Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Meppel

Meppeler erfgoed nu behouden-benutten-beleven

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMeppel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingMeppeler erfgoed nu behouden-benutten-beleven
CiteertitelErfgoedbeleid Meppel NU
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlageBijlage 1: Beleidsnota

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-08-2021nieuwe regeling

27-05-2021

gmb-2021-280299

1494114/1494112

Tekst van de regeling

Intitulé

Meppeler erfgoed nu behouden-benutten-beleven

Voorwoord

 

Meppel is trots op het bijzondere erfgoed van stad en land. In de karakteristiek van onze leefomgeving zien we ons rijke verleden dagelijks terug. De vele waterlopen, de oude cultuurlandschappen, de lintdorpen en de prachtige historische binnenstad vertellen het cultuurhistorische verhaal van Meppel. Waar we vandaan komen, wie we zijn en hoe we ons nu ontwikkelen.

 

In deze visie spreken we uit waarom dit cultuurhistorische erfgoed van grote waarde is voor onze gemeente. We maken duidelijk wat de ambitie is en hoe we met dat erfgoed om willen gaan. En op welke wijze we dat met elkaar gaan doen. Want we willen het Meppeler erfgoed niet alleen behouden, maar het ook gebruiken en ervan kunnen genieten. Nu en straks.

 

In deze visie richten we ons op het onroerende of materiële erf- goed, op wat ondergronds en bovengronds deel uit maakt van onze fysieke leefomgeving. Daarover willen we het verhaal blijven vertel- len. De visie gaat niet over het roerende of immateriële erfgoed.

Onze uitvoerende kunsten, ambachten, musea, collecties, evene- menten en festivals zijn onderdeel van ander gemeentelijk beleid, Panta Rhei – cultuur is van de samenleving (2016) en Evenemen- tenbeleid gemeente Meppel (2015).

 

We hebben deze visie met de inbreng van velen gemaakt. In het voorjaar van 2020 zijn de bouwstenen voor de visie verkend in een ronde met de raad. Vanaf het najaar hebben verschillende betrok- ken partijen uit de samenleving op diverse wijzen geparticipeerd en aangegeven wat zij belangrijk vinden. Samen willen wij werken aan een herkenbaar Meppel, waarin ons erfgoed inspireert en verbindt.

 

Deel 1 Visie

1.1 Ons erfgoed inspireert en verbindt

Wat maakt Meppel nu typisch Meppel? We omschrijven het op onze website als: geluk, gastvrij, ondernemend, knooppunt, groen, karakteristiek. Met woorden die onze gemeente kenmerken en uitdrukken waarom het leven hier goed is. Daar zijn we trots op. We noemen het Meppel Diep Geluk.

 

Vraag aan onze inwoners wat typisch Meppel is en ze noemen: het vele water, poort van Drenthe, het kleinschalige cultuurland- schap met oude boerenerven of het open ontginningslandschap met lange smalle kavels, de karakteristieke lintdorpen, onze historische binnenstad. Dat alles laat zien wat Meppel typisch Meppel maakt.

Inwoners beschrijven ons erfgoed als: historisch relevant, met prachtige gevels, kenmerkend voor de omgeving, bijzonder, identi- teitsbepalend, uniek, authentiek.

 

Ons erfgoed van stad en land vertelt het verhaal van Meppel. Waar we vandaan komen, wie we zijn en hoe we ons nu ontwikkelen.

Erfgoed is onderdeel van een omgeving waarin we ons vertrouwd voelen, waarmee we ons verbonden voelen. Daarom willen we voor Meppel belangrijk erfgoed behouden. We willen het niet alleen be- houden, maar het ook gebruiken en ervan kunnen genieten.

 

Met deze visie maken we werk van erfgoed. We willen richting en uitvoering geven aan de omgang met ons bijzondere Meppeler erfgoed. Dat stelt ons in staat om heldere keuzes te maken, nu en straks. Want er komt veel op ons af: leegstand, herbestemming, energietransitie, klimaatverandering, woningbouw. Opgaven die van grote invloed zijn op onze leefomgeving. We vinden het belangrijk dat Meppel in de toekomst herkenbaar blijft. Dat kan als we bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen de cultuurhistorische kwaliteiten van stad en land koesteren.

 

Erfgoed is een schakel tussen heden, verleden en toekomst. Ons erfgoed inspireert en verbindt bewoners. Het zorgt dat mensen zich thuis voelen in onze gemeente. Typisch Meppel, Diep Geluk!

 

Waarom juist nu een erfgoedvisie?

In de afgelopen jaren kwam er vanuit de politiek meer aandacht voor het erfgoed van Meppel. Een eerste aanleiding voor het opstel- len van een erfgoedvisie was de vaststelling van de Erfgoedver- ordening (28 september 2017). De raad constateerde dat heldere afwegingskaders voor de aanwijzing van gemeentelijke monumen- ten ontbraken. In een motie werd opgeroepen om beleids- en afwe- gingskaders voor het cultureel erfgoed op te stellen.

 

Het Coalitieakkoord (2018-2022) benadrukte vervolgens de groei- ende aandacht voor erfgoed: “Meppel heeft een historisch stads- beeld en dat is een belangrijke waarde, ook toeristisch gezien.

Tegelijkertijd schrijven we de geschiedenis van de stad nu en dat willen we op z’n Meppels doen. We stellen een kwaliteitsmanifest op, waarin we laten zien dat we het cultuurhistorische willen koes- teren en tegelijkertijd ruimte willen bieden om nieuwbouw te plegen met inzet op kwaliteit van de stad. We willen ook op deze aspecten kunnen toetsen bij ontwikkelingen in de stad. We vinden het van belang dat we, onafhankelijk van projecten en ontwikkelingen in de stad, een lijn kunnen kiezen op basis van de cultuurhistorische waarde van een pand. Voor de panden die we waardevol vinden voor de stad, stellen we specifieke kaders vast en handelen hier- naar. Vooraf bepalen we wát we waardevol vinden en willen koes- teren. We consulteren daarbij partijen als Stichting Oud Meppel en het Cuypersgenootschap.” (bron: Startnotitie Erfgoedbeleid Mep- pel). Ook veranderingen in wetgeving nopen tot bezinning op de integrale omgang met erfgoed.

 

In 2016 verviel de Monumentenwet uit 1988. Een deel van de wet ging over naar de nieuwe Erfgoedwet en een deel gaat over naar de toekomstige Omgevingswet (verwachte inwerkingtreding op 1 ja- nuari 2022). Met de Omgevingswet wordt de huidige Structuurvisie vervangen door een Omgevingsvisie. Daarin beschrijft de gemeente hoe ze met het cultureel erfgoed in de leefomgeving omgaat en hoe de instandhouding ervan is geborgd. In de Omgevingswet worden onder meer de volgende zaken ondergebracht: vergunning (arche- ologische) rijksmonumenten; (bescherming) stads- en dorpsgezich- ten; monumentencommissie; cultureel erfgoed in omgevingsplan; en (aanwijzing) provinciale en gemeentelijke monumenten. Deze erfgoedvisie is dan ook niet los te zien van de gemeentelijke Om- gevingsvisie. Zie bijlage 1 voor welke uit de samenleving betrokken partijen hebben deelgenomen aan het proces van participatie.

 

 

De Erfgoedwet en de Omgevingswet maken samen een integrale bescherming van ons cultureel erfgoed mogelijk. Boven de stip- pellijn is aangegeven wat de Erfgoedwet regelt. Onder de stippel- lijn staat wat straks onder de Omgevingswet valt. Dat is bijvoor- beeld de instandhoudingsplicht voor monumenten.

 

De Meppeler aanpak

Het opstellen van deze erfgoedvisie doet de gemeente uiteraard niet alleen. We hebben de inbreng gevraagd van relevante profes- sionele partners en collega’s, erfgoedorganisaties, vrijwilligers, inwoners en raadsleden. Daarbij stonden de volgende kernvragen vanuit de gemeente centraal: “Hoe ontwikkelen wij actueel en bij de schaal van Meppel passend integraal erfgoedbeleid dat recht doet aan onze cultuurhistorische kwaliteiten, dat leidt tot een beter besef van ons erfgoed, en dat kan rekenen op breed draagvlak bij de diverse doelgroepen. Welke onderwerpen in het erfgoed vindt Meppel van belang om te duiden en voor de toekomst te behouden en te integreren. Hebben we voldoende zicht op alle gebouwen die monumentaal waardig zijn?”

 

De raadsleden is gevraagd te reageren op mogelijke bouwstenen voor het erfgoedbeleid. Met behulp van zogenoemde ‘versnellings- sessies’, in opdracht van de gemeente uitgevoerd door CMO STAMM, zijn meningen uit ‘het veld’ gepolst, zijn aandachtspunten benoemd en ideeën naar voren gekomen. Bovendien heeft een aantal mensen nu en dan meegelezen en gereageerd op de resultaten uit deze ver- snellingssessies. Ook zijn diverse delen van de conceptversies van de visie tussentijds gepresenteerd en besproken.

 

(Foto: Stichting Oud Meppel)

 

Quotes

 

“Een stad met een eigen karakter. Geloof me, zeer de moeite van het bezoeken waard en niet alleen vanwege de donderdag-Meppel- dagen. Meppel heeft historie en beleeft die nog steeds.”

 

“Maak eigenaren bewust waarom het "erfgoed" belangrijk is vertel ze ook waar zij hulp kunnen krijgen van de gemeente.”

 

“Voor mij is iets belangrijk erfgoed als mensen er plezier, waarde- ring, (h)erkenning uit halen.”

 

“Buiten de stad is het ook mooi, denk aan De Schiphorst.”

 

“De gemeente Meppel heeft ook prachtige lintbebouwing zoals de Dorpsstraat in Nijeveen en de straat die men Kolderveen noemt.”

 

“Een dynamische stad, oude historische kern, veel bedrijvigheid, poort naar het Noorden als middelpunt van wegen en water en de enige stad in NL temidden van drie landschapsparken!”

 

“Denk naast het cultuurlandschap ook aan de boerenerven. Infor- meer en adviseer eigenaren actief, zodat de boerenerven in stand blijven en verbeteren.”

 

“Meppel is een stadje met dorpse trekken of een dorp met stadse trekken. Hoe dan ook, een ondernemend geheel met hoge orga- nisatiegraad. Veel activiteiten het hele jaar door met volle inzet van talloze vrijwilligers. Gemoedelijkheid en betrokkenheid van de bewoners onderling is groot. Een prima plaats om te wonen en te werken.”

 

“De inwoners/eigenaren weten vaak veel meer van het erfgoed dan de gemeente. Daarom samen werken als een team om het op de juiste wijze te behouden.”

 

“Professionele partijen inschakelen / aan initiatiefnemers advise- ren.”

 

(Foto: Drents Archief)

1.2 Een herkenbaar Meppel, nu en straks

Wij presenteren onze visie op het Meppeler erfgoed. Bij deze visie hoort een uitvoeringsagenda. Daarin zijn concrete acties benoemd die invulling geven aan wat we willen bereiken. Verder is in deze nota een afwegingskader opgenomen met criteria voor de waarde- ring en selectie van monumenten.

 

Wat willen we bereiken?

