 2 Reglement burgerlijke stand 2020 gemeente Epe | |||||
Besluiten op een aanvraag tot incidentele aanwijzing als trouwlocatie, op grond van art.6 Reglement burgerlijke stand 2020 gemeente Epe | |||||
Besluiten op een aanvraag om een gehandicaptenparkeerkaart op grond van art. 49. | |||||
Afgeven bewijs van bekendmaking bij de Basisregistratie Personen (BRP). | |||||
Ondertekening verzoek om inlichtingen aan Rechtbank, in verband met aanvraag verklaring omtrent het gedrag. | |||||
Ambtshalve over- / uitschrijven ingevolge art. 2.22 Wet BRP. | |||||
Opmaken van een verklaring ingevolge art. 2.8, lid 2 Wet BRP. | |||||
Ondertekening adviezen aan minister van Justitie, over verzoek om naturalisatie. | |||||
Besluiten op aanvragen reisdocumenten inclusief het weigeren en het vervallen verklaren van reisdocumenten en de financiële afwikkeling hieromtrent. | College is de mandaatgever als het gaat over de financiële afwikkeling. | ||||
In ontvangst nemen van aanvragen, verstrekken, uitreiken en ongeldig/vervallen verklaren van rijbewijzen. | |||||
Verlenen van verlof tot ontleding van lijken op grond van art.68 Wet op de lijkbezorging. | |||||
Verlenen van een andere termijn van begraven of cremeren dan de wettelijke termijn op grond van artikel 17 Wet op de lijkbezorging. | |||||
Nemen van beslissingen op grond van de Beheersverordening begraafplaatsen. | Het stellen van nadere regels blijft voorbehouden aan het college. | ||||
Besluiten op een aanvraag voor een vergunning voor het plaatsen van gedenktekens. | |||||
Besluiten tot het verlenen en verlengen van de rechten voor graven en voor nissen in columbaria. | |||||
Besluiten op een aanvraag ontheffing incidentele as verstrooiing op verboden plaatsen op grond van art. 5:36, lid 3. | |||||
Besluiten op een aanvraag ontheffing parkeren reclamevoertuigen op grond van art. 5:7. | |||||
Besluiten op een aanvraag collectevergunning op grond van art. 5:13. | |||||
Opnemen van de aangifte van gevonden voorwerpen op grond van art. 5:5, lid 2 BW. | |||||
Het uitoefenen van de bevoegdheden in bewaring gegeven zaken c.q. dieren te verkopen, over te dragen of te vernietigen c.q. af te laten maken en in bewaring gegeven geld uit te keren en de overeenkomsten te ondertekenen op grond van boek 5 artt. 6, lid 2, 3, 8, 9 en 11 BW. | |||||
Besluiten op verzoek tot het houden van een kansspel als bedoeld in art. 3 van de Wet op Kansspelen. | |||||
Verbieden van het organiseren van een klein kansspel (bingo) op grond van art. 7c van de Wet op de Kansspelen. | |||||
Instellen stembureaus, aanwijzen stemlokalen, benoemen (plaatsvervangend) leden stembureau en benoemen (plaatsvervangend) leden gemeentelijk stembureau | |||||
Alle overige besluiten en uitvoeringshandelingen ten aanzien van verkiezingen op grond van de Kieswet en de daarop gebaseerde regelingen en besluiten | Met uitzondering van het instellen en bemensen van een centraal stembureau. | ||||
Ondertekenen van het besluit tot het opleggen van een huisverbod (art. 2, lid 1 Wet tijdelijk huisverbod). | Zie besluitnr. 2013-01860 (Burgemeester beslist, hulpofficier tekent). | ||||
Geven van een verklaring van geen bezwaar en ontheffing op grond van art. 148 Wegenverkeerswet | |||||
Besluiten op een aanvraag om drank- en horecavergunning op grond van art. 3 Drank- en Horecawet. | |||||
Besluiten op een aanvraag om wijziging van het aanhangsel op grond van art. 30a Drank- en Horecawet. | |||||
Besluiten tot een wijziging van de vergunning op grond van art. 30 Drank- en Horecawet. | |||||
Besluiten op een aanvraag ontheffing van het verstrekken van zwak alcoholische dranken ingevolge art. 35 Drank- en Horecawet. | |||||
Besluiten op aanvraag om speelautomatenvergunning op grond van art. 30b van de Wet op de Kansspelen. | |||||
Verstrekken van een machtiging op grond van de artt. 2 en 3 van de Algemene wet op het binnentreden. | Dit geldt in de situaties dat grond van art. 5:27, tweede lid, van de Awb het college het bevoegde bestuursorgaan is om de bestuursdwang toe te passen. | ||||
