Nadere regels tegemoetkoming kosten kinderopvang

Hoofdstuk 1. Tarievenbesluit 2021

Opbouw vergoedingssystematiek

De Tarieventabellen voor peuterplaatsen en kinderopvang op basis van Sociale medische indicatie (SMI) zijn opgebouwd volgens de systematiek van de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst, waarbij het aantal inkomensgroepen gereduceerd is. De inkomensgroepen zijn gelijk gesteld aan de adviestabel ouderbijdragen peuterspeelzalen van de VNG.

Tegemoetkoming (VE)-peuterplaatsen en VE-vergoeding

• 1.

  De gemeentelijke vergoedingspercentages per inkomenscategorie voor een (VE)-peuterplaats 2021 als bedoeld in artikel 5 lid b en artikel 7 lid 2 worden berekend volgens de onderstaande tabel 1 Tegemoetkoming peuterplaatsen en geldt voor de betaling van de reguliere peuterplaatsen van maximaal 8 uur en de eerste 8 uur van de VE-peuterplaatsen. Het reguliere tarief is vastgesteld op maximaal €8,46 per uur. Als de kinderopvangorganisatie een hoger uurtarief rekent, zijn deze kosten voor de ouder/verzorger.

• 2.

  De maximale uur prijs VE-peuterplaatsen 2021 als bedoeld in artikel 5 lid b en artikel 7 lid 2 bedraagt € 11,68. Dit heeft betrekking op de betaling van de gemeentelijke vergoeding voor het 1e t/m 16e uur voor de VE-peuterplaats. Deze vergoeding heeft tot tevens gevolg dat de laatste 8 uur gratis worden aangeboden aan ouders zonder recht kinderopvangtoeslag en ouders mét recht op kinderopvangtoeslag.

Tabel 1 Tegemoetkoming (VE)-peuterplaatsen

Kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie (SMI)

• 1.

  De uur prijs voor kinderopvang op basis van Sociaal Medische Indicatie 2021 als bedoeld in artikel 10 lid 5 bedraagt maximaal € 8,46 per uur.

• 2.

  Het gemeentelijk vergoedingspercentage per inkomenscategorie als bedoeld in artikel 10 lid 5 wordt berekend volgens de onderstaande tabel Tegemoetkoming kinderopvang SMI.

• 3.

  De inkomensgrens van het verzamelinkomen als bedoeld in artikel 9 lid 1 sub c bedraagt € 83.979,- per jaar.

Tabel 2 Tegemoetkoming kinderopvang op basis van SMI

Slotbepalingen

• 1.

  Ten aanzien van het subsidieplafond wordt op grond van artikel 20 lid 3 bepaald, dat indien het subsidieplafond dreigt te worden bereikt, de kinderen die reeds aanspraak op een voorziening maken, voorgaan op nieuwe aanvragen.

• 2.

  Citeertitel: Tarievenbesluit 2021, onderdeel van de Nadere regels tegemoetkoming kosten kinderopvang.

Toelichting op de artikelen

• I. 1.

  De betalingswijze is gebaseerd op de systematiek van de kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. Daarmee wordt met name bij peuterplaatsen bereikt, dat ouders een vergelijkbare eigen bijdrage afhankelijk van hun inkomen betalen. De Belastingdienst en de gemeente betalen op dezelfde manier een vergelijkbaar tarief.

• II. 2.

  De maximale uurprijs heeft in de praktijk alleen directe gevolgen voor de betaling van de gemeentelijke vergoeding voor het 1ste t/m 16e voor een VE-peuterplaats tot de maximale uurprijs van € 11,68. Voor de reguliere peuterplaatsen en de eerste 8 uur van een VE-plaats wordt het vergoedingspercentage berekend over de eerste € 8,46. Dat is conform de systematiek van de Belastingdienst.

Gezinsinkomen:

• als bedoeld in tabel 1 en 2 wordt bedoeld het verzamelinkomen conform Verordening.

Inwerkingtreding

Hoofdstuk 1: Tarievenbesluit 2021 treedt inwerking op de dag na bekendmaking. Het Tarievenbesluit 2021 d.d. 15 december 2020 vervalt gelijktijdig.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering op 24 augustus 2021,

Burgemeester en wethouders van gemeente Schagen,

De secretaris,

De heer A. Meijer

De burgemeester,

Mevrouw M.J.P. van Kampen Nouwen

Hoofdstuk 2. Voor- en Vroegschoolse Educatie richtlijnen.

Doelgroependefinitie, toeleiding, warme overdracht, doorgaande lijn en toezicht

Het college van burgemeester en wethouders stelt in overleg met de voorschoolse voorzieningen en de schoolbesturen op grond van artikel 167 lid 1a van de Wet op het Primair onderwijs vast welke kinderen met een risico op een achterstand in de Nederlandse taal in aanmerking komen voor Voorschoolse educatie, hoe zij worden toe geleid en hoe de doorgaande lijn wordt vorm gegeven. In de verordening Tegemoetkoming kosten kinderopvang Schagen beschrijft artikel 6.e en f dat er een kind-volgsysteem gebruikt moet worden, dat er eisen gesteld worden aan de overdracht van een peuter naar de basisschool. Artikel 7 lid 3, 4 en 5 geven aan dat het college bevoegd is nadere regels te stellen over de kwaliteit en uitvoering van de (VE) peuterplaatsen, de indicering en het toezicht.

