Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Steenbergen

Subsidieregeling kunst, cultuur en erfgoed gemeente Steenbergen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSteenbergen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling kunst, cultuur en erfgoed gemeente Steenbergen
CiteertitelSubsidieregeling kunst, cultuur en erfgoed gemeente Steenbergen.
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpkunst, cultuur en erfgoed

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Subsidieregeling kunst en cultuur gemeente Steenbergen 2015

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR357004/2
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-2021wijziging art 16

14-12-2021

gmb-2021-462163

2140928
01-09-202101-12-2021nieuwe regeling

20-07-2021

gmb-2021-308591

2120896

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling kunst, cultuur en erfgoed gemeente Steenbergen

 

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling kunst, cultuur en erfgoed gemeente Steenbergen

 

Burgemeester en wethouders van Steenbergen:

Overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan de gemeentelijke doelstellingen op het gebied van kunst, cultuur en erfgoed;

 

Overwegende dat het gewenst is cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs te stimuleren, en daarmee kinderen een kans word geboden om hun creatief talent te ontdekken en te ontwikkelen;

 

Overwegende dat de gemeente Steenbergen een Algemene subsidieverordening heeft opgesteld en het daarnaast noodzakelijk is nadere regels vast te stellen waarin is aangegeven welke activiteiten worden gesubsidieerd en de nadere voorwaarden vast te stellen waaronder subsidies worden verstrekt;

 

Gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Steenbergen 2015 en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluiten: vast te stellen de Subsidieregeling kunst, cultuur en erfgoed gemeente Steenbergen.

 

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aanbieder: een natuurlijk persoon die gecertificeerd is tot uitvoering van culturele vormingsactiviteiten; een docent is gecertificeerd wanneer hij/zij een diploma van een kunstvakopleiding kan overleggen op ten minste HBO-niveau, of als hij/zij een bewijs van inschrijving van minimaal het tweede studiejaar van een dergelijke opleiding kan overleggen; het college erkent een rechtspersoon als aanbieder als zij werkt met personeel die aan genoemde voorwaarden voldoet;

  • b.

    aantal leerlingen: het aantal leerlingen van een school zoals gepubliceerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs;

  • c.

    activiteitenplan: een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen en waarin per activiteit de daarvoor benodigde personele en materiële middelen wordt vermeld;

  • d.

    ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Steenbergen 2015;

  • e.

    beleidsplan cultuureducatie: een document, opgesteld door de interne cultuurcoördinator, waarin een school haar visie op cultuureducatie vastlegt en waarin de randvoorwaarden om deze visie uit te voeren (waaronder financiële middelen, personele uren en een inhoudelijke planning) zijn bepaald;

  • f.

    begroting: een schriftelijk overzicht van alle voor het kalenderjaar geraamde kosten en uitgaven van een rechtspersoon, voor zover deze betrekking hebben op de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Het vermeldt tevens een globale vergelijking met de gerealiseerde inkomsten en uitgaven van het voorgaande kalenderjaar;

  • g.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • h.

    cultuur: immaterieel cultureel erfgoed (inclusief volkscultuur), bibliotheken en media (fotografie, nieuwe media, literatuur) en de kunsten (amateurkunst, beeldende kunst, podiumkunsten).

  • i.

    cultureel evenement: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak op het gebied van kunst, cultuur en erfgoed;

  • j.

    cultuureducatie: alle vormen van educatie (waaronder kunsteducatie, literatuureducatie, media-educatie en erfgoededucatie) binnen het primair onderwijs in de gemeente Steenbergen, waarbij cultuur als doel of als middel wordt ingezet;

  • k.

    cursusjaar: het tijdvak dat loopt van 1 augustus tot en met 31 juli daaraanvolgend;

  • l.

    erfgoed: roerende en onroerende, materiele en immateriële zaken die mensen waarderen, zich mee identificeren en willen bewaren voor toekomstige generaties.

  • m.

    dekkingsplan: een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteit, onder vermelding van de stand van zaken daarvan;

  • n.

    gemeente: gemeente Steenbergen;

  • o.

    interne cultuurcoördinator: een leerkracht werkzaam binnen een school die door middel van een gecertificeerde cursus geschoold is om cultuureducatiebeleid voor de school op te stellen en de uitvoering ervan te coördineren en hiervoor tenminste twintig taakuren per schooljaar beschikbaar heeft;

  • p.

    school: een school of onderwijsinstelling zoals bepaald in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs, gelegen in de gemeente Steenbergen;

  • q.

    schooljaar: het tijdvak van 1 augustus tot en met 31 juli daaraanvolgend;

  • r.

    sociale cohesie: de mate waarin mensen in hun gedrag en beleving uitdrukking geven aan hun betrokkenheid bij maatschappelijke verbanden in hun persoonlijk leven, als lid van de maatschappij en als burger in de samenleving;

  • s.

