| Organisatie | Oude IJsselstreek |
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente |
| Officiële naam regeling | Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer gemeente Oude IJsselstreek 2021 |
| Citeertitel | Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer gemeente Oude IJsselstreek 2021 |
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
| Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
| Eigen onderwerp |
Geen
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 06-09-2021 | 01-05-2021 | nieuwe regeling | 24-08-2021 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek;
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de Verordening bekostiging leerlingenvervoer gemeente Oude IJsselstreek 2021;
- De verantwoordelijkheid voor de schoolgang van leerlingen primair de verantwoordelijkheid van ouders is;
- De vorm van bekostiging van leerlingenvervoer zoveel mogelijk aansluiten op de individuele mogelijkheden van ouders en leerlingen;
- Het college de zelfredzaamheid in het reizen van leerlingen wil vergroten.
Voor het bepalen van de afstand tussen het woonadres en het schooladres maakt het college gebruik van de ANWB-routeplanner auto en fiets, optie kortste afstand. Het door de routeplanner aantal uitgerekende kilometers is voor het college te allen tijde uitgangspunt bij de beoordeling van de aanvraag voor bekostiging van leerlingenvervoer.
Om aan het gemeentelijk beleid vorm te geven kan bij een (nieuwe) aanvraag een gesprek worden gevoerd met de ouder(s) / verzorger(s) van de leerling.
In dit gesprek zullen de mogelijkheden die ouder(s) / verzorger(s) hebben om al dan niet met behulp van hun sociale netwerk of andere ouders het vervoer van hun kind zelf uit te (laten) voeren, dan wel met eigen vervoer, dan wel door hun kind te begeleiden in het openbaar vervoer of tijdens het fietsen.
Met de ouders van elke leerling ouder dan 11 jaar die geen structurele handicap heeft waardoor zelfstandig reizen met openbaar vervoer of met de fiets nu en in toekomst uitgesloten is, zullen de mogelijkheden worden besproken om de leerling met het openbaar vervoer of de fiets te (leren) reizen en welke ondersteuning hierbij nodig is.
Indien niet duidelijk is voor welke vorm van vervoer een leerling in aanmerking moet komen, zal het college een extern deskundige (bijvoorbeeld de GGD) vragen een (medisch) advies uit te brengen over welk soort vervoer het beste past bij de leerling. Dit is alleen van toepassing in gevallen waarin het verzoek om een vervoersvoorziening te maken heeft met een medische en sociale situatie en de ouders de noodzaak niet voldoende kunnen aantonen.
De beperking die de leerling door een handicap ervaart moet structureel van aard zijn, in ieder geval langer dan drie maanden duren. Een tijdelijke handicap tot drie maanden geeft geen recht op leerlingenvervoer.
Artikel 5 Vervoer van of naar opvangadres
In afwijking van het gestelde in artikel 6. van de Verordening bekostiging leerlingenvervoer gemeente Oude IJsselstreek 2021 kan het college van burgemeester en wethouders onder de navolgende voorwaarden toestemming geven een leerling na schooltijd te vervoeren naar een naschools opvangadres, of voor schooltijd op te halen van een voorschools opvangadres:
a) het vervoer leidt niet tot overlast voor de overige kinderen in de bus en leidt niet tot meerkosten voor de gemeente;
b) de leerling maakt gebruik van aangepast vervoer;
c) het betreft één vast adres naast het feitelijk woonadres op een vaste dag of vaste dagen gedurende de schoolperiode;
Artikel 6 Dichtstbijzijnde toegankelijke school
Als blijkt dat de dichtstbijzijnde toegankelijke school niet toegankelijk is door taalproblematiek, kan een vergoeding worden verstrekt voor vervoer naar een basisschool met een taalklas of een internationale schakelklas. Voor begeleiding en aangepast vervoer gelden dezelfde regels als voor basisonderwijs. Als het gaat om een internationale schakelklas gelden voor begeleiding en aangepast vervoer dezelfde regels als voor voortgezet speciaal onderwijs.
Het kan voorkomen dat een kind door de aard van zijn of haar beperking niet met anderen samen vervoerd kan worden, ook niet met een begeleider. Dit moet worden onderbouwd door een medische rapportage. Als twijfel bestaat over de medische noodzaak kan door de gemeente een onafhankelijk onderzoek worden aangevraagd.
Omdat de stage kan plaatsvinden op tijden en/of locaties, die niet aansluiten bij het vervoer naar de school doet de gemeente een dringend beroep op de scholen om de stageplaatsen zo dicht mogelijk bij de school of het huisadres van de leerling te zoeken en de stagetijden aan te laten sluiten op de schooltijden. Indien dit niet mogelijk blijkt zullen ouders het vervoer zelf moeten (laten) uitvoeren. De vergoeding eigen vervoer bedraagt het belastingvrije kilometerbedrag. Slechts ingeval ouders aantoonbaar het vervoer niet zelf kunnen regelen wordt aangepast vervoer toegekend voor de ritten die niet door de ouders zelf kunnen worden uitgevoerd.
Artikel 9 Begeleiding / aangepast vervoer
Om te kunnen beoordelen of begeleiden onmogelijk is of dat een gezin ernstig wordt benadeeld als het moet zorgen voor de begeleiding van een kind naar (speciaal) basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, zijn de volgende criteria opgesteld:
1. de reistijd per openbaar vervoer gaat voor de begeleider een maximale reisduur te boven. Er wordt uitgegaan van de mogelijkheid dat het kind overblijft en de begeleider na het wegbrengen ook weer naar huis moet, en ’s middags naar de school moet reizen om het kind weer op te halen. Indien de reistijd voor de begeleider langer is dan de maximale reisduur en er is geen aantoonbare andere mogelijkheid om vervoer te combineren met kinderen uit de buurt, dan kan het kind in aanmerking komen voor aangepast vervoer. De reisduur wordt bepaald met behulp van OV reisinformatie.
• De begeleiding van een kind naar (speciaal) basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs mag een begeleider maximaal drie uur per dag kosten. Dit betekent dus maximaal ¾ uur per enkele reisafstand.
2. als een ouder een ander kind / kinderen in het gezin tegelijkertijd naar een andere school moet brengen en aannemelijk maakt dat hij / zij hierdoor niet in staat is de leerling naar school te begeleiden, kan de leerling in aanmerking komen voor aangepast vervoer. Er moet dan wel sprake zijn van een eenoudergezin en door de ouder moet aannemelijk worden gemaakt dat een andere oplossing (bijvoorbeeld inschakelen van buren of familie) niet mogelijk is.
3. als er sprake is van een eenoudergezin en deze ouder aangeeft op medische gronden de leerling niet te kunnen begeleiden, dient dit vergezeld te gaan van een medische verklaring.
4. als de leerling in een woonvoorziening / instelling woont en aannemelijk is gemaakt dat begeleiders en ouders niet in staat zijn de leerling naar school te begeleiden.
Artikel 10 Declareren bekostiging
De gemeente vermeldt in de beschikking de wijze van declareren en uitbetalen.