We vinden het van vitaal belang dat voor Meppel waardevol erfgoed behouden blijft, dat ons erfgoed gebruikt wordt, en dat ons erfgoed inspiratie en richting geeft aan nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Want we willen dat onze geschiedenis zichtbaar en beleefbaar blijft. Dat willen we voor de Meppelers van nu en voor volgende genera- ties. Daar werken we samen aan. We zijn ervan overtuigd dat als het cultuurhistorisch kenmerkende en karakteristieke verbonden wordt met nieuwe eigentijdse ontwerpkwaliteit, er blijvend ‘ziel’ in Meppel gebracht wordt. Zo zorgen we ervoor dat onze gemeente in de toekomst herkenbaar blijft. Een gemeente waarin we ons thuis voelen. We zetten daarom in op een goede borging van ons bijzon- dere erfgoed in het Omgevingsplan. En we zetten ook in op de kop- peling van cultuurhistorische kwaliteiten aan actuele vraagstukken en ruimtelijke opgaven voor Meppel.

 

Behouden, benutten, beleven

We volgen in de omgang met ons erfgoed drie lijnen: behouden, benutten en beleven. Ons erfgoed van stad en land heeft aller- eerst waarde in zichzelf. Daarom willen wij voor Meppel belangrijk erfgoed behouden. Ons erfgoed speelt een vitale rol bij ruimtelijke ontwikkelingen en actuele opgaven in de leefomgeving. Daarom zorgen wij dat de cultuurhistorische kwaliteiten bij ieder plan een helder uitgangspunt zijn en richting geven aan nieuw gebruik. Ons erfgoed kan rekenen op veel belangstelling en een groot draagvlak in de samenleving.

 

Daarom willen wij samen het verhaal van Meppel blijven vertellen en initiatieven van betrokken erfgoedorganisaties en vrijwilligers stimuleren.

 

Behouden

Ons erfgoed van stad en land vertelt het verhaal van Meppel. Waar we vandaan komen, wie we zijn en hoe we ons nu ontwikkelen. We zien onze geschiedenis terug in de stad, de dorpen, de cultuurland- schappen, het vele water. Het geeft onze leefomgeving betekenis, karakter, identiteit, schoonheid. Ons erfgoed heeft allereerst een grote waarde in zichzelf, een intrinsieke culturele waarde. We zijn trots op dit historische erfgoed. Daar willen we goed mee om gaan. Voor Meppel belangrijk erfgoed willen we behouden. Een afwegings- kader met criteria helpt ons keuzes te maken.

 

Het behouden en beschermen van cultureel erfgoed vormt de basis van de traditionele monumentenzorg. De gemeente is wet- telijk verantwoordelijk voor een goede instandhouding van het erfgoed van stad en land. Dat geldt zowel voor rijksmonumenten

en het beschermd stadsgezicht als voor provinciale monumenten en gemeentelijke monumenten. Wij zorgen ervoor dat ons beleid, na inwerkingtreding van de Omgevingswet, de vereiste vorm en inhoud krijgt in het Omgevingsplan.

 

We zorgen dat eigenaren van monumenten goed geïnformeerd worden over de omgang met monumenten. Want we vinden het belangrijk dat er niet onnodig monumentale waarden verdwijnen. Een oriënterend gesprek of een bezoek op locatie geeft richting aan de mogelijkheden voor aanpassing van monumentale panden of bij- voorbeeld de herinrichting van een erf. Ook begeleiding of toezicht op de uitvoering van werkzaamheden helpt de eigenaar op weg.

 

Het verduurzamen van monumenten heeft eveneens onze aan- dacht. Wij willen monumenteneigenaren goed informeren welke isolerende maatregelen heel geschikt zijn om monumentale panden energiezuinig te maken. En helder maken wat de spelregels zijn voor de toepassing van zonnepanelen. We formuleren hiervoor een aantal richtlijnen. Relevante informatie wordt digitaal ontsloten via Monumenten.nl.

 

Benutten

We willen het erfgoed niet alleen behouden, maar het ook gebrui- ken en ervan genieten. We vinden het belangrijk dat voor vrijko- mende of leegstaande monumentale panden een ander gebruik gezocht wordt. We zetten dus in op duurzame herbestemming van ons erfgoed, niet op sloop. Bij herbestemming blijft onze geschiede- nis ook zichtbaar en herkenbaar. Dat draagt bij aan de kwaliteit van onze leefomgeving. We geven speciale aandacht aan het religieus erfgoed. We gaan met kerkeigenaren, omwonenden, erfgoedorgani- saties en deskundigen in gesprek wat het voor Meppel betekent als kerkgebouwen hun functie verliezen. Met betrokken partijen stellen we een kerkenvisie op.

 

We zien dat erfgoed verbonden is met actuele opgaven waar we voor staan. We denken hierbij aan klimaatverandering, duurzaam- heid, ontwikkelingen in de landbouw, vraagstukken van groei, welzijn en gezondheid. De vraag bijvoorbeeld welk type cultuur- landschap zonneparken of windmolens verdraagt, raakt aan de karakteristiek van dat landschap en de betekenis die we aan die gebiedskwaliteit toekennen. We merken dat ons historisch stads- groen (o.a. parken, monumentale bomen) tegenwoordig niet alleen gewaardeerd wordt vanwege de verfraaiing van het stadsbeeld, maar ook als middel voor CO2 opvang, bestrijder van hittestress en bron van welzijn en gezondheid. We vinden het belangrijk dat onze gemeente groen is en groen blijft.

 

We vinden ook dat groene kwaliteiten van stad en land richting moeten geven aan keuzes die we maken en oplossingen die we kiezen.

 

We onderstrepen het belang van een integrale aanpak en werk- wijze, waarin cultuurhistorische aspecten aan het begin van elk ontwikkelingstraject helder ingebracht worden. We willen dat er altijd een goede balans blijft tussen behoud van cultuurhistorische waarden en toevoeging van nieuwe eigentijdse ontwerpkwaliteit. Daarom laten we voor ontwikkelingsinitiatieven cultuurhistorische kaders en handvatten formuleren. Op basis van bestaande informa- tie of aanvullend onderzoek, zoals een cultuurhistorische waarde- stelling, een gebiedsanalyse of archeologisch onderzoek. We doen dit om onze geschiedenis zichtbaar te houden en Meppel herken- baar. We doen dit ook om initiatiefnemers goed op weg te helpen en te zorgen dat het traject van vergunningverlening soepel verloopt.

 

Beleven

Ons erfgoed zorgt voor een inspirerende en aantrekkelijke leefom- geving. Tijdens de coronapandemie, die de kop opstak in 2020, zagen we een oplevende waardering en belangstelling voor het gebouwde erfgoed en het landschap. Dit samen met het gezin ‘bele- ven’ – gezond in de buitenlucht - stond voorop. De historische bin- nenstad en het groene buitengebied bieden diverse mogelijkheden voor recreatie en toerisme. Het is de omgeving waarin evenemen- ten plaatsvinden, zoals Open Monumentendag, het Poppenfestival of het Grachtenfestival. Het is de omgeving waarin mensen wandelen, fietsen of spelevaren. Daar genieten bewoners en bezoekers van.

 

Ons erfgoed vormt in het ontwikkelingsverhaal van Meppel de zichtbare en onzichtbare verbinding tussen verleden, heden en toe- komst. Het verhaal gaat verder. We willen de verschillende verhalen van Meppel, in daad en in woord, blijven vertellen. Aan jong en oud, aan inwoners en bezoekers. Want dat verhaal gaat over ons alle- maal. We doen dat samen met de erfgoedorganisaties, betrokken burgers en vrijwilligers. We willen hen bij nieuwe initiatieven graag stimuleren en ondersteunen.

1.3 Het erfgoed van Meppel

Wat is erfgoed?

Er zijn vele definities van cultureel erfgoed. De Omgevingswet de- finieert cultureel erfgoed als: monumenten, archeologische monu- menten, stads- en dorpsgezichten en cultuurlandschappen.

Een monument is bijvoorbeeld een grachtenpand, pakhuis, boer- derij, historische buitenplaats, brug of sluis. Een archeologisch monument is een terrein met daar aanwezige sporen van mense- lijke aanwezigheid in het verleden. Bij stads- of dorpsgezichten gaat het om historische structuren als bijvoorbeeld straten, parken en verkavelingen. Een cultuurlandschap is onder invloed van de mens gevormd. In Nederland is zo ongeveer elke vierkante meter aan te merken als cultuurlandschap. De term wordt niet alleen gebruikt voor agrarische landschappen, maar ook voor stedelijke of industri- ele landschappen.

 

Dit onroerende of materiële erfgoed maakt deel uit van onze fysieke leefomgeving. Er is ook roerend erfgoed, zoals bijvoorbeeld (kunst) collecties, archieven en mobiel erfgoed. Meppel heeft een collectie schilderijen van Meppeler kunstenaars. Daarnaast is er immateri- eel erfgoed. Daaronder worden cultuuruitingen verstaan die door gemeenschappen worden beleefd als erfgoed en hen een gevoel van identiteit en continuïteit geven. Dat zijn bijvoorbeeld festiviteiten, rituelen, uitvoerende kunsten, verhalen, tradities en ambachten.

Denk bij dat laatste aan het ambacht van de molenaar of de druk- kunst. In deze visie richten we ons op het onroerende erfgoed, op het erfgoed dat deel uit maakt van onze fysieke leefomgeving.

 

Het cultuurhistorische verhaal van Meppel

Het verhaal van de ontstaansgeschiedenis van Meppel en de gelei- delijke ontwikkeling van ontoegankelijke woestenij tot een bloeiend knooppunt van activiteiten geeft ons antwoorden op vragen als: wat is de ruimtelijke karakteristiek en wat maakt Meppel nu typisch Meppel? Het verhaal laat zien wat het cultuurhistorisch DNA van stad en land is en wat kenmerkend is voor de identiteit van Meppel. Daarmee biedt het cultuurhistorische verhaal ook aanknooppunten voor wat voor Meppel waardevol erfgoed is. Zie bijlage 2 Het cul- tuurhistorische verhaal van Meppel.

 

Het beschermde erfgoed van Meppel

Meppel telt op dit moment 93 rijksmonumenten, 44 provinciale monumenten, 41 gemeentelijke monumenten en een beschermd stadsgezicht Meppel Oud-Zuid. Dit beschermde erfgoed geeft een aardig beeld hoe Meppel zich in de loop van de tijd ontwikkeld heeft. Het omvat boerderijen, verschillende typen woonhuizen, kerken, scholen, bruggen, overheidsgebouwen en bouwwerken van handel, industrie, vervoer en nijverheid. Zie bijlage 3 voor de beschermde monumenten

 

(foto gemeente Meppel)

 

 

Deel 2 Beleid

2.1 Omgang met cultureel erfgoed

Landelijk beleid

Zowel landelijk als provinciaal beleid vormen belangrijke kaders bij de vraag: Hoe om te gaan met cultureel erfgoed? Eerder noemden we de Erfgoedwet (2016) en de komende Omgevingswet, waarin erfgoed als integraal onderdeel gezien wordt van de kwaliteit van de leefomgeving. Die kerngedachte is niet nieuw. In 1999 gaf de Nota Belvedere het startsein om cultuurhistorie als uitgangspunt te nemen bij ontwerpopgaven en ruimtelijke plannen. Het doel was om de unieke kenmerken van de gebouwde omgeving en het land-schap overeind te houden bij nieuwe ontwikkelingen. Want juist die gebiedseigenheid zorgt ervoor dat mensen zich betrokken voelen bij hun omgeving. Het motto ‘behoud door ontwikkeling’ wordt ook nu nog vaak gebruikt.