    Steenbergs belang: een activiteit moet specifiek beschikbaar zijn voor en gericht zijn op inwoners van de gemeente Steenbergen. Een subsidieaanvraag dient een aantoonbare bijdrage te leveren aan de door de raad vastgestelde beleidsdoelen;

  • t.

    werkplan: een op schrift gesteld besluit van het bestuur van een rechtspersoon die subsidie ontvangt, waarin voor de periode van een jaar een beschrijving en motivering wordt gegeven van de aard en omvang van de (subsidiabele) activiteiten van een aanvrager in relatie tot de gestelde doelen en waarin wordt aangegeven met welke middelen de beoogde doeleinden worden bereikt. Een overzicht vermeldt tevens per activiteit de daarvoor benodigde kosten (personele- en materiële middelen).

Artikel 2. Subsidievormen

  • 1.

    Overeenkomstig artikel 11, tweede lid, van de ASV, kunnen subsidievormen vastgesteld worden.

  • 2.

    Het verstrekken van eenmalige subsidie, als bedoeld in artikel 6, tweede lid onder a, van de ASV, geschiedt in ieder geval in de vorm van een:

    • a.

      subsidie kunst, cultuur en erfgoed: een subsidie om activiteiten van eenmalige, projectmatige aard uit te voeren.

  • 3.

    Het verstrekken van structurele subsidies, als bedoeld in artikel 6, tweede lid onder b, van de ASV, geschiedt in ieder geval in de vorm van een:

    • a.

      subsidie cultuureducatie primair en voortgezet onderwijs.

    • b.

      subsidie musea.

    • c.

      subsidie erfgoed.

    • d.

      subsidie platform kunst en cultuur.

    • e.

      subsidie samenwerking muziek en jeugd.

Artikel 3. Aanvullende weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 10 van de ASV kan subsidieverlening worden geweigerd wanneer:

  • a.

    de organisatorische en/of financiële continuïteit van een aanvrager en/of een activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd onvoldoende is gewaarborgd;

  • b.

    het een activiteit betreft met een commercieel karakter of waarbij sprake is van winstoogmerk of waarvan de opbrengst bestemd is voor een goed doel;

  • c.

    een subsidieontvanger geen eigen middelen inbrengt, indien het een subsidie betreft als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a;

  • d.

    het een activiteit betreft die in het verlengde ligt of is afgeleid van activiteiten waarvoor reeds een subsidie is ontvangen op grond van deze subsidieregeling, tenzij er sinds de laatste toekenning relevante gewijzigde omstandigheden hebben plaatsgevonden;

  • e.

    het een activiteit betreft waarvoor een subsidie is verleend op grond van een andere subsidieregeling van de gemeente;

  • f.

    de begroting en het werkplan zoals aangegeven in de aanvraag onvoldoende aannemelijk geacht wordt door het college;

  • g.

    de activiteit niet past binnen het gemeentelijke beleid en de wet- en regelgeving;

  • h.

    er geen overeenstemming bereikt is over het beheer en onderhoud, inclusief de beheerkosten tussen de aanvrager en de grondeigenaar indien het een fysieke activiteit betreft;

  • i.

    de gemeente het aannemelijk acht dat de veiligheid van de deelnemers aan de activiteit niet voldoende kan worden gewaarborgd.

Artikel 4. Verplichtingen

  • 1.

    Het college kan een verplichting opleggen ten aanzien van de bevordering van het Steenbergs belang.

  • 2.

    Indien de voortgang van de uitvoering van activiteiten of de prestaties niet corresponderen met de planning in een aanvraag of bijbehorende begroting, dan brengt een subsidieontvanger het college daarvan onverwijld op de hoogte. Tevens wordt door een subsidieontvanger aangegeven op welke wijze, binnen welk tijdsbestek en met welke financiële consequenties de realisatie van het werkplan alsnog zal worden bereikt.

  • 3.

    Het college kan in een verleningsbeschikking een subsidieontvanger verplichten tussentijds verslag uit te brengen over de voortgang van een activiteit dan wel de realisatie van prestaties.

  • 4.