Definitie doelgroepkind

Een VVE-doelgroepkind is een kind tussen 2,5 en 6 jaar oud met een daadwerkelijk geconstateerde (taal)ontwikkelingsachterstand. De achterstand in de voorschoolse fase wordt geconstateerd op basis van de volgende criteria:

• •

  Een kind scoort op de door de gemeente goedgekeurde observeringslijst1 39 punten of minder voor taal;

• •

  Een kind scoort voor taal meer dan 39 punten, maar de GGD constateert een duidelijke sociaal-emotionele ontwikkelingsachterstand.

Kinderen met een logopedische spraakachterstand worden niet met een VE-programma geholpen, maar met een logopedie traject. De definitie voor de voorschoolse fase stopt op 4 jarige leeftijd, maar in het kader van de doorgaande lijn en resultaat(afspraken) loopt de VVE-doelgroependefinitie door tot 6 jarige leeftijd.

Toeleiding VVE

De uitgangspunten zijn:

• •

  Dat de kinderopvang professioneel is en de kinderen goed kent. Zij zijn in staat de kinderen langdurig professioneel te observeren en daarom bij uitstek geschikt om ontwikkelingsachterstand vroegtijdig te signaleren.

• •

  De meeste kinderen al voordat ze 2,5 jaar zijn één van de kinderopvanglocaties bezoeken.

• •

  Alle kinderopvang locaties in gemeente Schagen mee doen.

• •

  Op alle kinderopvang locatie worden kinderen geobserveerd aan de hand van de observatielijst die door de gemeente is goedgekeurd.

Traject van indiceren

De kinderopvang organisaties observeren de kinderen aan de hand van de gemeentelijke observatielijst. Bij een score van 39 of lager voor taal meldt de kinderopvang, met toestemming van de ouder, het kind aan bij het GGD consultatiebureau per mail. Indien mogelijk wordt het observatieformulier meegezonden. De consultatiearts geeft een indicatie af, door de kinderopvang een officieel indicatiebesluit te zenden. Met dit besluit in bezit, kan de kinderopvang bij de gemeente de VE-vergoeding en het 1ste t/m 16e uur bij de gemeente declareren.

Het consultatiebureau signaleert welke kinderen een taalachterstand hebben en nog niet aangemeld zijn voor VVE. Deze kinderen leiden zij toe naar VVE. De gemeente stelt een voorlichtingsfolder op. De GGD checkt of de kinderen daadwerkelijk op een VVE voorziening aangemeld worden. De GGD verstrekt de gemeente elk kwartaal management gegevens betreffende het aantal aanmeldingen voor VVE indicatie en het aantal afgegeven indicaties na melding. Het aantal afgegeven indicaties aan kinderen die geen voorschoolse voorziening in Schagen bezoeken en indicaties aan kinderen die wel een voorschoolse voorziening bezoeken en het aantal succesvolle, dan wel niet succesvolle toeleidingen, alsmede de reden van eventueel niet succesvol zijn van toeleiding.

Warme overdracht

De voorschoolse voorziening verzorgt voor elk VVE kind een overdracht naar de basisschool die ten minste bestaat uit:

• •

  Persoonlijk contact tussen de beroepskracht kinderopvang en de schoolleerkracht.

• •

  Welke VVE programma en hoe lang dat is gevolgd

• •

  Hoe de ontwikkeling van het kind verloopt. (resultaten van het programma, ontwikkelingslijn van het kind, thuissituatie en zorgbehoefte)

• •

  De door de gemeente goedgekeurde observatielijst

• •

  Facultatief kan de organisatie er voor kiezen gegevens uit het eigen kind-volgsysteem of andere gegevens te verstrekken volgens eigen beleid.

   

De school verzorgt binnen uiterlijk 3 maanden na de warme overdracht een terugkoppeling over de ontwikkeling van het kind en evalueert de gegevens van overdracht van de kinderopvang (met een formulier van Samenwerkingsverband Kop van Noord-Holland).

Doorgaande lijn

De school draagt zorg voor voortzetting van het Voorschoolse educatieprogramma in de Vroegschoolse fase.

Toezicht op kwaliteit Voorschoolse Educatie

De toezichthouder op de kwaliteit van kinderopvang, de GGD, zal tijdens de reguliere inspecties en indien van toepassing bij nadere inspecties de kwaliteit van de Voorschoolse Educatie inspecteren en aan de gemeente rapporteren indien de locatie in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen de VE functie is aangevinkt.

Slotbepalingen

Citeertitel: VVE richtlijnen 2021, onderdeel van de Nadere regels tegemoetkoming kosten kinderopvang.

Inwerkingtreding

Hoofdstuk 2: VVE richtlijnen 2021 treedt inwerking op de dag na bekendmaking. Het hoofdstuk VVE richtlijnen 2021 d.d. 15 december 2020 vervalt gelijktijdig.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering op 24 augustus 2021,

Burgemeester en wethouders van gemeente Schagen,

De secretaris,

De heer A. Meijer

de burgemeester,

Mevrouw M.J.P. van Kampen-Nouwen