Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Beleidsplan VrZW 2021 - 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsplan VrZW 2021 - 2024
CiteertitelBeleidsplan VrZW 2021 - 2024
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-08-2021nieuwe regeling

01-07-2021

bgr-2021-746

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsplan VrZW 2021 - 2024

Een veiligheidsregio is een vorm van verlengd lokaal bestuur. VrZW heeft een gemeenschappelijke regeling gesloten met de gemeenten van Zaanstreek-Waterland. Deze overeenkomst is een verplichting op basis van de Wet veiligheidsregio’s. Deze gemeenschappelijke regeling regelt de taken en bevoegdheden van de veiligheidsregio.

 

Wat doet Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland?

 

Nederland telt 25 veiligheidsregio’s, waaronder Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (VrZW). In een veiligheidsregio werken gemeenten, brandweer, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) en de politie intensief samen om professionele hulp en bescherming tegen mogelijke risico’s en bedreigingen te bieden.

 

We werken van en voor de acht gemeenten in Zaanstreek-Waterland. VrZW voert taken uit op het gebied van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening crisisbeheersing en rampenbestrijding. Wij streven naar een veilige omgeving voor de mensen die in onze regio wonen, werken en recreëren. Hiervoor werken wij met tal van partijen samen, zoals zorginstellingen, energie-, water- en telecombedrijven, waterschap, defensie, Rijkswaterstaat en in een samenwerkingsverband met de omliggende veiligheidsregio’s.

 

Wat doet Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland?

Wij:

  • 1.

    verrichten wettelijke taken op het gebied van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening, rampenbestrijding en crisisbeheersing.

  • 2.

    bereiden inwoners, instellingen en bedrijven voor op hun rol in het beperken van risico’s en beheersen (van de effecten) van crises.

  • 3.

    werken samen met andere veiligheidsregio’s en partners in de vitale infrastructuur ten behoeve van slagvaardige risico- en crisisbeheersing.

1. Inleiding en betrokkenheid partners

 

Dit beleidsplan geeft richting aan het strategische beleidskader van VrZW voor de periode 2021-2024. Hierbij zetten we de komende jaren in op een nog intensievere samenwerking met onze netwerkpartners voor een veilig Zaanstreek-Waterland. In ons beleidsplan gaan we in op:

 

  • De overkoepelende ontwikkelingen en onze gezamenlijke ambitie weergegeven in vijf thema’s.

  • De ontwikkelingen en ambities binnen brandweerzorg en risicobeheersing.

  • De ontwikkelingen en ambities binnen crisisbeheersing, GHOR en bevolkingszorg.

  • De ontwikkelingen en ambities bij onze stakeholders: de politie en Meldkamer Noord-Holland.

1.1 Missie en visie VrZW

VrZW heeft een vastgestelde missie en visie waar we de komende jaren verder vorm aan geven. Onze missie en visie zijn medebepalend voor de invulling van het beleidsplan.

 

Missie

 

Kracht van samen, samen voor veilig

Door risico’s te beperken, adequaat op te treden en de effecten van incidenten, rampen en crises te beheersen, zorgt de veiligheidsregio met (crisis)partners, inwoners, instellingen en bedrijven voor een veilig Zaanstreek-Waterland en waarborgen we samen de continuïteit van de samenleving.

 

Visie

VrZW is een organisatie in ontwikkeling en wil zich de komende jaren verder richten op diverse maatschappelijke opgaven:

  • We investeren in toekomstbestendige netwerkrelaties en contacten om effectief samen te werken voor de reguliere incidentbestrijding, hulpverlening en (moderne) risico- en crisisbeheersing. We vervullen daar wisselende rollen in (regisseur, adviseur, uitvoerder, facilitator etc.).

  • We willen een divers samengestelde en duurzame organisatie zijn waarin iedereen zich herkent en waar iedereen zich thuis en uitgedaagd voelt. Met deskundige, vitale medewerkers die snel kunnen schakelen (flexibel) en in staat zijn om te anticiperen op veranderingen (wendbaar). We hanteren daarbij een dragende leiderschapsstijl.

  • We versterken het veiligheidsbewustzijn bij inwoners, instellingen en bedrijven in Zaanstreek-Waterland zodat zij weten wat ze moeten doen bij noodsituaties en maatschappelijke ontwrichting.

  • We werken planmatig, integraal, efficiënt en effectief, zowel intern als in samenwerking met onze partners en bestuurders. Dit doen we onder andere door slim gebruik te maken van data en ons netwerk.

1.2 Onderleggers beleidsplan

Dit beleidsplan van VrZW geeft richting aan de inspanningen van de samenwerkende gemeenten en alle partners in en van de veiligheidsregio. Het maakt, ook naar de samenleving toe, inzichtelijk hoe de regio omgaat met fysieke risico’s, hoe zij zich op deze risico’s voorbereidt en hoe zij de samenwerking met partners in de samenleving gestalte geeft. De beleidskeuzes krijgen vorm in bijvoorbeeld organisatieplannen, jaarplannen en convenanten.

 

Dit beleidsplan is mede gebaseerd op de landelijke en interregionale ontwikkelingen, het Regionaal Risico-

profiel en het Regionaal Crisisplan van Zaanstreek-Waterland. Vragen die onder andere centraal staan, zijn: Welke grootschalige veiligheidsrisico’s zijn relevant voor onze regio? Welke mogelijkheden zijn er om deze risico’s te verminderen en de beheersbaarheid en bestrijdbaarheid ervan te vergroten?

 

In het Regionaal Risicoprofiel hebben we grootschalige risico’s en kwetsbaarheden in Zaanstreek-Waterland geïnventariseerd en geanalyseerd. Daarnaast worden naast specifiek regionale risico’s ook bovenregionale risico’s beschreven. Het Regionaal Crisisplan beschrijft hoe de crisisorganisatie van VrZW opereert als het toch mis gaat of dreigt te gaan.

In het beleidsplan geven we aan hoe we de risico’s beperken en hoe we met de effecten omgaan. Immers wat we als VrZW de komende jaren willen bereiken, wordt in belangrijke mate bepaald door de risico’s die ons bedreigen. Om risico’s te verminderen richten we ons op het versterken van de multidisciplinaire samenwerking en de regie- en platformfunctie van VrZW. Daarbij zetten we in op impactvolle risicocommunicatie en crisiscommunicatie met handelingsperspectief met als doel de continuïteit van de samenleving te kunnen waarborgen.

1.3 Betrokkenheid gemeenten en stakeholders

Bij het opstellen van het beleidsplan hebben we verschillende partijen betrokken. De focus lag daarbij op de gezamenlijke ambities.

 

Gemeenten

Tijdens de ontwikkeling van het beleidsplan voerden we gesprekken met de burgemeesters van de acht gemeenten en hebben we een presentatie gegeven bij een regionale raadsledenbijeenkomst. Daarnaast peilden we via een online enquête de meningen en ideeën van gemeenteraadsleden om erachter te komen wat hun standpunten zijn. Deze peiling zorgde voor zowel bevestiging van bestaande als het in beeld brengen van nieuwe inzichten.

Het conceptbeleidsplan is vervolgens voor zienswijzen aan de gemeenteraden voorgelegd.

 

Samenwerkingspartners

We vinden het belangrijk om onze samenwerkingspartners, zoals onze omliggende veiligheidsregio’s, milieudiensten, ziekenhuizen, het Rode Kruis, het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en nutsbedrijven te betrekken bij het beleidsplan. Ook dit hebben we gedaan met een online enquête. Zo kregen we een beeld wat hun verwachtingen en ideeën zijn.

1.4 De effecten van COVID-19

De COVID-19 crisis geeft wereldwijd veel onduidelijkheid. Ook voor ons als veiligheidsregio. Bij het opstellen van dit beleidsplan is er nog geen helder beeld over de gevolgen en het verdere verloop van de COVID-19 crisis voor onze organisatie en netwerkpartners. De geschetste ambities kunnen daardoor mogelijk onder druk komen te staan. Dat is afhankelijk van de duur en de ernst van de huidige situatie. De komende periode kunnen evaluaties van de coronacrisis mogelijk leiden tot het verleggen van de focus in dit plan.

 

Interview Teammanager Infectieziektebestrijding/corona

GGD Zaanstreek-Waterland

 

“Met goede energie zet ons team steeds weer de schouders eronder voor de corona-aanpak. Wij richten ons zo goed mogelijk op onze regio. Uiteraard wordt alles landelijk bedacht en aangestuurd, want dit gaat voorbij regiogrenzen. Maar wij voegen wel ons eigen GGD-sausje toe door in te zoomen op specifieke lokale elementen. Wij kijken steeds hoe we mensen lokaal op de juiste wijze kunnen bereiken en enthousiasmeren voor testen en vaccinaties.

Ziektegolf besmettelijke ziekte heeft als nieuw crisistype terecht een prominente plek in het beleidsplan van VrZW. Zeker als pandemie is dit crisistype onderschat. Voor de coronacrisis was het uitgangspunt dat infectieziekten bijna niet meer bestonden. Alleen artsen infectieziekten hebben altijd op het risico gewezen, maar deze kleine groep werd zelden gehoord.

Een volgende keer zijn we zeker beter voorbereid, maar dat is afhankelijk van hoe beleid op infectieziekten verder ontwikkeld wordt. De belangrijkste les van de coronacrisis is dat we focus moeten houden op infectieziekten en voorbereid moeten blijven. Ook als de coronacrisis voorbij is, mogen we infectieziekten niet meer marginaliseren en moeten we blijven inzetten op preventie.”

2. Landelijke ontwikkelingen

 

Bij het opstellen van het beleidsplan houden we rekening met de diverse landelijke ontwikkelingen.

2.1 Veiligheidsberaad

Het Veiligheidsberaad heeft de gezamenlijke prioriteiten van de veiligheidsregio’s vastgelegd in de Strategische Agenda Veiligheidsberaad van juni 2018. Deze Strategische Agenda Veiligheidsberaad is dynamisch van aard en vormt de leidraad voor de vergaderingen. Uiteraard is VrZW aangesloten op de landelijke benoemde thema’s die zijn verwerkt in het beleidsplan.

 

De Strategische Agenda van het Veiligheidsberaad bestaat uit vier thema’s:

  • Taak- en rolopvatting veiligheidsregio’s in relatie tot de evaluatie Wet veiligheidsregio’s (Wvr)

  • Kansen en bedreigingen van de informatie- en datagestuurde maatschappij

  • Gezamenlijke aanpak bij ongekende crises

  • Vrijwilligheid in multidisciplinair perspectief.

2.2. Evaluatie Wet veiligheidsregio

De komende jaren bereiden we ons voor op de (mogelijke) wetswijzigingen die de evaluatie van de Wvr teweegbrengen. Het kabinet zal bij het vormgeven van de wetgeving ook de geleerde lessen van de gezamenlijke crisisaanpak COVID-19 van het Rijk en de veiligheidsregio’s betrekken.

 

Op de onderwerpen die van toepassing zijn voor Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland en waar wijziging voor noodzakelijk blijkt, zal besluitvorming worden voorgelegd volgens de formele lijnen. Richtinggevende adviezen vanuit de Evaluatiecommissie Wet Veiligheidsregio’s en de reactie van het kabinet op dit rapport zijn onder andere:

 

  • 1.

    De vormgeving van (het stelsel van) de veiligheidsregio’s, mede in het licht van het gehele stelsel van de rampenbestrijding en crisisbeheersing

  • De crisisorganisatie blijft lokaal en regionaal verankerd, maar moet snel bestuurlijk en operationeel kunnen opschalen naar eenduidige bovenregionale of nationale gecoördineerde samenwerking als de omvang en complexiteit hierom vragen.

 

  • 2.

    Wettelijk kader

  • Het kabinet zal in het wettelijk kader bepalingen opnemen over kennisontwikkeling, het gezamenlijk opstellen van kwaliteitsnormen en het lerend vermogen. Deze drie elementen zijn voor het lerend vermogen in het stelsel van belang, bijvoorbeeld door gezamenlijk te evalueren en te leren van een incident of crisis. Verder wordt een duidelijker onderscheid tussen brandweerzorg en crisisbeheersing voorgesteld. Beiden krijgen daardoor een eigenstandige positie. Het kabinet zal het evaluatierapport gebruiken voor de totstandkoming van een integraal wettelijk kader dat hierop betrekking heeft.

