Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veenendaal

Gemeente Veenendaal VTH-Beleid 2021-2025

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeenendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGemeente Veenendaal VTH-Beleid 2021-2025
Citeertitel
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp
Externe bijlageVTH beleid Bijlagenbundel gemeente Veenendaal

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 7.2 van het Besluit omgevingsrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-08-2021Vaststelling beleidsregel

20-07-2021

gmb-2021-264075

Tekst van de regeling

Intitulé

Gemeente Veenendaal VTH-Beleid 2021-2025

 

1. INLEIDING

Leefbaarheid, duurzaamheid, veiligheid en gezondheid raken ons allemaal en zijn van ons allemaal! Een leefbare, duurzame, veilige en gezonde leefomgeving kan niet alleen van het gemeentebestuur of veiligheidsdiensten komen, daar moeten we allemaal ons steentje aan bijdragen. Door onderlinge afstemming in beleid en uitvoering kunnen verbindingen worden gelegd en stappen gezet om te komen tot een integrale aanpak.

Deze Beleidsnota beschrijft wat het instrumentarium binnen vergunningen, toezicht en handhaving kan bijdragen aan de leefbaarheid, veiligheid en gezondheid binnen de Gemeente Veenendaal. De visie in deze beleidsnota geeft aan hoe we met onze partners het gemeentelijk beleid op dit terrein vorm willen geven de komende jaren. In deze nota worden een aantal doelen en prioriteiten benoemd waar we de komende jaren extra op willen investeren en waar doelstellingen aan zijn gekoppeld.

De beleidsnota is een strategisch kader en wordt door het college vastgesteld. Via afzonderlijke door het college jaarlijks vast te stellen uitvoeringsprogramma’s worden keuzes gemaakt met betrekking tot preventie, vergunningverlening, toezicht en handhaving.

In deze beleidsnota is er vanuit gegaan dat de Omgevingswet en de Wet op de Kwaliteitsborging voor het Bouwen medio 2022 in werking zullen treden.

 

Waarom een VTH-beleid?

Vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn voor de overheid in relatie tot burgers en bedrijven belangrijke instrumenten. Initiatiefnemers willen graag hun initiatieven en ideeën kunnen realiseren, terwijl omwonenden en andere belanghebbenden willen dat hun belangen worden beschermd. Met dit beleidsplan willen wij transparant zijn over wat we doen, waarom we het doen, welke keuzes we maken bij het uitvoeren van onze VTH-taken en hoe we dit hebben georganiseerd.

 

Over welke VTH-taken gaat dit beleidsplan?

Dit VTH-beleid ziet op de wettelijke taken die een relatie hebben met de (fysieke) leefomgeving voor zover hieraan een Vergunningen-, Toezicht- en/of Handhavings-component vastzit.

Voor de volledige uiteenzetting van de reikwijdte, het wettelijk- en bestuurlijk kader verwijzen wij naar de Bijlagen 3, 4 en 5 in de Bijlagenbundel

 

Leeswijzer

Dit VTH-beleidsplan bestaat uit twee onderdelen. Het deel dat nu voor u ligt geeft op een visuele manier de hoofdlijnen wat voor onze gemeente de visie, uitgangspunten, doelen, prioriteiten en strategieën zijn op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH).

Het tweede deel is een bijlagenboek. Hier worden de onderwerpen uit dit eerste deel gedetailleerd uitgewerkt.

 

2. ONTWIKKELINGEN

De Omgevingswet

De Omgevingswet is een fundamentele herziening van het omgevingsrecht. De Omgevingswet zal in 2022 in werking treden. In de Omgevingswet zullen alle wettelijke bepalingen, besluiten en regelingen opgaan die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving.

De wet heeft als maatschappelijke doelen:

  • het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit;

  • het doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke behoeften.

Gemeenten, provincies en waterschappen krijgen binnen de Omgevingswet meer ruimte om hun eigen beleid te bepalen. Onze gemeente dient samen met haar partners een omgevingsvisie, omgevingsplan en programma’s vast te stellen. Dit alles vraagt om een zorgvuldig proces.

