Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noord-Holland

Regeling nadeelcompensatie infrastructurele werken provincie Noord-Holland 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoord-Holland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingRegeling nadeelcompensatie infrastructurele werken provincie Noord-Holland 2007
CiteertitelRegeling Nadeelcompensatie Infrastructurele Werken provincie Noord-Holland 2007
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 158, eerste lid, van de Provinciewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-08-2021nieuwe regeling

29-05-2007

Provinciaal blad, 28 juni 2007

2007-12645

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling nadeelcompensatie infrastructurele werken provincie Noord-Holland 2007

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

 

maken overeenkomstig artikel 136 van de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 22 mei 2007, onder nr 5, het volgende besluit hebben genomen:

 

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

 

overwegende dat het wenselijk is dat beleidsregels worden opgesteld met betrekking tot de behandeling van verzoeken om nadeelcompensatie in het kader van de realisatie en het beheer van infrastructurele werken,

 

gelet op artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wetbestuursrecht;

 

gelet op artikel 158, eerste lid sub a van de Provinciewet;

 

besluiten vast te stellen de navolgende regeling:

 

Regeling nadeelcompensatie infrastructurele werken provincie Noord-Holland 2007

 

Algemene Bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Gedeputeerde Staten: Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.

  • 2.

    Commissie: de schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 7.

  • 3.

    Verzoek: een verzoek om schadevergoeding als bedoeld in artikel 4.

  • 4.

    Verzoeker: de indiener van een verzoek als bedoeld in artikel 4.

  • 5.

    Schade: schade als gevolg van een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2 Recht op schadevergoeding

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kennen op verzoek van degene die schade lijdt of zal lijden, een schadevergoeding toe, indien de schade het gevolg is van besluiten en/of uitvoeringshandelingen in het kader van de rechtmatige uitoefening door de provincie Noord-Holland of een van haar bestuursorganen van een aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid of taak met betrekking tot de realisatie, het beheer of onderhoud van infra­structurele werken, mits deze schade redelijkerwijze niet of niet geheel ten laste van degene die de schade lijdt of zal lijden, behoort te blijven en voor zover vergoeding van deze schade niet of niet voldoende anderszins is verzekerd.

  • 2.

    Schade als gevolg van een schadeoorzaak als bedoeld in het eerste lid komt uitsluitend voor vergoeding in aanmerking wanneer deze in belangrijke mate afwijkt van de schade die dientengevolge op een ieder drukt, dan wel wanneer deze schade drukt op een naar verhouding gering aantal natuurlijke of rechtspersonen die in een vergelijkbare positie verkeren.

  • 3.

    De vergoeding wordt in beginsel bepaald in geld. Gedeputeerde Staten kunnen de vergoeding toekennen in een andere vorm dan in geld.

Artikel 3 Vergoedbare schade

  • 1.

    Uitsluitend schade die valt buiten het normaal maatschappelijk risico of het normaal ondernemersrisico komt voor vergoeding in aanmerking.

  • 2.

    Geen schadevergoeding wordt toegekend, indien de schade voor belanghebbende redelijkerwijs voorzienbaar was op het moment van de beslissing te investeren in het geschade belang, dan wel de schade is ontstaan doordat verzoeker verzuimd heeft voldoende maatregelen te treffen ter voorkoming of beperking van schade.

  • 3.

    De redelijke kosten van maatregelen ter voorkoming of beperking van schade behoren tot de te vergoeden schade.

  • 4.

    Heeft een schadeoorzaak de verzoeker naast schade tevens voordeel opgeleverd, dan moet dit voordeel bij de vaststelling van de te vergoeden schade in aanmerking worden genomen.

  • 5.

    Indien het inroepen van deskundigenbijstand bij de indiening en behandeling van het verzoek redelijk te achten is, kunnen deze kosten voor vergoeding in aanmerking komen voor zover zij redelijk te achten zijn.

  • 6.

    Een vergoeding van wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk wetboek kan deel uitmaken van de toe te kennen schadevergoeding. Het tijdstip waarop de wettelijke rente ingaat wordt in beginsel gesteld op de datum van ontvangst van het verzoek.

Procedurele bepalingen

Artikel 4 Indiening verzoek om schadevergoeding

  • 1.

    Het verzoek tot schadevergoeding wordt zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is schriftelijk ingediend bij Gedeputeerde Staten.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kunnen een verzoek afwijzen indien vijf jaren zijn verlopen na aanvang van de dag volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade als met de omstandigheid dat deze is veroorzaakt door een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid bekend is geworden.