 

  • 3.

    De wijze waarop de taken, de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden van de verschillende actoren in het stelsel zich tot elkaar verhouden

  • Voorgesteld wordt om de regie over crisisbeheersing decentraal te beleggen bij de burgemeesters en voorzitters veiligheidsregio en centraal bij de minister van Justitie en Veiligheid.

 

  • 4.

    Samenwerking tussen de crisispartners

  • Crisisbeheersing vorm te geven via netwerksamenwerking, waarbij de crisispartners werken vanuit eigen verantwoordelijkheden.

 

  • 5.

    Positionering brandweer, GHOR en bevolkingszorg

  • Het kabinet zal de rol en taken van de veiligheidsregio’s (inclusief brandweer) in het kader van preventie en brandveiligheid alsmede de bedrijfsbrandweeraanwijzing in samenspraak met de veiligheidsregio’s en betrokken crisispartners nader onder de loep nemen. Voor verdere standpuntbepaling over de GHOR en coördinatie op de zorgketen wacht het kabinet het onderzoek naar de huidige COVID-19 crisis van de Onderzoeksraad voor Veiligheid af. Daarnaast gaat het kabinet de regierol van het bestuur van de veiligheidsregio op de bevolkingszorgtaken verder versterken langs de lijn van het advies van de commissie. Passend daarbij is de aanstelling van een regionaal functionaris bevolkingszorg door en in dienst van de veiligheidsregio.

 

  • 6.

    Informatievoorziening

  • Zorgen voor een wettelijke basis voor een gemeenschappelijke informatievoorziening in alle fasen van crisisbeheersing en brandweerzorg. Het kabinet zal in samenwerking met de crisispartners ook stappen zetten binnen het wettelijk kader en borging van de taak(uitvoering) van het informatiemanagement.

 

  • 7.

    Crisiscommunicatie

  • Het kabinet onderstreept met de commissie het grote belang dat crisiscommunicatie in toenemende mate een rol speelt bij de kwaliteit van en de beeldvorming over de crisisbeheersing. Heldere, eenduidige communicatie kan in hoge mate bijdragen aan de effectiviteit van het optreden van alle bij de crisisbeheersing betrokken crisispartners.

Interview Veiligheidscoördinator De Zorgcirkel

 

“Steeds meer ouderen wonen langer zelfstandig thuis met zorg. Terwijl de zelfredzaamheid van deze bewoners lager wordt, wordt de complexiteit groter. Hun cognitieve vaardigheden verminderen, net als hun lichamelijke conditie. Deze woonsituaties vragen om een brede samenwerking en moeten we integraal aanpakken waarbij duidelijkheid is over wie waar verantwoordelijk voor is. De veiligheidsregio kan zo’n integrale aanpak stimuleren door partijen bij elkaar te brengen. We moeten samen op voorhand bedenken wat veilig is en niet achteraf constateren.

Op het gebied van brandveiligheid is voor ons bijvoorbeeld zelfredzaamheid in combinatie met ontruimingstijd een uitdaging. En cruciaal zijn de scootmobielen die op de gang worden opgeladen. Niet alleen blokkeren ze vluchtwegen; de accu’s kunnen brandgevoelig zijn. We moeten op landelijk niveau in gesprek met leveranciers om veiligere accu’s te ontwikkelen die sneller opladen.

Natuurlijk zijn bewoners zelf verantwoordelijk voor brandveiligheid. Daarom is het zo belangrijk dat de preventiekant goed opgepakt wordt. Vanuit de brandweer informatiebijeenkomsten houden, liefst jaarlijks. Nu werken we vooral op projectbasis met VrZW samen, maar dat zou best meer op reguliere basis mogen.”

3. Gezamenlijke thema’s

 

De kerntaak van VrZW blijft, net als voorgaande jaren, het voorkomen en bestrijden van rampen en crises. Maar ontwikkelingen in de maatschappij alsmede ook mondiale thema’s zoals klimaatverandering, de energietransitie en de digitalisering van de samenleving eisen van ons een bredere blik die vraagt om verdergaande samenwerking met partijen. Onze ambities op de volgende thema’s kunnen we alleen in een samenwerkingsverband waarmaken:

 

  • Veilig leven

  • Voorbereiden op nieuwe crisistypen

  • Versterken samenwerking netwerkpartners

  • Nieuwe energiebronnen

  • Digitale transformatie

3.1 Veilig leven

Een veilige samenleving is een verantwoordelijkheid van ons allemaal. Dit kunnen wij als veiligheidsregio niet alleen. Daar hebben we de inzet van burgers, instellingen en bedrijven bij nodig. Alleen samen maken we iedereen meer bewust van de risico’s in onze regio en creëren we een veilige woon-, werk- en leefomgeving. Hiervoor ligt de nadruk de komende jaren op de onderwerpen: veilig ouder worden en veilige evenementen.

 

Veilig ouder worden

Mensen worden ouder en blijven langer zelfstandig wonen. Veel ouderen kunnen zich prima zelfstandig redden. Zeker als ze gezond en actief zijn en een sociaal netwerk hebben. De zelfredzaamheid vermindert als de gezondheid begint na te laten, sociale contacten wegvallen en mensen niet alles meer goed kunnen volgen of meekrijgen. Daarbij voelt thuis veilig aan maar juist daar gebeuren de meeste ongelukken, zoals een brand. Het is belangrijk om deze te voorkomen en te zorgen voor een veilige thuissituatie. Dat begint bij bewustwording. Met activiteiten aan de voorkant van de veiligheidsketen bevorderen we het bewustzijn over risicovolle situaties in de privésfeer, met name bij ouderen. Bijvoorbeeld op het gebied van brandveiligheid, digitale oplichting en inbraakpreventie.

We richten ons ook op nieuwe risico’s die zich voordoen want in een veranderende maatschappij ontstaan steeds nieuwe onveilige situaties. Samenwerking tussen de kolommen wordt gezocht bij die vraagstukken waarbij het bundelen van krachten een verschil maakt.

 

Veilige evenementen

Zaanstreek-Waterland heeft veel en grote evenementen. De gemeenten waarderen deze initiatieven en faciliteren de organisatoren graag. Om te zorgen voor een veilig verloop van een evenement krijgen de gemeenten (gevraagd) een multidisciplinair advies van VrZW. In deze uniforme advisering komen alle veiligheidsdisciplines aan bod en richten zich op de gebieden veiligheid en gezondheid.

Als de gemeente het noodzakelijk vindt, is er voor en tijdens het evenement toezicht op het naleven van de vastgestelde voorwaarden en regels. Samenwerking en afstemming tussen alle betrokken partijen staan centraal bij het veilig verlopen van evenementen. Een regionale evenementenkalender ondersteunt het proces van gerichte en afgestemde evenementenadvisering.

3.2 Voorbereiden op nieuwe crisistypen

Daar waar we in het verleden vooral te maken hadden met rampenbestrijding als gevolg van grote branden en ongevallen, leiden ontwikkelingen als klimaatverandering, digitalisering maar ook de toegenomen actie- en demonstratiebereidheid en de gevolgen van de wereldwijde pandemie COVID-19 steeds vaker tot crises met maatschappij-ontwrichtende gevolgen. Bij deze nieuwe crisistypen is de traditionele rampenbestrijding niet altijd toereikend.

 

Tegelijkertijd zien we dat de gevolgen van incidenten in de loop der tijd veranderd zijn. Zo hebben incidenten vaak een langere nasleep en zorgen sociale media voor een grotere zichtbaarheid van het optreden van veiligheidsregio en hulpdiensten inclusief de meningen daarover.

 

Effecten van maatschappelijke onrust

Veiligheidsregio’s worden in toenemende mate geconfronteerd met maatschappelijke onrust en polarisatie met kortdurende ontwrichting als effect. We zien een toename van actiegerichtheid in de samenleving, zoals de rellen na de invoering van de avondklok in januari 2021, de boerenprotesten en betogingen tegen de COVID-19 maatregelen. De crisisorganisatie van de veiligheidsregio wordt bij dit soort situaties steeds vaker ingezet om de effecten van deze onrust te bestrijden. Daarom intensiveren we de komende jaren de samenwerking met onze netwerkpartners om daardoor zo goed mogelijk voorbereid te zijn op bestrijding van de effecten die maatschappelijke onrust met zich meebrengen.

 

Digitale ontwrichting

De samenleving is in toenemende mate afhankelijk van de digitale infrastructuur. Verstoringen of uitval van digitale processen kunnen leiden tot ontwrichting van het maatschappelijk leven. Voorzieningen zoals elektriciteit, betalingsverkeer, overheidsdiensten en zorg kunnen daardoor in gevaar komen. Hoewel we als veiligheidsregio geen rol spelen bij het voorkomen van digitale ontwrichting, bereiden we ons wel voor op effecten die als gevolg daarvan kunnen ontstaan. We brengen de risico’s in beeld en treffen de juiste maatregelen om het maatschappelijk leven zoveel mogelijk onverstoord te kunnen laten verlopen. Voor de continuïteit van onze eigen kritische processen binnen brandweerzorg en crisisbeheersing richten we ons tegelijkertijd op het op orde houden en verbeteren van de eigen cyberveiligheid en cyberweerbaarheid. Bovenregionale en landelijke samenwerking is op dit thema vanzelfsprekend.

 

Ziektegolf besmettelijke ziekte

Wanneer besmettelijke ziektes ontstaan die veel mensen treffen, spreken we van een ziektegolf of epidemie. Vaak gaat het om ziektes die worden veroorzaakt door virussen of bacteriën. Een griepepidemie is hier een bekend voorbeeld van. Wanneer de ziektegolf of epidemie zich op grotere schaal verspreidt, kan de overheid maatregelen nemen om de (verdere) verspreiding van ziekten zoveel mogelijk te voorkomen. De COVID-19 pandemie is een treffend voorbeeld van een wereldwijde verspreiding van een besmettelijke ziekte. De verwachting is dat dergelijke ziektegolven van besmettelijke ziektes zich in de toekomst vaker zullen voordoen en dat ook de mutaties van bestaande virussen langdurige gevolgen kunnen hebben. VrZW blijft daarom aandacht houden voor dit crisistype.

3.3 Versterken samenwerking netwerkpartners

Risico’s en crises worden in toenemende mate onvoorspelbaar. Ze zijn complex en houden zich niet altijd aan regio- of zelfs landsgrenzen. Dit maakt het moeilijker om crises af te bakenen, bijvoorbeeld geografisch, beleidsmatig of qua tijdsduur. Sociale media dragen eraan bij dat plaatselijke gebeurtenissen een landelijke of zelfs internationale impact kunnen hebben.

 

Flexibel netwerk

De onvoorspelbaarheid en complexiteit vereisen dat we als veiligheidsregio moeten blijven investeren in een sterk en flexibel netwerk, dat ongeacht welke crisis snel en adequaat kan reageren. Een flexibele crisisorganisatie gaat niet altijd uit van een samenwerking tussen dezelfde partijen, maar kijkt welke deskundigheid nodig is voor het specifieke incident. We verbreden daarom actief ons netwerk door te zoeken naar nieuwe crisispartners die een rol hebben in de opgaven in de toekomst. Dit heeft als doel om onze kennis en impact op het terrein van crisisbeheersing en daarmee onze toegevoegde waarde te verbreden.

 

Expertise inzetten bij crises van partners

Ook in de rol die wij tijdens een crisis zelf aannemen, moeten we flexibel zijn. Kenmerkend voor nieuwe crisistypen is namelijk dat ze vaak impact hebben op meerdere terreinen. Hierdoor zijn er meerdere partijen bij betrokken en verschuiven rollen en verantwoordelijkheden. Bij de klassieke incidenten waarbij onze acute hulpdiensten betrokken zijn, houden wij natuurlijk een leidende of coördinerende rol. Tegelijkertijd kunnen we door onze ervaring in crisisbeheersing ook expertise leveren aan partijen die minder vaak met crisis geconfronteerd worden. Bij een crisis van een partner schakelen we naar een faciliterende en verbindende rol. Bijvoorbeeld door expertise te leveren of door ons netwerk in te zetten. Zo creëren we een platform om samen de crisis beter te beheersen.