 

Gezondheidsbeleid

Gezondheidsbeleid is al een gemeentelijke taak maar wordt met de komst van de Omgevingswet belangrijker. Een van de hoofddoelen van de Omgevingswet is om gezondheid een plek te geven binnen de fysieke leefomgeving. De vraag is nog hoe dat precies gedaan moet worden.

Dit VTH-beleid ziet op de wettelijke taken die een relatie hebben met de (fysieke) leefomgeving voor zover hieraan een VTH-component is verbonden. De volledige uiteenzetting van de reikwijdte, het wettelijk- en bestuurlijk kader vindt u in bijlagen 3, 4 en 5 van de Bijlagenbundel.

 

Wet kwaliteitsborging voor het bouwen

Deze wet treedt vanaf 2022 in werking en geeft een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen. Aanvragers/vergunninghouders zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteitsborging en dienen daarbij maatregelen te nemen om aan de relevante wet- en regelgeving te voldoen.

De gemeente beoordeelt als bevoegd gezag gefaseerd niet meer direct op deze aspecten maar wel op o.a. de ruimtelijke ordening, omgevingsveiligheid en de welstand van het te realiseren bouwwerk.

 

Veiligheid

De gemeenteraad dient een Integraal Veiligheidsplan (IVP) op te stellen. In dit IVP dient de gemeente tenminste een keer in de vier jaar doelen vast te stellen op het terrein van veiligheid. Het IVP is daarmee een goede basis voor de operationele inzet op lokale veiligheidsprioriteiten door de gemeente, politie en andere organisaties. Verder heeft de burgemeester op het terrein van het veiligheidsbeleid bijzondere wettelijke bevoegdheden. Hierover legt de burgemeester jaarlijks verantwoording af aan de gemeenteraad.

In relatie tot het veiligheidsbeleid is ook de afstemming met de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) aan de orde. De VRU stelt een regionaal risicoprofiel (RRP) op. Het RRP (2019) wordt in afstemming met de partners actueel gehouden. In het RRP is een overzicht van de risicovolle situaties opgenomen die tot een brand, ramp of crisis kunnen leiden. Het RRP dient als basisinformatie voor het beleidsplan van de VRU. Relevante onderdelen uit het RRP en het VRU-beleidsplan en het IVP zijn integraal afgewogen in dit VTH-beleid.

 

3. MISSIE & VISIE

Missie

Met het uitvoeren van onze VTH-taken zorgen wij samen voor een schone, veilige, gezonde, leefbare en duurzame (fysieke) leefomgeving.

 

Visie

Vergunningen, Toezicht en Handhaving zijn onze instrumenten waarmee we:

  • Initiatieven en ontwikkelingen mogelijk maken.

  • Integraal (breed) vraagstukken benaderen en hierin adviseren.

  • Eigen verantwoordelijkheid en naleefgedrag van inwoners en ondernemers stimuleren en bevorderen.

  • In verbinding komen, zijn en blijven met onze inwoners en ondernemers en goed in kunnen schatten waar, welke

  • risico’s zich voor kunnen doen.

  • Effectief en efficiënt (‘slim’) handelen.

  • Rechtszekerheid en -gelijkheid waarborgen en transparant zijn over ons gevoerde beleid

 

4. UITGANGSPUNTEN

ALGEMENE UITGANGSPUNTEN

  • We passen regels consequent toe en leveren maatwerk waar nodig.

  • We beoordelen en behandelen gelijke gevallen op gelijke wijze.

  • We kennen onze omgeving (inwoners, ondernemers, buurten, wijken, gebieden, gebouwen etc.) zo goed mogelijk.

  • We communiceren open, duidelijk en transparant over ons gevoerde beleid en we zijn duidelijk over de rol van de inwoner/ondernemer.

  • De snelheid waarmee aanvragen en verzoeken worden afgehandeld is direct afhankelijk van de mate waarin inwoners en ondernemers hun aanvragen en verzoeken conform de indieningsvereisten indienen.

  • We blijven op een constructieve manier (persoonlijk) in contact met inwoners/ondernemers.

 

VERGUNNINGVERLENING

  • We beoordelen initiatieven vanuit mogelijkheden en oplossingen. (“Ja, mits..” i.p.v. “Nee, tenzij..”)

