Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Montfoort

Treasurystatuut 2021 gemeente Montfoort

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMontfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingTreasurystatuut 2021 gemeente Montfoort
CiteertitelTreasurystatuut 2021 gemeente Montfoort
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-02-2021nieuwe regeling

09-02-2021

gmb-2021-277491

Tekst van de regeling

Intitulé

Treasurystatuut 2021 gemeente Montfoort

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montfoort,

 

Gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido), de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo), Wet Houdbare Overheidsfinanciën (wet Hof), Schatkistbankieren voor decentrale overheden en de artikelen 14 en 15 van de Financiële verordening gemeente Montfoort,

 

besluit vast te stellen het Treasurystatuut 2021 gemeente Montfoort,

 

Inleiding

 

Het treasurystatuut bevat het beleidskader voor de uitvoering van de treasuryfunctie. Onder treasury wordt verstaan: “Het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s”. In het treasurystatuut worden de uitgangspunten, doelstellingen, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden vastgelegd. Daarnaast beschrijft het de financiële kaders voor financieringen, uitzettingen, derivaten gebruik, en het verstrekken van leningen en garanties aan derden.

In de financiële verordening gemeente Montfoort zijn de financiële beleidskaders op hoofdlijnen opgenomen. Volgens artikel 14 (financieringsfunctie) en artikel 15 (gemeentegaranties) van de financiële verordening wordt het beleid en interne regels verder uitgewerkt in een treasurystatuut.

Dit statuut betreft met name een actualisatie van het vorige statuut uit 2009 Veel onderwerpen zijn dan ook nog steeds van kracht. De belangrijkste wijzigingen betreffen:

 

  • *

    Verplicht schatkistbankieren: het is niet meer toegestaan om te beleggen, overtollige middelen dienen uitgezet te worden bij de schatkist van het Rijk

  • *

    Het gewijzigde Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) in 2017,waaronder de notitie Rente van de Commissie BBV.

     

Begripsbepalingen  Artikel 1 

 

In dit statuut wordt verstaan onder:

 

Budgetbeheerder : Degene die door de budgethouder is aangewezen om namens hem/haar één of meerdere budgetten te beheren.

 

Budgethouder : Degene die uit hoofde van zijn/haar functie verantwoordelijk is voor de beheersing van de budgetten welke door de algemeen directeur zijn aangewezen.

 

College : Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montfoort.

 

Daggeld : Daggeld (ook wel callgeld genoemd) staat voor een opgenomen of uitgezette lening voor onbepaalde tijd die dagelijks gewijzigd kan worden.

 

Derivaten : Financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren.

 

Drempelbedrag : Het bedrag van de overtollige middelen dat buiten de schatkist gehouden mag worden. Op grond van de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden is het drempelbedrag voor openbare lichamen met een begrotingstotaal kleiner of gelijk aan € 500 miljoen gelijk aan 0,75% van het begrotingstotaal, waarbij het drempelbedrag minimaal € 250.000 bedraagt.

 

Financiering : Het aantrekken van benodigde financiële middelen voor de dekking van de vermogensbehoefte.

 

Garantie : Een borgstelling waarbij de gemeente zich tegenover de  geldverstrekker verbindt om één of meerdere vorderingen van een geldverstrekker op een debiteur te voldoen indien de debiteur niet aan zijn betalingsverplichtingen voldoet.

 

Geldstromenbeheer : Al die activiteiten die nodig zijn om liquiditeiten te verplaatsen zowel binnen de organisatie zelf als tussen de organisatie en derden (betalingsverkeer).

 

Gemeentesecretaris/ : De gemeentesecretaris/algemeen directeur van de gemeente Algemeen directeur Montfoort.

 

Huisbankier : De financiële onderneming bij wie het grootste gedeelte van de geldstroom van de gemeente loopt en waar een kortgeld faciliteit wordt aangehouden.

 

Intradaglimiet : Het maximale bedrag dat de gemeente per dag kan opnemen.

 

Kasgeld(lening) : Een kortlopende lening, meestal voor 1,2 of 3 weken en maximaal 12 maanden waarbij de rente gedurende de looptijd vast staat.

 

Kasgeldlimiet : Een bedrag op basis van de wet Fido ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal (de totale lasten van de begroting) van de gemeente bij aanvang van het jaar.

 

Koersrisico : Het risico dat de financiële activa van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

 

Kredietrisico : De risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij.

 

Liquiditeitenplanning : Een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven van de gemeente ingedeeld per tijdseenheid.

