Beleidsregels Vervoer inbrekerswerktuigen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Organisatie	Brunssum
Organisatietype	Gemeente
Officiële naam regeling	Beleidsregels Vervoer inbrekerswerktuigen
Citeertitel	Beleidsregels Vervoer inbrekerswerktuigen Brunssum
Vastgesteld door	college van burgemeester en wethouders
Onderwerp	openbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum inwerkingtreding	Terugwerkende kracht tot en met	Datum uitwerkingtreding	Betreft	Datum ondertekening Bron bekendmaking	Kenmerk voorstel
19-08-2021			nieuwe regeling	22-06-2021 gmb-2021-278064	1082205

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Vervoer inbrekerswerktuigen

Artikel 2:44 Algemene Plaatselijke Verordening Brunssum

Het college van burgemeester en wethouders

Overwegende dat:

in de gemeente Brunssum regelmatig sprake is van (woning)inbraken gericht op diefstal;

(woning)inbraken niet alleen tot schade leiden, maar door slachtoffers worden ervaren als een grove aantasting van de privacy en het veiligheidsgevoel;

de aanpak van inbraken prioriteit is van het gemeentelijk veiligheidsbeleid;

de Politie in de Lokale Driehoek van 25 juni 2020 verzocht heeft om integraal op te treden tegen beroepsinbrekers en daarbij naast strafrechtelijke instrumenten ook gebruik te maken van bestuursrechtelijke instrumenten;

tot de integrale aanpak van woninginbraken ook behoort het controleren op het bij zich hebben of vervoeren van inbrekerswerktuigen, en dat een versterking op dit onderdeel van de aanpak gewenst is om veelplegers te beletten een volgende keer weer op pad te gaan voor een (woning)inbraak;

het ingevolge artikel 2:44 van de Algemene Plaatselijke Verordening Brunssum (APV) verboden is om

1.
op een openbare plaats een werktuig, gereedschap of andere zaak te vervoeren of bij zich te hebben, dat ertoe kan dienen zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
2.
op een openbare plaats een tas of een andere zaak te vervoeren of bij zich te hebben, die er kennelijk toe dient om het plegen van winkeldiefstal te vergemakkelijken.

met deze verbodsbepalingen wordt beoogd het plegen van diefstal met braak of winkeldiefstal te voorkomen dan wel te bemoeilijken;

het college van burgemeester en wethouders (hierna: college) ingevolge artikel 125 van de Gemeentewet en artikel 5:32 van de Algemene wet bestuursrecht over de bevoegdheid beschikt om aan overtreders van artikel 2:44 een last onder dwangsom op te leggen;

het opleggen van een last onder dwangsom aan overtreders van artikel 2:44 op 6 april 2016 de rechterlijke toets heeft doorstaan (Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2016:916));

van het opleggen van een last onder dwangsom een preventieve werking uitgaat; dat met het opleggen van een last onder dwangsom wordt beoogd herhaling van de overtreding te voorkomen;

Gelet op het bepaalde in artikel 2:44 APV, de Algemene wet bestuursrecht en artikel 125 van de Gemeentewet;

Besluit:

ter uitvoering van artikel 2:44 APV beleidsregels vast te stellen als “Beleidsregels Vervoer inbrekerswerktuigen Brunssum;

Verzoek politie

1.
Na overtreding van artikel 2:44 APV overhandigt de politie namens het college een voorgedrukte brief met informatie over de mogelijke start van een dwangsomprocedure.
2.
De politie verzoekt het college via een bestuurlijke rapportage aan de betreffende overtreder een last onder dwangsom op te leggen.
3.
Het maakt daarbij niet uit of de overtreder in de gemeente Brunssum woonachtig is.
4.
De last onder dwangsom geldt vanzelfsprekend alleen als de overtreder binnen Brunssum op overtreding is betrapt.

Last onder dwangsom

5.
Als de bestuurlijke rapportage daartoe aanleiding geeft, maakt het college schriftelijk (per aangetekende en reguliere post) een voornemen tot oplegging van een last onder dwangsom kenbaar aan de overtreder.
6.
De hoogte van de dwangsom wordt daarbij gesteld op €2.500,00 per geconstateerde overtreding met een maximum van €10.000,00. Een dergelijke dwangsom is niet onevenredig bevonden door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL: RVS: 016:916).
7.
Op grond van artikel 4:8 Algemene wet bestuursrecht wordt de overtreder in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze ten aanzien van dit voornemen kenbaar te maken.
8.
Na het behandelen van de zienswijze dan wel het verstrijken van de zienswijzentermijn beslist het college definitief over het opleggen van de last onder dwangsom.

Bekendmaking last aan overtreder

9.
Het besluit (beschikking) wordt per aangetekende en reguliere post verzonden aan (het laatst bekende adres van) de overtreder. Daarnaast wordt de politie verzocht om de beschikking uit te reiken aan de overtreder.

Overig

10.
De onderhavige beleidsregels vormen een richtlijn waarvan het college in voorkomende gevallen gemotiveerd kan afwijken.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van Brunssum op 22 juni 2021.

Burgmeester,

gemeentesecretaris,