3.4 Nieuwe energiebronnen

Om de gevolgen van klimaatverandering te beperken, moet in 2030 de CO2-uitstoot in Nederland de helft minder zijn ten opzichte van 1990. Hiervoor is een overgang naar (meer) duurzame bronnen van energie essentieel, zoals biomassa, windenergie, zonne-energie, aardwarmte. Deze energietransitie heeft impact op de fysieke leefomgeving en daarmee op de fysieke veiligheid van inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden. Veiligheid is naast betrouwbaarheid en betaalbaarheid een voorwaarde voor het ontwikkelen van nieuwe energieprojecten.

 

Door de energietransitie en vanwege de taken van de veiligheidsregio’s op het gebied van risicobeheersing, incidentbestrijding en crisisbestrijding, hebben veiligheidsregio’s belang bij een veilige totstandkoming van nieuwe initiatieven voor energiewinning. Het gebruik van ‘nieuwe’ energiebronnen brengt nieuwe risico’s met zich mee en daarmee ook nieuwe (crisis)partners. Deze risico’s moeten de komende periode voor de verschillende werkvelden van VrZW in kaart worden gebracht. Dit geldt voor:

  • Risicobeheersing: houdt zich bezig met de veiligheid van de ‘nieuwe’ energiebronnen voor de leefomgeving. Dit gaat over energieproductie, opslag, overslag en transport.

  • Crisisbeheersing: houdt zich bezig met de voorbereiding op rampen en crises, waarbij de vraag is voor welke risico’s de ‘nieuwe’ energiebronnen zorgen voor de omgeving en wat de effecten zijn van een eventueel incident.

  • Brandweerzorg: bereidt zich voor op incidenten waarbij ‘nieuwe’ energiebronnen zijn betrokken.

3.5 Digitale transformatie

Om aan de eisen van de gedigitaliseerde samenleving te voldoen, moeten we een digitale transformatie ondergaan. Bij het toepassen van nieuwe informatietechnologie willen we de juiste afwegingen en keuzes maken bij de toepassing van nieuwe informatietechnologie. Er is daarvoor geen ‘one-size-fits-all’ oplossing. We houden constant rekening met het hoge tempo van de digitale ontwikkelingen in de samenleving en benutten de kansen om efficiënter te werken. We anticiperen op bedreigingen op het gebied van de informatieveiligheid en privacybescherming om de continuïteit van onze dienstverlening te borgen.

 

Een actuele en goede informatievoorziening vormt de basis voor een stevige crisisbeheersing en is noodzakelijk voor een efficiënte en effectieve netwerk en regiefunctie van de veiligheidsregio. Een krachtige informatiepositie is belangrijk.

 

Informatie gestuurd werken

Door meer informatie gestuurd te gaan werken, combineren we interne en externe gegevensbronnen tot een integraal geheel. Dit om sneller tot kwalitatief betere informatie te komen. Deze manier van werken stelt ons in staat om sneller trends en patronen te identificeren. Daardoor kunnen we - naast het maken van goed onderbouwde beleidskeuzes - scherper zicht houden op aanwezige risico’s in onze regio en daadkrachtig optreden bij incidenten. In overzichtelijke dashboards presenteren we specifieke informatie met betrekking tot onze activiteiten voor sturing, verantwoording en evaluatie.

 

De technologie op het gebied van de gegevensverwerking wordt steeds krachtiger. Ontwikkelingen zoals Artificial Intelligence (AI) zorgen dat computers bepaalde taken kunnen uitvoeren waar normaal gesproken menselijke intelligentie voor nodig is. Computers verwerken sneller grote hoeveelheden data en leren zelfs van fouten. Dit maakt het realtime analyseren van data bijvoorbeeld eenvoudiger.

We willen ons in de komende beleidsperiode zoveel mogelijk blijven oriënteren op technologische ontwikkelingen en onderzoeken welke toegevoegde waarde deze kunnen leveren aan verbetering van onze informatiepositie. Op dit gebied werken we samen in het landelijke programma Samen slimmer met data.

 

Informatiebeveiliging en privacybescherming

Informatiebeveiliging en privacybescherming zijn vandaag de dag van groot belang bij elke organisatie. Digitale risico’s en bedreigingen zijn talrijk. Hackers en cybercriminelen zoeken constant naar een gemakkelijke prooi en slaan onverwachts toe. Om onze weerbaarheid te vergroten, versterken we de informatiebeveiliging en privacybescherming. We zullen moeten voldoen aan de kaders van de overheid, zoals vastgelegd in de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

 

Samen slimmer met data

De 25 veiligheidsregio’s hebben een gezamenlijk programma informatievoorziening opgesteld voor de periode 2020-2025. De ambitie van dit programma is om samenhangend en doelmatig te sturen op de realisatie van een gemeenschappelijke en uniforme informatievoorziening, gericht op het ondersteunen van de primaire processen van de veiligheidsregio’s. Dit gebeurt op basis van vier strategische thema’s: informatie gestuurd werken, continuïteit van de eigen organisatie, samenwerken in ketens en netwerken en een grondplaat robuuste basisvoorziening. We stemmen de ontwikkeling van onze eigen informatievoorziening goed af op deze landelijke ontwikkelingen.

4. Ontwikkelingen brandweerzorg en crisisbeheersing

 

In dit hoofdstuk gaan we verder in op de ontwikkelingen binnen brandweerzorg en crisisbeheersing. Hiermee spelen we in op de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s door het verder onderscheiden van crisisbeheersing en brandweerzorg als eigenstandige vakgebieden, zonder de noodzakelijke samenhang en samenwerking te verliezen.

4.1 Brandweerzorg

Als vooruitstrevende en innovatieve partner in (brand)veiligheid werken we in verbinding met elkaar en met de omgeving aan vraag- en risicogerichte brandweerzorg. Op basis van een sterke informatiepositie streven we naar minder incidenten, minder slachtoffers en minder schade. Vanuit dragend leiderschap en een op samenwerking gericht organisatieonderdeel werken we vanuit versterkt vakmanschap met een goede balans tussen mens en werk. Dit doen we mede in samenwerking met onze netwerkpartners.

 

Organisatie van brandweerzorg

In het Regionaal Repressief Dekkingsplan is vastgelegd hoe de brandweerzorg in Zaanstreek-Waterland is ingevuld. Er is sprake van een mix van beroepsmatige medewerkers en vrijwilligers. Binnen dit hybride organisatiemodel beschikken we over goed opgeleide en geoefende brandweermensen. Hiermee leveren we slagvaardige, daadkrachtige en betrouwbare expertise bij incidenten. Ook leveren we in de crisisbeheersing

en rampenbestrijding een cruciale bijdrage in het multidisciplinaire domein. Onze brandweermedewerkers zijn maatschappelijk betrokken, vakbekwaam, gezaghebbend, ambitieus en innovatief.

 

De maatschappij verandert voortdurend en steeds sneller en daarmee ook het werkterrein van de brandweer. Denk aan technologische en digitale ontwikkelingen, maar ook demografische en sociologische aspecten. Hier hebben alle veiligheidsregio’s mee te maken. Landelijk zijn er drie leidende principes die de koers van de veiligheidsregio’s bepalen.

 

De maatschappelijke opgave staat centraal, waarbij we in verbinding zijn met elkaar en de omgeving en wendbaar organiseren. Brandweer Nederland houdt rekening met veranderingen met het opstellen van een landelijke ontwikkelagenda 2018-2022 waar een uitvoeringsagenda aan is gekoppeld.

 

In de landelijke agenda brandweerzorg staat:

“Onze opdrachten voor de toekomst: Als betrouwbare partner in (brand)veiligheid, werken we vraag- en risicogericht op basis van een sterke informatiepositie aan minder incidenten, minder slachtoffers en minder schade. Dit doen we samen, vanuit vakmanschap en een goede balans tussen mens en werk.”

 

Samenwerken aan ambities

Bij de invulling van de brandweerzorg werken we vanuit gedeelde ambitie samen met onze buurregio’s in het brandweerdistrict NoordWest4 (NW4). Met de veiligheidsregio’s Kennemerland en Noord-Holland Noord werken we vanuit de gezamenlijke Meldkamer Noord-Holland, opereren we bij incidenten op elkaars verzorgingsgebied (operationele grenzen), hebben we een gezamenlijke brandweerschool Noord-Holland en pakken we samen thema’s op die aansluiten op de landelijke agenda.

 

Brandweer Zaanstreek-Waterland heeft naast de andere hulpdiensten tevens allianties met maatschappelijk georiënteerde partijen. De belangrijkste hiervan zijn: reddingsbrigade Nederland en reddingsbrigade Zaanstad (gezamenlijke invulling nationale reddingsvloot), KNRM en reddingsstation Warder, bedrijfsbrandweren (gezamenlijke afstemming en oefening), nationale politie (ondersteuning bij incidenten met gevaarlijke stoffen) en aan de brandweer gelieerde bedrijven (bijvoorbeeld onderhoud aan brandweermaterialen).

 

De hoofdlijnen van onze koers zijn:

  • We geven invulling aan de missie van VrZW: ‘Kracht van samen en Samen voor veilig’.

  • We hanteren de landelijke agenda als onderdeel van onze koers.

  • We leveren aan bijdrage aan de gezamenlijke thema’s binnen NW4.

Afdeling in ontwikkeling

Brandweerzorg is een afdeling in ontwikkeling. Belangrijke elementen waar we aan werken zijn structuur, cultuur en leiderschap. Vanuit het project Innovatie Brandweerposten is het zelfstandig aansturen van de brandweerposten door de postcoördinator omarmd. Het aansturen van dit primaire werkproces binnen brandweerzorg doen we vanuit ‘dragend leiderschap’.

In de verdere ontwikkeling van brandweerzorg is het evident dat we met wendbaarheid en flexibiliteit goed blijven inspelen op onze veranderende omgeving.

 

De belangrijkste thema’s die de komende tijd onze aandacht vragen zijn taakdifferentiatie brandweervrijwilligers, uitruk op maat, gebiedsgerichte opkomsttijden, verdere versterking van vakmanschap (brandweerdoctrine), Hoe we dit aanpakken, staat in onze jaarplannen.

 

Samen gaan we met passie voor ons werk, wendbaar, flexibel en toekomstgericht met een gerust hart de komende jaren tegemoet.

 

Vraag- en risicogerichte brandweerzorg versterken

Het versterken van vraag- en risicogerichte brandweerzorg zien wij als een gezamenlijke inspanning van inwoners, netwerkpartners, bestuur en brandweer. Als resultaat willen we dat de inwoners van Zaanstreek-Waterland de hulp krijgen die ze nodig hebben en verwachten en waarbij onze hulp voldoet aan de professionele standaarden en politiek-bestuurlijke uitgangspunten en randvoorwaarden.

 

Vanuit het landelijke project Uitruk op Maat (UoM) zien we mogelijkheden om ons primaire proces van incidentbestrijding nog verder te ontwikkelen. Denk aan flexibilisering van personele voertuigbezetting op basis van maatgevende incidenten, vraaggericht uitrukken, risicobewust inzetten en innovatief bestrijden. Dat doen we binnen de mogelijkheden van de landelijke afspraken en ervaringen hiermee.

 

Vrijwilligheid

De brandweer in Nederland bestaat uit een combinatie van vrijwilligers en beroepsmatige medewerkers die allen dezelfde opleiding hebben gevolgd en dezelfde taken uitvoeren. Deze huidige vorm van vrijwilligheid in Nederland blijkt in strijd te zijn met Europese wet- en regelgeving. Landelijk wordt in opdracht van het Veiligheidsberaad naar een oplossing gezocht voor de toekomstige inrichting van vrijwilligheid bij de brandweer. Een mogelijkheid is het aanbrengen van onderscheid tussen vrijwillig en beroepspersoneel, de zogenaamde Taakdifferentiatie Brandweer. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de inzet van vrijwilligers binnen VrZW. Vrijwilligers zijn een groot en belangrijk onderdeel van onze organisatie en essentieel voor de uitvoering van onze wettelijke brandweertaken.