 

Modernisering Monumentenzorg (2011) zette deze lijn door. Het belang van erfgoed moest steeds aan het begin van ruimtelijke ontwikkelingen worden ingebracht en meegewogen. Cultuurhisto- rische kennis en analyse van de waarden en kwaliteiten van plaats of streek konden dan richting geven aan planvorming. Deze manier van werken was vanaf 2007 in de archeologie al gebruikelijk. Met de uitbreiding van het Besluit ruimtelijke ordening (2012) moest niet alleen met de ondergrondse, maar met alle cultuurhistorische waarden rekening worden gehouden. Dus ook met de bovengrondse waarden van het gebouwde erfgoed, het cultuurlandschap en gro- tere stedenbouwkundige, water-, wegen of groenstructuren. Het bestemmingsplan was het instrument om deze waarden te borgen.

 

In het huidige landelijk beleid Erfgoed telt (2018) is het niet anders. Erfgoed is van vitaal belang voor de leefomgeving. Het beschermen en ontwikkelen van erfgoed blijft op de agenda. Het benutten van erfgoed bij actuele ruimtelijke opgaven, zoals energietransitie en woningbouw, krijgt een nieuwe urgentie.

 

Thema’s zijn onder meer herbestemming, duurzaamheid, interieurs, groen erfgoed, vakmanschap, de verbinding van erfgoed aan nieu- we ontwerpkwaliteit. Het religieus erfgoed krijgt speciale aandacht (kerkenvisie).

 

Provinciaal beleid

Het provinciaal beleid sluit naadloos bij deze ontwikkelingen aan in de Cultuurnota Drenthe 2021-2024: Cultuur om te delen, het Cultuurhistorisch Kompas Drenthe en de Omgevingsvisie (2018).

Cultuurhistorie is één van de kernwaarden in het provinciaal beleid. Met de Cultuurhistorische Hoofdstructuur wil de provincie allereerst de cultuurhistorische identiteit van de regio herkenbaar houden en deze verder versterken door ruimtelijke ontwikkelingen te sturen geïnspireerd door cultuurhistorische kwaliteiten. De provincie con- stateert dat energietransitie, klimaatadaptatie en krimp veel impact gaan hebben op het ruimtelijk erfgoed en onze leefomgeving. Cruci- aal is dan dat bij deze opgaven cultuurhistorische kwaliteit verbon- den wordt aan hoge ontwerpkwaliteit om tot een goede inpassing te komen.

 

Archeologie heeft een duidelijke plaats in het provinciaal beleid. Doel is onder meer: het in de bodem (in situ) bewaren van waar- devol archeologisch erfgoed; het op goede wijze uitvoeren van archeologisch onderzoek in het kader van ruimtelijke plannen; het vergroten van het draagvlak voor het archeologisch erfgoed; het ontsluiten van de ‘archeologische verhalen van Drenthe’. De provincie spreekt van een Archeologische Hoofdstructuur met een beschermingsbeleid dat via een Culturele Alliantie, in samenwerking met de gemeenten, uitgewerkt is.

 

Gemeentelijke taken

Veel erfgoedtaken zijn in de afgelopen decennia door rijk en provin- cie gedecentraliseerd. Meppel draagt zorg voor de instandhouding van het erfgoed. Op basis van de Wet algemene bepalingen omge- vingsrecht (WABO) is de gemeente bij beschermde monumenten beslissingsbevoegd. Meppel vraagt bij alle monumentenaanvra- gen voor een omgevingsvergunning advies aan de welstands- en monumentencommissie. In specifieke gevallen vraagt Meppel ook verplicht het advies van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Het gaat dan om aanvragen voor rijksmonumenten waarin sprake is van:

  • Sloop, of gedeeltelijke sloop van ingrijpende aard;

  • Ingrijpende wijziging van rijksmonument of belangrijk deel daarvan, met gevolgen vergelijkbaar met sloop of gedeeltelijke sloop van ingrijpende aard;

  • Reconstructie van een rijksmonument of een belangrijk deel daarvan;

  • Wijziging van het gebruik van het monument of een belangrijk deel daarvan, waarbij sprake is van wijziging van het monu- ment.

  •  

Straks, na inwerkingtreding van de Omgevingswet, blijven de gemeentelijke taken in essentie hetzelfde. Wat verandert zijn de in- strumenten en de werkwijze met een integrale afweging van belan- gen. De instandhoudingsplicht onder de nieuwe wet wordt geregeld in het Omgevingsplan. De Erfgoedverordening Meppel 2017 kan nog tot 2029 gebruikt worden om zaken te regelen. Ook wat nu in het bestemmingsplan geregeld is, komt straks in het Omgevingsplan.

 

De gemeente Meppel heeft invulling gegeven aan het archeologie- beleid met het laten opstellen van een Archeologische verwachting- en beleidsadvieskaart (2010) en een Archeologische beleids- en advieskaart (2013). Beide kaarten moeten we evalueren en actuali- seren.

 

Wat straks verandert in het werken onder de Omgevingswet, is dat voor iedereen duidelijk moet zijn dat cultuurhistorie altijd een

factor van belang is en in elke opgave een rol speelt. Dat vraagt van ons dat we onze interne werkwijze zo inrichten dat cultuurhistorie daarin goed verankerd is.

2.2 Ons beleid

De lijn die in deze erfgoedvisie wordt uitgezet past uiteraard binnen de kaders van de landelijke en provinciale wetgeving. De lijn sluit natuurlijk aan bij het toekomstig gemeentelijk beleid, zoals dat in de Omgevingsvisie wordt geschetst. En de lijn in de erfgoedvisie is verbonden met het cultuurhistorische verhaal van Meppel en het Kwaliteitsmanifest. Hetzelfde geldt voor de acties die in de bijbeho- rende uitvoeringsagenda zijn opgenomen.

 

Het is van vitaal belang dat voor Meppel waardevol erfgoed behou- den blijft, gebruikt wordt, inspiratie vormt en richting geeft aan nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Want als het cultuurhistorisch karakteristieke en kenmerkende samen gaat met nieuwe eigentijdse ontwerpkwaliteit, wordt er blijvend en zichtbaar ‘ziel’ in Meppel gebracht. Zo blijft Meppel ook in de toekomst herkenbaar en beleef- baar.

 

We zetten daarom in op zowel een goede borging van cultuurhis- torische kwaliteit in het Omgevingsplan als de koppeling van ons erfgoed aan actuele vraagstukken en ruimtelijke opgaven. We rich- ten onze interne werkwijze zo in dat het belang van cultuurhistorie daarin goed verankerd is.

 

Wat hebben we?

We analyseren en benoemen de cultuurhistorische karakteris- tiek en kwaliteit van een gebouw, complex, structuur of gebied

 

Wat willen we?

We kijken hoe de cultuurhistorische karakteristiek en kwaliteit van een gebouw, complex, structuur of gebied richting kan geven aan de opgave.

 

Hoe gaan we dat bereiken?

We werken een oplossing uit die nieuwe eigentijdse ontwerp- kwaliteit toevoegt aan bestaande omgevingskwaliteit.

 

 

Ondergronds

De gemeente Meppel heeft invulling gegeven aan het archeologie- beleid met het laten opstellen van een Archeologische verwachting- en beleidsadvieskaart (2010) en een Archeologische beleids- en advieskaart (2013). Voor advisering maken we gebruik van de re- gioarcheoloog van Het Oversticht. Na een periode van zo’n 10 jaar, is het goed om de ervaringen met dit beleid te evalueren en het te actualiseren.

  • We nemen de bescherming van (mogelijke) archeologische waarden op in het Omgevingsplan.

  • We bespreken hoe de samenwerking met (archeologische ) vrijwilligers beter invulling gegeven kan worden.

  • We verkennen hoe de informatie uit eerder uitgevoerde arche- ologische onderzoeken beter ontsloten kan worden. Dit om te voorkomen dat onderzoeken dubbel gedaan worden. Dit doen we door jaarlijks de beleidskaart (intern) te actualiseren door de resultaten van uitgevoerd archeologisch onderzoek op de kaart op te nemen – en waar nodig de archeologische verwach- ting van deze onderzochte gebieden te verwijderen.

Bovengronds

 

Instandhouding

Onder de nieuwe Omgevingswet geldt de specifieke zorgplicht voor

rijksmonumenten. Het betekent dat initiatiefnemers maatregelen moeten nemen om het beschadigen of vernielen van (voorbe- schermde) rijksmonumenten te voorkomen. Ook de omgeving van het monument speelt hierin een rol. Het gaat erom of een activiteit in de fysieke leefomgeving effect heeft op dat rijksmonument. Een voorbeeld is het bouwen van een tunnel, waardoor het monument kan verzakken.

  • We nemen deze zorgplicht voor monumenten op in het Omge- vingsplan of in de Erfgoedverordening (tot 2029).

Onder de Omgevingswet geldt, vergelijkbaar met de huidige situ- atie, de vergunningplicht voor aanvragen voor een ‘rijksmonu- mentenactiviteit’. Burgemeester en wethouders zijn het bevoegd gezag en vragen advies aan de gemeentelijke adviescommissie (te benoemen voor 1 januari 2022). Bij vergunningverlening gelden de door het rijk vastgestelde beoordelingsregels. Ook kunnen aan de vergunning voorschriften verbonden worden. De minister van

OCW heeft adviesrecht in specifieke gevallen, Gedeputeerde Staten buiten de bebouwde kom. Op grond van de huidige Erfgoedveror- dening geldt de vergunningplicht eveneens voor de ‘gemeentelijke monumentenactiviteit’ en ‘provinciale monumentenactiviteit’.

  • We regelen de vergunningplicht in het Omgevingsplan of in de Erfgoedverordening (tot 2029).

De gemeente gaat per 1 januari 2022 ook vergunning verlenen voor archeologische rijksmonumenten. De minister van OCW heeft recht van advies en instemming. Bij het opstellen van het Omgevingsplan moet daarnaast rekening worden gehouden met bekende of aan- toonbaar te verwachten archeologische monumenten. De gemeente mag werkzaamheden stilleggen bij een archeologische toevals- vondst. Voor ons is dit nu niet van toepassing, omdat er in Meppel geen archeologische rijksmonumenten zijn.

  • Wij regelen de bescherming van (te verwachten) archeologische monumenten door het opnemen van de geactualiseerde archeo- logische beleidskaart in het Omgevingsplan.

Aanwijzing van gemeentelijke monumenten en stads- of dorpsgezichten

We willen een actueel en telkens aangevuld bestand van gemeente- lijke monumenten om voor Meppel belangrijk erfgoed te behouden. Met het Afwegingskader voor monumenten gaan we hiermee aan de slag. We maken gebruik van eerdere inventarisaties en houden die tegen het licht. Ook laten we nieuw onderzoek uitvoeren naar tijdvakken die nog niet eerder bekeken zijn, het erfgoed van de wederopbouw en de periode erna, Post 65.

  • We beschrijven onze aanpak hiervoor in de Uitvoeringsagenda.

