Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Súdwest-Fryslân

Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten 2021 gemeente Súdwest-Fryslân 2

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSúdwest-Fryslân
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten 2021 gemeente Súdwest-Fryslân 2
CiteertitelBeleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten 2021 gemeente Súdwest-Fryslân 2
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpondersteuning woonlasten

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

de eerdere beleidsregels, bekend gemaakt op 24 maart 2021 in Gemeenteblad 91189, worden ingetrokken

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 35 van de Participatiewet
  2. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-08-202101-01-2021nieuwe beleidsregels

29-06-2021

gmb-2021-268348

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten 2021 gemeente Súdwest-Fryslân 2

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;

 

Gelet op titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 35 van de Participatiewet;

 

  • als gevolg van de coronacrisis ook de woonlasten onder druk staan;

  • om die druk te verlichten het college tegemoetkomingen kan verstrekken op grond van de Tijdelijke ondersteuning noodzakelijk kosten (TONK), hierna te noemen: tegemoetkoming;

  • het wenselijk is tijdelijke beleidsregels vast te stellen om zorgvuldig te kunnen bepalen in welke situaties en onder welke voorwaarden een huishouden in aanmerking komt voor een tegemoetkoming;

 

besluit:

 

vast te stellen:

 

de Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten 2021 gemeente Súdwest-Fryslân 2

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Participatiewet;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Súdwest-Fryslân;

  • c.

    tegemoetkoming: bijzondere bijstand om niet voor de woonlasten;

  • d.

    aanvrager: de persoon van 18 jaar of ouder die een verzoek doet om een tegemoetkoming;

  • e.

    huishouden: de alleenstaande, alleenstaande ouder of het gezin, zoals bedoeld in artikel 4, lid 1 onderdeel a, b, of c van de Participatiewet;

  • f.

    inkomensterugval: een terugval in het inkomen van meer dan 30% in de periode van januari 2020 tot januari 2021, als gevolg van de maatregelen in verband met het coronavirus (Covid-19);

  • g.

    woning: de zelfstandige woning, woonwagen of woonboot die door het huishouden zelf wordt bewoond. Kamerbewoning valt niet onder dit begrip;

  • h.

    woonlasten: de aan de woning verbonden woonlasten, zoals bedoeld in artikel 3 van deze beleidsregels;

  • i.

    peildatum: de eerste dag van de maand waarop de aanvrager de tegemoetkoming in wil laten gaan, of anders van de eerste maand waarin recht bestaat op de tegemoetkoming;

  • j.

    inkomen: het netto inkomen per maand van de aanvrager en zijn of haar partner inclusief vakantietoeslag, zoals bedoeld in artikel 4 van deze beleidsregels;

  • k.

    overige geldmiddelen: de middelen waarover de aanvrager en zijn of haar partner (redelijkerwijs) kunnen beschikken, zoals bedoeld in artikel 5 van deze beleidsregels;

  • l.

    draagkracht: het deel van het inkomen en/of de overige geldmiddelen boven de grens zoals genoemd in artikel 6 van deze beleidsregels ;

  • m.

    relevante bijstandsnorm: de van toepassing zijnde bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag zoals bedoeld in § 3.2. van de Participatiewet, met uitzondering van de kostendelersnorm;

  • n.

    schuldhulpverleningstraject: een minnelijke schuldenregeling die door een professionele organisatie wordt uitgevoerd of een wettelijke schuldenregeling als bedoeld in titel 3 van de Faillissementswet.

  •  

Artikel 2 Doelgroep

  • 1.

    De tegemoetkoming is bedoeld voor het huishouden dat te maken heeft met een inkomensterugval waardoor de woonlasten niet meer (volledig) kunnen worden voldaan uit het inkomen en/of de overige geldmiddelen.

  • 2.

    Het huishouden heeft geen recht op een tegemoetkoming:

    • a.

      als een uitsluitingsgrond aanwezig is als bedoeld in artikel 13, eerste lid van de wet waarbij onderdeel e niet van toepassing is;

    • b.

      als een beroep op een voorliggende voorziening, als bedoeld in artikel 15 van de wet, kan worden gedaan;

    • c.

      voor het deel waarover al bijzondere bijstand in de vorm van woonkostentoeslag wordt verstrekt.

  • 3.

    Geen voorliggende voorzieningen als bedoeld in lid 2, onder b, zijn:

    • a.

      een vergoeding op basis van de Tegemoetkoming Vaste Lasten;

    • b.

      een vergoeding op basis van de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid;

    • c.

      de huurtoeslag;

    • d.

      voorlopige teruggave van de belastingen in verband met hypotheekrente.

 

Artikel 3 Woonlasten

  • 1.

    Onder woonlasten wordt verstaan de kosten per maand van:

    • a.

      kale huur van de woning inclusief servicekosten;

    • b.

      eigenaarslasten van de eigen woning (rente en aflossing van de hypotheek, het eigenaarsdeel van de onroerende zaakbelasting, het eigenaarsdeel van de waterschapslasten, het eigenaarsdeel van de rioolrechten, de erfpachtcanon, de opstalverzekering);

    • c.

      sta- en/of liggeld van een woonwagen of woonboot;

    • d.

      elektriciteit, gas en water voor de woning.

 

Artikel 4 Inkomen

  • 1.

    Onder inkomen wordt verstaan: het volledige inkomen waarover het huishouden redelijkerwijs beschikt of kan beschikken als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de wet. De vrijlatingen als genoemd in artikel 31, tweede lid, van de wet zijn van toepassing. Ontvangen kinderalimentatie wordt niet tot het inkomen gerekend.