 

Daarnaast zien we dat de beschikbaarheid van vrijwilligers - met name op werkdagen - onder druk staat. Toekomstbestendige invulling van vrijwilligheid binnen ons hybride organisatiemodel, met vrijwilligers(parttimers) en beroepspersoneel, is een belangrijk element bij het nieuwe dekkingsplan.

 

Interview Coördinator Crisiscommunicatie VrZW

 

“Crisiscommunicatie krijgt een steeds prominentere rol, want het belang van effectief communiceren is ontzettend belangrijk tijdens een crisis. Ook de nieuwe crisistypen vragen erom dat we vanuit crisiscommunicatie zo snel mogelijk betrokken worden bij crisisbeheersing. Zeker als er maatschappelijke onrust dreigt. Door social media te monitoren kunnen we eventuele onrust eerder en beter in de gaten houden. Dat vraagt om een snelle beeldvorming van de situatie en inzet van crisiscommunicatie. Onze rol is om zo snel mogelijk betrouwbare informatie aan de bevolking te verstrekken en ervoor te zorgen dat eventuele onrust vermindert of liefst verdwijnt. Dat doen we door mensen te informeren en handelingsperspectief te geven zodat ze weten wat ze moeten doen.

 

We kijken daarbij steeds naar de informatiebehoefte in de samenleving. Dat bepaalt onze communicatieaanpak. Het is mooi om te zien hoe we hierin met gemeenten, hulpdiensten, het Rijk en andere partners samenwerken. De coronacrisis heeft de samenwerking met onze partners op tal van vlakken enorm versterkt.”

“We hebben de ambitie om te komen tot een verdere integrale ontwikkeling op vakbekwaamheid. De brandweer beschikt over een breed pallet met op maat gesneden kennis en kunde op het gebied van vakbekwaamheid. Dat realiseren we door eenheid in het noodzakelijke aan te brengen, met regionale behoeften als uitgangspunt en oog te hebben voor individuele talenten van medewerkers”.

 

Vakmanschap versterken

Invulling geven aan professionaliteit en vakbekwaamheid vraagt een vitaal brandweeronderwijsstelsel. De Brandweerschool Noord-Holland, IFV en enkele particuliere bedrijven verzorgen de brandweeropleidingen. Vakbekwaam blijven (oefenen, trainen en bijscholen) doen we voornamelijk binnen de eigen organisatie. In nauwe samenwerking met de brandweerregio’s is er landelijk een visie op vakbekwaamheid ontwikkeld.

 

Leren van incidenten

Vakmanschap is meer dan alleen opleiden en oefenen. Het vraagt ook om reflectie op het eigen optreden. Dit doen we door middel van incidentevaluaties en in voorkomende gevallen brandonderzoek door onze eigen brandonderzoekers, veelal samen met de politie. De opgedane kennis en ervaringen delen we binnen ons brandweerdistrict en in ons landelijke netwerk. De uitkomst kan leiden tot aanpassing van oefenprogramma’s. Hiermee borgen we het cyclische leer- en ervaringsproces.

 

In de bredere zin van incidentonderzoek onderkennen we ook structurele oorzaken van onveiligheid. Dit kan leiden tot aanpak van vaak gesignaleerde risico’s. Enkele voorbeelden hiervan zijn: landelijke campagnes voor juist gebruik van telefoonopladers of wasdrogers, maar ook het stimuleren van rookmelders in huis.

 

Modernisering Oefencentrum

VrZW beschikt over een eigen oefencentrum waarnaast basis- en specialistische vaardigheden ook realistisch geoefend wordt. Ook andere organisaties kunnen gebruik maken van deze faciliteiten. Bij de modernisering van het oefencentrum wordt nadrukkelijk rekening gehouden met ontwikkelingen op het vakgebied.

Om te komen tot een toekomstbestendig en aantrekkelijk ‘state of the art’ oefencentrum sluiten we aan bij nieuwe les’- en leermethoden, zoals virtual reality. Dit biedt mogelijkheden om het opleiden en oefenen van brandweerpersoneel flexibeler en efficiënter in te vullen. De komende beleidsperiode voeren we toepassingen voor virtual reality geleidelijk in als aanvulling op de reguliere methoden voor opleiden en oefenen.

 

Innovatief bestrijden

Wetenschappelijk (literatuur)onderzoek van het IFV naar brandverloop en rookverspreiding in leegstaande woningen en woonzorgcentra heeft nieuwe kennis opgeleverd over de beheersbaarheid van brand. Dit heeft geleid tot de nieuwe basisprincipes van brandbestrijding waar les en leerstof op zijn aangepast. Binnen VrZW heeft dit geleid tot bijscholing gecombineerd met de introductie van nieuwe en aanvullende materialen op de voertuigen.

 

Binnen Brandweer Nederland zijn er diverse initiatieven voor technische innovaties. Denk aan de inzet van blusrobots en drones. Vanuit ons brandweerdistrict volgen we deze ontwikkelingen met interesse.

 

De energietransitie heeft ook zijn weerslag op het optreden van de brandweer. Waar de techniek faalt en er bijvoorbeeld brand ontstaat, vraagt dit om een vernieuwende aanpak. Enkele voorbeelden hiervan zijn elektrische voertuigen, buurtbatterijen, zonneparken en toepassing van waterstof.

Dit vraagt naast kennisvergaring en kennisdeling ook het opzetten van specifieke procedures en protocollen, en opleiden en oefenen. Naast maatschappelijke continuïteit staat veiligheid van ons personeel en inwoners hierbij steeds centraal.

 

Business intelligence

Brandweer Nederland zet in op het versterken van de informatiepositie. In onze huidige omgeving wordt snelle en betrouwbare informatie in het veld en data(analyse) steeds belangrijker.

 

Met onze eigen digitale systemen genereren we data die inzicht geven in geleverde prestaties. In het kader van uniformiteit en vergelijkbare data volgen we daarbij zoveel als mogelijk de landelijk ontwikkelde definities van brandweerkerndata.

 

Het versterken van onze informatiepositie bereiken we door in te zetten op efficiënt en effectief gebruik van onze businessintelligence. We werken op basis van betrouwbare data en informatie. Belangrijk hierbij is dat we informatie gestuurd en data gedreven werken, gericht verzamelen, analyseren en duiden zodat de brandweer slimmer en transparanter haar taken kan uitvoeren.

De snelle (digitale)ontwikkelingen betekenen ook meebewegen en anticiperen. Dit kunnen we niet alleen en doen we samen met onze in- en externe partners.

 

Young Fire & Rescue Team

Om jongeren breder aan te spreken is er naast de twee jeugdbrandweerkorpsen Purmerend en Zaanstad een multidisciplinair jeugdkorps opgericht: het Young Fire & Rescue Team (YFRT) voor het Markermeergebied. Bij dit jeugdkorps doen ze naast brandbestrijding ook aan preventie (brandveilig leven) en andere vormen van hulpverlening zoals EHBO. Zo kan het als kweekvijver dienen voor breed maatschappelijk georiënteerde vrijwilligers c.q. beroepsmedewerkers die hulpvaardig en betrokken in het leven staan. De komende jaren zetten we verder in op de uitbouw en inrichting van deze jeugdtak. Daarnaast zijn er voornemens om te kijken of dit ook op landelijk niveau kan worden opgezet.

 

4.2.1 Risicobeheersing

 

Brandveilig leven

Brandveilig leven is een belangrijk onderdeel van risicobeheersing. We voorkomen liever brand dan dat we die blussen. In onze voorlichting richten we ons op verminderd zelfredzame mensen, ouderen en jongeren om bij hen het brandveiligheidsbewustzijn te vergroten.

 

Om het risico op brand te verkleinen zetten we - naast de al bekende onderwerpen - in op nieuwe onderwerpen zoals het veilig gebruiken en laden van elektrische apparatuur. Nieuwe technologie en energiebronnen brengen nieuwe veiligheidsrisico’s met zich mee waar we in onze voorlichtingsactiviteiten op inspelen. De komende periode zetten we in op het digitaliseren van de voorlichting voor brandveilig leven. Daarbij willen we ook verschillende doelgroepen bereiken via voorlichtingsfilmpjes op social mediakanalen.

 

Zelfredzaamheid vergroten

Mensen worden ouder en blijven langer zelfstandig wonen. De zelfredzaamheid wordt daardoor steeds minder. Daarom richten we ons onder andere op de doelgroep senioren die zelfstandig wonen. Voor deze groep organiseren we maatschappelijk ontruimingsoefeningen in grootschalige wooncomplexen. Hiermee stimuleren we de zelfredzaamheid van de senioren en weten ze hoe te handelen bij brand.

 

In de tweede plaats richten we ons op de doelgroep verminderd zelfredzamen in zorginstellingen. Voor deze groep gebruiken we de werkwijze Geen Nood Bij Brand (GNBB). Met deze werkwijze betrekken we zowel de zorginstelling als de cliënten van de zorginstelling bij de brandveiligheid van het bouwwerk. De GNBB-oefeningen dragen bij aan de eigen verantwoordelijkheid van instellingen en bewoners voor hun brandveiligheid.

 

Brandrisicoprofiel

Brandveiligheid is meer dan opkomsttijden van de brandweer. Het Brandrisicoprofiel beschrijft de brandrisico’s voor de basisbrandweerzorg. Het Brandrisicoprofiel richt zich op de gebruiksfuncties van gebouwen uit het Bouwbesluit, omdat het soort gebruik van een gebouw bepaalt welk brandrisico er aanwezig is. Om een goede balans te krijgen in de benadering van brandveiligheid, kijkt VrZW - naast de opkomsttijd - naar het brandrisico van een bouwwerk. Dit kan inhouden dat er aanvullende brandveiligheidsmaatregelen worden genomen in die gebieden waar de opkomsttijd niet kan worden gehaald.

 

Invoering Omgevingswet

De Omgevingswet treedt naar verwachting op 1 juli 2022 in werking. Met deze wet vereenvoudigt de overheid regels voor ruimtelijke ontwikkeling en voegt regels samen. De Omgevingswet heeft zeker gevolgen voor de werkwijze van VrZW en brengt een cultuurverandering met zich mee.

 

De nadruk komt nog meer te liggen op de werkzaamheden ‘aan de voorkant van de keten’. Dit vraagt om een meer proactieve houding, waarbij een goede samenwerking met de gemeenten in het beginstadium van visies, plannen en projecten noodzakelijk is. Tijdens de planontwikkeling is een bredere advisering en het meedenken als partnerorganisatie van groot belang in het hele proces van gebiedsontwikkeling.

Daarnaast maken we een omslag van regelgericht werken naar risicogericht werken. Dat betekent dat er proactief naar risico’s wordt gekeken die ertoe doen en dat deze het uitgangspunt zijn voor ruimtelijke ontwikkeling, planontwikkeling, gebouwen en gebruik. Dit vraagt om denken in mogelijkheden in plaats van beperkingen.

 

Belangrijk bij de invoering van de Omgevingswet is dat bestaande wet- en regelgeving die niet terugkomen in de Omgevingswet, over kunnen gaan in lokale regelgeving. De gemeenten moeten deze overgehevelde regels lokaal borgen. VrZW adviseert de gemeenten hierover op onder andere de onderdelen brandveiligheid, bluswatervoorziening en bereikbaarheid.

 

Om de Omgevingswet goed uit te voeren, zoeken wij actief de samenwerking op met onze netwerkpartners, specifiek de gemeenten, omgevingsdiensten en provincie. De Omgevingstafel borgt deze samenwerking. Samen zorgen we ervoor dat onze producten en werkprocessen herkenbaar zijn. Ook passen wij informatiesystemen aan zodat aangesloten kan worden op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).

 

Advisering op basis van de Omgevingswet vraagt om deskundige medewerkers. VrZW leidt medewerkers op om de nieuwe regelgeving toe te kunnen passen. Dat vereist ook het toepassen van de nieuwe werkprocessen, het gebruik van de instrumenten en het aanleren van benodigde vaardigheden. In 2021 oefenen we met het implementeren van de nieuwe werkwijze waar integraal adviseren onderdeel vanuit maakt.