    Een subsidieontvanger stelt het college onverwijld op de hoogte van:

    • a.

      haar faillissement of het voornemen tot het doen van aangifte daarvan, of haar surseance van betaling of het aanvragen daarvan;

    • b.

      wijzigingen van de statuten en de bestuurssamenstelling.

Artikel 5. Uitbetaling

  • 1.

    Subsidies tot € 5000,- worden in een keer vastgesteld.

  • 2.

    De verleningsbeschikking, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt tevens beschouwd als het besluit tot subsidievaststelling.

  • 3.

    Indien uit de verantwoording blijkt dat er geen of onvoldoende activiteiten zijn uitgevoerd, kan in afwijking van artikel 6, lid 1, de subsidie lager worden vastgesteld dan de toegekende subsidie.

  • 4.

    Subsidies vanaf € 5000,- worden uitbetaald in twee delen:

    • a.

      80% als voorschot, voorafgaand aan de activiteit (verleningsbeschikking);

    • b.

      20% nadat de eindafrekening is ingediend en goedgekeurd (vaststellingsbeschikking).

Hoofdstuk 2. Eenmalige subsidie kunst, cultuur en erfgoed

Artikel 6. Toepassingsbereik en doelgroep

  • 1.

    Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 7 bedoelde activiteiten.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1 van de ASV kan:

    • a.

      een aanvraag om subsidie uitsluitend door een rechtspersoon binnen de gemeente Steenbergen worden ingediend;

    • b.

      uitsluitend aan een rechtspersoon subsidie worden verleend.

Artikel 7. Activiteiten en criteria

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die voldoen aan de hieronder genoemde criteria:

  • a.

    Een activiteit om kunst, cultuur en/of erfgoed uit de gemeente te presenteren en bekend te maken aan een groter publiek.

  • b.

    Het opknappen en/of restaureren van een kunst-, cultuur- of erfgoedobject dat hoort bij de geschiedenis van de gemeente. Het object dient zich in een openbaar toegankelijke ruimte of plek te bevinden.

  • c.

    Het organiseren van een openbaar toegankelijke activiteit op het gebied van kunst, cultuur en/of erfgoed in de gemeente Steenbergen.

  • d.

    Het ontwikkelen en produceren van materiaal, bedoeld voor de presentatie, beleving en/of beoefening van kunst, cultuur en erfgoed in de gemeente.

  • e.

    Voor jubilea geldt dat deze niet subsidiabel zijn, tenzij de activiteit zelf waarmee het jubileum wordt gevierd, b.v. een openbaar toegankelijk(e) optreden of tentoonstelling, zo bijzonder of waardevol wordt geacht dat om die reden subsidie wordt verstrekt.

Artikel 8. Berekening en toekenning subsidie

  • 1.

    Een subsidie bedraagt 50% van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd tot een maximum van €500.

  • 2.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van de activiteit als bedoeld in artikel 7 en die de normale kosten van de activiteit van een aanvrager te boven gaan.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    • a.

      diensten van vrijwilligers;

    • b.

      reis- en verblijfkosten;

    • c.

      aanschaf van materialen en goederen die later voor privédoeleinden worden gebruikt;

    • d.

      cateringkosten;

    • e.

      kosten voor uitgeloofde prijzen en/of de kosten die niet in de oorspronkelijke aanvraag zijn genoemd of begroot.

  • 4.

    Het toegekende subsidiebedrag wordt vastgesteld aan de hand van het door de aanvrager ingediende plan en begroting.

  • 5.

    Een aanvraag om subsidie dient, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, enkel toegelicht te worden met:

    • a.

      een activiteitenplan;

    • b.

      een begroting.

  • 6.

    Een aanvraag om een subsidie kan, in afwijking van artikel 8, derde lid, van de ASV, gedurende het gehele jaar worden ingediend, maar ten minste twaalf weken voor aanvang van een activiteit.

  • 7.

    Een aanvrager kan eenmaal per twee jaar een subsidie aanvragen.

Artikel 9. Verantwoording

Een aanvrager dient de besteding van de subsidie, in afwijking van artikel 16, tweede lid, van de ASV, binnen acht weken na afloop van de activiteit te verantwoorden door het indienen van een eindafrekening en een verslag, waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht.

Hoofdstuk 3. Subsidie cultuureducatie primair en voortgezet onderwijs

Artikel 10. Toepassingsbereik en doelgroep

  • 1.