  • 2.

    Het inkomen uit bedrijf of zelfstandig beroep wordt in aanmerking genomen conform artikel 6 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers.

  • 3.

    Het in aanmerking te nemen inkomen wordt bepaald aan de hand van het inkomen op het moment van de peildatum.

  • 4.

    Bij onregelmatige inkomsten is het gemiddelde inkomen in de drie maanden voorafgaande aan de maand van de aanvraag bepalend.

 

Artikel 5 Overige geldmiddelen

  • 1.

    Overige geldmiddelen zijn geldmiddelen waarover de aanvrager en zijn of haar partner beschikt of redelijkerwijs kan beschikken. Hieronder wordt verstaan:

    • a.

      contant geld;

    • b.

      geld op betaal- en spaarrekeningen;

    • c.

      cryptovaluta (zoals bitcoins).

    • d.

      de waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot).

 

Artikel 6 Draagkracht

  • 1.

    Het inkomen boven 150% van de relevante bijstandsnorm wordt voor 50% als draagkracht in aanmerking genomen.

  • 2.

    Het deel van het inkomen waarop beslag ligt wordt niet meegenomen bij het bepalen van de draagkracht.

  • 3.

    De overige geldmiddelen boven een bedrag van € 12.590,00 voor een alleenstaande en € 25.180,00 voor een alleenstaande ouder, gehuwden of samenwonenden, worden voor 100% als draagkracht in aanmerking genomen.

  • 4.

    Er is geen draagkracht als sprake is van een schuldhulpverleningstraject.

 

Artikel 7 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt digitaal ingediend. Bij hoge uitzondering is een schriftelijke aanvraag mogelijk indien bijzondere omstandigheden in het individuele geval hiertoe aanleiding geven.

  • 2.

    De aanvrager overlegt bij de aanvraag (kopieën van):

    • a.

      een legitimatiebewijs;

    • b.

      een verklaring dat sprake is van een inkomensterugval van meer dan 30% in de periode van januari 2020 tot januari 2021 en deze inkomensterugval het gevolg is van de maatregelen in verband met het coronavirus (Covid-19);

    • c.

      de bewijzen van het inkomen van de maand van de peildatum of, in geval van onregelmatige inkomsten, het inkomen in de drie maanden voorafgaande aan de maand van de aanvraag ;

    • d.

      de bewijzen van de overige geldmiddelen op de peildatum;

    • e.

      de bewijzen van de woonlasten in de maand van de peildatum.

  • 3.

    Een aanvraag voor een tegemoetkoming kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd tot en met 1 januari 2021.

  • 4.

    De aanvraag voor de tegemoetkoming kan worden ingediend tot 1 oktober 2021.

 

Artikel 8 Tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming is gelijk aan de woonlasten onder aftrek van:

    • a.

      € 237,00 per maand voor wat betreft de huur- of eigenaarslasten, zijnde de minimale huurprijs waarbij recht bestaat op huurtoeslag;

    • b.

      € 166,00 per maand voor wat betreft de kosten van elektriciteit, gas en water voor de woning, zijnde het gemiddelde maandverbruik ongeacht de omvang van het huishouden;

    • c.

      de draagkracht.

  • 2.

    De tegemoetkoming wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 januari tot 1 oktober 2021.

  • 3.

    Het recht op een tegemoetkoming wordt vastgesteld op de peildatum en geldt voor de gehele periode.

  • 4.

    De tegemoetkoming wordt in één keer uitbetaald.

  • 5.

    De maximale tegemoetkoming is € 1000,00 per maand.

 

Artikel 9 Verplichtingen, controle en terugvordering

  • 1.

    De aanvrager dient aan de inlichtingenplicht en medewerkingsplicht te voldoen zoals bedoeld in de wet.

  • 2.

    Het college kan besluiten steekproefsgewijs de rechtmatigheid van de tegemoetkoming te controleren.

  • 3.

    Een verstrekte tegemoetkoming wordt met inachtneming van de wet teruggevorderd:

    • a.

      indien niet wordt voldaan aan de plichten in het eerste lid, waardoor de rechtmatigheid van de tegemoetkoming niet kan worden vastgesteld;

    • b.

      indien sprake is van een ten onrechte of teveel verstrekte tegemoetkoming.

 

Artikel 10 Afzien opleggen verhuisverplichting

Het college legt aan een huishouden dat op basis van deze beleidsregels in aanmerking komt voor de tegemoetkoming geen verhuisverplichting op.

 

Artikel 11 Beleidsregels bijzondere bijstand niet van toepassing.

De ‘Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente 2020 Súdwest-Fryslân’ zijn niet van toepassing voor het bepalen van het recht op een tegemoetkoming zoals bedoeld in deze beleidsregels.

 

Artikel 12 Hardheidsclausule

Als toepassing van deze beleidsregels in een individueel geval wegens bijzondere omstandigheden onevenredig is in verhouding tot de met deze beleidsregels te dienen doelen, kan gemotiveerd worden afgeweken van deze beleidsregels.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1.

    De beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten 2021 gemeente Súdwest-Fryslân worden met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021 ingetrokken.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 3.

    De beleidsregels vervallen op 1 oktober 2021.

  •  

Artikel 14 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten 2021 gemeente Súdwest-Fryslân 2.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 29 juni 2021,

mr. drs. J.A. de Vries, burgemeester

P. Zondervan, gemeentesecretaris