Informatie voor eigenaren van monumenten

We willen eigenaren van monumenten goed op weg helpen bij vragen over hun panden. Dat kan met een persoonlijk gesprek in het traject van vergunningverlening, een informatiebijeenkomst over regelingen en monumentenorganisaties, of begeleiding bij de uitvoering en omgang met monumenten. We werken ook aan de digitalisering van informatie over ons erfgoed.

  • We beschrijven onze aanpak hiervoor in de Uitvoeringsagenda.

Verduurzaming van erfgoed

Oude gebouwen zijn in feite toonbeelden van duurzaamheid. Door ze telkens aan te passen aan nieuwe wensen en nieuwe eisen gaan ze soms al eeuwen mee. Ook monumenten dragen dus hun steentje bij in een tijd waarin bijvoorbeeld circulair bouwen een ambitie is.

Bij monumenten wordt bovendien gekeken hoe er energie bespaard kan worden, en wat mogelijkheden zijn om energie op te wekken. Dat is maatwerk. Wij willen monumenteneigenaren goed informeren welke isolerende maatregelen heel geschikt zijn om monumentale panden energiezuinig te maken. En ook helder maken wat de spel- regels zijn voor de toepassing van zonnepanelen.

  • We beschrijven onze aanpak hiervoor in de Uitvoeringsagenda.

Herbestemming van erfgoed

Veel gebouwen of structuren verliezen op enig moment hun oor- spronkelijke functie. Dat kan zijn omdat een bedrijf stopt of een hele industrietak verdwijnt. Dan volgt er leegstand en vaak sloop. Als we niet oppassen is er zo een stukje uit het verhaal van Meppel weg. Dat is een gemiste kans. We vinden het een betere optie dat voor vrijkomende of leegstaande monumentale panden een ander gebruik gezocht wordt. We zetten dus in op duurzame herontwik- keling van ons erfgoed, niet op sloop. Bij herbestemming wordt iets nieuws toegevoegd, maar blijft tegelijkertijd onze geschiede- nis zichtbaar en herkenbaar. We geven speciale aandacht aan het religieus erfgoed.

  • We gaan met kerkeigenaren, omwonenden, erfgoedorganisaties en deskundigen in gesprek wat het voor Meppel betekent als kerkgebouwen hun functie verliezen. Met betrokken partijen stellen we een kerkenvisie op.

Aandacht voor bouwhistorie

We willen ook aandacht geven aan de bouwhistorische waarden van ons erfgoed. We laten bij elke verbouwings- of sloopaanvraag voor een aantal geselecteerde panden in de historische binnenstad eerst een bouwhistorische verkenning uitvoeren. De bouwhistorische in- ventarisatie met een selectie van 180 panden, die zeker of vermoe- delijk van vóór 1850 zijn, is hiervoor de onderlegger.

  • We beschrijven onze aanpak hiervoor in de Uitvoeringsagenda.

Erfgoed als inspirerend uitgangspunt, bij ontwikkeling van gebouw en gebied

Ons erfgoed speelt een grote rol bij ruimtelijke ontwikkelingen en actuele opgaven. We zorgen dat het cultuurhistorisch belang vooraf aan de ontwerptafel helder is en richting kan geven aan plannen. Het werken onder de Omgevingswet vraagt dit van ons. Dat we ruimtelijke opgaven integraal oppakken. Dat we met elkaar zorgen dat aan de omgevingskwaliteit die al bestaat nieuwe ontwerpkwa- liteit wordt toegevoegd. We bespreken het cultuurhistorisch belang direct bij het begin met iedere initiatiefnemer. De Cultuurhistorische Inventarisatie en Waardenstelling (CHIW) voor binnenstad en cen- trumschil van Meppel (2013) en de CHIW voor de uitbreidingswijken en het buitengebied (2016) is hiervoor, met een goede ontsluiting, de basis. Als het nodig is, laten we extra onderzoek doen om duide- lijke handvatten te bieden.

  • We beschrijven onze aanpak hiervoor in de Uitvoeringsagenda.

Het belang van ons groene en blauwe erfgoed

In deze tijd van klimaatverandering en energietransitie hebben we te maken met opgaven die van invloed zijn op onze cultuurland- schappen en watersystemen. We verkennen hoe de identiteit en cultuurhistorische kwaliteit van een gebied kunnen helpen bij het vinden van duurzame oplossingen. Bijvoorbeeld door te onderzoe- ken welke gebiedskenmerken (openheid, geslotenheid, zichtlijnen, langgerekte verkaveling, blokverkaveling) richting geven aan de geschiktheid van nieuwe toepassingen, zoals zonnevelden en wind- molenparken. Of door te kijken hoe bijvoorbeeld kennis van his- torische watersystemen kan bijdragen aan een oplossing voor een waterprobleem. Zorgvuldige keuzes in de omgang met ons groene en blauwe erfgoed zijn dus geboden. We vinden het belangrijk dat onze gemeente groen is en groen blijft. Ook al omdat we zo genie- ten van onze groene en waterrijke omgeving en onze gezondheid daar baat bij heeft.

 

Samen werken aan cultuurhistorie

Wij zien dat ons erfgoed leeft bij al die Meppelaars die er gewoon met elkaar van genieten of zich er actief mee bezighouden. Die ver- binding en dat draagvlak vinden we belangrijk. Want het erfgoed is van ons allemaal. We maken daarom werk van ons erfgoed, samen met al die betrokken burgers in onze gemeente. We stimuleren ini- tiatieven om de vele verhalen van Meppel vorm en inhoud te geven. Die verhalen zijn voor jong en oud, voor inwoners en bezoekers.

We willen met een diversiteit aan verhalen zoveel mogelijk mensen aanspreken en aansluiten op de belevingswereld van de inwoners in het Meppel van nu.

  • Waar mogelijk, ondersteunen wij de uitvoering van prikkelende ideeën.

 

Deel 3 Afwegingskader monumenten

 

Afwegingskader

We stellen met deze nota een Afwegingskader vast voor monumen- ten.

 

Wat vraagt de Erfgoedverordening Meppel 2017?

Op basis van de Erfgoedverordening Meppel 2017 hebben burge- meester en wethouders de bevoegdheid om gemeentelijke monu- menten aan te wijzen. Waarom iets een gemeentelijk monument kan zijn, is heel globaal beschreven. In artikel 5.1 staat: “Burge- meester en wethouders kunnen op aanvraag of ambtshalve beslui- ten een monument of archeologisch monument dat van bijzonder belang is voor de gemeente vanwege zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde aan te wijzen als gemeentelijk monument.”

 

Bovendien kan de gemeenteraad, op voorstel van burgemeester en wethouders, beschermde gemeentelijke stads- of dorpsgezicht

aanwijzen. Dat betreft groepen van onroerende zaken die van alge- meen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelij- ke of structurele samenhang, hun wetenschappelijke of cultuurhis- torische waarde en in welke groepen zich één of meer monumenten bevinden.

 

Deze algemene en wat abstracte formuleringen sluiten aan bij de bewoordingen in de Erfgoedwet. Vandaar dat artikel 5.1 ook vermeldt: “Burgemeester en wethouders stellen nadere regels op voor de uitvoering van deze bevoegdheid.“ Het is dus nodig om veel specifieker aan te geven wat de selectiecriteria zijn.

 

Selectiecriteria

Hoe maak je nu zo’n keuze? Daarover bestaat in de erfgoedwereld een grote mate van consensus. Dat komt zo. In de jaren 90 van de twintigste eeuw vond een landelijke inventarisatie plaats van het gebouwde erfgoed uit de periode 1850-1940. Dit project werd be- kend als het Monumenten Inventarisatie Project (MIP). Het vervolg, het Monumenten Selectie Project (MSP), leidde tot de aanwijzing van nieuwe rijksmonumenten. De belangstelling voor het lokale en regionale erfgoed was door dit project volop gewekt. Veel gemeen- ten en enkele provincies besloten zelf ook monumenten te gaan aanwijzen. De selectiecriteria die voor het MSP waren opgesteld werden door partijen omarmd als toetsingskader voor gemeente- lijke en provinciale monumenten. Het gaat om stedenbouwkundige waarden, architectuurhistorische en cultuurhistorische waarden, zeldzaamheid en gaafheid. Deze criteria worden sindsdien in de mo- numentenzorg algemeen toegepast bij de waardering van erfgoed.

 

De selectiecriteria die in dit Afwegingskader Monumenten worden genoemd vormen het toetsingskader voor de aanwijzing van ge- meentelijke monumenten en gemeentelijke beschermde stads- en dorpsgezichten. Er zijn selectiecriteria opgenomen voor steden- bouwkundige waarden, architectuurhistorische waarden en cultuur- historische waarden, gaafheid en zeldzaamheid. Deze selectiecri- teria vormen een hulpmiddel bij de waardering en de afweging om een object of complex al dan niet aan te wijzen als gemeentelijk monument of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht. Voor de waardering van archeologische monumenten geldt een ander toetsingskader. De selectiecriteria zijn dan belevingswaarde, fysieke waarde en inhoudelijke waarde.

 

Het gebruik van selectiecriteria

Het toetsingskader wordt gebruikt bij: het opstellen van de monu- mentenbeschrijving of gebiedsbeschrijving van het voorgedragen object (monument) of complex (stads- of dorpsgezicht); de advi- sering over de aanwijzing door de gemeentelijke Adviescommissie; het besluit van het college en de raad over de aanwijzing van het voorgedragen object of complex als gemeentelijk (archeologisch) monument of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht. Met het vaststellen van dit Afwegingskader Monumenten wordt het toet- singskader voor iedereen inzichtelijk.

 

Per selectiecriterium wordt een score toegekend. Er is een waarde- ring van 0 tot maximaal 3 *** per criterium (stedenbouwkundige waarden, architectuurhistorische waarden en cultuurhistorische waarden, gaafheid en zeldzaamheid). Doorgaans zullen meerdere criteria een rol spelen om een object of complex aan te kunnen merken als waardevol ruimtelijk erfgoed. Bij monumenten- en erfgoedinventarisaties is veelal het uitgangspunt dat aan minstens vier van de vijf criteria wordt voldaan. Maar het is niet zo dat alle criteria gelijktijdig van toepassing moeten zijn om een object of complex aan te wijzen. Alle criteria zijn gelijk van waarde en kun- nen in combinatie met elkaar een aanvullende rol vervullen. Zo kan bijvoorbeeld een lage score op gaafheid gecompenseerd worden door een hoge score op zeldzaamheid. Of is het mogelijk dat een object of complex op minder criteria uitzonderlijk hoog scoort, waardoor het eveneens gewaardeerd kan worden als waardevol ruimtelijk erfgoed. Bij een totaalscore van minimaal 7*** komt een object of complex in principe in aanmerking voor de beschermde status van gemeentelijk monument of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht.

 

Bij de waardering van archeologische monumenten wordt een vergelijkbare systematiek gehanteerd. In dit geval wordt een score toegekend aan de selectiecriteria belevingswaarde, fysieke waarde en inhoudelijke waarde. Een monument wordt op basis van fysieke kwaliteit als in principe behoudenswaardig aangemerkt, indien de criteria gaafheid en conservering samen bovengemiddeld (5 of 6 punten) scoren. Bij een middelmatige tot lage score (4 punten of minder), wordt naar de inhoudelijke kwaliteitscriteria gekeken om te bepalen of een vindplaats toch behoudenswaardig is. Indien te verwachten is dat op een van de inhoudelijke criteria ‘hoog’ wordt gescoord, wordt de vindplaats ook in principe behoudenswaardig geacht. Dit ‘vangnet’ heeft tot doel er voor te zorgen dat terreinen die van beperkte fysieke kwaliteit zijn, maar desondanks inhoudelijk van groot belang, uit de beoordeling vallen. De systematiek van het waarderen van een vindplaats is beschreven in de BRL 4000, KNA LB bijlage IV.