    Het bepaalde in dit hoofdstuk is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 11 bedoelde activiteiten.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1 van de ASV kan subsidie kan uitsluitend verstrekt worden aan een school binnen de gemeente Steenbergen:

    • a.

      waar ten minste één interne cultuurcoördinator werkzaam is;

    • b.

      dat een actueel beleidsplan cultuureducatie heeft vastgesteld.

Artikel 11. Activiteiten en criteria

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die voldoen aan de hieronder genoemde criteria:

  • a.

    culturele bezoeken, zoals aan podiumkunst, bioscoop, museum, atelier, bibliotheek, creativiteitscentrum, archief, architectuur of monumenten;

  • b.

    culturele gastlessen van een kunstenaar, theaterdocent, dansdocent, schrijver of erfgoeddeskundige;

  • c.

    culturele projecten, zoals de huur van projectkisten kunst en cultuur, het maken van een schoolvoorstelling of tentoonstelling;

  • d.

    de aanschaf van cultuureducatief materiaal voor projecten en/of incidenteel gebruik;

Artikel 12. Berekening en toekenning subsidie

  • 1.

    Een subsidie bedraagt:

    • a.

      voor het primair onderwijs €500 per school per jaar plus €7 maal het aantal leerlingen, per 1 oktober voorafgaand aan het schooljaar van een aanvraag.

    • b.

      voor het voortgezet onderwijs €2000 per school per jaar.

  • 2.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 11.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    • a.

      personele kosten, niet zijnde personele kosten van een vakleerkracht muziek, drama of dans;

    • b.

      kosten van activiteiten, materialen (niet zijnde materialen als bedoeld in artikel 15 onder d) of huisvesting die niet direct gerelateerd zijn aan cultuureducatie;

    • c.

      kosten van de ontwikkeling van een beleidsplan cultuureducatie en reguliere nascholing van docenten.

  • 4.

    Een aanvraag om subsidie dient, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, enkel toegelicht te worden met:

    • a.

      een activiteitenplan;

    • b.

      beleidsplan cultuureducatie;

  • 5.

    Een aanvraag om subsidie kan maximaal één maal per schooljaar worden ingediend.

  • 6.

    Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 8, derde lid, van de ASV, ingediend uiterlijk acht weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 7.

    Het college geeft de verleningsbeschikking, in afwijking van artikel 9, tweede lid, van de ASV, af binnen acht weken na een aanvraag.

Artikel 13. Verantwoording

Een aanvrager dient de besteding van de subsidie over het gehele schooljaar, in afwijking van artikel 16, tweede lid, van de ASV, uiterlijk 1 oktober van het daaropvolgende schooljaar te verantwoorden door het indienen van een verslag, waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, en een overzicht van de gemaakte kosten.

Hoofdstuk 4. Subsidie Musea

Artikel 14. Toepassingsbereik en doelgroep

  • 1.

    Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 15 bedoelde activiteiten.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1 van de ASV kan subsidie kan uitsluitend verstrekt worden aan een museum in de gemeente Steenbergen die een eigen rechtspersoon vormt op non-profitbasis.

Artikel 15. Activiteiten en criteria

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die voldoen aan alle hieronder genoemde criteria:

  • 1.

    Het exploiteren van een museum in de gemeente Steenbergen, dat in de periode april t/m oktober minimaal twee dagdelen, verspreid over twee dagen per week open is voor publiek.

  • 2.

    Het organiseren en aanbieden van publieksmanifestaties en tentoonstellingen in het museumgebouw.

  • 3.

    Het organiseren en aanbieden van educatieve activiteiten voor het onderwijs en/of de museumbezoeker in het museumgebouw.

  • 4.

    Het beheren van een collectie en/of gebouwen die de geschiedenis van Steenbergen tonen.

Artikel 16. Berekening en toekenning subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal €1500 per kalenderjaar.

  • 2.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit als bedoeld in artikel 15.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    • a.

      diensten van vrijwilligers;

    • b.

      reis- en verblijfkosten;

    • c.

      aanschaf van materialen en goederen die later voor privédoeleinden worden gebruikt;

    • d.

      cateringkosten;

    • e.

      kosten voor uitgeloofde prijzen en/of de kosten die niet in de oorspronkelijke aanvraag zijn genoemd of begroot.

  • 4.

    Een aanvraag om subsidie dient, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, enkel toegelicht te worden met:

    • a.

      een activiteitenplan;

    • b.

      een begroting.

  • 5.

    Een aanvraag om subsidie dient ieder jaar voor 1 mei ingediend te worden voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 6.