 

Liquiditeitsrisico : De kans dat de gemeente niet op tijd aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen omdat er te weinig geld in kas en direct opvraagbaar geld bij (andere) banken beschikbaar is.

 

Prudent : Zorgvuldigheid en behoedzaamheid van optreden bij het uitzetten van middelen en het afsluiten van derivaten. Er is sprake van een prudent karakter wanneer in ieder geval aan twee aspecten is voldaan, te weten voldoende kredietwaardigheid van de tegenpartij en een beperkt marktrisico.

 

Publieke taak : De taak van de gemeente tot het dienen van het openbare belang, zoals gedefinieerd in de taakomschrijving van de gemeente in de gemeentewet.

 

Rentecompensatiecircuit : Het systeem waarbij de (valutaire) debet en creditsaldi van alle rekeningen van een organisatie worden samengevoegd tot één gecombineerd saldo, waarover de rente wordt berekend.

 

Renterisico : Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen.

 

Renterisiconorm : Een bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal van de gemeente bij aanvang van het jaar, dat aangeeft welk deel van de vaste schuld maximaal in aanmerking mag komen voor aflossing en/of renteherziening.

 

Rentetypische looptijd : Het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding.

 

Schatkistbankieren : Het, door decentrale overheden, aanhouden van overtollige middelen in de schatkist bij het ministerie van Financiën.

 

Solvabiliteitsratio van 0% : Status die door een bancaire toezichthouder in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend.

 

Uitzetting : Het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities en bedingen. Kortlopende uitzettingen hebben betrekking op een periode tot één jaar en langlopende uitzettingen op een periode van één jaar of langer.

 

Valutarisico’s : Het risico dat een muntsoort, op het moment dat betaling plaatsvindt, meer of minder waard is dan op het moment dat de transactie werd afgesloten.

 

Wet Fido : Wet financiering decentrale overheden.

 

Doelstellingen

 

Artikel 2

De financieringsfunctie van de gemeente heeft tot doel:

  • -

    Het aantrekken van voldoende financiële middelen om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting te kunnen uitvoeren;

  • -

    Het beheersen van risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;

  • -

    Het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en de financiële kaders;

  • -

    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de wet Fido respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit treasurystatuut.

     

Risicobeheer

 

Artikel 3

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende uitgangspunten:

  • a.

    De gemeente hanteert het systeem van integrale financiering. Dit houdt in dat voor de gemeentelijke organisatie als geheel de financieringsbehoefte bepaald wordt.

  • b.

    De gemeente mag leningen of garanties uitsluitend verstrekken uit hoofde van haar publieke taak.

  • c.

    De gemeente mag uitsluitend participaties hebben uit hoofde van haar publieke taak.

  • d.

    Het college bepaalt of lening, garantie of participatie tot de publieke taak van de gemeente behoort. De raad wordt hierover geïnformeerd.

  • e.

    Indien bij het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal uit hoofde van de publieke taak niet minimaal de geraamde integrale kostprijs in rekening wordt gebracht, doet het college een voorstel voor een raadsbesluit waarin dit wordt gemotiveerd.

  • f.

    De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de financieringsfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet gericht zijn op het genereren van vermogen door het lopen van overmatig risico. Het prudente karakter van die uitzettingen is middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut gewaarborgd.

     

Artikel 4

Het beperken van het renterisico geschiedt door:

  • a.

    Het conform de wet Fido niet overschrijden van de kasgeldlimiet.

  • b.

    Bij het afsluiten van leningen en/of renteafspraken ervoor te zorgen dat de renterisiconorm in de toekomst niet wordt overschreden.

  • c.

    Nieuwe leningen/uitzettingen af te stemmen op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning.

  • d.

    De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting af te stemmen op de actuele rentestand.

  • e.

    Binnen de kaders gesteld in de wet Fido te streven naar spreiding in de rentetypische looptijden van uitzettingen.

     

Artikel 5

Het beperken van koers- en kredietrisico’s op uitzettingen geschiedt door:

  • a.

    Het uitsluitend hanteren van producten die zijn toegestaan volgens de wet Fido.

  • b.

    Uitsluitend producten te hanteren waarbij de hoofdsom aan het einde van de looptijd gegarandeerd is.

  • c.

    Bij het verstrekken van leningen, garanties of risicodragend kapitaal zoveel mogelijk zekerheden te bedingen.

  • d.