 

Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen

Door het uitstellen van de invoering van de Omgevingswet is ook de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB) een jaar uitgesteld, tot 1 januari 2022. Deze wet houdt in dat toetsing van bouwwerken aan de eisen van het Bouwbesluit voortaan gedaan zal worden door een nieuwe speler in het stelsel: de onafhankelijke kwaliteitsborger. Voordat deze wet in kan gaan, was besloten dat er geoefend moest worden met deze wet. Hiervoor moesten gemeenten pilots gaan doen met projecten die vallen binnen gevolgklasse 1 (hiertoe behoren onder meer bedrijfshallen met nevenfunctie, kleine fiets- en voetgangersbruggen, en (de hoofdmoot) grondgebonden woningen) van deze wet.

Iedere gemeente moest in 2020, 10 procent van zijn vergunningaanvragen als proefproject uitvoeren. Naar aanleiding van de proefprojecten zou in juli 2020 de minister van Milieu en Wonen bepalen of een succesvolle invoering van de WKB mogelijk is. In 2020 zijn er echter landelijk nog bijna geen pilots uitgevoerd op basis van de WKB. Het is daarom niet inzichtelijk hoe we dit instrument toe gaan passen. De komende beleidsperiode wordt inzichtelijk gemaakt wat invoering van de WKB voor ons gaat betekenen.

 

Veiligheid ‘nieuwe’ energiebronnen

Binnen het werkveld risicobeheersing houden we ons bezig met de veiligheid van de ‘nieuwe’ energiebronnen voor de leefomgeving. Dit gaat over energieproductie, opslag, overslag en transport. De onderwerpen op het gebied van energietransitie zijn veelomvattend. Daarom is ervoor gekozen om de onderwerpen landelijk te verdelen en deze vervolgens interregionaal op te pakken. NW4 heeft op het gebied van risicobeheersing het onderwerp waterstof geadopteerd. Waterstof wordt gezien als veelbelovende schakel in het duurzaam en circulair opslaan van groene energie en als fossielvrije brandstof voor mobiliteit en verwarming.

Samen met het IFV ontwikkelen wij initiatieven die leiden tot richtlijnen op het gebied van productie, opslag, overslag en transport waterstof. In NW4-

verband werkt de vakgroep Risicobeheersing in nauw overleg met de vakgroep ‘Incidentbestrijding veilige energietransitie’ de operationele aspecten uit in bruikbare handelingsperspectieven voor incidentbestrijding.

 

Vooruitlopend op landelijke regelgeving leveren we maatwerk en adviseren we, op verzoek van het bevoegd gezag, wanneer er sprake is van het gebruik van een nieuwe energiebron. De procedures voor advisering gaan we borgen. De ontwikkelingen op dit gebied vragen expertise om onze rol goed te kunnen invullen.

 

Interview Beroeps Brandweer Zaanstreek-Waterland

 

“Bij Brandweerzorg zien we enkele ontwikkelingen waar we op moeten inspelen. Zo wordt het belangrijk hoe we omgaan met de vrijwillige brandweer. Daarnaast zijn er technische vernieuwingen. Nu kunnen al robots bij branden worden ingezet om een scan van de omgeving te maken. Dan hoeven er geen brandweermensen naar binnen. Dat is natuurlijk veel veiliger.

 

Maar nieuwe technologie brengt ook een andere aanpak van blussen met zich mee. Zo zijn we gestart met het oefenen van blussen van elektrische auto’s. De auto moet in een container met water worden gehesen omdat deze opnieuw kan ontsteken. Ook slaan deze auto’s wel eens op tilt zodat je ze goed moet vastzetten.

 

Na incidenten kijken we altijd terug hoe we het hebben gedaan. Daar leren we van en we delen onze ervaringen. We hebben een natuurlijke wijze van samenwerking waarbij we snel schakelen. We zijn een team die elke situatie samen aanpakt. We werken bij incidenten veel samen met politie en ambulancedienst. We merken dat die samenwerking intensiever is geworden en we elkaar steeds makkelijker weten te vinden.”

 

Netwerkomgeving

Op het gebied van risicobeheersing wordt verdergaand samengewerkt met partners. Partijen waar verbinding mee is, zijn onder andere: gemeenten, omgevingsdiensten, woningcorporaties, zorginstellingen en onderwijsinstellingen. Deze regionale samenwerking wordt gecontinueerd en als onderwerpen daarom vragen, uitgebreid.

 

De samenwerking in NW4-verband wordt gecontinueerd en geïntensiveerd. Onderwerpen die niet regio gebonden zijn, worden hier afgestemd en/of gezamenlijk opgepakt. Ook wordt binnen NW4-verband de samenwerking gezocht voor regiogrens overschrijdende onderwerpen. Landelijk levert VrZW een bijdrage aan ontwikkelingen, als dit relevant is voor het verwezenlijken van onze ambities en doelstellingen.

 

4.2.2 Crisisbeheersing

Samen met onze crisispartners brandweer, bevolkingszorg, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) en politie en waar nodig met veiligheidspartners zorgen we voor de voorbereiding van de crisisbeheersing in Zaanstreek-Waterland. De komende vier jaar richten we onze speciale aandacht op:

 

Regierol in de koude fase

Steeds vaker wordt VrZW voor (de voorbereiding van) crisisbeheersing gevraagd om de rol van regievoerder op zich te nemen of voor nieuwe samenwerkingsverbanden een platformfunctie te vervullen. Onze kracht is de netwerkdeskundigheid van VrZW en de ervaring in het hanteren van de crisisorganisatiestructuur waarbij we partijen bijeenbrengen en lokale overheden en organisaties in het kader van rampenbestrijding en crisisbeheersing adviseren. Recente voorbeelden waarbij VrZW als regisseur een rol heeft gehad, zijn de thema’s Arbeidsmigranten en COVID-19, Coördinatie opvang asielzoekers binnen de regio, Aardbevingen en Multidisciplinaire evenementenadvisering.

 

Gevolgen van nieuwe crisistypen

Nieuwe crisistypen brengen ook nieuwe gevolgen met zich mee. Zo hebben incidenten tegenwoordig een langere nasleep en blijft maatschappelijke onrust na een incident langer voortduren dan in het verleden. De fase na een incident of crisis wordt hierdoor steeds belangrijker. Ook voor de veiligheidsregio is het incident niet voorbij als de brand geblust is of een slachtoffer in het ziekenhuis is opgenomen. Als veiligheidsregio kunnen we bijdragen door tijdens het incident ook de herstelfase voor te bereiden. In de komende jaren willen we dan ook gaan onderzoeken welke rol voor ons is weggelegd ten aanzien van de lange termijngevolgen van incidenten. Ook de introductie van nieuwe energiebronnen nemen we hierin mee. Nieuwe crisistypen krijgen een plaats in ons Regionaal Crisisplan 2021-2024.

 

Synergie van samenwerking in netwerken

De verschuiving van de aard van crises in duur, omvang en complexiteit vereist dat we continue gericht moeten zijn op het in standhouden en intensiveren van onze bestaande netwerken. We hechten grote waarde aan ons samenwerkingsplatform ‘Netwerk Vitaal’ waarin naast de vier veiligheidsregio’s van provincie Noord-

Holland ook de vitale partners uit sectoren als energie, drinkwater, telecom en financiën participeren. Daarnaast vragen nieuwe crises om de verbreding van onze blik naar nieuwe netwerkpartners en zullen we moeten investeren in het opbouwen van de samenwerking met hen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de evenementenbranche en op het gebied van cybercrime. We continueren de ingezette NW4-samenwerking waarbij één regio een dossier adopteert en dat voor vier regio’s uitwerkt. Op dit moment passen we deze werkwijze toe op de thema’s watercrises en digitale ontwrichting.

 

Bovenregionale netcentrische crisisbeheersing

De verschuiving van de traditionele ‘flitsrampen’ naar langer durende incidenten met een bovenregionale en soms ook landelijke impact vraagt om een wendbare crisisorganisatie met navenante informatie-organisatie. De komende jaren gaan we daarom verder aan de slag met bovenregionale netcentrische crisisbeheersing. We volgen daarbij de landelijke ontwikkelingen met betrekking tot de samenhangende informatievoorziening. Denk aan het ‘Knooppunt Coördinatie Regio’s-Rijk’, een verkenning naar de landelijk beschikbare operationele coördinatie en informatie bij (dreigende) crises.

 

Watercrises boven het Noordzeekanaal

Wij werken samen met het Hoogheemraadschap Hollands-Noorderkwartier, provincie Noord-Holland, Rijkswaterstaat West Nederland Noord, Defensie, politie-eenheid Noord-Holland en de veiligheidsregio’s Amsterdam-Amstelland, Kennemerland en Noord-Holland Noord aan het programma ‘Watercrises in Noord-Holland ten noorden van het Noordzeekanaal’. Ter voorbereiding op een watercrisis en de bevordering van de samenwerking van de partijen in de crisisbeheersing werken we binnen het programma aan planvorming, multidisciplinair opleiden trainen en oefenen en risico- en crisiscommunicatie.

 

Digitale ontwrichting en cyber

In NW4 trekken we samen op waar het gaat om het voorkomen en bestrijden van de gevolgen van digitale ontwrichting. Bij de voorbereiding van de eigen regionale crisisorganisatie zullen het verkrijgen van de juiste informatiepositie en het veerkrachtig kunnen reageren op effecten van digitale ontwrichting belangrijke aandachtspunten zijn.

 

Met onze NW4-buurregio’s nemen we gezamenlijk deel aan de landelijke cyberoefening ISIDOOR. Deze oefening richt zich onder meer op de samenwerking tussen Rijk en veiligheidsregio’s en zal voor ons ook een belangrijk vertrekpunt zijn in het opstellen van planvorming op dit thema.

 

Klimaatadaptatie en de rol van de veiligheidsregio

De klimaatverandering werpt zijn schaduwen vooruit. Een stijgende zeespiegel, meer extreme neerslag, vaker extreme droogte en hitte gaan in de nabije toekomst veiligheidsrisico’s opleveren. De veiligheidsregio brengt in kaart wat die risico’s zijn en participeert daarvoor in diverse overlegorganen en de klimaatdialogen van de gemeenten. Ook schenkt VrZW bij de advisering op structuurvisies en omgevingsplannen aandacht aan de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering.

 

Doorontwikkeling Multidisciplinair Opleiden Trainen en Oefenen

Op basis van de evaluatie van de afgelopen planperiode van het meerjarenbeleidsplan Multidisciplinair Opleiden Trainen en Oefenen (MOTO), ervaringen uit de praktijk en de rapportages van de Inspectie Justitie en Veiligheid hebben we ambities gedefinieerd voor de komende beleidsperiode. De ambities zijn erop gericht het rendement van het MOTO te verhogen. We zetten hierbij in op het zogenaamde ‘Blended learning’. Dit is een mengvorm van face-to-face en ICT-gebaseerde oefenactiviteiten, leermaterialen en tools, zoals themabijeenkomsten, webinars, e-learning en realistische praktijkoefeningen.

 

Op deze manier komen we ook tegemoet aan de groeiende behoefte om op verschillende manieren en tijdstippen deel te kunnen nemen aan MOTO-activiteiten. Niet alleen vanwege persoonlijke leerstijlen, maar ook rekening houdend met agendadruk, structureler thuiswerken en (voorlopig nog) coronamaatregelen. Om tijd- en plaatsonafhankelijk te leren worden de (digitale) mogelijkheden uitgebreid.

4.3 GHOR-Bureau Zaanstreek-Waterland

De Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) is de geneeskundige netwerkorganisatie voor advisering, coördinatie en ondersteuning bij risico’s, crises en rampen en staat onder leiding van de Directeur Publieke Gezondheid (DPG). Hiermee geeft de GHOR-uitvoering aan de Wet Veiligheidsregio’s.

 

In 2019 is in Zaanstreek-Waterland een GHOR-bureau ingericht. Daarvoor werden deze taken uitgevoerd door Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. Sinds de start van de GHOR is geïnvesteerd in het creëren van een stabiele basis en het opbouwen van het netwerk.

Nog geen jaar na de start werd de GHOR geconfronteerd met de COVID-19 crisis, waarbij het team haar wettelijke taken in de volle breedte moest uitvoeren. Hierbij is veel ervaring opgedaan en heeft de GHOR een stevige positie verworven in het netwerk van de crisisbestrijding van de veiligheidsregio en de zorgketen.