    Het college geeft een verleningsbeschikking af uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 17. Verantwoording en vaststelling

Een aanvrager dient de besteding van de subsidie, in afwijking van artikel 16, tweede lid, van de ASV, uiterlijk 1 mei van het daaropvolgende subsidiejaar schriftelijk en getekend door ten minste één lid van het bestuur van de rechtspersoon te verantwoorden door het indienen van een verslag, waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, en waarin de jaarrekening en een activiteitenoverzicht, inclusief aantal bezoekers en deelnemers zijn opgenomen.

Hoofdstuk 5. Subsidie Erfgoed

Artikel 18. Toepassingsbereik en doelgroep

  • 1.

    Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 19 bedoelde activiteiten.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1 van de ASV kan subsidie kan uitsluitend verstrekt worden aan verenigingen en stichtingen die de bevordering van erfgoed en geschiedenis in de gemeente Steenbergen in de statuten hebben vermeld als hoofddoelstelling.

Artikel 19. Activiteiten en criteria

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die voldoen aan de hieronder genoemde criteria:

Het actief onder de aandacht brengen voor inwoners en bezoekers van de gemeente van erfgoed en geschiedenis van de gemeente Steenbergen, onder andere door middel van lezingen, publicaties, optredens, rondleidingen en cursussen.

Artikel 20. Berekening en toekenning subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal €400 per kalenderjaar.

  • 2.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van de activiteit als bedoeld in artikel 19.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    • a.

      diensten van vrijwilligers;

    • b.

      reis- en verblijfkosten;

    • c.

      aanschaf van materialen en goederen die later voor privédoeleinden worden gebruikt;

    • d.

      cateringkosten;

    • e.

      kosten voor uitgeloofde prijzen en/of de kosten die niet in de oorspronkelijke aanvraag zijn genoemd of begroot.

  • 4.

    Een aanvraag om subsidie dient, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, enkel toegelicht te worden met:

    • a.

      een activiteitenplan;

    • b.

      een begroting.

  • 5.

    Een aanvraag om subsidie dient ieder jaar voor 1 mei ingediend te worden voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 6.

    Het college geeft een verleningbeschikking af uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 21. Verantwoording

Een aanvrager dient de besteding van de subsidie, in afwijking van artikel 16, tweede lid, van de ASV, uiterlijk 1 mei van het daaropvolgende subsidiejaar schriftelijk en getekend door ten minste één lid van het bestuur van de rechtspersoon te verantwoorden door het indienen van een verslag, waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, en waarin de jaarrekening en een activiteitenoverzicht, inclusief aantal bezoekers en deelnemers zijn opgenomen.

Hoofdstuk 6. Subsidie Platform kunst en cultuur

Artikel 22. Toepassingsbereik en doelgroep

  • 1.

    Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 23 bedoelde activiteiten.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1 van de ASV kan subsidie kan uitsluitend verstrekt worden aan de stichting platform kunst en cultuur.

Artikel 23. Activiteiten en criteria

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die voldoen aan de hieronder genoemde criteria,

met als doel het versterken van het culturele klimaat in de gemeente door inzet van kunst, cultuur en erfgoed:

  • 1.

    Het organiseren van een jaarlijkse kunsttentoonstelling in de gemeente Steenbergen.

  • 2.

    Het jaarlijks organiseren van een manifestatie kunst, cultuur en erfgoed in de gemeente met kunstenaars, artiesten en organisaties uit de gemeente.

  • 3.

    Het organiseren van de jaarlijkse Open Monumentendag

  • 4.

    Het beheren en actueel houden van een website waarin alle culturele en erfgoedverenigingen in de gemeente zich kunnen presenteren.

  • 5.

    Het beheren en laten vervaardigen van kunstbanieren, bedoeld voor presentatie in de openbare ruimte.

  • 6.

    Het stimuleren van deelname door inwoners van de gemeente aan activiteiten op het gebied van kunst, cultuur en erfgoed.

  • 7.

    Het (doen) organiseren van minimaal een extra activiteit op het gebied van kunst, cultuur en erfgoed, anders dan de hierboven genoemde activiteiten.

  • 8.

    Het activiteitenaanbod wordt zoveel mogelijk uitgevoerd in samenwerking met culturele en erfgoedpartners in de gemeente.

Artikel 24. Berekening en toekenning subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt maximaal €3500 per jaar.

  • 2.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van de activiteiten als bedoeld in artikel 23, inclusief kosten voor communicatiemiddelen en beheer website.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    • a.

      diensten van vrijwilligers;

    • b.

      reis- en verblijfkosten;

    • c.

      aanschaf van materialen en goederen die later voor privédoeleinden worden gebruikt;

  • 4.