 

Bij een behoudenswaardige waardering kan een object of complex in principe in aanmerking komen voor de beschermde status van gemeentelijk archeologisch monument.

 

Criteria voor het aanwijzen van gemeentelijke monumenten en gemeentelijke beschermde stads- of dorpsgezichten

 

Bovengrondse monumenten en stads- of dorpsgezichten

Als ‘object’ kunnen alle gebouwen, bouwwerken, straatmeubilair, parken, begraafplaatsen, waterwerken (waaronder bruggen en slui- zen) en andere infrastructurele werken worden aangemerkt. Objec- ten met een sterke onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang, maar ook groepen van (gelijke) gebouwen kunnen als ‘complex’ worden beschreven. Daarbij kan gedacht worden aan straatwanden, bebouwing aan pleinen, series (vrijwel) identieke woonhuizen, of woon-, industrie- en havengebieden alsook landschaps-, groen- en waterstructuren.

 

Stedenbouwkundige waarde (of ensemblewaarde)

  • Het object of complex is een essentieel onderdeel van een in cultuurhistorisch opzicht belangrijk stedenbouwkundig of land- schappelijk concept;

  • Het object of complex is een onderdeel van een historisch ge- groeid stedelijk of landschappelijk gebied en speelt daarin een beeldbepalende rol;

  • Het object of complex is van belang vanwege de wijze van ver- kaveling, inrichting en voorzieningen;

  • Het object of complex heeft een bijzondere betekenis voor het aanzien van een streek, stad, dorp of wijk (oriëntatiepunt);

  • Het object of complex is van belang vanwege de bijzondere kwaliteit van de bebouwing en de (historisch) ruimtelijke relatie met groenvoorzieningen, wegen, wateren en/of bodemgesteld- heid;

  • Het object/ complex is van belang in het werk van een bekend stedenbouwkundige of landschapsarchitect.

Architectuurhistorische waarde

  • Het object of complex is een goed voorbeeld van een bepaalde stijl of bouwtechniek;

  • Het object of complex is een goed voorbeeld van het oeuvre van een architect, ingenieur, bouwmeester of kunstenaar, en neemt een belangrijke plaats in binnen de plaatselijke, regio- nale of landelijke architectuurgeschiedenis;

  • Het object of complex heeft bijzondere esthetische kwaliteiten in ontwerp van exterieur en/of interieur (massa, ruimtelijke indeling, verhoudingen in de gevels, bijzondere of zeldzame detaillering, materiaal- en/of kleurgebruik);

  • Het object of complex heeft een bijzonder of zeldzaam interieur of bevat bijzondere en/of zeldzame onderdelen of monumentale kunst in het interieur;

  • Het object of complex, of onderdelen daarvan, heeft bijzondere bouwhistorische kwaliteiten;

  • Het object of complex is van belang vanwege een constructie- wijze die historisch is overgeleverd of vernieuwend is voor de tijd van ontstaan (pioniersfunctie).

Cultuurhistorische waarde

  • Het object of complex is van belang als bijzondere uitdrukking van een culturele, sociaal-economische, religieuze, technische of typologische ontwikkeling;

  • Het object of complex is van belang als bijzondere uitdrukking van een geografische, landschappelijke of bestuurlijke ontwik- keling;

  • Het object of complex is van belang vanwege een plaatselijk, regionaal of landelijk historisch gegeven (feiten, gebeurtenis- sen, bewoners, beroepen e.d.);

  • Het object of complex heeft een bijzondere herinneringswaarde.

Gaafheid (of herkenbaarheid)

  • Het object of complex is van belang vanwege de architectoni- sche gaafheid van het exterieur en/of interieur;

  • Het object of complex is van belang als onderdeel van een groter geheel, waarvan de samenstellende delen (hoofd- en bij- gebouwen, hekwerken, tuinaanleg e.d.) een gaaf en herkenbaar karakter hebben;

  • Het object of complex is van belang als onderdeel van een stedelijke, dorpse of landschappelijke omgeving met een gave structuur en een herkenbaar visueel karakter.

Zeldzaamheid

  • Het object of complex is van belang vanwege zijn zeldzaamheid in stedenbouwkundig, architectuurhistorisch, bouwtechnisch, typologisch of functioneel opzicht en/of zijn bijzondere ouder- dom;

  • Het object of complex is van uitzonderlijk belang vanwege één of meer van bovengenoemde kwaliteiten.

 

Archeologische monumenten

Alle archeologische vindplaatsen, zoals bijvoorbeeld woonhuizen, erven, infrastructurele werken of begraafplaatsen kunnen als arche- ologisch monument worden aangemerkt.

 

Belevingswaarde

  • Het object of complex is van belang als visuele representatie van het onzichtbare archeologische bodemarchief;

  • Het object of complex is van belang als onderdeel van een historisch gegroeid gebied of een specifieke stedelijke ontwik- keling;

  • Het object of complex is van belang om zijn verbondenheid met een plaatselijk, regionaal of landelijk historisch gegeven (feiten, gebeurtenissen, bewoners, beroepen e.d.) en speelt een rol bij het in herinnering brengen van het culturele erfgoed.

Fysieke kwaliteit

  • Het object of complex is van belang vanwege de gaafheid en samenhang van de grondsporen;

  • Het object of complex is van belang vanwege de mate van be- houd van archeologische vondsten.

Inhoudelijke kwaliteit

  • Het object of complex is van belang vanwege zijn zeldzaamheid binnen de archeologische periode en archeologische regio;

  • Het object of complex is van belang als onderdeel van een ste- delijke of landschappelijke context;

  • Het object of complex is van belang vanwege de bijdrage aan kennisvorming over het verleden.

Deel 4 Uitvoeringsagenda

 

In de Uitvoeringsagenda staan de te nemen acties om concreet invulling te geven aan deze visie. Alle acties worden benoemd en vervolgens korter of langer toegelicht.

 

Acties (1 t/m 15)

  • 1.

    We houden eerdere inventarisaties tegen het licht aan de hand van het vastgestelde Beleids- en afwegingskader monumenten.

  • 2.

    We inventariseren het erfgoed van de wederopbouw en de peri- ode erna, Post 65.

  • 3.

    We wijzen gemeentelijke monumenten en beschermde gezich- ten aan.

  • 4.

    We onderzoeken of het aanduiden van beeldbepalende panden aan de orde is.

  • 5.

    We evalueren en actualiseren de archeologische verwachting- en beleidskaarten.

  • 6.

    We borgen een zorgvuldige omgang met het erfgoed van stad en land en de cultuurhistorische kwaliteiten in de Omgevingsvi- sie en het Omgevingsplan.

  • 7.

    We benoemen een wettelijk verplichte adviescommissie omge- vingskwaliteit in het kader van de Omgevingswet.

  • 8.

    We informeren monumenteneigenaren over de instandhouding van het erfgoed.

  • 9.

    We laten bouwhistorische verkenningen verrichten bij een selectie van panden in de historische binnenstad van Meppel (panden vóór 1850 binnenstad Meppel).

  • 10.

    We zorgen dat cultuurhistorische waardestellingen gemaakt worden om bruikbare kaders en handvatten te bieden bij herbe- stemming van waardevolle en monumentale panden.

  • 11.

    We zorgen dat gebiedsanalyses gemaakt worden bij ruimtelijke ontwikkelingen om cultuurhistorische kwaliteit te verbinden met nieuwe ontwerpkwaliteit.

  • 12.

    We stellen een kerkenvisie op.

  • 13.

    We verbinden erfgoed aan actuele opgaven.

  • 14.

    We organiseren een integrale werkwijze met een vanzelfspre- kende plaats voor cultuurhistorie.

  • 15.

    We willen samen met de inwoners het verhaal van Meppel uit- dragen.

Toelichting op de acties

 

Actie 1 -we houden eerdere inventarisaties tegen het licht aan de hand van het vastgestelde Beleids- en afwegingska- der monumenten

We stellen een lijst op van voor Meppel belangrijke panden, objec- ten, complexen en structuren op basis van de aanbevelingen ge- daan in eerdere inventarisaties: Watererfgoed in Meppel (2003) en Het erfgoed van Meppel (2005) Stichting Drents Plateau; Watererf- goed (2018), Waterschap Drents Overijsselse Delta; Cultuurhistori- sche Inventarisatie en Waardestelling (2016), Flexus).

Vervolgens waarderen we het erfgoed uit deze lijst op basis van de criteria in het vastgestelde Beleids- en afwegingskader monumen- ten. Bij deze actie hebben wij externe expertise nodig en betrekken wij relevante erfgoedorganisaties.

 

Eerdere inventarisaties

Een omvangrijk document is het onderzoek Het erfgoed van Mep- pel (2005) verricht door de toenmalige Stichting Drents Plateau. In dit brede onderzoek is niet alleen het bouwkundig erfgoed onder de loep genomen, ook het landschap, de erven, het roerend erfgoed en het papieren erfgoed komen erin aan de orde. Het document bevat ook Watererfgoed in Meppel, een inventarisatie uit 2003. Het gaat om historische objecten en structuren die aan water gerelateerd zijn: niet alleen de zogenoemde kunstwerken als bruggen, stuwen en sluizen, maar ook de waterlopen zelf en objecten uit de geschie- denis van drinkwatervoorziening, watertransport, bedrijvigheid aan het water, en recreatie op het water. Er worden concrete aanbeve- lingen gedaan voor het aanwijzen van een tal objecten en structu- ren als beschermde gemeentelijke monumenten.

 

Ook wordt de aanbeveling gedaan om enkele gebieden of com- plexen van historisch waardevolle gebouwen en landschappelijke, waterstaatkundige of stedenbouwkundige elementen aan te wijzen als beschermd dorpsgezicht of stadsgezicht.

 

Sommige van de aanbevelingen zijn na 2005 per project of ad hoc opgepakt. Zo is in 2011 het gebied Oud-Zuid in Meppel – het gebied van Stationsweg, Wilhelminapark en Zuideinde - door het rijk aan- gewezen als beschermd stadsgezicht. Verschillende objecten, zoals de watertoren en pakhuis De Hes zijn opgenomen op de lijst van beschermde provinciale monumenten. En aangewezen als gemeen- telijk monument zijn een woon-winkelpand met een Jugendstil pui in de Hoofdstraat en het complex van Urzo in de Kruisstraat. Het Waterschap Drents Overijsselse Delta werkt aan een bestand met een compleet overzicht van het waterschaperfgoed met beschrijvin- gen.

 

In 2016 werd de Cultuurhistorische Inventarisatie en Waardenstel- ling ‘Uitbreidingswijken & Buitengebied’ te Meppel (CHIW) door de raad vastgesteld. De studie geeft inzicht in de groei van Meppel en het verschil in karakteristiek van de verschillende uitbreidingswij- ken, dorpen en landschapstypen. Al eerder was de CHIW voor de binnenstad en centrumschil van Meppel gemaakt, als aanzet tot een verdere verdieping van de kennis over de cultuurhistorische waar- den van dit gebied.