Besluiten tot verlenging van de beslistermijn op grond van art. 1:2, niet behandelen aanvraag op grond van art. 1:3 en verzoek tot intrekkingen of wijzigingen van vergunningen en ontheffingen op grond van art. 1:6. | |||||
Besluiten op een aanvraag ontheffing voor het aanbieden van geschreven of gedrukte stukken op grond van art. 2:6. | |||||
Besluiten op een aanvraag ontheffing voor gebruik van de weg anders dan overeenkomstig de bestemming op grond van art. 2:10. | |||||
Besluiten op een aanvraag vergunning voor het organiseren van een evenement (groot) op grond van art. 2:25 lid 1. | |||||
Het verbieden van een meldingsplichtig evenement op grond van art. 2:25, lid 5. | |||||
Besluiten op een aanvraag exploitatievergunning openbare inrichting op grond van art. 2:28. | |||||
Besluiten op aanvraag ontheffing sluitingsuur op grond van art. 2:29. | |||||
Besluiten op aanvraag ontheffing gebruik geluidsapparaten (ook tijdens evenementen) op grond van art. 4:6. | |||||
Besluiten op een aanvraag ontheffing ten behoeve van recreatief nachtverblijf plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen buiten een bestemd kampeerterrein op grond van art. 4:18. | |||||
Besluiten op aanvraag ontheffing tot het parkeren van voertuigen van een autobedrijf op grond van art. 5:2. | |||||
Besluiten op een aanvraag ontheffing tot het langer dan 3 dagen parkeren van caravans, aanhangwagen e.d. op grond van art. 5:6. | |||||
Besluiten op een aanvraag ontheffing parkeren grote voertuigen op grond van art. 5:8. | |||||
Besluiten op een aanvraag ontheffing van verboden om met voertuig te rijden door van gemeentewege aangelegde beplanting of groenstrook op grond van art. 5:11. | |||||
Besluiten op een aanvraag vergunning voor het innemen van een standplaats op grond van art. 5:18. | |||||
Besluiten op een aanvraag vergunning snuffelmarkt op grond van art. 5:23. | |||||
Verbieden van plaatsen van voorwerpen in, op of boven openbaar water n.a.v. melding op grond van art. 5:24. | |||||
Besluiten op een aanvraag ontheffing voor beperkt gemotoriseerd verkeer en ruiterverkeer in natuurgebieden op grond van art. 5:33. | |||||
Besluiten op een aanvraag ontheffing verbod vuur te stoken op grond van art. 5:34. | |||||
Verlenen van medewerking voor het houden van militaire oefeningen. | |||||
Besluiten tot het af zien van handhaving, c.q. het toezenden van een gedoogbeschikking. | Het betreft uitsluitend handhavingszaken met prioriteit 1 en 2 (laagste prioriteit). Zie de matrix deel uitmakend van het collegebesluit d.d. 15-01-2008). | ||||
Uitvaardigen van een vooraanschrijving tot toepassing van bestuursdwang dan wel het opleggen van een last onder dwangsom op grond van art. 125 Gemeentewet, juncto afd. 5.3.1 en 5.3.2 van de Awb, betrekking hebbend op de taakvelden waarmee het team is belast. | |||||
Besluiten tot het opleggen van een last onder bestuursdwang dan wel het opleggen van een last onder dwangsom al of niet op verzoek, op grond van artikel 125 Gemeentewet, juncto afd. 5.3.1 en 5.3.2 van de Awb, betrekking hebbend op de taakvelden waarmee het team is belast. | In overeenstemming met vastgesteld beleid en na overleg met portefeuillehouder. | ||||
Besluiten tot het intrekken van een last onder bestuursdwang dan wel een last onder dwangsom op grond van artikel 125 Gemeentewet, juncto afd. 5.3.1 en 5.3.24 van de Awb, betrekking hebbend op de taakvelden waarmee het team is belast. | |||||
Besluiten tot het op verzoek en ambtshalve verlengen van de begunstigingstermijn. | |||||
Besluiten op een verzoek op grond van art. 5:31a Awb met betrekking tot het feitelijk toepassen van bestuursdwang. | |||||
Vaststellen van de hoogte van de verschuldigde kosten van bestuursdwang op grond van art. 5:25 Awb. | |||||
Vaststellen dat de opgelegde dwangsom is verbeurd en meedelen dat tot inning daarvan zal worden overgegaan. | |||||