    Uitzettingen vinden uitsluitend plaats bij:

    * Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen voor wiens waardepapier een solvabiliteitsratio van 0% geldt;

    * Financiële instellingen met ten minste een AA-rating van één van de volgende erkende ratingbureaus: Moody’s, Standard & Poors of Fitch IBCA.

    e. De looptijd van de uitzettingen af te stemmen op de liquiditeitenplanning.

    f. Geen gebruik te maken van derivaten.

     

Artikel 6

De gemeente beperkt haar interne liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een korte termijn liquiditeitenplanning (looptijd tot één jaar), alsmede een meerjarige liquiditeitenplanning die aansluit op de meerjarenramingen.

 

Artikel 7

Valutarisico’s worden uitgesloten door uitsluitend leningen in Euro’s te verstrekken, aan te gaan of te garanderen. 

 

Financiering

 

Artikel 8

Bij het aantrekken van korte en lange financieringen gelden de volgende uitgangspunten:

  • a.

    Financieringsmiddelen worden uitsluitend aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak.

  • b.

    Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken om de renterisico’s te minimaliseren en het renteresultaat te optimaliseren.

  • c.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn daggeldleningen, kasgeldleningen, kredietfaciliteiten in rekening-courant en onderhandse leningen.

  • d.

    Financieringsmiddelen worden afgestemd op de bestaande financiële positie en de liquiditeitenplanning.

  • e.

    De rentetypische looptijd en het renteniveau van de financieringsmiddelen worden zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand.

  • f.

    De gemeente nodigt bij financieringen met een looptijd langer dan één jaar minimaal 2 instellingen, waaronder de huisbankier, uit om een offerte uit te brengen alvorens een financiering wordt aangetrokken.

     

Uitzettingen

 

Artikel 9

Voor het uitzetten van financiële middelen gelden de volgende richtlijnen:

  • a.

    Overtollige financiële middelen worden aangehouden in ’s Rijks schatkist.

  • b.

    Uitgezonderd van de verplichting om overtollige middelen in ’s Rijks schatkist aan te houden zijn de middelen tot aan het drempelbedrag conform de wet Fido. Voor de berekening van het drempelbedrag geldt het in de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden opgenomen percentage en minimumbedrag.

     

Relatiebeheer

 

Artikel 10

De gemeente beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

  • a.

    Financiële ondernemingen dienen wat betreft hun kredietwaardigheid minimaal te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in artikel 5.

  • b.

    Financiële instellingen dienen onder Nederlands toezicht, zoals de Nederlandse Bank en de Verzekeringskamer, te vallen of onder vergelijkbaar toezicht vanuit de landen in de Europese Economische Ruimte (EER).

  • c.

    Er wordt geen gebruik gemaakt van tussenpersonen.

     

Kasbeheer

 

Artikel 11

Voor het kasbeheer gelden de volgende specifieke uitgangspunten en richtlijnen:

  • a.

    Het liquiditeitsgebruik wordt beperkt door de geldstromen op gemeenteniveau op elkaar en de liquiditeitenplanning af te stemmen. Hierbij wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen.

  • b.

    Het betalingsverkeer wordt zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd bij de huisbankier.

  • c.

    Tijdelijke financieringstekorten kunnen conform de richtlijnen in artikel 8 worden ingevuld.

  • d.

    Tijdelijke financieringsoverschotten kunnen conform de richtlijnen in artikel 9 worden uitgezet.

  • e.

    De gemeente streeft naar concentratie van liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij haar huisbankier. De huisbank wordt hierbij gekozen als een strategische partner. De bancaire condities bij de huisbankier worden periodiek op marktconformiteit beoordeeld.

  • f.

    Contante geldstromen worden zoveel mogelijk beperkt.

     

Administratieve organisatie en interne controle

 

Artikel 12

De volgende uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle gelden voor de financieringsfunctie:

  • a.

    De verantwoordelijkheden en bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten zijn in de tabellen van de artikelen 13 en 14 vastgelegd.

  • b.

    Bevoegdheden zijn via mandaat nader schriftelijk vastgelegd.

  • c.

    Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • *

      Iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd;

    • *

      De uitvoering, de controle en de registratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

    • *

      De uitvoering en de registratie in de financiële administratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.

    • d.

      Tegenpartijen krijgen de opdracht de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties.

    • e.

      Een transactie wordt onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten en gecontroleerd door een functionaris die belast is met de interne controle.

       

Verantwoordelijkheden en taken

 

Artikel 13

De verantwoordelijkheden en taken met betrekking tot de financieringsfunctie van de gemeente zijn in de volgende tabel gedefinieerd.