 

“Om snel en slagvaardig op risico’s, flitsrampen en crisissen in te spelen is de GHOR de verbindende schakel tussen de publieke gezondheid, de geneeskundige keten, de multidisciplinaire partners zoals de politie

en brandweer en het lokaal bestuur.”

 

Netwerkorganisatie opgeschaalde zorg

De GHOR slaat in de opgeschaalde situatie van rampen en crises de verbinding tussen de multidisciplinaire crisisorganisatie en de (opgeschaalde) zorg in de volle breedte: de publieke gezondheid, de acute zorg en de niet-acute zorg. De GHOR bereidt zich voor op basis van de risico’s in het regionaal risicoprofiel. Ook richt zij zich op risicobeheersing. Samen met de multidisciplinaire partners zoals politie en brandweer adviseert de GHOR de gemeenten over de vergunningverlening bij evenementen. Hierbij heeft de GHOR zowel oog voor de veiligheid van bezoekers, als voor de druk op de acute zorg die sommige events kunnen geven.

 

De GHOR in Zaanstreek-Waterland

Sinds de start heeft de GHOR Zaanstreek-Waterland gewerkt aan haar netwerk. Relaties binnen de witte keten en het multidisciplinaire netwerk zijn aangeboord, onderhouden en verstevigd. De GHOR werkt hierbij op regionaal, bovenregionaal en landelijk niveau.

In 2019 zijn de crisisfunctionarissen voor onze regio geworven en opgeleid. Deze crisisfunctionarissen worden ingezet tijdens die crisis en rampsituaties waarbij de reguliere zorg niet volstaat of in het gedrang komt en opgeschaalde zorg nodig is. Op basis van de opgedane inzichten tijdens deze inzetten worden de processen en de kennisontwikkeling aangescherpt om slagvaardig te zijn bij incidenten, crisissen en rampen.

 

Vooruitblik komende jaren

Met het oog op risico- en crisisbeheersing blijft de GHOR zich de komende jaren inzetten op de adviserende en ondersteunende rol naar zowel onze zorgpartners als de gemeenten. En daarnaast op de vakbekwaamheid van de eigen crisisfunctionarissen. Belangrijke doorlopende thema’s en kernprocessen zijn:

  • 1.

    Informatiemanagement tijdens opgeschaalde situaties.

  • 2.

    Advisering en informatievoorziening aan verschillende zorgorganisaties ten behoeve van een goede voorbereiding op rampen en tijdens een crisis.

  • 3.

    Monitoren en bewaken van de zorgcontinuïteit tijdens een crisis.

  • 4.

    Coördineren van de samenwerking tussen de verschillende geneeskundige hulpdiensten en zorginstellingen én deze geneeskundige keten verbinden met de multidisciplinaire partners binnen de veiligheidsregio tijdens een crisis.

  • 5.

    Verminderen van de druk van evenementen op onze gezondheidszorg door een risicogerichte, gezondheidskundige evenementen advisering aan het lokaal bestuur.

  • 6.

    Voortbouwen op de basis: vakbekwaamheid van de crisisfunctionarissen en leren door inzetevaluaties.

Tijdens de COVID-19 crisis heeft de DPG regionaal, bovenregionaal en landelijk nauw samengewerkt met tientallen partners op verschillende niveaus, daarbij ondersteund door het GHOR-bureau. Ferdinand Strijthagen, DPG:

 

“De bijzondere rol van DPG en de GHOR is gelegen in het feit dat wij enerzijds dé verbinding vormen tussen organisaties en netwerken in de volle breedte van de gezondheidszorg, en anderzijds al deze partijen verbinden met de partners binnen de openbare orde en veiligheid en het openbaar bestuur. Het is een heel belangrijke, verbindende rol. De verantwoordelijkheid voor de zorg en de leiding over de zorginstellingen kunnen wij echter niet overnemen, maar blijft bij de zorgketen.”

4.4 Bevolkingszorg

Gemeenten hebben als onderdeel van het openbaar bestuur een algemene zorgplicht voor hun inwoners en vervullen daarmee een essentiële rol in de crisisbeheersing. Naast de verschillende hulpverleningsdiensten zijn gemeenten vanaf het eerste moment in een crisis uitvoerend betrokken. Nadat de hulpverleningsdiensten klaar zijn met hun werkzaamheden, liggen er voor gemeenten vaak nog taken in het verschiet.

 

Met Bevolkingszorg wordt bedoeld de verantwoordelijkheid van de samenwerkende gemeenten als het aankomt op incident-, rampenbestrijding en crisisbeheersing. De taken van Bevolkingszorg zijn het verzorgen van crisiscommunicatie, voorzien in opvang en verplaatsen van de bevolking, zorg voor de omgeving (bouwbeheer, ruimtebeheer en milieubeheer), informatievoorziening over slachtoffers en schade, bestuursondersteuning (juridisch en protocollair) en preparatie nafase.

 

Dergelijke vergelijkbare processen voeren gemeenten bij hun dagelijkse werkzaamheden al uit echter, bij een incident zijn er toch andere omstandigheden, waardoor de samenwerking tussen de gemeenten moet worden geïntensiveerd. Men werkt dan onder de noemer ‘bevolkingszorg’. Bevolkingszorg ontzorgt de gemeente in de acute fase van een incident en bereidt de nafase voor waarin de gemeente wederom zelfstandig deze taken kan uitvoeren.

 

Bevolkingszorg is een samenwerkingsverband tussen de acht gemeenten onder aansturing van de coördinerend gemeentesecretaris. Om de processen waarvoor de gemeenten verantwoordelijk zijn professioneel en snel te kunnen oppakken is een regionale organisatie ingericht die vanaf de start van de crisis namens de getroffen gemeente(n) binnen de crisisstructuur aan de slag gaat. De gemeentelijke organisatie sluit hierop aan met haar lokale taken en verantwoordelijkheden.

 

Crisiscommunicatie

Crisiscommunicatie is het communiceren met de bevolking waarbij wordt voorzien in de (informatie)behoefte van de samenleving en handelingsperspectief en betekenis wordt gegeven. Crisiscommunicatie is een essentieel en acuut proces binnen de multidisciplinaire crisisbeheersing: tijdige, juiste en betrouwbare informatie kan onrust wegnemen en in het ergste geval mensenlevens redden.

 

Op wettelijke gronden draagt de burgemeester er zorg voor dat de bevolking de benodigde informatie krijgt bij rampen en crisissen. Voor een goede invulling van deze taak beschikken de gemeenten gezamenlijk over de benodigde piketfuncties en faciliteiten. Om de borging van de zo cruciale afstemming van de communicatie bij rampen en crisis te borgen, werken zij daarbij nauw samen met VrZW en de crisispartners op zowel regionaal als landelijk niveau. Gezien het belang van dit proces heeft crisiscommunicatie in de koude én de warme fase een specifieke en eigenstandige positie, zowel binnen de crisisteams in de warme fase als in de overleggremia in de koude fase.

Sectie gemeenten

De sectie gemeenten bij de veiligheidsregio spant zich, in nauwe samenwerking met de gemeenten en onder aansturing van de coördinerend gemeentesecretaris, in voor het geprepareerd houden van de kolom bevolkingszorg. De belangrijkste taken voor deze sectie zijn:

 

  • Het in stand houden en ondersteunen van de optimale structuur van de kolom.

  • Het gevuld houden van de piketpoules.

  • Het opleiden, trainen en oefenen van de (piket)functionarissen in de crisisorganisatie.

  • Het bijstellen van de processen naar aanleiding van evaluaties.

  • Adviseren van de coördinerend gemeentesecretaris.

  • Aansluiten bij interregionale en landelijke afstemming.

Vooruitblik komende jaren

De afgelopen jaren heeft bevolkingszorg een aanzienlijke professionaliseringsslag doorgemaakt. De uitdaging is dit te behouden en waar nodig verder te ontwikkelen. We zetten in op het voldoende aansluiten op en versterken van de benodigde kennis, kunde en benodigde voorzieningen van deze functionarissen. Ambitie is om een lerende organisatie te zijn die ‘vakbekwaam worden en blijven’ op orde heeft. Het nog meer aansluiten op de individuele ontwikkelbehoeften van de functionarissen staat hierbij centraal.

 

Bevolkingszorg pakt haar verantwoordelijkheid bij de multidisciplinaire samenwerking en het inspelen op nieuwe ontwikkelingen zoals de voorbereiding op de nieuwe ongekende crisistypen. Dit doen wij enerzijds door actief bij te dragen aan planvorming, opleiden trainen en oefenen. Maar ook door de eigen processen en functionarissen voor te bereiden op deze nieuwe incidenttypen.

5. Samenwerkingspartners VrZW

5.1 Politie Eenheid Noord-Holland

De politie is als partnerorganisatie onderdeel van het samenwerkingsverband VrZW. De kerntaken van de politie zijn het voorkomen en bestrijden van criminaliteit, de opsporing van criminelen, verlenen van hulp in noodsituaties zoals rampen en toezien op de naleving van wetten en regels om zo te zorgen voor een veilige leefomgeving. De prioriteiten op het gebied van veiligheid voor de politie Noord-Holland zijn een optelsom van de prioriteiten vanuit de lokale integrale veiligheidsplannen (IVP’s) binnen de eenheid, speerpunten van het Openbaar Ministerie en de landelijke veiligheidsagenda van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Voor de eenheid Noord-Holland zijn deze prioriteiten vastgelegd in het Integraal Meerjarenbeleidsplan Veiligheid (IMV) 2019-2022 Noord-Holland: Samen Veilig.

 

Inzet politie in regio Zaanstreek-Waterland

Vanuit de basisteams Zaanstad en Purmerend, de districtsrecherche en het flexteam wordt de lokale basispolitiezorg en meerdere specialistische taken uitgevoerd voor de 8 gemeenten die vallen binnen het verzorgingsgebied. Op eenheidsniveau geeft de afdeling Regionaal Conflict- en Crisisbeheersing (RCCB) uitvoering aan taken op het gebied van openbare orde en veiligheid. Onderdeel van het RCCB is het Team Crisisbeheersing dat zich specifiek richt op (de coördinatie van) crisisbeheersing, denk aan multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen (MOTO), (H)Ovd kaderregeling, multidisciplinaire evaluaties, planvorming veiligheidsregio’s (zoals Incident bestrijdingsplannen en crisisplannen), (staf) Grootschalig en Bijzonder Optreden (SGBO) en (Contra)-terrorisme, Extremisme en Radicalisering (CTER). Vanuit de diverse onderdelen binnen de politie wordt uiting gegeven aan een kerntaak van de politie, namelijk signaleren en adviseren. Dit wordt onder meer gedaan door gevraagd en ongevraagd problemen op het gebied van onveiligheid te signaleren en daarover te adviseren en burgers te wijzen op veiligheidsrisico’s.

 

Vooruitblik komende jaren

De grilligheid van ontwikkelingen in een veranderende omgeving worden de komende jaren naar verwachting niet minder. De vraagstukken die op de politie afkomen, maken duidelijk dat de politie (nog) meer verbonden zal moeten zijn met de wijk, de wereld en het web. Samenwerking met partners in de keten van openbare orde en zorg is van groot belang. Door werkprocessen en kennisuitwisseling op elkaar af te stemmen, in bestaande en nieuwe coalities, kunnen we de best mogelijke bijdrage leveren aan de samenleving.

5.2 Meldkamer Noord-Holland

Politie, brandweer, ambulancezorg en Koninklijke Marechaussee (KMar) krijgen tien samenwerkende meldkamers die virtueel en in netwerken samenwerken volgens een gestandaardiseerde werkwijze, zoveel mogelijk geprotocolleerd en multidisciplinair. Dit netwerk van meldkamers draagt eraan bij om nu en in de toekomst burgers in nood sneller en efficiënter te helpen en de ambulancezorg, brandweer, marechaussee en politie beter te faciliteren bij hulpverlening en bij bestrijding van crisissen en rampen. Begin 2023 moet het totale netwerk van meldkamers er zijn. De verantwoordelijkheid voor het beheer van de meldkamer is verschoven van de veiligheidsregio naar de Nationale Politie. Dit is vastgelegd in de Politiewet. De Landelijke Meldkamer Samenwerking (LMS) beheert dit netwerk.