De cultuurhistorische verkenning dient als goede input voor andere beleidsstukken (zoals bestemmingsplannen, de welstandsnota, stedenbouwkundige visies en groenbeleid) met het doel de cultuur- historische en ruimtelijke kwaliteiten te versterken. Zo bouwt de geactualiseerde Welstandsnota (2014) voort op de CHIW en biedt heldere gebiedsbeschrijvingen en geeft aandacht aan bijzondere en kenmerkende bebouwing. Een voorbeeld hiervan is de sociale wo- ningbouw aan de Woldstraat, bekend als de Twaalf Apostelen.

 

De CHIW biedt zo aanknooppunten voor het actualiseren van het bestand van gemeentelijke monumenten of beeldbepalende panden. Wat niet is opgenomen in de CHIW zijn bouwhistorische waarden of een specifieke waardering van gebouwde objecten en structuren.

Geraadpleegde partijen voor deze erfgoedvisie vragen speciale aan- dacht voor alle erfgoed rond het thema water, ook het verdwenen watererfgoed; voor historisch groen zoals monumentale bomen; voor het cultuurlandschap met boerderijen en erven; voor bijzon- dere landschapselementen. Hier zijn van belang: een Monumentale bomenkaart en een Groene kaart (2012), Kadernotitie ‘Zo doen we groen' (2016), ‘Van sober naar rijk' (Reestdal, 2004). Geopperd is of het grachtengebied van Meppel als nieuw beschermd gezicht aangewezen zou moeten worden.

 

Actie 2 -we inventariseren het erfgoed van de wederopbouw en de periode erna, Post 65

Het erfgoed van de wederopbouw en de periode erna, Post 65, is nog niet eerder voor ons onderzocht. Wel staan in het register van provinciale monumenten enkele gebouwen uit de wederopbouw. We nemen in de inventarisatie ook de monumentale kunst van de wederopbouw mee. We waarderen het erfgoed uit dit onderzoek op basis van de criteria in het vastgestelde Beleids- en afwegingskader monumenten. Bij deze actie hebben wij externe expertise nodig en betrekken wij relevante erfgoedorganisaties.

 

Actie 3 -we wijzen gemeentelijke monumenten en bescherm- de gezichten aan

In de Erfgoedverordening Meppel 2017 is de procedure opgenomen voor het traject van aanwijzing. Bij deze actie hebben wij externe expertise nodig en betrekken wij relevante erfgoedorganisaties.

 

Actie 4 -we onderzoeken of het aanduiden van beeldbepa- lende panden aan de orde is

Uit de lijst van Actie 1 kunnen ‘afvallers’ overblijven, die niet bij de selectie van gemeentelijke monumenten horen, maar wel cultuur- historische waarde hebben en ondersteunend zijn aan de karakte- ristiek van stad en land. We overwegen of we deze ‘afvallers’ een lichtere vorm van bescherming geven als beeldbepalende panden. Dergelijke panden mogen niet zonder meer gesloopt worden. We verankeren dat straks in het Omgevingsplan.

 

In het onderzoek van het Drents Plateau (2005) wordt gesproken over 107 objecten op de rietendakenlijst (die destijds in aanmer- king kwamen voor subsidie), een lijst met stookhokken in Nijeveen, en een lijst met 56 karakteristieke bouwwerken voortgekomen

uit de cultuurhistorische inventarisatie, destijds opgenomen in de Welstandsnota in 2004. Deze lijsten (in de geactualiseerde Wel- standsnota 2014?) worden bij deze stap 3 ook bekeken. Bij deze actie hebben wij externe expertise nodig en betrekken wij relevante erfgoedorganisaties.

 

Actie 5 -we evalueren en actualiseren de archeologische ver- wachting- en beleidskaarten

Meppel heeft een Archeologische verwachting- en beleidsad- vieskaart (2010 ) en een Archeologische beleids- en advieskaart (2013). Nu er zo’n 10 jaar gewerkt is met deze kaarten, is het goed dat we de opgedane ervaringen evalueren en de kaarten actualise- ren. Bij deze actie hebben wij externe expertise nodig en betrekken wij relevante erfgoedorganisaties en de in onze gemeente actieve amateur-archeologen. We verankeren de bescherming van (moge- lijk) aanwezige archeologische waarden door het opnemen van de beleidskaart als onderlegger in het Omgevingsplan.

 

Actie 6 -we borgen een zorgvuldige omgang met het erfgoed van stad en land en de cultuurhistorische kwaliteiten in de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan

De erfgoedvisie en alle acties anticiperen op wat gevraagd wordt in de Omgevingswet (verwachte inwerkingtreding 2022), zoals een

goede borging van het erfgoed in het Omgevingsplan, een integrale afweging van cultuurhistorische kwaliteiten bij ruimtelijke plannen (vooroverleg, onderzoek).

 

Actie 7 -we benoemen een wettelijk verplichte adviescom- missie omgevingskwaliteit in het kader van de Omgevings- wet

Benoeming van een monumentencommissie. Het ligt voor de hand de advisering over ruimtelijke kwaliteit breder op te pakken, zoals nu ook het geval is. We moeten voor 2022 een reglement opstellen voor de gemeentelijke adviescommissie en onderdelen of activitei- ten benoemen waarover de commissie moet adviseren. Er moeten commissieleden worden voordragen. En de gemeenteraad moet tijdig besluit kunnen nemen zodat de commissie vanaf 1 januari 2022 kan adviseren.

 

Actie 8 -we informeren monumenteneigenaren over de in- standhouding van het erfgoed

Onze interne werkwijze is zo georganiseerd dat het belang van cultuurhistorie direct bij het begin met iedere initiatiefnemer be- sproken wordt. Een oriënterend gesprek over de mogelijkheden kan een monumenteneigenaar, die bijvoorbeeld groot onderhoud wil uitvoeren, iets wil veranderen aan een pand of duurzaamheids- maatregelen wil treffen, goed op weg helpen. Ook een bezoek op locatie geeft richting aan plannen om een monument te wijzigen. In het vooroverleg met de gemeentelijke adviescommissie zorgt de kennis en ervaring van de leden voor het nodige maatwerk. De gemeente organiseert en faciliteert de initiatiefnemer in het traject

 

van vergunningverlening. We zetten vooral in op begeleiding en, waar nodig, toezicht in de uitvoering. We ontsluiten relevante infor- matie digitaal via Monumenten.nl. Bij deze actie hebben wij externe expertise nodig en betrekken wij relevante erfgoedorganisaties.

 

We overwegen om eigenaren van monumenten informeren over de omgang met monumenten in een speciaal georganiseerde bijeen- komst. Mogelijke onderwerpen zijn een goede instandhouding van monumenten, de rol van de Monumentenwacht, subsidieregelingen, duurzaamheidsmaatregelen bij monumenten, het provinciaal depot voor bouwmaterialen. Bij deze actie hebben wij externe expertise nodig en betrekken wij relevante erfgoedorganisaties.

 

Actie 9 -we laten bouwhistorische verkenningen verrichten bij een selectie van panden in de historische binnenstad van Meppel (panden vóór 1850 binnenstad Meppel)

We laten bij elke verbouwings- of sloopaanvraag voor een aantal geselecteerde panden in de historische binnenstad van Meppel eerst een bouwhistorische verkenning uit te voeren. De bouwhisto- rische inventarisatie met een selectie van 180 panden, die zeker of vermoedelijk van vóór 1850 zijn, is hiervoor de onderlegger (zie het onderzoek van het Drents Plateau uit 2005). De onderzoeksresulta- ten kunnen richting geven aan vervolgstappen. Ze leveren in ieder geval nieuwe kennis over de ontwikkelingsgeschiedenis.

 

Een optie is om hier de bebouwing aan de Keizersgracht, Heren- gracht en Sluisgracht aan toe te voegen. Veel van de panden lijken jonger dan 1850 te zijn, maar op grond van de kadastrale minuut van 1832 is niet uit te sluiten dat ook hier restanten van oudere bebouwing bewaard zijn gebleven.

 

Hoe nodig dergelijk bouwhistorisch onderzoek is, laat de gebeurte- nis zien bij de bouw destijds van winkelcentrum de Keijserstroom.

 

Bij de projectvoorbereidingen werd het pand op nummer 24 in de Kruisstraat alsnog onderzocht. De voorgevel dateerde van ongeveer 1910, maar het pand bleek een veel oudere kelder met gewelven en natuurstenen pijler te hebben en een kap met de originele eiken- houten gebintconstructie met telmerken. Geconcludeerd werd dat het pand uit de tweede helft van de 15de eeuw stamde. Helaas

was het nieuwbouwproject al zover gevorderd dat alleen de kelder behouden is gebleven. Bij deze actie hebben wij externe expertise nodig en betrekken wij relevante erfgoedorganisaties.

 

Actie 10 -we zorgen dat cultuurhistorische waardestellin- gen gemaakt worden om bruikbare kaders en handvatten te bieden bij herbestemming van waardevolle en monumentale panden

Vaak is eerst specialistisch onderzoek nodig om cultuurhistori- sche aspecten volwaardig mee te kunnen wegen bij plannen voor herbestemming of ingrijpende wijziging van monumenten. Meestal

zijn de initiatiefnemers de opdrachtgevers voor dergelijk onderzoek. Archeologisch en bouwhistorisch onderzoek en cultuurhistorische waardestellingen worden uitgevoerd conform de landelijke richtlij- nen. Die onderzoeken geven een goed inzicht waar zich de cultuur- historische en monumentale waarden bevinden, en waar ruimte is voor transformatie. De onderzoeken bieden goede uitgangspunten en handvatten voor de planvorming en zijn tevens een goede basis voor de beoordeling van de plannen.

 

Actie 11 -we zorgen dat gebiedsanalyses gemaakt worden bij ruimtelijke ontwikkelingen om cultuurhistorische kwali- teit te verbinden met nieuwe ontwerpkwaliteit

Om cultuurhistorische kwaliteiten volwaardig mee te kunnen wegen bij ruimtelijke ontwikkelingen, is vaak eerst onderzoek nodig. De CHIW is hiervoor een goede basis. Maar soms is er specifiek on- derzoek nodig. Meestal zijn de opdrachtgevers hiervoor de initia-

 

tiefnemers. Een analyse van alle cultuurhistorische aspecten biedt inspirerende uitgangspunten en handvatten voor de planvorming en zorgt ervoor dat erfgoed optimaal en integraal wordt meegewogen en wordt verbonden aan een nieuwe ontwerpkwaliteit.

 

Actie 12 -we stellen een kerkenvisie op

Met het Programma Toekomst Religieus Erfgoed ondersteunt het kabinet de ontwikkeling van een samenhangende kerkenvisie. Een kerkenvisie is een strategische visie op de toekomst van kerkgebou- wen, waarbij aandacht is voor leegstand, instandhouding en her- bestemming. Landelijk gezien is de sluiting van kerkgebouwen een probleem. Het is goed om tijdig een beeld voor Meppel te hebben. Hoe is de situatie nu, wat gaat mogelijk spelen en wat vinden we dan belangrijk? Deze dialoog is de kern van een Kerkenvisie. Met de opstelling van een kerkenvisie starten we in 2021.