Besluiten op een verzoek om een invorderingsbeschikking te nemen op grond van art. 5:37 lid 2 Awb. | |||||
Besluiten tot opheffen van een last onder dwangsom, het opschorten van de looptijd voor een bepaalde termijn of vermindering van de dwangsom op grond van art. 5:34 Awb. | |||||
Besluiten tot het opheffen van een last onder dwangsom op verzoek van de overtreder op grond van art. 5:34 lid 2 Awb. | |||||
Besluiten tot het toepassen van spoedeisende bestuursdwang ingeval van overtreding van de navolgende bepalingen ingevolge artt. 125 Gemeentewet jo. 5:31 Awb: | Binnen drie werkdagen dient de aanzegging bestuursdwang op schrift te zijn gesteld en aan de overtreder bekendgemaakt. | ||||
| Dienstdoend regionaal piketmedewerker Openbare Orde en Veiligheid | ||||
| Dienstdoend regionaal piketmedewerker Openbare Orde en Veiligheid | ||||
| Dienstdoend regionaal piketmedewerker Openbare Orde en Veiligheid, | ||||
| Dienstdoend regionaal piketmedewerker Openbare Orde en Veiligheid | ||||
| |||||
Art. 2.10 APV (voorwerpen op, aan of boven de weg die direct gevaar, schade of hinder toebrengen). | |||||
Art. 2.25 APV handelen in strijd met voorschriften evenementenvergunning ten aanzien van brandveiligheid zoals aanwezigheid nooduitgangen e.d.). | |||||
Art. 2.73a APV (carbid afschieten voordat dit is toegestaan en carbid afschieten op plaatsen waar dit niet is toegestaan). | |||||
Ontheffing verlenen van het verbod in art. 22 lid 1 Afvalstoffenverordening (storten van afval buiten een afvalstortplaats). | |||||
Vaststellen van het rooster en het vaststellen van de daarbij genormeerde vergoeding rondom gymnastiek onderwijs op basis van de Wet op Primair Onderwijs en de Wet op de Expertise Centra. | |||||
Besluiten op aanvragen voor voorzieningen vanuit het onderwijsprogramma en het huisvestingsoverzicht op basis van de Wet op het Primair Onderwijs en de Verordening voorziening huisvesting onderwijs gemeente Epe 2015. | |||||
Besluiten tot inschrijving van een kinderopvang op een peuterspeelzaal of een besluit tot gegevenswijziging van een kinderopvang of een peuterspeelzaal op basis van artt. 1.46 juncto 1.47, artt. 2.3 juncto 2.4 van de (Wko) | |||||
Besluiten tot het afgeven van een aanwijzing aangaande een kinderopvang of een peuterspeelzaal op basis van artt. 1.65 juncto 2.23 Wko. | |||||
Benoemen van een gemeentelijk lijkschouwer op grond van art. 4 Wet op de lijkbezorging. | |||||
Besluiten tot het vaststellen van de noodzaak van kinderopvang o.g.v. sociaal-medische indicatie op grond van art. 3. | |||||
Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten | |||||
Als de wethouder fungeert als loco-burgemeester is het mandaat niet van toepassing. | |||||
Als de wethouder fungeert als loco-burgemeester is het mandaat niet van toepassing. Het mandaat omvat tevens de bevoegdheid tot het doen horen van betrokkene als bedoeld in artikel 7:1, derde lid, onderdeel b, van de Wvggz. | |||||
Hulp inroepen van ambtenaren van politie bij de tenuitvoerlegging of uitvoering van de crisismaatregel, de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel onderscheidenlijk de zorgmachtiging op grond van art.8:1, lid 4 resp. 5 | |||||
Binnen 14 dagen na ontvangst melding dient het verkennend onderzoek gereed te zijn. | |||||
Binnen 14 dagen na ontvangst melding dient het verkennend onderzoek gereed te zijn. | |||||
Doen van een aanvraag tot verplichte zorg op grond van art. 5:2, lid 3 en lid 5. | Binnen 14 dagen na ontvangst melding dient het verkennend onderzoek gereed te zijn. Ondertekend met: Coördinator coördinatiepunt Leefbaar & Veiligheid. | ||||
Bericht aan melder dat geen noodzaak is tot verplichte zorg op grond van art. 5:2, lid 4. | Alleen beroepsmogelijkheid voor personen genoemd in art 5:2, lid onder a t/m d. Ondertekend met: Coördinator coördinatiepunt Leefbaar & Veiligheid. | ||||