  • 3.

    Het verzoek dient door de verzoeker te worden ondertekend en bevat tenminste:

    • a.

      de naam en het adres van de verzoeker.

    • b.

      de dagtekening van het verzoekschrift.

    • c.

      een aanduiding van het besluit en/of het feitelijk handelen dat de schade naar het oordeel van verzoeker heeft veroorzaakt.

    • d.

      een vermelding van de reden(en) waarom Gedeputeerde Staten gehouden zouden zijn de schade die het gevolg is van het onder c bedoelde handelen, te vergoeden.

    • e.

      een zo gespecificeerd mogelijke opgave van aard en omvang van de schade.

    • f.

      een zo gespecificeerd mogelijke opgave van het schadebedrag dat naar het oordeel van verzoeker vergoed dient te worden.

    • g.

      een omschrijving van de wijze waarop de schade naar het oordeel van verzoeker dient te worden vergoed en, zo een vergoeding in geld wordt gewenst, een opgave van het schadebedrag, dat naar het oordeel van verzoeker vergoed dient te worden.

  • 4.

    Verzoeker verschaft voorts alle gegevens en bescheiden die voor het nemen van de beslissing op zijn verzoek nodig zijn en waarover hij redelijker­wijs de beschikking heeft of kan krijgen.

Artikel 5 Ontvangstbevestiging en hersteltermijn

  • 1.

    Binnen twee weken na ontvangst van het verzoek sturen Gedeputeerde Staten de verzoeker een schriftelijke ontvangstbevestiging, waarin zij verzoeker tevens op de hoogte stellen van de te volgen procedure.

  • 2.

    Indien het verzoek naar het oordeel van Gedeputeerde Staten niet of niet voldoende aan de vereisten als bedoeld in artikel 4, derde lid voldoet, stellen zij verzoeker in de gelegenheid het verzuim te herstellen binnen een termijn van acht weken na verzending van de brief waarin hem op het verzuim is gewezen.

Artikel 6 Vereenvoudigde afdoening van het verzoek

  • 1.

    Gedeputeerde Staten nemen het verzoek niet in behandeling als het niet is ingediend overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 4 en 5. Een besluit om het verzoek niet in behandeling te nemen, wordt aan de verzoeker bij aangetekende brief medegedeeld binnen acht weken na ontvangst van het verzoek, dan wel binnen vier weken na ontvangst van de – ingevolge het hiervoor in artikel 5, tweede lid bepaalde – ingezonden aanvullende gegevens.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten wijzen het verzoek zonder nader onderzoek af als het naar hun oordeel kennelijk ongegrond is. Een verzoek is onder meer ongegrond wanneer:

    • a.

      het verzoek naar het oordeel van Gedeputeerde Staten steunt op de onrechtmatige uitoefening van een door of namens een van de bestuursorganen van de provincie Noord-Holland aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid of taak betreffende de realisatie, het beheer of het onderhoud van een infrastructureel werk;

    • b.

      naar het oordeel van Gedeputeerde Staten het causaal verband ontbreekt tussen de geclaimde schade en het beweerdelijk schadeveroorzakende besluit, dan wel schadeveroorzakende rechtmatige feitelijke handeling;

    • c.

      de vergoeding van de geclaimde schade naar het oordeel van Gedeputeerde Staten anderszins voldoende is gewaarborgd.

  • 3.

    Een besluit om het verzoek kennelijk ongegrond te verklaren, wordt aan de verzoeker bij aangetekende brief medegedeeld binnen acht weken na ontvangst van het verzoek.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten kunnen het verzoek afdoen zonder inschakeling van de commissie als bedoeld in artikel 7, indien het verzoek zonder nader onderzoek voor toewijzing vatbaar is.

Artikel 7 Schadebeoordelingscommissie

  • 1.

    Indien het verzoek ontvankelijk is, doch zich niet leent voor vereenvoudigde afdoening, benoemen Gedeputeerde Staten een commissie die bestaat uit één of meer leden, die gezamenlijk deskundig zijn op het gebied van het bestuursrechtelijk schadevergoedingsrecht en de daarmee verbonden taxatieleer.

  • 2.

    De commissie heeft als taak de aanvraag te onderzoeken, verzoekers te horen en Gedeputeerde Staten te adviseren omtrent de afhandeling van verzoeken als bedoeld in artikel 4.

  • 3.

    Indien nodig wijst de commissie uit haar midden een voorzitter aan. De commissie kan uit haar midden een rapporteur aanwijzen.

  • 4.