 

Actie 13 -we verbinden erfgoed aan actuele opgaven

We erkennen dat ons erfgoed niet alleen een intrinsiek cultureel be- lang is, maar dat cultuurhistorische kwaliteiten ook een rol spelen in vele actuele ontwikkelingen en ruimtelijke vraagstukken. We zoeken daarom de verbinding van erfgoed met andere opgaven: economie, toerisme, duurzaamheid, klimaatadaptatie, welzijn en gezondheid. Door de koppeling van belangen ontstaat een meerwaarde voor de leefomgeving. Een interne aanpak en werkwijze, waarin integraal wordt samengewerkt en alle aspecten vanaf het begin van een initiatief in beeld zijn, hoort daarbij. Het nieuwe Kwaliteitsmanifest is hier een leidraad. Zo kunnen stad en land zich vernieuwen, maar zodanig dat het DNA van Meppel toch herkenbaar blijft.

 

Actie 14 -we organiseren een integrale werkwijze met een vanzelfsprekende plaats voor cultuurhistorie

We richten onze interne werkwijze zo in dat straks, na inwerking- treding van de Omgevingswet, het belang van cultuurhistorie daarin een duidelijke plaats heeft en goed verankerd is. We willen dat voor elke opgave cultuurhistorie een vanzelfsprekende wegingsfactor is.

 

Actie 15 -we willen samen het verhaal van Meppel uitdragen

Meppel is trots op het erfgoed van stad en land en maakt bewo- ners en bezoekers hier graag deelgenoot van. Ons erfgoed vormt de zichtbare en onzichtbare verbinding tussen verleden, heden

en toekomst. Dat erfgoed inspireert en draagt bij aan de beleving van Meppel Diep Geluk. De vele verhalen van Meppel kunnen niet genoeg verteld, getoond en ervaren worden. We willen met al die verhalen zo veel mogelijk mensen aanspreken en aansluiten bij de belangstelling van de Meppelers van nu.

 

Bij deze erfgoedvisie betrokken partijen hebben voorgesteld om diverse thematische wandelroutes te maken (o.a. water, Joods erfgoed, toekomstig erfgoed, kunst). En er zijn andere ideeën ge- opperd: meer gebruik te maken van QR-codes om erfgoed ‘zicht- baarder’ te maken; een kennismakingswandeling door Meppel voor nieuwe inwoners (en bijvoorbeeld ambtenaren en bedrijven) nieuw leven in te blazen; ook kinderen bij het erfgoed te betrekken; en meer onderling contact via bijvoorbeeld een digitaal platform en/of een jaarlijkse bijeenkomst.

 

We willen de erfgoedorganisaties, betrokken burgers en vrijwilligers bij nieuwe initiatieven graag stimuleren en passend ondersteunen.

 

Bijlage 1 - Deelnemers aan het beleidsproces erfgoedbeleid

Vier versnellingssessies erfgoed en een visiebijeenkomst erfgoed Ongeveer 35 vertegenwoordigers van:

  • Stichting Oud Meppel

  • Stichting het Cuypersgenootschap

  • Provincie Drenthe (archeologie en cultuurhistorie)

  • Waterschap Drents Overijsselse Delta

  • Monumenteigenaren

  • Woonconcept

  • Energiecoöperatie Nijeveen

  • Bouwbedrijven/makelaardij

  • Dorpsvereniging Nijeveen

  • Historische vereniging Nijeveen

  • Stichting Beeldende Kunst Meppel

  • Stichting Heemschut Drenthe

  • Inwoners

  • Monumentencomissie/het Oversticht

  • Project-ontwikkelbedrijven

  • Stichting Gedenkstenen Meppel

  • Het Drentse Landschap

  • Burgerplatform Meppel-Kracht

  • Een stadsgids

  • Meppel Nu

  • Molen de Vlijt

  • De agrarische sector

  • Meppeler Handelsvereniging

  • Drukkerijmuseum

  • Protestantse Gemeente Meppel

  • Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap

  • Stedelijk Museum Meppel (v.h. Kunsthuis Secretarie)

  • Cultuurplatform Meppel

Tot slot 19 personen die zich hadden aangemeld om mee te lezen.

Bijlage 2 - Het cultuurhistorische verhaal van Meppel

Het cultuurhistorische verhaal van Meppel

Zuidwest-Drenthe vormde in de Vroege Middeleeuwen een ontoe- gankelijke veenwildernis en was als vestigingsgebied weinig aan- trekkelijk.

Pas toen er in de loop van de Middeleeuwen in Europa sprake was van een algemene bevolkingstoename, werden ook in Nederland de minder begaanbare gebieden ingenomen en vestigden zich op de hogere zandgronden en stuwwallen van Zuidwest-Drenthe de eerste boeren. Ze legden stukjes van het veengebied bloot en stichtten rond de Reest esgehuchten, waar op kleine essen slechts enkele boeren woonden. Vanaf deze gehuchten werden de nattere tus- sengelegen landen ontgonnen, waar geen essen werden aangelegd maar ‘kampen’, in plaats van akkers van individuele boeren.

 

Meppel is ontstaan op een kruispunt van riviertjes en stroompjes die in zuidwestelijke richting van het Drents Plateau afstroomden. Daar waar de Reest, de Wold Aa, de Havelter Aa (nu Oude Vaart) en de al vroeg gegraven Swarte Grift (nu Leisloot) en de Wetering (nu Hoogeveensche Vaart) samenkwamen in de Sethe (nu Meppeler Diep) ontstond in de Middeleeuwen een nederzetting. Een stra- tegische plek, omdat de Sethe direct in verbinding stond met de Zuiderzee.

 

De nederzetting was rond 1300 alleen via het water bereikbaar en bestond uit zes erven: Evesingehus (Eefsinge), Anekingehus (Enekinge), Woltingehus (Woltinge), Severdingehus (Severdinge), Dincstadinchus (Dingstede) en Dincstadincvene (Dinxterveen).

Hiervan vormden de eerste drie de eigenlijke kern van het latere Meppel. Naast deze erven, behoorde ook de kleine havezate Vled- deringe (het latere Regteren) tot de oudste huizen van Meppel.

 

In 1422 werd Meppel als een zelfstandig kerspel afgescheiden van Kolderveen en mocht toen een kerk bouwen, nu Mariakerk of Grote Kerk.

 

Poort van Drenthe

Het dorp Meppel fungeerde in het begin van zijn bestaan als stapelplaats, waar de landbouwproducten uit het zuidwesten van Drenthe verzameld werden. Deze producten waren grotendeels bestemd voor de kerkelijke autoriteiten uit Utrecht die het bestuur over Drenthe uitoefenende. Vanaf de 15de eeuw groeide Meppel verder; in 1460 werd haar positie als marktplaats bestendigd met de instelling van twee vrije jaarmarkten door bisschop David van Bourgondië. In 1487 kregen de Meppelers bovendien toestemming van dezelfde bisschop voor het houden van weekmarkten op woens- dag. Deze waren vooral van belang voor Meppel en ommelanden.

Op de jaarmarkten verschenen niettemin handelaren en boeren uit een veel groter verzorgingsgebied. Met het toenemen van de handel kreeg Meppel een centrumfunctie in Zuidwest-Drenthe; het fun- geerde als het ware als de poort van Drenthe.

 

De plattegrond van Meppel werd voor een belangrijk deel bepaald door de natuurlijke waterwegen; op knooppunten van waterwegen en langs de vaarten ontstond de eerste bebouwing. Zo is de boch- tige (Olde) Aa in de huidige Grote Oever en Eendrachtsstraat terug te vinden. In de loop van de tijd vond er tussen deze meervoudige lintstructuur verdichting plaats, waardoor een meer gesloten stadsweefsel ontstond. Aan de randen bleef Meppel echter lange tijd minder dicht bebouwd, mede omdat Meppel niet werd omgeven door een stadsmuur en er dus geen uiterste noodzaak was tot verdichting.

 

Aan het begin van de zeventiende eeuw werd de stadsvorm van Meppel bepaald door de van noord naar zuid stromende Aa en de zuidelijk langs de nederzetting lopende Wetering. De Aa was op dat moment al aan beide zijden bebouwd. De aansluiting van de Wete- ring op de Aa was een belangrijke locatie in de nederzetting omdat hier, achter de kerk, de weekmarkt gehouden werd.

 

De belangrijkste stedelijke functies (o.a. hoofdkerk, stadhuis, waag) bevonden zich aan de Hoofdstraat en in de hiernaast liggende zij- straten en pleinen. Aan de westzijde van de stad ontstonden water gerelateerde nijverheidsfuncties. Zo bevonden zich in 1832 bijvoor- beeld twee werven bij de samenkomst van de Zuideindigersloot en de (Olde) Aa (Stoombootkade en Harm Smeengekade). Een derde werf lag bij de samenkomst van het Mallegat en de Drentse Hoofd- vaart.

 

Opschalen van ontginningen

Het ontginnen van de veengebieden begon in de Middeleeuwen kleinschalig met als doel het creëren van meer landbouwgrond. In het gebied rondom Meppel kwamen groene weidezones met kleine dorpen en gehuchten. Er leefden voornamelijk boeren die verschil- lende agrarische bedrijven hadden, variërend van akkerbouw, rundveeteelt en pluimveehouderij tot zuivelbereiding. Gedurende de Middeleeuwen werden de natte gronden in Drenthe steeds systema- tischer ontgonnen, waarbij turfwinning het voornaamste doel

werd. Tijdens de ontginning zijn enkele lintdorpen ontstaan, zoals Ruinerwold, Nijeveen en Kolderveen. Het verkavelingspatroon van deze wegdorpen werd gekenmerkt door zeer smalle en lange kavels

- soms van enkele kilometers lengte-, een fijnmazig slotenpatroon en lange zichtlijnen; een totaal ander verkavelingspatroon dan de onregelmatige, veel kleinschaligere blokverkaveling met houtwallen en houtsingels rond de esgehuchten in het Reestdal.

 

Het water vormde de oorsprong en levensader van Meppel, maar werd ook cruciaal in de periode dat de turfwinning in de hoogveen- gebieden van Drenthe enorm toenam. De bestaande wateren werden al vanaf de 13de of 14de eeuw uitgebreid met griften, de oudste veenkanalen van Drenthe, noodzakelijk voor de ontwatering van het veen en voor het transport van de gewonnen turf. De turfwinning leidde daarbij tot een versterkte handelspositie van Meppel. Meppel had een belangrijke schakelfunctie als doorvoerha- ven tussen het Drentse agrarische achterland en het westen van het land, voornamelijk Amsterdam; turfschippers zorgden voor het verschepen van het gewonnen turf, beurtveren namen het vervoer van stukgoederen en mensen voor hun rekening.

 

Door de toenemende handel over water werd Meppel aan het eind van de Middeleeuwen een aantrekkelijke vestingplaats. In de zeven- tiende eeuw kwamen er naast boeren en middenstanders lieden van andere pluimage bij, zoals schippers, boot- en zeilmakers, wevers, meubel- en schoenmakers en kooplieden. Het zijn beroepen die op dat moment nauwelijks elders in Drenthe voorkwamen, wat wijst

op de unieke centrumfunctie die Meppel vervulde in Drenthe. De bouw van een waag rond 1617 zette de economische macht nog verder kracht bij. Toen de nederzetting in 1644 inmiddels meer dan duizend inwoners telde, verschafte de drost van Drenthe Meppel stadsrechten. In 1809 kreeg Meppel van Lodewijk Napoleon op- nieuw stadsrechten.