Ondertekend met: Coördinator coördinatiepunt Leefbaar & Veiligheid. | |||||
Schriftelijk de melder informeren over beslissing van de officier van justitie op grond van art. 5:16, lid 2. | Ondertekend met: Coördinator coördinatiepunt Leefbaar & Veiligheid. | ||||
De gemeente Apeldoorn is bevoegd met ingang van 1 januari 2018, werkzaamheden te verrichten voor de gemeente Epe zoals omschreven is in bijlage I, van de uitvoeringsovereenkomst, ter uitvoering van taken met betrekking tot regelgeving op het terrein van Werk en Inkomen. | College burgemeester en wethouders van Apeldoorn: Het betreffende mandaatregister van Apeldoorn is onverkort van toepassing. | Zie de uitvoeringsovereenkomst voor dienstverlening op het terrein van werk en inkomen d.d. 01-01—2021, zaaknummer 120566 en Mandaatbesluit Gemeenteblad 2020-91066. | |||
De bevoegdheid om het college, c.q. de gemeente Epe in rechte te vertegenwoordigen. | College burgemeester en wethouders van Apeldoorn overeenkomstig de in de gemeente Apeldoorn gehanteerde bevoegdhedenlijst. | De machtiging heeft alleen betrekking op de vertegenwoordiging inzake bezwaar- en (hoger) beroepschriften die door de gemeente Apeldoorn in opdracht van de gemeente Epe worden behandeld. De bevoegdheid kan worden doorgemandateerd. Gemeentelijke functionarissen staan vermeld in een afzonderlijk besluit Gemeenteblad 2020-91063. | |||
Besluiten op aanvragen in het kader van de Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wet Sociale Werkvoorziening. | |||||
Besluiten op een verzoek om schuldhulpverlening op grond van art. 4a van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. | Deze besluiten zien op verzoeken van natuurlijke personen, niet zijnde verzoeken van een eensmanszaak, VOF of commanditaire vennootschap. Ondertekend met: Medewerker budgetadvisering en schuldhulpverlening. | ||||
Besluiten tot het buiten behandeling stellen van een aanvraag op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet en de Verordening maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp Gemeente Epe. | |||||
Besluiten op een aanvraag om een individuele maatwerkvoorziening (natura en PGB) en aansluitend hierop het aangaan en ondertekenen van dienstverleningsopdracht, alsmede het herzien, intrekken, vorderen van de geldswaarde en het terugvorderen van voorzieningen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Verordening maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp Gemeente Epe. | Betreft niet besluiten op grond van de hardheidsclausule op grond van art. 14 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp gemeente Epe. Betreft ook de volmacht om de dienstverleningsopdracht te beëindigen. | ||||
Besluiten tot het intrekken van een beschikking en beëindiging van de dienstverleningsopdracht en daarmee beëindigen van een voorziening op grond van art. 8, lid 2 Verordening maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp Gemeente Epe juncto art. 2.3.10, lid 1, onder b, van de Wet maatschappelijke ondersteuning. | Ondertekend met: Administratief medewerker Wmo. Betreft alleen het geval genoemd in art.8, lid 2 v.o. juncto art. 2.3.10, lid 1, onder b Wmo. | ||||
Machtiging op basis van art. 2.4 Jeugdwet te verlenen om namens de gemeente Epe een verzoek tot onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming in te dienen middels CORV | |||||
Machtiging te verlenen om namens de gemeente Epe notificaties te ontvangen in CORV. | |||||
Besluiten op een aanvraag om een individuele maatwerkvoorziening (natura en PGB) en aansluitend hierop het aangaan en ondertekenen van dienstverleningsopdracht , alsmede het herzien, intrekken en vorderen van de geldswaarde op grond van de Jeugdwet en de Verordening maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp gemeente Epe. | Betreft niet besluiten op grond van de hardheidsclausule op grond van art. 14 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp gemeente Epe. Ondertekend met: Toetser Jeugdzorg. Betreft ook de volmacht om de dienstverleningsopdracht te beëindigen. | ||||