    Een aanvraag om subsidie dient, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, enkel toegelicht te worden met:

    • a.

      een activiteitenplan;

    • b.

      een begroting met balans.

  • 5.

    Een aanvraag om subsidie dient ieder jaar voor 1 mei ingediend te worden voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 6.

    Het college geeft een verleningsbeschikking af uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 25. Verantwoording

Een aanvrager dient de besteding van de subsidie, in afwijking van artikel 16, tweede lid, van de ASV, uiterlijk 1 mei van het daaropvolgende subsidiejaar schriftelijk en getekend door ten minste één lid van het bestuur van de rechtspersoon te verantwoorden door het indienen van een verslag, waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, en waarin de jaarrekening, balans en een actviteitenoverzicht, inclusief aantal bezoekers en deelnemers zijn opgenomen.

Hoofdstuk 7. Subsidie Samenwerking muziek en jeugd

Artikel 26. Toepassingsbereik en doelgroep

  • 1.

    Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 27 bedoelde activiteiten.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1 van de ASV kan subsidie kan uitsluitend verstrekt worden aan de Stichting Hi-5;

Artikel 27. Activiteiten en criteria

Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die voldoen aan de hieronder genoemde criteria:

  • a.

    Het harmonieleven in de gemeente in stand houden door het bevorderen van de samenwerking tussen de muziekverenigingen in de gemeente, onder andere door het bieden van een platform voor uitwisseling en afstemming.

  • b.

    Jongeren enthousiast maken voor muziek maken in verenigingsverband

  • c.

    Het jaarlijks organiseren van een gezamenlijk muziekfestival/concert van alle muziekverenigingen in de gemeente. Waarbij het ene jaar de volwassen orkesten centraal staan en het andere jaar de jeugdorkesten.

  • d.

    Aansluiten met de activiteiten voor jongeren bij de wensen en voorwaarden van het primair onderwijs en de Steenbergse muziekverenigingen.

Artikel 28. Berekening en toekenning subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt de werkelijk gemaakte kosten in een jaar tot een maximum van €3500.

  • 2.

    Voor subsidie komen de redelijk gemaakte kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van de activiteit als bedoeld in artikel 27.

  • 3.

    Niet voor subsidie in aanmerking komen:

    • a.

      diensten van vrijwilligers;

    • b.

      reis- en verblijfkosten;

    • c.

      aanschaf van materialen en goederen die later voor privédoeleinden worden gebruikt;

    • d.

      cateringkosten;

    • e.

      kosten voor uitgeloofde prijzen en/of de kosten die niet in de oorspronkelijke aanvraag zijn genoemd of begroot.

  • 4.

    Een aanvraag om subsidie dient, in afwijking van artikel 7, tweede lid, van de ASV, enkel toegelicht te worden met:

    • a.

      een activiteitenplan;

    • b.

      een begroting met balans.

  • 5.

    Een aanvraag om subsidie dient ieder jaar voor 1 mei ingediend te worden voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 6.

    Het college geeft een verleningbeschikking af uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 29. Verantwoording

Een aanvrager dient de besteding van de subsidie, in afwijking van artikel 16, tweede lid, van de ASV, uiterlijk 1 mei van het daaropvolgende subsidiejaar schriftelijk en getekend door ten minste één lid van het bestuur van de rechtspersoon te verantwoorden door het indienen van een verslag, waaruit blijkt in hoeverre de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht, en waarin de jaarrekening en een actviteitenoverzicht, inclusief aantal bezoekers en deelnemers zijn opgenomen.

Hoofdstuk 8. Slotbepalingen

Artikel 30. Hardheidsclausule

Het college kan van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van deze regeling afwijken, als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of –ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel 31. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 september 2021.

  • 2.

    De Subsidieregeling kunst en cultuur gemeente Steenbergen 2015 wordt ingetrokken met ingang van 1 september 2021.

Artikel 32. Overgangsbepaling

Op subsidies, aangevraagd vóór de inwerkingtreding van deze Subsidieregeling kunst, cultuur en erfgoed gemeente Steenbergen is de Subsidieregeling kunst en cultuur gemeente Steenbergen 2015 van toepassing.

Artikel 33. Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling kunst, cultuur en erfgoed gemeente Steenbergen.

Steenbergen, 20 juli 2021.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de loco-burgemeester,

M.J.P. de Jongh RA W.L.C. Knop