 

Per 14 mei 2019 is Meldkamer Noord-Holland - als derde LMS-meldkamer in Nederland - in gebruik genomen en bestaat uit de voormalige meldkamers in Alkmaar, Zaandam en Haarlem. De meldkamer bevindt zich in Haarlem. Het meldkamer domein in de nieuwe vorm is nog nieuw van aard en daardoor nog volop in ontwikkeling, zowel op (inter)regionaal als landelijk niveau. Dit vraagt een grote inspanning de komende beleidsplanperiode in al haar facetten.

 

Inspelend op incidentontwikkelingen, steeds meer krijgen we te maken met incidenten waarbij sprake is van een nieuwe gevaarsetting, complexiteit en of grootschaligheid. Door nieuwe risico’s neemt de complexiteit van het operationele optreden toe, wat vraagt om investeringen in nieuwe technologieën, het aanpassen van bestaande werkprocessen én real time beschikbaarheid van informatie. De komende jaren wordt hierop ingezet. Initiatieven met betrekking tot de doorontwikkeling in de soft- en hardware systemen, de processen, de mens en vakmanschap en de Business Intelligence zijn inmiddels ter hand genomen. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de veiligheidsregio, zodat zij de hulpverleners en crisisfunctionarissen tijdig kunnen informeren en trainen in de nieuwe technieken en werkwijzen.

5.3 Samenwerking omliggende regio’s

VrZW is één van de 25 veiligheidsregio’s in Nederland en maakt samen met de omliggende regio’s Amsterdam-Amstelland, Noord-Holland Noord en Kennemerland deel uit van de provincie Noord-Holland. De laatste jaren werken we op alle mogelijk terreinen nauw samen met andere veiligheidsregio’s en met onze omliggende regio’s in het bijzonder. Werken we samen met omliggende regio’s dan duiden we de samenwerking met NoordWest 2, 3 of 4 aan. Het cijfer geeft daarbij aan met hoeveel regio’s we in gezamenlijkheid optrekken.

 

Interview Hoofd Meldkamer Noord-Holland

 

“De samenvoeging tot één Meldkamer Noord-Holland is een gigantisch proces geweest. Het is onderdeel van een grote beweging die moet leiden tot een landelijk netwerk van tien meldkamers. Als nummer drie zit Meldkamer Noord-Holland in de voorhoede. We zijn twee jaar na de samenvoeging aardig op weg. De intensieve coronatijd is de samenwerking zeker ten goede gekomen. De maatregelen om op een veilige manier door te kunnen werken en de continuïteit te waarborgen, hebben veel gevraagd van het personeel. Maar gezamenlijk zijn de schouders eronder gezet. Dan zie je waarom mensen voor dit werk hebben gekozen. Ik ben echt trots op hen.

Nu het belangrijkste op orde is, is het tijd voor doorontwikkeling. Op mijn wensenlijstje staan verdergaande harmonisatie tussen meldkamer en de veiligheidsregio’s, innovatie en een nog betere samenwerking binnen de kolommen in operationele zin.

Daarnaast wil ik dat er aandacht komt voor vakbekwaamheid. Eerst ging het vooral over systemen en mensen aan elkaar laten wennen. Nu is er investering in vakbekwaamheid nodig. Dat verdient het personeel. Er komen in een hoog tempo zoveel vernieuwingen op ons af.”

6. Ondersteunende organisatie

 

Ontwikkelingen in de gaten houden en als organisatie meebewegen met onze omgeving, is voor VrZW van wezenlijk belang om haar taken optimaal uit te kunnen voeren. Dat vraagt om gerichte sturing en aandacht voor bedrijfsvoering

die toekomstbestendig is.

6.1 Bedrijfsvoering algemeen

Wij werken samen met onze collega’s en netwerkpartners aan een veilige regio. Wij verstaan ons vak. Vanuit diverse specialismen zorgen wij voor beleid, advies en beheer op het gebied van bedrijfsvoering. Er zijn drie rollen van bedrijfsvoering te onderscheiden:

 

  • 1.

    De expert die bepaalt, op basis van beleid en wet- en regelgeving, wat wel en niet kan of wat wenselijk is.

  • 2.

    De samenwerkingspartner die in onderling overleg adviseert wat in een bepaalde situatie én binnen de gekozen beleidslijnen de meest passende oplossing of aanpak is.

  • 3.

    De ondersteuner/facilitator die op verzoek van een afdeling of team zaken uitvoert of mogelijk maakt.

Bij het uitvoeren van taken zijn de uitgangspunten voor bedrijfsvoering:

  • Bewust zijn van de doelgroep: Voor wie en met wie doe je het?

  • Planmatige aanpak: Pas uitvoeren als alles goed doordacht en gepland is en resultaten/doelen van tevoren bepaald zijn. Een zorgvuldige implementatie en evaluatie zijn hier onderdeel van.

  • Oplossingen zijn doelgroepgericht met als uitgangspunt digitaal waar het kan, persoonlijk contact waar het waardevol is.

Een belangrijke doelstelling van bedrijfsvoering is het verder versterken van de integraliteit van de advisering en van de uitvoering van de werkzaamheden. Samen met de andere afdelingen kijken en denken we verder dan het eigen domein.

6.2 Organisatie en ontwikkeling

Medewerkers

Onze medewerkers zijn mensen met hart voor de (veiligheids-)zaak. Zij zetten zich 24/7 in voor de veiligheid in onze regio. Wij vinden het belangrijk dat we goed zicht hebben op het welbevinden van onze medewerkers. Dat doen we bijvoorbeeld door het uitvoeren van een periodiek medewerkersonderzoek. We geven hier gerichte aandacht aan en geven er opvolging aan. Medewerkers krijgen bij VrZW de ruimte om zelf verantwoordelijkheid te nemen waarbij we eigenaarschap en resultaatgericht werken stimuleren. We spreken elkaar aan wanneer zaken niet lopen zoals gewenst en waarderen goede resultaten. We vinden het belangrijk dat medewerkers ook in de toekomst goed blijven aansluiten op onze doelstellingen en in verbinding staan met onze omgeving. Een divers samengesteld personeelsbestand draagt hieraan bij.

 

Moderne technologie, digitalisering en robotisering zorgen ervoor dat werk verandert en soms zelfs verdwijnt. Daar komt ander werk voor terug, dat andere vaardigheden vraagt van onze medewerkers. De steeds complexer wordende samenleving vereist wendbaarheid van onze medewerkers, waarbij samenwerken en netwerken belangrijker worden. We investeren in onze medewerkers, zodat zij zich mee ontwikkelen en nieuwe kennis en vaardigheden opdoen en duurzaam inzetbaar zijn en blijven. Daar waar nieuwe kennis of vaardigheden niet (in potentie) beschikbaar zijn binnen de organisatie, richten wij ons in de werving en selectie op het binnenhalen van medewerkers met deze competenties.

 

Planmatig werken

Sinds 2020 hebben we ‘planmatig werken’ ingevoerd, met de volgende resultaten:

  • Projecten en programma’s worden eenduidig aangepakt.

  • Opdrachtgever en opdrachtnemer hebben duidelijkheid over hun taken en verantwoordelijkheden en handelen daarnaar.

  • Communicatie is opgenomen als integraal onderdeel van het werken in projecten en programma’s.

  • Het MT heeft overzicht van (de status en voortgang van) de belangrijkste projecten en programma’s.

Continu leren en verbeteren

De komende jaren verankeren we planmatig werken in de werkwijze van VrZW. Niet alleen grotere projecten en programma’s voeren we uit volgens de stappen van deze methode. Veranderingen op team- of afdelingsniveau pakken medewerkers ook planmatig op door hun ervaring ermee. Dit maakt het mogelijk om verantwoordelijkheden lager in de organisatie neer te leggen. Dit biedt een belangrijk fundament om continu te leren en verbeteren, waarbij we evalueren om ons verder te ontwikkelen.

6.3 ICT en informatievoorziening

We streven naar een informatievoorziening die zorgt voor een optimale ondersteuning van de organisatie om haar taken optimaal uit te voeren. We bieden medewerkers de mogelijkheid om - onafhankelijk van tijdstip en plaats - te kunnen beschikken over actuele en betrouwbare informatie. Onze informatievoorziening voldoet aan de wettelijke eisen en geldende regelgeving. We maken gebruik van de meest actuele en beproefde technologieën. Met betrekking tot digitalisering kijken we altijd kritisch naar het doel, de reden en noodzaak van het middel en wat het oplevert. Het is vooral belangrijk dat onze medewerkers nieuwe technologieën accepteren en goed kunnen toepassen. Dit vraagt om affiniteit met automatisering, evenals kennis en vaardigheden op het gebied van digitaal werken, maar ook om bewustwording rondom informatieveiligheid.

 

Digitalisering van documentstromen

We streven naar een duurzame informatievoorziening waarin het papierverbruik verder wordt teruggedrongen. Uitgangspunt is dat digitale informatie in de organisatie digitaal blijft, eenmalig wordt opgeslagen en voor meervoudig gebruik beschikbaar is. Daarmee creëren we een betere informatie-uitwisseling waardoor we nog efficiënter gaan werken.

 

Inzetten van nieuwe applicaties

Ons doel is een compact en samenhangend applicatielandschap zo mogelijk op basis van Software as a service (SaaS), waarbij de software als een dienst wordt afgenomen. Door kritisch te kijken naar het applicatielandschap schrappen we dubbelingen om te voorkomen dat verschillende applicaties voor exact hetzelfde doel worden ingezet. Het is daarom belangrijk dat de applicaties goed op elkaar aansluiten. Standaardfunctionaliteiten op basis van de actuele stand van de techniek hebben de voorkeur, waarbij maatwerk zoveel mogelijk wordt vermeden.

6.4 Financiën

Opzet programmabegroting

De programmabegroting van VrZW bedraagt ca. € 32,5 mln (2021). De lasten uit deze begroting worden opgebracht vanuit bijdragen vanuit het Rijk (ca. 12%) en de gemeenten in het werkgebied (ca. 81%). Daarnaast ontvangt VrZW nog opbrengsten vanuit verhuur en detachering (ca 7%). De ontvangen gelden worden ingezet voor de primaire taken van VrZW. Binnen de begroting zijn deze taken ondergebracht in drie programma’s met twee onderscheiden taakvelden, te weten:

  • Risico- & crisisbeheersing

    • o

      Risicobeheersing

    • o

      Crisisbeheersing

    • o

      Geneeskundige hulpverlening (GHOR-bureau)

  • Brandweerzorg

    • o

      Brandweerzorg algemeen

    • o

      Gemeenschappelijke meldkamer

    • o

      Vakbekwaamheid

    • o

      Brandweerkazernes

  • Organisatie (Overhead)

Het programma ‘Organisatie’ ondersteunt het primaire proces van VrZW. Hierin zijn de ondersteunende taken, de kosten van leidinggevenden en centraal gehouden materiële budgetten opgenomen. VrZW stelt jaarlijks een programmabegroting op waarin beleidsdoelstellingen en (bijbehorende) kosten zijn opgenomen. Deze begroting kent een vierjaren perspectief en dient conform wettelijk voorschrift sluitend te zijn. In de zomer voor het begrotingsjaar stelt het algemeen bestuur jaarlijks de programmabegroting vast. Het is voor gemeenten mogelijk voorafgaand aan deze vaststelling een zienswijze in te dienen.

 

Nieuwe ambities en wettelijke taken

Als er door ambities van het algemeen bestuur of vanuit aanpassing van wettelijke voorschriften nieuwe taken aan onze veiligheidsregio worden toegekend, zal VrZW zich altijd eerst inspannen om deze vanuit bestaande middelen te financieren. Vaak zal hierop dan capaciteit vanuit bestaande taken worden ingezet.

 

Jaarlijkse Planning & Control-cyclus

De vastgestelde begroting vormt de start van de jaarlijkse Planning & Control-cyclus van VrZW. We houden het algemeen bestuur en de aangesloten gemeenten via twee bestuursrapportages op de hoogte van de realisatie van de beleidsdoelstellingen en begrotingsontwikkelingen. Met het opstellen van de jaarrekening na afsluiting van

een kalenderjaar komt de P&C-cyclus tot afronding.