 

Orgaan/functie

Verantwoordelijkheden en taken

Gemeenteraad

  • *

    Het vaststellen van de (hoofd)kaders betreffende de financieringsfunctie in de financiële verordening.

  • *

    Het houden van toezicht op het financieringsbeleid en de uitvoering hiervan.

  • *

    Het vaststellen van de paragraaf financiering in de begroting en de jaarstukken.

College van burgemeester en wethouders

  • *

    Het vaststellen van het treasurystatuut.

  • *

    Het (laten) uitvoeren van het financieringsbeleid (formele verantwoordelijkheid).

  • *

    Het rapporteren aan de gemeenteraad over de uitvoering van het financieringsbeleid (in de paragraaf financiering van de jaarstukken).

  • *

    Het besluiten over beleidsvoorstellen op financieringsgebied.

  • *

    Het bekrachtigen van financieringstransacties.

Portefeuillehouder financiën

• Het (laten) uitvoeren van het treasurybeleid (politieke

verantwoordelijkheid).

Algemeen directeur

•   Het autoriseren van af te sluiten financieringstransacties (mandaat).

Financieel consulent

(treasurer)

  • *

    Het initiëren van de financieringsactiviteiten conform het treasurystatuut en de paragraaf financiering in de begroting.

  • *

    Relatiebeheer met financiële instellingen.

  • *

    Het in overleg met de financieel concernadviseur voorbereiden van beleidsvoorstellen op financieringsgebied.

  • *

    Het afleggen van verantwoording over uitgevoerde activiteiten aan de manager Services, Ondersteuning en Staf.

  • *

    Mondelinge/schriftelijke beantwoording van bestuurlijke vragen.

  • *

    Opstellen van schriftelijke verantwoording ten behoeve van de P&C-producten en externe verantwoordingsproducten.

  • *

    Het opstellen en actualiseren van de liquiditeitenplanning.

Manager Services, Ondersteuning en Staf

  • *

    Het opzetten van administratieve richtlijnen op het gebied van financiering.

  • *

    Het bewaken van de kwaliteit en de uitvoering van de financieringsprocessen.

  • *

    Het autoriseren van af te sluiten financieringstransacties (ondermandaat).

Medewerker financiële administratie

  • *

    Het verzorgen van het girale betalingsverkeer (1e of 2e handtekening).

  • *

    Het verwerken van financieringstransacties in de financiële

administratie.

Financieel consulenten

  • *

    Het verzorgen van het girale betalingsverkeer (1e of 2e handtekening).

Financieel concernadviseur 

  • *

    Participeren bij het opstellen van beleidsvoorstellen op financieringsgebied door de financieel consulent (treasurer).

  • *

    Verantwoordelijk voor de vastlegging van de verantwoording over de uitvoering van de financieringsactiviteiten in de paragraaf financiering in de jaarstukken (in samenwerking met de financieel consulent (treasurer)).

  • *

    Het op hoofdlijnen bewaken van de kwaliteit van de financieringsprocessen en, indien tekortkomingen worden

geconstateerd, hierover rapporteren aan het college van burgemeester en wethouders.

Budgethouders/beheerders

  • *

    Het zorg dragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen aan de Financieel concernadviseur en/of Financieel consulenten..

  • *

    Het goedkeuren van betalingen en ontvangsten ten laste c.q. ten gunste van hun budgetten.

AO/IC Adviseur 

•  Het uitvoeren van de verbijzonderde interne controle op de uitgevoerde financieringstransacties en het rapporteren over de uitkomsten aan de manager Services, Ondersteuning en Staf en de Financieel concern-adviseur van de gemeente.

Accountant

•  Het in het kader van haar regulieren controletaak adviseren en controleren van de financiële beheershandelingen volgend uit het treasurystatuut.

 

Bevoegdheden

 

Artikel 14

In de volgende tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering. Hierbij wordt rekening gehouden met een functiescheiding tussen: voorbereiden, autoriseren, uitvoeren, administreren en controleren van de treasuryactiviteiten.