    Een lid van de commissie kan niet tevens lid zijn van Gedeputeerde Staten of van enig ander provinciaal bestuursorgaan, dan wel werkzaam zijn in dienst van of onder verantwoordelijkheid van het provinciaal bestuur.

  • 5.

    De leden zijn verplicht tot geheimhouding van informatie waarvan zij in het kader van hun werkzaamheden voor de commissie kennis nemen, voor zover de vertrouwelijkheid van die informatie redelijkerwijs moet worden aangenomen.

  • 6.

    De redelijke kosten van de werkzaamheden van de commissie worden door de provincie vergoed.

Artikel 8 Schadekundig onderzoek

  • 1.

    De commissie stelt, voor zover een zorgvuldige advisering daartoe noopt, een onderzoek in naar:

    • a.

      de vraag of de schade een gevolg is van één of meer van de in artikel 2 bedoelde rechtmatige besluiten en/of rechtmatige handelingen.

    • b.

      de omvang van de schade.

    • c.

      de vraag of de schade redelijkerwijs geheel of gedeeltelijk ten laste van de verzoeker behoort te blijven.

    • d.

      de vraag of de schade niet of niet voldoende anderszins is verzekerd.

    • e.

      de vraag of en in hoeverre er aanleiding bestaat om een bijdrage in de deskundigenkosten toe te kennen.

  • 2.

    Wanneer het verzoek daartoe aanleiding geeft, brengt de commissie tevens advies uit over:

    • a.

      de vraag of het verzoek al of niet in behandeling dient te worden genomen.

    • b.

      het verzoek terzake van het treffen van nadeel voorkomende en beperkende maatregelen als bedoeld in artikel 3, derde lid.

    • c.

      het verzoek tot het toekennen van een voorschot als bedoeld in artikel 10.

    • d.

      de toepassing van de hardheidsclausule als bedoeld in artikel 11.

  • 3.

    De commissie brengt in de vorm van een gemotiveerde rapportage aan Gedeputeerde Staten advies uit over haar bevindingen. Wanneer zij daartoe aanleiding ziet, adviseert de commissie over de voorstellen voor maatregelen en voorzieningen, waardoor het nadeel anders dan door compensatie in geld kan worden beperkt of ongedaan gemaakt.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten en verzoeker maken eventuele bedenkingen tegen het conceptadvies binnen zes weken na het uitbrengen daarvan aan de commissie kenbaar.

  • 5.

    De commissie stelt haar advies vast binnen zes weken na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn.

Artikel 9 Beslissing Gedeputeerde Staten

  • 1.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen zes weken na ontvangst van het definitieve advies van de commissie op het schadeverzoek en maken dit besluit binnen deze termijn aan de verzoeker bekend.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kunnen hun beslissing schriftelijk en onder opgaaf van redenen eenmaal voor ten hoogste zes weken verdagen.

Artikel 10 Voorschot

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kennen de verzoeker op diens schriftelijk verzoek een voorschot toe op zijn vergoeding als hij naar verwachting in aanmerking komt voor vergoeding in geld als bedoeld in artikel 2, en wanneer Gedeputeerde Staten van mening zijn dat zijn belang vordert dat aan hem een voorschot op deze vergoeding wordt toegekend. Gedeputeerde Staten kunnen beslissen op het verzoek nadat zij de commissie hebben gehoord.

  • 2.

    Indien Gedeputeerde Staten beslissen tot het verlenen van een voorschot, wordt daarmee geen recht op schadevergoeding als bedoeld in artikel 2 erkend.

  • 3.

    Het voorschot wordt uitsluitend verleend als de verzoeker schriftelijk verklaard dat hij hetgeen hem ten onrechte als voorschot is uitbetaald, geheel en onvoorwaardelijk terug zal betalen. Gedeputeerde Staten kunnen hiervoor zekerheidstelling verlangen.

Slotbepalingen

Artikel 11 Hardheidsclausule

Indien een strikte toepassing van deze regeling zou leiden tot een beslissing die onmiskenbaar als onredelijk moet worden aangemerkt, kunnen Gedeputeerde Staten, de commissie gehoord, in bijzondere gevallen van deze regeling afwijken.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Regeling Nadeelcompensatie Infrastructurele Werken provincie Noord-Holland 2007’.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking daags na uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij is gepubliceerd en is van toepassing op verzoeken die vanaf die datum zijn ingediend.

Haarlem, 29 mei 2007

gedeputeerde staten voornoemd,

H.C.J.L. Borghouts, voorzitter.

C.A. Peters, griffier.