In de jaarrekening rapporteren we in hoeverre beleidsdoelstellingen zijn behaald en of de gemaakte kosten binnen het begrotingskader zijn gerealiseerd. Nadat de aangesloten gemeenten vooraf kennis van de opgestelde jaarrekening hebben kunnen nemen, stelt het algemeen bestuur de jaarrekening en bestemming van het resultaat vast. Eventuele constateringen uit de bestuursrapportages en jaarrekening worden verwerkt in de eerstvolgende programmabegroting.

6.5 Communicatie

Bij VrZW zijn we ons ervan bewust dat in alle processen communicatie een rol speelt: van ondersteunend tot sturend en van intern tot extern. Communicatie zit in het hart van het beleid waarbij we organisatie breed steeds meer volgens Factor C-methode werken. Communicatie is namelijk een verantwoordelijkheid voor de hele organisatie waarbij samenwerking, transparantie en betrouwbaarheid voorop staan. We stimuleren het communicatie- en omgevingsbewustzijn van onze medewerkers en begeleiden hen in effectieve communicatie om organisatiedoelen te bereiken.

 

Op het juiste moment en op de juiste plaats op een begrijpelijke en toegankelijke wijze betrouwbaar communiceren is cruciaal voor het werk van VrZW. Bij incidenten met impact voor de omgeving is snelle en doelgerichte communicatie essentieel. Bij risicobeheersing moeten communicatieboodschappen bewustwording en misschien zelfs gedragsveranderingen teweegbrengen. Daarom:

  • zetten we in op impactvolle communicatie met oog voor de omgeving, vernieuwingen op communicatiegebied en maatschappelijke trends.

  • bewegen we mee met de samenleving en spelen in op veranderingen. Datagestuurd werken, omgevingsanalyses, interactie en bredere inzet van communicatiemiddelen helpen ons sneller, gerichter en effectiever te communiceren. Soms algemeen, soms alleen doelgroepgericht. Vaak digitaal, maar ook offline en persoonlijk.

  • nemen we deel aan diverse communicatienetwerken, zowel regionaal, bovenregionaal (NW4) als landelijk. Zo zijn we op de hoogte van wat er speelt en kunnen we elkaars kennis en ervaringen delen. We sluiten aan bij landelijke campagnes en dragen bij aan landelijke communicatiemiddelen als VrZW daar baat bij heeft.

6.6 Duurzaamheid

Duurzaamheid betekent niet alleen denken aan hier en nu, maar ook aan elders en later. Het gaat om het realiseren van een balans tussen het welbevinden van mensen, de zorg voor het milieu en de economische vooruitgang, oftewel, de 3 ‘P’s’:

  • People (sociale aspecten): het stellen van doelen op het gebied van social return, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt ondersteunen om toch mee te kunnen doen;

  • Planet (milieuaspecten) waarbij het onder meer gaat over het hergebruik van grondstoffen en andere milieu ontlastende maatregelen. Bijvoorbeeld hergebruik van bluskleding;

  • Profit: de continuïteit van onze dienstverlening waarborgen, kennis delen met onze partners en opdrachtgevers in de publieke sector en investeren in nieuwe kennis om de samenleving beter van dienst te kunnen zijn.

Interview Teamleider ICT en informatievoorziening VrZW

 

“De voortschrijdende digitalisering van de samenleving biedt prachtige kansen maar er zijn zeker ook bedreigingen. Voor VrZW ligt de komende jaren de focus op het effectief benutten van deze kansen en het zoveel mogelijk indammen van de bedreigingen door maatregelen te treffen om de digitale weerbaarheid te verhogen. Daarnaast is het heel belangrijk in te zetten op bewustwording. Mensen moeten bewust worden van hun digitale footprint en de valkuilen van de digitale transformatie. Automatisering en informatieveiligheid gaat zeker niet alleen om techniek. Het is van ons allemaal. We hebben daarin dan ook allemaal een belangrijke rol in te spelen.

Op het vlak van informatie gestuurd werken hebben we de afgelopen periode al een belangrijke voortgang geboekt. Door informatie op een visuele manier te presenteren is het mogelijk direct en helder inzicht te krijgen in een crisissituatie. Door databronnen te combineren kunnen we risico’s steeds beter inschatten. Op de lange termijn zullen we zelfs gebruik kunnen maken van de voorspellende kracht van data.

Ook op het gebied van trainen en oefenen zullen we komend jaar inzetten op virtual reality en oefenen met digitale oefenscenario’s.”

 

Als decentrale overheid neemt VrZW ook haar verantwoordelijkheid op het gebied van duurzaamheid. Zo wordt bij de aanbesteding van voertuigen al nadrukkelijk duurzaamheid meegenomen in de weging van de aanbiedingen. In 2021 wil VrZW een onderzoek doen naar mogelijkheden tot ‘verdere verduurzaming van de eigen bedrijfsvoering’. Bijvoorbeeld als gebruiker van panden werken we graag mee aan initiatieven om het gebruik ervan duurzamer te maken. Maar ook initiatieven om het autogebruik te verminderen of stroomverbruik en gebruik van papier en plastic terug te dringen zouden daaruit kunnen komen. De uitvoering van de resultaten van dat onderzoek kunnen vervolgens de komende jaren worden opgenomen in onze jaarplannen.

 

Naast het eigen handelen en aanpassingen in de bedrijfsvoering liggen er zeker op het gebied van inkoop kansen om verder te verduurzamen. VrZW gaat vanaf 2021 dan ook nog bewuster duurzaam inkopen en daarmee duurzaamheid bevorderen. Duurzaam inkopen doen we door alle milieu- en sociale aspecten van een product of dienst te beoordelen en mee te wegen in het inkoopproces.

Dit doen we door:

  • bij de product- en marktanalyse te inventariseren welke werken, leveringen of diensten op het gebied van duurzaamheid op de markt worden aangeboden.

  • het opnemen van duurzaamheidscriteria bij aanbestedingen (bijvoorbeeld in de selectie- en gunningscriteria) en in te sluiten overeenkomst. Voor een aantal ‘productgroepen’ maken we daarbij gebruik van door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland opgestelde duurzaamheidcriteria.

  • digitaal in te kopen (E-procurement, gebruik van e-mail etc).

  • het monitoren van aangeboden duurzame oplossingen om zo een duurzame oplossing in te bedden in de eigen organisatie.

  • het hebben en onderhouden van goede, duurzame relaties met leveranciers, zonder daarvan volledig afhankelijk te worden.

Bijlage 1 Wettelijke taken

De wet (Wvr, artikel. 14, lid 2) stelt dat het beleidsplan in ieder geval omvat:

  • a.

    Beschrijving operationele prestaties

  • b.

    Uitwerking landelijke doelstellingen

  • c.

    Informatieparagraaf

  • d.

    Oefenbeleidsplan

  • e.

    Beschrijving niet-wettelijke adviesfunctie

  • f.

    Dekkingsplan brandweer

a. Beschrijving operationele prestaties

Onze beoogde operationele prestaties vloeien grotendeels voort uit het Besluit veiligheidsregio’s en de scenario’s uit het risicoprofiel van de regio. Deze prestaties zijn opgedeeld in de processen melding en alarmering, opschaling, leiding en coördinatie en informatiemanagement. Het regionaal crisisplan (RCP) beschrijft de inrichting van de regionale multidisciplinaire crisisorganisatie. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de organisatie in het kader van rampenbestrijding en crisisbeheersing zijn vastgelegd. De organisatie is generiek en past zich aan de aard en omvang van het incident aan. Operationele eenheden worden flexibel naar behoefte ingezet door middel van het multidisciplinair knoppenmodel

 

b. Uitwerking landelijke doelstellingen

Tot op heden heeft de minister van Justitie & Veiligheid geen landelijke doelstellingen geformuleerd. De vorming van de Landelijke Meldkamer Organisatie (LMO) en de Strategische agenda versterking veiligheidsregio’s – specifiek de gezamenlijke projecten van het Veiligheidsberaad met het ministerie van Veiligheid & Justitie – zijn wel op te vatten als landelijke doelstellingen.

 

c. Informatieparagraaf

We beheren en optimaliseren onze processen met betrekking tot het netcentrisch werken en het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS). We volgen daarbij de landelijke ontwikkelingen met betrekking tot de samenhangende informatievoorziening. Deze ontwikkelingen hebben in meer of in mindere mate effect op de wijze waarop we netcentrisch samenwerken. Denk aan het “Knooppunt Coördinatie regio’s-Rijk”, een verkenning naar de landelijk beschikbare operationele coördinatie en informatie bij (dreigende) crisis, maar ook aan de verschuiving van flits en acuut naar sluimerend en langdurige crises. Laatstgenoemde ontwikkeling vraagt bijvoorbeeld andere kwaliteiten en resources.

 

d. Oefenbeleidsplan

Separaat van dit beleidsplan is een meerjarenbeleidsplan MOTO (multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen) 2021-2024 opgesteld. In hoofdstuk 4.2.2 staat beschreven waar het plan zich op richt. Het meerjarenbeleidsplan MOTO richt zich op het verkleinen of wegnemen van geconstateerde aandachtspunten in evaluaties van oefeningen en incidenten.

 

e. Beschrijving niet-wettelijke adviesfunctie

Inzake de lokale verordeningen en vergunningverlening op het gebied van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) is de gemeente het bevoegd gezag. Dit houdt in dat de VrZW hierbij een niet-wettelijke adviestaak verricht. Met name op het gebied van brandveiligheid vindt deze advisering plaats. Naast de niet-wettelijke adviestaak vindt er onder meer ook toezicht plaats en participeert de VrZW in projecten die multidisciplinair worden uitgevoerd. Neem hierbij de projecten op het gebied van brandveilig leven, Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO), evenementenveiligheid en waterveiligheid.

 

Hieronder een kort overzicht van de adviestaken, toezichttaken, multidisciplinaire activiteiten en niet-wettelijke taken:

 

Adviestaken

  • Vooroverleg Omgevingsvisies en Omgevingsplannen

  • Advisering Omgevingsveiligheid

  • Advies omgevingsvergunning bouw (Wabo)

  • Advies omgevingsvergunning milieu (Wmb)

  • Aanvraag gebruiksvergunning/ gebruiksmelding (Wabo)

  • Advies bestaande bouw (Wabo)

  • Advisering route gevaarlijke stoffen op verzoek van gemeenten

Toezichttaken

  • Toezicht omgevingsvergunning bouw

  • Toezicht omgevingsvergunning milieu

  • Toezicht gebruiksvergunning/ gebruiksmelding

  • Toezicht bestaande bouw

  • Ondersteuning handhaving

  • Toezicht horeca/ APV

Multidisciplinaire activiteiten

  • Brandveilig leven

  • Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO)

  • Evenementenadvisering

  • Projecten op het gebied van het thema ‘brandveiligheid in de zorg’

Niet-wettelijke taken

Op verzoek van het Algemeen Bestuur (d.d. 9 december 2016) wordt in onderstaand kader een overzicht gegeven van de niet wettelijke taken. Deze taken worden tegen een kostendekkende vergoeding uitgevoerd.

  • Exploitatie oefengebouw

  • Training en opleiding derden

  • Werkzaamheden ademlucht

  • Stalling voertuigen (o.a. ambulance)

  • Verhuur kantoor- en lesruimte

  • Afhijsing niet-spoed

  • Landelijk Team Forensische Opsporing (LTFO)

f. Dekkingsplan brandweer

De voor de brandweer geldende opkomsttijden en een beschrijving van de aanwezigheid van brandweerposten in de gemeenten alsmede de overige voorzieningen en maatregelen staan beschreven in Regionaal Repressief Dekkingsplan 2016-2020; ‘betrouwbare en betaalbare brandweerzorg op maat’ (vastgesteld door het Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland op 4 december 2015).

De evaluatie van het dekkingsplan 2016-2020 is op 3 april 2020 vastgesteld door het Algemeen Bestuur VrZW. Hierbij is geconcludeerd dat de nog lopende landelijke ontwikkelingen, waaronder de Wet normalisatie rechtspositie ambtenaren (Wnra) aanleiding zijn om het huidige dekkingsplan (2016-2020) binnen de bestaande uitgangspunten te continueren voor één jaar. In 2021 is door het Algemeen Bestuur opdracht gegeven tot het opstellen van een nieuw dekkingsplan.

 

Juli 2021