Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordoostpolder

Bekendmaking collegebesluit Wet voorkeursrecht gemeenten perceel F 2784 Rutten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordoostpolder
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBekendmaking collegebesluit Wet voorkeursrecht gemeenten perceel F 2784 Rutten
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlagenEigendomsinformatie Kadastrale kaart

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 6 van de Wet voorkeursrecht gemeenten

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-09-2021Wet voorkeursrecht gemeenten

24-08-2021

gmb-2021-297048

Tekst van de regeling

Intitulé

Bekendmaking collegebesluit Wet voorkeursrecht gemeenten perceel F 2784 Rutten

Burgemeester en wethouders van Noordoostpolder maken op grond van artikel 7, eerste lid van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) bekend dat het college van de Gemeente Noordoostpolder op 24 augustus 2021 heeft besloten om op grond van artikel 6.1 van de Wvg een perceel voorlopig aan te wijzen waarop de artikelen 10 tot en met 15, 24 en 26 van de Wvg van toepassing zijn.

 

Op het perceel gelegen ten noorden van de Ruttenseweg, kadastraal bekend als gemeente Noordoostpolder, sectie F, perceel 2784, (groot 50.833 m²).

 

De locatie is toegedacht als toekomstige woonlocatie en als grondslag voor de planologische onderbouwing wordt uitgaan van een niet agrarische bestemming en waarvan het toekomstige gebruik afwijkt van de huidige bestemming.

 

Binnen de wettelijke termijn van drie maanden maakt de gemeenteraad het besluit tot de definitieve aanwijs tot het vestigen van een voorkeursrecht op het perceel.

 

Het voorlopige voorkeursrecht geldt tot 24 november 2021. Het vervalt van rechtswege na drie maanden. Het collegebesluit treedt in werking een dag na de publicatie van dit bericht in het gemeenteblad.

 

Gevolgen

De vestiging van het voorkeursrecht houdt in dat de eigenaar en/of beperkt gerechtigde van het aangewezen perceel, wanneer hij het perceel wenst te verkopen respectievelijk erop gevestigde beperkte rechten wenst te vervreemden, deze eerst aan de gemeente Noordoostpolder moeten aanbieden. De eigenaar en de rechthebbende op beperkte rechten hebben over de inhoud van het besluit en de gevolgen daarvan afzonderlijk bericht ontvangen.

 

Ter inzage

Het collegebesluit ligt met de bijbehorende informatie over het aangewezen (kadastrale) perceel ter inzage bij het loket Woonomgeving in het gemeentehuis (Harmen Visserplein 1, Emmeloord). Bij vragen kunt u contact opnemen met mevrouw V.B. van Putten van het cluster Ruimtelijke Ontwikkeling op telefoonnummer 06-13 32 61 15 of per e-mail v.vanputten@noordoostpolder.nl.

 

Bezwaar en voorlopige voorziening

Tegen het besluit tot voorlopige aanwijzing kan door belanghebbenden binnen 6 weken na dagtekening van deze publicatie in het gemeenteblad een gedagtekend, gemotiveerd en ondertekend bezwaarschrift worden ingediend bij raad van de gemeente Noordoostpolder. Het adres is: Postbus 155, 8300 AD Emmeloord.

 

Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Indien een bezwaarschrift is ingediend kunt u de voorzieningenrechter van de rechtbank verzoeken een voorlopige voorziening te treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Het adres is: Rechtbank Midden Nederland, Sector Bestuursrecht, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Voor het in behandeling nemen van het verzoek worden griffierechten geheven.

 

Indien belanghebbenden bezwaar hebben gemaakt tegen het besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder als bedoeld in artikel 6 Wvg, hoeven zij niet opnieuw een bezwaarschrift in te dienen. Het bezwaar tegen het besluit van burgemeester en wethouders wordt thans, op grond van artikel 6, lid 3 van de Wvg, geacht te zijn gericht tegen het raadsbesluit.