 

Treasuryactiviteit

Bevoegd functionaris

Autorisatie door

Raad/college

Saldo-, liquiditeiten- en geldstromenbeheer 

Het uitzetten en aantrekken van financiële middelen (via schatkistbankieren)

Medewerker financiële administratie

Financieel consulenten

Het uitzetten van geld via callgeld, deposito of spaarrekening *

Financieel consulent (treasurer)

Manager Services, Ondersteuning en Staf

Het aantrekken van kortlopende financieringsmiddelen (via kasgeld)

Financieel consulent (treasurer)

Manager Services, Ondersteuning en Staf

Het voorbereiden en versturen van betalingsopdrachten

Medewerker financiële administratie

Medewerker financiële

administratie (administrateur)

Het aanvragen van creditcards

Financieel consulent (treasurer)

Algemeen directeur

(mandaat)

Collegebesluit (vooraf)

Treasuryactiviteit

Bevoegd functionaris

Autorisatie door

Raad/college

Bankrelatiebeheer 

Het afspreken van bankcondities en tarieven

Financieel consulent (treasurer)

Manager Services, Ondersteuning en Staf

Collegebesluit (vooraf)

Financiering

Het vaststellen en afsluiten van kredietfaciliteiten

Financieel consulent (treasurer)

Manager Services, Ondersteuning en Staf

Collegebesluit (vooraf)

Het aantrekken van langlopende financieringsmiddelen (onderhandse geldleningen)

Financieel consulent (treasurer)

Algemeen directeur

(mandaat)

Manager Services, Ondersteuning en Staf

(ondermandaat)

Collegebesluit (vooraf)

Het vervroegd aflossen van aangegane geldleningen

Financieel consulent (treasurer)

Algemeen directeur

(mandaat)

Manager Services, Ondersteuning en Staf

(ondermandaat)

Collegebesluit (vooraf)

Het accepteren van rentewijzigingen op aangegane geldleningen

Financieel consulent (treasurer)

Algemeen directeur

(mandaat)

Manager Services, Ondersteuning en Staf

(ondermandaat)

Collegebesluit (vooraf)

Uitzetting

Het verstrekken van leningen aan derden uit hoofde van de publieke taak

Financieel consulent (treasurer)

Algemeen directeur

(mandaat)

Manager Services, Ondersteuning en Staf

(ondermandaat)

Collegebesluit

(vooraf)

Raad (informeren)

Het vastleggen van rentewijzigingen van verstrekte leningen

Financieel consulent (treasurer)

Algemeen directeur

(mandaat)

Manager Services, Ondersteuning en Staf

(ondermandaat)

Collegebesluit (vooraf)

Het verstrekken van garanties en/of participaties (uit hoofde van de publieke taak)

Financieel consulent (treasurer)

Algemeen directeur

(mandaat)

Manager Services, Ondersteuning en Staf

(ondermandaat)

Collegebesluit

(vooraf)

Raad (informeren)

 

* Conform de wet Fido alleen mogelijk tot het drempelbedrag (zie artikel 9). Voor de berekening van het drempelbedrag geldt het in de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden opgenomen percentage en minimumbedrag.

 

Informatievoorziening

 

Artikel 15

Om de treasuryactiviteiten controleerbaar en beheersbaar te maken is een goed functionerende informatievoorziening noodzakelijk. Hiertoe dient tenminste de in de volgende tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen.

 

Informatie

Frequentie

Informatieverstrekker

Informatieontvanger

Gegevens met betrekking tot toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de liquiditeitenplanning

Continu

Budgethouder/ budgetbeheerder

Financieel concernadviseur/ Financieel consulent (treasurer)

Liquiditeitenplanning

Onderdeel van de verplichte rapportagemomenten

Financieel consulent (treasurer)

Financieel concernadviseur

Beleidsplannen treasury in paragraaf financiering van de programmabegroting

Jaarlijks

Financieel consulent (treasurer) (in overleg met Financieel concernadviseur

Gemeenteraad

Evaluatie treasuryactiviteiten in paragraaf financiering van de jaarstukken

Jaarlijks

Financieel consulent (treasurer) (in overleg met Financieel concernadviseur

Gemeenteraad

Informatie aan derden (provincie en CBS

Wettelijke termijnen

Financieel consulent (treasurer)

Derden

Informatie over verstrekte leningen/garanties of aangegane participaties

Binnen 30 dagen na besluit

College

Gemeenteraad

 

Slotbepalingen

 

Artikel 16

  • 1.

    Dit statuut kan worden aangehaald als ‘Treasurystatuut 2021 gemeente Montfoort’.

  • 2.

    In de gevallen waarin dit statuut niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Deze regeling treedt in werking met ingang 9 februari 2021.

  • 4.

    Het “Treasurystatuut gemeente Montfoort 2009” wordt per deze datum ingetrokken.

     

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Montfoort op 9 februari 2021.

 

 

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN MONTFOORT,

De secretaris,

De burgemeester,