Besluiten tot het intrekken van een beschikking en beëindiging van de dienstverleningsopdracht en daarmee beëindigen van een voorziening op grond van art. 8, lid 2 Verordening maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp Gemeente Epe juncto art. 8.1.4, lid 1, onder b, van de Jeugdwet. | Betreft alleen het geval genoemd in art.8, lid 2 v.o. juncto art. 8.1.4, lid 1, onder b, van de Jeugdwet. | ||||
Machtiging uithuisplaatsing (BW bk1 265b2) Het aan de Raad voor de kinderbescherming of het openbaar ministerie overleggen van het besluit van het college van burgemeester en wethouders, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de Jeugdwet. | |||||
Machtiging plaatsing gesloten jeugdzorg Het nemen van het besluit omtrent het treffen van voorzieningen wanneer het college een besluit als bedoeld onder Q.9 nog niet eerder heeft genomen. | |||||
Bijlage 2 Toelichting Mandaat- en volmachtregeling Epe 2021
Integraal management is in Epe al een flink aantal jaren de grondslag voor de organisatie. Integraal management betekent: taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zo veel mogelijk op- en overdragen aan hen die voor de producten van de gemeente in juridische zin verantwoordelijk zijn en de managers integraal verantwoordelijkheid laten dragen voor die producten en de daarvoor benodigde middelen. Die uitgangspunten gelden nog steeds.
In de voorgaande regeling waren twee afzonderlijke besluiten (bevoegdhedenbesluit college 2016 en bevoegdhedenbesluit burgemeester 2016) met elk daarop gebaseerde bevoegdhedenlijsten. Het is voor de lezer overzichtelijker om beide besluiten te integreren en de daarop gebaseerde bevoegdhedenlijsten in het geheel als één regeling vast te stellen, bekend te maken en beschikbaar te stellen. Nieuw in de huidige mandaat- en volmacht regeling zijn de artikelen 1, tweede lid en artikel 2.
Het wettelijk kader is de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht (Titel 10.1), het Organisatiebesluit gemeente Epe 2015 en enig ander wettelijk voorschrift van Rijk, provincie of gemeente.
Mandaat, machtiging en volmacht
Bij mandaat, machtiging en volmacht gaat het om het verrichten van handelingen namens het college van Burgemeester en Wethouders of de burgemeester. Het verschil tussen de drie vormen van vertegenwoordiging is het soort handeling dat wordt verricht.
Mandaat geldt voor besluiten als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht.
Onder mandaat wordt verstaan de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen (art. 10:1 Awb).
Ingevolge artikel 10:3, tweede lid Awb zijn de volgende beslissingsbevoegdheden uitgesloten van mandaat:
Artikel 10:3, derde lid Awb bepaalt dat mandaat tot het beslissen op een bezwaarschrift niet wordt verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.
Volmacht geldt voor privaatrechtelijke rechtshandelingen.
Machtigingen gelden voor alle overige handelingen.
In de mandaatbesluiten wordt uitgegaan van de volgende gelaagdheid in de mandatering:
Naast het ambtelijk mandaat kennen we in onze organisatie ook het bestuurlijk mandaat (artikel 1 en 3). Het college mandateert dan bevoegdheden aan een portefeuillehouder. Deze mogelijkheid beoogt de afdoening van stukken op bestuurlijk niveau te versnellen.
Het mandaat wordt verleend aan functies en functionarissen en niet aan met name genoemde personen. Bij besluit aangewezen plaatsvervangers treden van rechtswege in de bevoegdheid van deze functionaris bij diens afwezigheid.
De functies van directie en gemeentesecretaris vallen weliswaar samen, maar zijn twee afzonderlijke functies. Dat is in de tekst tot uiting gebracht.
Vervanging van de directie loopt via de lijn van de afdelingsmanagers. De directie wordt vervangen door twee managers gezamenlijk. Dit is in het organisatiebesluit gemeente Epe 2015 beschreven.
