Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groenalliantie Midden-Holland en omstreken

Verordening van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken, houdende regels over het verblijven en laten lopen van honden in de beheergebieden van Groenalliantie (Hondenverordening Groenalliantie Midden-Holland en omstreken 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroenalliantie Midden-Holland en omstreken
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingVerordening van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken, houdende regels over het verblijven en laten lopen van honden in de beheergebieden van Groenalliantie (Hondenverordening Groenalliantie Midden-Holland en omstreken 2021)
CiteertitelHondenverordening Groenalliantie
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://groenalliantiemiddenholland.nl/default.aspx

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-2021Nieuwe regeling

28-06-2021

bgr-2021-720

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken, houdende regels over het verblijven en laten lopen van honden in de beheergebieden van Groenalliantie (Hondenverordening Groenalliantie Midden-Holland en omstreken 2021)

Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken,

gezien het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 22 april 2021;

gelet op artikel 26 van de Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken en artikel 30 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

 

B E S L U I T:

De navolgende Hondenverordening Groenalliantie Midden-Holland en omstreken 2021 vast te stellen:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsbepalingen

Artikel 1:2 Werkingsgebied

Artikel 1:3 Beslistermijn

Artikel 1:4 Indiening aanvraag

Artikel 1:5 Voorschriften en beperkingen

Artikel 1:6 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing

Artikel 1:7 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing

Artikel 1:8 Geldigheidsduur

Artikel 1:9 Weigeringsgronden

Hoofdstuk 2 Gebruik van openbare plaatsen

Artikel 2:1 Honden in het werkingsgebied

Artikel 2:2 Verontreiniging door honden

Artikel 2:3 Meerdere honden

Artikel 2:4 Bedrijfsmatig uitlaten en trainen van honden

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3:1 Strafbepaling

Artikel 3:2 Toezichthouders

Artikel 3:3 Samenloop verordeningen

Artikel 3:4 Inwerkingtreding

Artikel 3:5 Citeertitel

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1:1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

algemeen bestuur:

het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken.

dagelijks bestuur:

het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland en omstreken.

openbare plaats:

plaats die krachtens bestemming of vast gebruik openstaat voor het publiek.

-bedrijfsmatig

In de uitoefening van een bedrijf, ongeacht de rechtsvorm, of volgens een afspraak tussen meerdere personen waarbij een persoon meerdere honden uitlaat voor (een) andere eigena(a)r(en) of een training organiseert voor (een) andere eigena(a)r(en).

 

Houder of eigenaar

De begeleider die een hond uitlaat en al of niet, vanwege eigendom, op dat moment zeggenschap heeft over de hond.

 

Artikel 1:2 Werkingsgebied

 

Deze verordening geldt voor de natuur – en recreatiegebieden van Groenalliantie, zoals is aangegeven op de bij deze verordening behorende en daartoe gewaarmerkte kaartenset.

Artikel 1:3 Beslistermijn

 

Het dagelijks bestuur beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

Het dagelijks bestuur kan de termijn voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 1:4 Indiening aanvraag

 

Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het dagelijks bestuur besluiten de aanvraag niet te behandelen.

Voor bepaalde, door het dagelijks bestuur aan te wijzen, vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken.

 

 

Artikel 1:5 Voorschriften en beperkingen

 

Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

 

Artikel 1:6 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing

 

De vergunning of ontheffing is persoonlijk, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald.

 

Artikel 1:7 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing

 

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing of vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en/of beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen de daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; of

indien de houder dit verzoekt.

 

Artikel 1:8 Geldigheidsduur

 

De vergunning of ontheffing geldt voor bepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.

 

Artikel 1:9 Weigeringsgronden

 

De vergunning of ontheffing kan door het dagelijks bestuur worden geweigerd in het belang van:

de openbare veiligheid;

de volksgezondheid;

de bescherming van het milieu;

de bescherming van natuur en landschap;

de bescherming van recreatie.

 

 

Hoofdstuk 2 Gebruik van openbare plaatsen

 

Artikel 2:1 Honden in het werkingsgebied

Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond in het werkingsgebied te laten verblijven of te laten lopen op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingericht of ingerichte:

kinderspeelplaats;

zandbak;

strand, met uitzondering van een hondenstrand;

speelweide;

andere plaats die door het dagelijks bestuur is aangewezen..

Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond in het werkingsgebied te laten verblijven of te laten lopen zonder dat die hond is aangelijnd met een lijn

De houder of eigenaar van een hond die een hond uitlaat in gebieden van Groenalliantie dient 14 jaar of ouder te zijn.

Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond in het werkingsgebied te laten verblijven of te laten lopen indien die hond niet is voorzien van een identificatiemerk dat de eigenaar of houder duidelijk doet kennen.

Het verbod in het tweede lid, is niet van toepassing op door het dagelijks bestuur aangewezen plaatsen.

De verboden in het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op de eigenaar of houder van een hond:

die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden of

die deze hond aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond of sociale hulphond.

 

Artikel 2:2 Verontreiniging door honden

Degene die zich met een hond in het werkingsgebied begeeft, is verplicht een doeltreffend hulpmiddel bij zich te hebben dat geschikt is voor het verwijderen van uitwerpselen van die hond en is verplicht ervoor te zorgen dat de uitwerpselen van die hond onmiddellijk worden verwijderd.

Het eerste lid is niet van toepassing op de eigenaar of houder van een hond die zich vanwege zijn handicap door een geleidehond of sociale hulphond laat begeleiden.

Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op door het dagelijks bestuur aangewezen plaatsen.

 

Artikel 2:3 Meerdere honden XE "Artikel 2\:5 Meerdere honden"

Het is de eigenaar of houder van een hond verboden om gelijktijdig met meer dan drie honden in het werkingsgebied te verblijven of te lopen, behoudens het bepaalde in artikel 2:4.

Het dagelijks bestuur kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod

Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

Artikel 2:4 Bedrijfsmatig uitlaten en trainen van honden

Het is verboden zonder vergunning van het dagelijks bestuur met een of meerdere honden in het werkingsgebied te verblijven of te lopen voor zover dit plaats vindt in het kader van het bedrijfsmatig uitlaten of trainen van honden.

Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 3:1 Strafbepaling

Overtreding van een gebods- of verbodsbepaling gesteld bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

 

Artikel 3:2 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast:

de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren;

de in artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering genoemde buitengewoon opsporingsambtenaren;

Het dagelijks bestuur kan daarnaast andere personen met dit toezicht belasten.

 

Artikel 3:3 Samenloop verordeningen

Voor zover deze verordening voorziet in hetzelfde onderwerp als een verordening van een van de deelnemers aan Groenalliantie, houdt laatstgenoemde verordening op te gelden voor deze specifieke aangelegenheid.

 

Artikel 3:4 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2021.

 

Artikel 3:5 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Hondenverordening Groenalliantie Midden-Holland en omstreken 2021.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 28 juni 2021

 

de secretaris, de voorzitter

 

Bijlage Kaartenset Werkingsgebied hondenverordening Groenalliantie, zie:

 

Overzichtskaart

 

Overzichtskaart