 

De turfwinning in Drenthe had grote gevolgen voor het landschap, dat in steeds sneller tempo werd drooggelegd, maar het had ook forse invloed op de economie en de groei van Meppel. De bevol- kingssamenstelling veranderde mee.

 

Verkeersknooppunt van water, spoor en wegen

Met het opschalen van de turfwinning, nam ook de noodzaak toe het vervoer via het water te bespoedigen. Tot de 16e eeuw bleef de scheepvaart bescheiden in omvang en concentreerde zich voorna- melijk rondom Meppel en de Oostermoerse venen. Tijdens de zeventiende en achttiende eeuw vonden echter veel kanaliseringen plaats, die het directe gevolg waren van het ontginnen van de veengebieden van west- en zuidoost Drenthe. Zo werd in de vanuit Meppel naar het oosten lopende Wetering in het begin van de 17de eeuw verlengd, verbreed en verdiept tot aan Hoogeveen – en werd vervolgens de Hoogeveensche Vaart genoemd - om als transportka- naal te dienen voor de grootschalige turfwinning. In 1767 werd gestart met de aanleg van de Drentsche Hoofdvaart naar Assen, waardoor ook de verbinding met Groningen beter werd. Interessant gegeven is ook de frequentie van de stoombootverbinding met Amsterdam over het water sinds de 19e eeuw. Het Meppeler Diep was in de jaren ’60 van de 19de eeuw aan de beurt. Deze waterweg werd rechtgetrokken om de bevaarbaarheid te verbeteren. Langs de vaarwegen verrees een grote diversiteit aan bouwwerken, zoals pakhuizen, molens en fabrieken. Bovendien werd een heel stelsel van sluis- en brugcomplexen aangelegd, waaronder de Meppeler Sluis aan de Sluisgracht. Zo konden de waterstanden beter worden beheerst en nam de kans op overstromingen af.

 

Het knooppunt van vaarwegen werd in de negentiende eeuw aange- vuld met andere vormen van vervoer. De eerste helft van deze eeuw kende een aanzienlijke verbetering van het wegenstelsel, zoals de aanleg van de rijksstraatweg Zwolle – Meppel – Assen – Groningen en de Zwolsestraatweg van Meppel naar Zwolle. Vanaf de jaren ‘60 van de 19de eeuw werden spoorlijnen aangelegd, tussen Zwolle – Meppel - Leeuwarden en Zwolle – Meppel - Groningen.

Na de eeuwwisseling kwamen er bovendien ook nog tramwegen tot stand: tussen 1908 en 1939 reed er een tram van Meppel over

 

Rogat naar De Wijk en Balkbrug, en in de periode 1916 – 1933 was er een tramweg van Meppel langs de Drentse Hoofdvaart richting Hijkersmilde.

 

Nieuwe bedrijvigheid en stadsuitbreidingen in de twintigste eeuw

Door deze nieuwe vervoersmogelijkheden en de geleidelijke afname van de turfvaart, nam de betekenis van de schipperij voor Meppel in het begin van de twintigste eeuw geleidelijk af. Handel en nijverheid werd daarentegen steeds belangrijker. Aan het begin de negentiende eeuw was Meppel al uitgegroeid tot een van de grote markten voor boter en vlees en er ontstonden handelscontacten met alle delen van de wereld. En terwijl de textielnijverheid eind negentiende eeuw verminderde, kwamen er allerlei andere vormen van nijverheid op, zoals de stoomtabak- en sigarenfabriek Jacobs, rijwielfabriek De Germaan, farmaceutische industrie Brocades en drukkerij van Boom.

 

Deze nieuwe bedrijvigheid vestigde zich vooral langs de spoorlijn, het Meppelerdiep en de Drentsche Hoofdvaart. Er kwamen heren- huizen langs de Stationsweg en het Zuideinde, en arbeiderswonin- gen in het gebied tussen Heerengracht en Stationsweg. Na 1900 kreeg de stadsuitbreiding een planmatiger aanpak. De Meppeler Bouwvereniging liet in 1916 aan de noordoostzijde van de stad de Indische Buurt bouwen. Aan de zuidzijde van Meppel werd vanaf deze tijd het Wilhelminapark aangelegd met bijbehorende villabe- bouwing. Op basis van een in 1927-’28 door D. Monsma, de direc- teur van gemeentewerken, opgesteld uitbreidingsplan kwamen de zuidzijde van de Indische Buurt, het Beatrixplantsoen, en de wijk Ezinge ten oosten van de spoorlijn tot stand. Verder breidde de stad zich uit langs de Steenwijkerstraatweg en ten noorden van de Indische Buurt. Na de Tweede Wereldoorlog werd de uitbreiding van de stad naar buiten toe voortgezet, op basis van een in 1943 door

 

D. Roosenburg opgesteld uitbreidingsplan. De stad werd uitgebreid met nieuwbouwwijken, zoals Haveltermade en Koedijkslanden, en bedrijventerreinen.

 

Maar ook het centrum van Meppel onderging in de naoorlogse peri- ode omvangrijke veranderingen. Met de ontwikkeling van grotere schepen, waren de grachten in de stad steeds minder bruikbaar. In 1880 was daarom al de verbinding tussen Sluisgracht-Oevergracht rondom Bleekerseiland gedempt. Onder toenemende druk van het autoverkeer, volgden echter gauw meer dempingen van eerder belangrijke watergangen in de binnenstad. Vooral in de jaren zestig van de twintigste eeuw heeft de binnenstad van Meppel een inten- sieve sanering ondergaan, waarbij de demping van de grachten werd voortgezet en een binnenringweg werd gerealiseerd. Langs deze nieuwe ringweg bevonden zich een groot aantal saneringslo- caties, waar veel nieuwbouw is gerealiseerd. Bovendien werd in de jaren tachtig de Hoogeveensche Vaart langs de zuidzijde van de stad omgelegd.

 

In de ommelanden vonden eveneens wijzigingen plaats. Het grond- gebied van de gemeente werd stap voor stap uitgebreid, onder andere met grond van de buurgemeenten Havelte, Ruinerwold, Nijeveen en Staphorst. Door ruilverkavelingen is een deel van de kleinschalige blokverkaveling rond het dorp Rogat verdwenen. Dit gebied ten oosten van de stad Meppel wordt nu doorsneden door twee snelwegen, een modern kanaal en een modern bedrijventer- rein. Toch zijn er her en der nog wel kleine boerenbedrijven te vinden, die te herkennen zijn aan hun begrenzing door houtsingels en - wallen. Rond de oude lintdorpen Nijeveen en Kolderveen aan de noordwestzijde van Meppel is de ruimtelijke structuur echter minder gewijzigd; de kenmerkende openheid en weidsheid van het slagenlandschap is nog duidelijk zichtbaar. Deze dorpen vormen dan ook de cultuurhistorische dragers en beeldmerken van dit gebied.

 

Nieuwe aandacht voor historie

Sinds omstreeks 1981 wordt de oude kleinschalige structuur van de stad met meer respect behandeld en is er meer aandacht voor de waardevolle cultuurhistorische landschappelijke elementen. Toeris- me en recreatie zijn sinds de laatste decennia dan ook een steeds belangrijkere rol gaan spelen voor Meppel. De binnenstad met bij- zondere historische gebouwen, de grachten en de groene omgeving oefenen een grote aantrekkingskracht uit op toeristen uit de regio en daarbuiten. Daarbij heeft het water - naast een economische - ook een belangrijke recreatieve functie gekregen.

 

Het Oversticht 2020

Bijlage 3 - Rijksmonumenten, provinciale- en gemeentelijke monumenten

 

Rijksmonumenten

Bij de rijksmonumenten buiten de stad gaat het om 4 boerderijen in Broekhuizen; 9 boerderijen in De Schiphorst en diverse onder- delen bij huis Havixhorst en het hek van Dickninge; 3 boerderijen en Hervormde kerk met kerktoren in Kolderveen; 2 boerderijen met bijgebouwen, een molen 'de Sterrenberg', dorpsschool en Hervormde kerk in Nijeveen. In Meppel staan 55 rijksmonumenten geregistreerd, waaronder 7 boerderijen, 24 woonhuizen, 2 winkel/

woonhuizen, woonhuis met winkel, werkplaats en bijschuur (zeilma- kerij Wouda), overheidsgebouwen (secretarie, tolhuis), Hervormde kerk met toren, stadswaag, theekoepel, Joodse begraafplaats, kalkovens, Sluisbrug, Zuiderbrug, kantongerecht met dienstwoning, café-restaurant, hotel-restaurant, postkantoor met woning, pakhui- zen Houwink, molen De Weert, station Meppel.

 

Provinciale monumenten

Bij de provinciale monumenten in Drenthe is ook gekeken naar de periode van de wederopbouw. In Meppel zien we dat terug in een schoolgebouw, een scholencluster met sportgebouw, een woning- bouwcomplex, Airey-woningen Jeruzalembuurt, Kruiskerk, voor- malig Fina benzinestation, graansilo CLM. Verder in de stad Meppel 3 schoolgebouwen, 5 herenhuizen, 5 stadsvilla’s, 2 dubbele woon- huizen, een boerderij, een pompgebouw, watertoren, ophaalbrug, tolhuis, 2 gymzalen, pastorie, Oude kerk, kosterswoning, garagebe- drijf, 3 pakhuizen, bankgebouw, 2 winkel-woonhuis, winkel, Stads- herberg. Buiten de stad een woonhuis, toegangshek en kosterswo- ning in Kolderveen, en nog een boerderij in Broekhuizen.

 

Gemeentelijke monumenten

Als gemeentelijk monument zijn aangewezen 2 boerderijen en een woning in Broekhuizen; 2 boerderijen in Nijeveen; en in Meppel 1 boerderij, 18 woonhuizen, 7 winkels, café De Beurs, postkantoorge- bouw, smederij, molen De Vlijt, Klokkehuis.

 

Beschermd stadsgezicht Oud-Zuid

Het beschermd stadsgezicht in Meppel omvat het gebied van het treinstation met het Wilhelminapark, de Stationsweg en het Zuid- einde.

 

Archeologische monumenten (AMK-terreinen)

Binnen de gemeente zijn de volgende AMK-terreinen aanwezig (geen archeologische rijksmonumenten):

  • Historische kern Meppel (terrein met bewoningssporen uit de Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd);

  • Kolderveen: terrein met bewoningssporen uit de Late Middel- eeuwen, een veenontginningsdorp met lintbebouwing. De kerk, die ten zuiden van het dorp op een zandrug ligt is als oude kern van het dorp te beschouwen;

  • Nijeveen: terrein met bewoningssporen uit de Vroege-, en Late Middeleeuwen. Nijeveen, in de 13e eeuw Hesselterveen ge- noemd (Havelterveen), is een laagveenontginningsdorp;

  • Tolhoes: terrein met daarin sporen van bewoning uit het Neoli- thicum;

  • Nijeveen: terrein met daarin sporen van een Celtic Field (raat- akker) uit de Vroege IJzertijd/Midden Romeinse tijd.