Een afdelingsmanager wordt vervangen door een van de andere afdelingsmanagers. Vervanging van een projectleider dient bij de instelling van het project te worden geregeld. Voor vervanging in de rest van de organisatie geldt de algemene regel dat de naast hogere, functioneel leidinggevende treedt in de bevoegdheden van een gemandateerde functionaris. Deze algemene vervangingsregeling geldt niet indien in de functieomschrijving hierop een uitzondering is gemaakt.
De hier beschreven vervangingsregeling heeft geen invloed c.q. betrekking op de vervangingsregeling zoals deze in rechtspositionele zin geldt.
Beslissings- en ondertekeningsmandaat
Onderscheid wordt gemaakt tussen beslissings- en ondertekeningsmandaat.
Artikel 10:10 Awb bepaalt dat een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit genomen is. In de Memorie van Toelichting is opgenomen dat ook naar buiten toe duidelijk moet zijn dat de gemandateerde de bevoegdheid uitoefent onder verantwoor-delijkheid van de mandaatgever. Wanneer sprake is van ondermandaat dient bij het besluit in ieder geval de oorspronkelijke mandaatgever te worden vermeld. In dat geval blijkt uit de ondertekening namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen.
Het aantal functies in de organisatie is beperkt. Dat betekent dat meerdere medewerkers dezelfde functie kunnen hebben. Het is niet wenselijk dat de rompfunctie in de ondertekening wordt gebruikt, omdat dit onvoldoende onderscheidend is en omdat medewerkers zich er niet in herkennen en andere, van de voorgeschreven ondertekening afwijkende benamingen zijn gaan gebruiken. Daarom wordt, voor de daarvoor in aanmerking komende gevallen, aan de rompfunctie een roepnaam toegevoegd, waarmee moet worden ondertekend. Deze naam wordt op de bij de bevoegdhedenbesluiten behorende lijsten vermeld, bij de opmerkingen.
Daarnaast heeft de directie zich uitgesproken voor een meer eigentijdse ondertekening van brieven en besluiten. Voor besluiten leidt dat tot de volgende, gewijzigde ondertekening
namens burgemeester en wethouders,
Initialen (evt. voornaam) naam
Initialen (evt. voornaam) naam
De datum van het besluit wordt beschouwd als de datum waarop het besluit is genomen.
In artikel 10:11, eerste lid Awb is opgenomen dat een bestuursorgaan kan bepalen dat door hem genomen besluiten namens hem kunnen worden ondertekend, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet. Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat in dat geval uit het besluit moet blijken, dat het door het bestuursorgaan zelf is genomen.
In de Memorie van Toelichting bij dit artikel staat dat als algemeen uitgangspunt behoort te gelden dat degene die een besluit neemt het besluit ook ondertekent; afdoening en ondertekening dienen hand in hand te gaan. Desalniettemin kan het onder omstandigheden gewenst zijn dat de ondertekening door een ander geschiedt dan door degene die het besluit genomen heeft. Ondertekeningsmandaat is dan ook in beginsel mogelijk. Naar buiten dient kenbaar te worden gemaakt, dat het besluit door het bevoegde bestuursorgaan zelf is genomen, zodat geen verwarring met mandaat mogelijk is.
Dat kan door deze formulering in het besluit op te nemen:
“Overeenkomstig het door het college van burgemeester en wethouders (de Burgemeester) genomen besluit”.
Digitale (besluit)voorbereiding
Een al enige jaren ingezette ontwikkeling is besluitvorming die plaatsvindt binnen het digitale Zaaksysteem. In dit systeem wordt een werkproces doorlopen dat leidt dit tot een digitaal tot stand gekomen besluit.
Het heeft de voorkeur om besluiten die via het Zaaksysteem tot stand komen te mandateren aan de betreffende teamleider. Naar buiten toe is de teamleider de functionaris die op het besluit aanspreekbaar is. Zijn functie wordt in de bevoegdhedenlijsten als zodanig genoemd. Binnen het Zaaksysteem kan de procesverantwoordelijke in overleg met de teamleider bepalen op welke wijze de voorbereiding van het besluit daadwerkelijk plaatsvindt.
De mandaatgever kan de gemandateerde per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid (artikel 10:6 Awb).
De mandaatgever blijft bevoegd de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen (artikel 10:7 Awb).
Anders dan bij delegatie zijn bij mandaat aanwijzingen denkbaar die een volledig intern karakter hebben.
