Organisatie | Purmerend |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor de huisvesting van (tijdelijke) arbeidsmigranten |
Citeertitel | Beleidsregels voor de huisvesting van (tijdelijke) arbeidsmigranten |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | Huisvesting |
Externe bijlage | Publicatie Gemeenteblad |
Geen
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-03-2009 | nieuwe beleidsregels | 17-02-2009 Gemeenteblad B1 d.d. 1 maart 2009 | 519242 |
Artikel 1 Gebied waarop deze beleidsregels van toepassing zijn
Deze beleidsregels zijn van toepassing op alle percelen in de gemeente Purmerend welke krachtens de vigerende bestemmingsplannen de woonfunctie is beperkt tot de huisvesting van niet meer dan een huishouden waarbij bovendien sprake is van een zelfstandige woning. De beleidsregels zijn niet van toepassing op (bedrijfs)woningen op bedrijventerreinen.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
De huisvesting van (tijdelijke) arbeidsmigranten is in overeenstemming met de woonfunctie van een woning, met dien verstande dat:
1. In de woning per persoon minimaal 12 m² gebruiksoppervlakte (GBO) beschikbaar is, met maximaal 5 personen.
2. De woning qua bouwkundige voorzieningen en (brand)veiligheid voldoet aan de bouwregelgeving.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Purmerend d.d. 17 februari 2009;
de secretaris,
M.J.H. Smulders
de burgemeester,
A.P.Hertog
Bijlage: toelichting bij de Beleidsregels voor de huisvesting van (tijdelijke) arbeidsmigranten
Artikel 1 Gebied waarop deze beleidsregels van toepassing zijn
De beleidsregels zijn van toepassing op het grondgebied van de gemeente Purmerend. In de nieuwe bestemmingsplannen wordt de functie wonen niet beperkt tot een bepaalde doelgroep en is de huisvesting van (tijdelijke) arbeidsmigranten in overeenstemming met de bestemming. In oudere bestemmingsplannen is de functie wonen veelal gerelateerd aan de huisvesting van een huishouden. Uit jurisprudentie blijkt dat de huisvesting van (tijdelijke) arbeidsmigranten als strijdig met de bestemming moet worden aangemerkt.
Deze beleidsregels kunnen alleen worden toegepast op (gedeelten van) gebouwen die op grond van laatstbedoelde bestemmingsplannen een woonbestemming hebben die de functie wonen beperkt tot de huisvesting van een huishouden. Verder dient er sprake te zijn van een zelfstandige woning. Daarmee wordt bedoeld dat het beleid niet geldt voor bijzondere wooncomplexen, zoals verzorgingstehuizen etc. Indien het bestemmingsplan meer toelaat dan deze beleidsregels, prevaleert uiteraard het bestemmingsplan. (Bedrijfs)woningen) op bedrijventerreinen vallen niet onder de beleidsregels, omdat daarvoor een specifieke regeling in de bestemmingsplannen is opgenomen.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
De definities zijn ontleend aan in bestemmingsplannen gebruikelijk te hanteren omschrijvingen. De definitie van ‘gebruiksoppervlakte’ is ontleend aan NEN 2580.
Uit een preventieve bouwinspectie moet blijken dat de woning bouwkundig geschikt is voor een deugdelijke en (brand)veilige bewoning. Voldoet de woning niet aan de bouwregelgeving, dan zal voor de bewoning geen toestemming gegeven (kunnen) worden. Indien uit de bouwinspectie blijkt dat bewoning in beginsel mogelijk is, maar bijvoorbeeld bouwkundig niet geschikt voor het aantal gevraagde personen, dan kan toestemming worden verleend voor een minder aantal personen. Het is niet mogelijk toestemming te verlenen onder voorwaarde dat er alsnog allerlei bouwkundige voorzieningen moeten worden getroffen om de woning veilig te kunnen gebruiken. Ook dan zal toestemming worden geweigerd.