Indien de aanwijzingen een vaste gedragslijn bevatten en zij ook overigens aan de criteria van artikel 1:3, vierde lid, Awb voldoen, dienen zij te worden beschouwd als beleidsregels, en worden daaraan de rechtsgevolgen van Titel 4.4 verbonden (Memorie van Toelichting bij artikel 10:6 Awb).
Uit jurisprudentie is inmiddels duidelijk geworden dat het in strijd met de rechtszekerheid wordt geacht indien het in een mandaatregeling aan de gemandateerde wordt overgelaten te beoordelen of een zaak bestuurlijke gevoelig ligt. De formulering van de tekst wordt daarom aangepast en de omstandigheden op grond waarvan de gemandateerde kan besluiten geen gebruik van zijn mandaat te maken, worden hieronder duidelijker omschreven.
De gemandateerde is bevoegd tot het nemen van besluiten tenzij:
a. het te nemen besluit valt buiten het taakgebied van de gemandateerde;
b. advies nodig is van een ander organisatieonderdeel of een derde en het advies en het eigen standpunt niet op elkaar aansluiten respectievelijk niet tot dezelfde conclusie leiden;
c. uit overleg met de portefeuillehouder blijkt dat de portefeuillehouder het voorstel aan het ter zake bevoegd bestuursorgaan wil voorleggen;
d. het besluit een afwijking zou inhouden van het bestaande beleid, richtlijnen, voorschriften en dergelijke;
e. het besluit overschrijding van budgetten of kredieten zou inhouden;
f. de mandaatgever vooraf te kennen heeft gegeven zelf te willen beslissen.
Indien zich één of meer van boven beschreven situaties voordoet, dan besluit het ter zake bevoegd bestuursorgaan zelf.
Beheer van de bevoegdhedenbesluiten en -lijsten (register)
Het beheer van de mandaatbesluiten en de bij die besluiten behorende lijsten, berust bij de afdeling Ondersteuning, team Advies en Administratie, juridische zaken. Voor het beheer van het register is juridische zaken afhankelijk van een deugdelijke en tijdige informatievoorziening van wijzigingen/aanvullingen.
Wijzigingen en aanvullingen in mandaatlijsten
Onderscheid wordt gemaakt in wijzigingen in functiebenamingen en andere wijzigingen.
Wijzigingen in functiebenamingen kunnen ambtshalve plaats vinden. De verantwoordelijkheid voor het doorgeven van deze wijzigingen aan juridische zaken, berust bij de afdelingsmanagers.
Voor andere wijzigingen in de ambtelijke mandaatlijsten is een schriftelijk besluit van de mandaat-gever nodig. Omdat er sprake is van een gelaagdheid in de mandatering kan het aan functionarissen verleende mandaat worden gewijzigd door een hiërarchisch hogere functionaris. De mandaatgever kan het mandaat immers te allen tijde intrekken (artikel 10:8 Awb). De verantwoordelijkheid voor het doorgeven van deze wijzigingen aan juridische zaken berust bij de mandaatgever.
De mandaatbesluiten treden eerst in werking als ze zijn bekendgemaakt overeenkomstig Afdeling 3:6 Awb. Het moment van inwerkingtreding is bepaald op de dag na bekendmaking van het besluit.
Veel van de besluiten die onder mandaat worden genomen hebben externe werking en moeten daarom ook extern bekend gemaakt worden. De mandaatbesluiten met uitsluitend interne werking moeten intern bekend gemaakt worden. Na vaststelling door het college van Burgemeester en Wethouders cq. burgemeester worden deze besluiten intern bekendgemaakt.
In de lijst wordt tot uitdrukking gebracht dat het bestuur de verantwoordelijkheid voor het functioneren van het ambtelijk apparaat aan de directie in mandaat heeft gegeven. In artikel 4, derde lid, van de mandaat- en volmachtregeling Epe 2021 wordt de hiërarchische lijn van het ambtelijk mandaat vastgelegd.
In de algemene lijst zijn alle bevoegdheden vermeld die van toepasing zijn op alle afdelingen. Deze worden onderscheiden van de bevoegdheden die een manager heeft voor onderwerpen die aan zijn afdeling zijn toegewezen.
In de lijst wordt tot uitdrukking gebracht dat de directie de verantwoordelijkheden voor het functioneren van de eigen afdeling aan de afdelingsmanagers in ondermandaat heeft gegeven.