  • We beoordelen en behandelen gelijke gevallen op gelijke wijze.

  • We handelen aanvragen zo snel mogelijk af en in ieder geval binnen de beslistermijnen.

  • De diepgang van de beoordeling van aanvragen is afhankelijk van de risico’s van de activiteit. (Risicogestuurd).

  • We kennen onze omgeving (burgers, bedrijven, gebieden) goed.

  • Vergunningverlening gebeurt volgens de Vergunningenstrategie in bijlage 15

 

TOEZICHT

  • Het toezicht voeren we ‘slim’ uit. Dat wil zeggen: doelmatig, efficiënt en effectief.

  • Bij constateringen van overtredingen met acuut gevaar wordt direct opgetreden.

  • De wijze en diepgang van het toezicht is afhankelijk van de risico’s van de betreffende activiteit (risicogestuurd).

  • We houden buurt-, wijk- en gebiedsgericht toezicht.

  • Onze toezichthouders voeren het toezicht zoveel mogelijk integraal uit.

  • Toezicht gebeurt volgens de Toezicht- en handhavingsstrategie in bijlage 17

 

HANDHAVING

  • We hebben oog voor de situatie ‘achter’ de overtreding/overtreder.

  • Bij constateringen van overtredingen met acuut gevaar wordt direct opgetreden.

  • Behoudens spoedeisende omstandigheden is bestuursrechtelijke handhaving het sluitstuk van een voortraject waarbij mogelijke oplossingen zijn bekeken en afgewogen.

  • Handhaving vindt plaats volgens de Handhavingsstrategie in bijlage 18

 

5. DOELEN: VAN VISIE NAAR UITVOERING

  • De kwaliteit van onze (fysieke) leefomgeving blijft op niveau of wordt verbeterd.

  • We borgen en verbeteren de eigen verantwoordelijkheid en betrokkenheid (participatie) van onze inwoners en ondernemers.

  • We borgen en verbeteren de samenwerking met onze partners.

  • Het naleefgedrag van onze inwoners/ondernemers blijft op niveau of wordt verbeterd.

  • We voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen voor de uitvoering van de VTH-taken.

 

Wat willen we bereiken?

Een leefbare, veilige en gezonde gemeente. Een afname van overtredingen op het gebied van leefbaarheid, veiligheid en gezondheid. Een toename van het veiligheidsgevoel en de leefbaarheid waarbij we willen voorkomen dat in gebieden waar de veiligheid positief wordt beleefd er een verslechtering optreedt.

 

Wat gaan we daarvoor doen?

Wijkgericht werken

Toezichthouders vaker buiten

Denken in mogelijkheden

Verbeteren van de samenwerking met partners

 

Wie hebben we daarbij nodig?

Een goed netwerk van alle partners

Inwoners, wijkmanagers, BOA’s, Bouwtoezicht, Omgevingsdienst Regio Utrecht / Regionale Uitvoeringsdienst, Veiligheidsregio, Politie, Waterschap

 

Artikel 6. OMGEVINGSANALYSE

Gemeente Veenendaal

De gemeente Veenendaal bestaat uit verschillende wijken met elk hun eigen karaktereigenschappen. Het is niet meer vanzelfsprekend dat de gemeente de belangrijkste rol speelt met betrekking tot dit thema. Ondernemers, bewoners, organisaties, beheerders van natuurgebieden en het Waterschap zijn medeverantwoordelijk en bepalen met de gemeente de leefbaarheid, kwaliteit van de leefomgeving en veiligheid van bouwwerken.

Een uitgebreide omgevingsanalyse kunt u vinden in bijlage 9 van de Bijlagenbundel

 

Binnenstad

- Risicovolle activiteiten

- Overlast

- Erfgoed

- Horeca

- activiteiten zonder vergunning

- openbare orde

- Markt

- Evenementen

 

Wijken

- Risicovolle activiteiten

- Overlast

- Asbest

- overbewoning

- drugspanden

 

Wateren

- Risicovolle activiteiten

- lozingen

- dempingen (zonder compensatie)

- steigers en aanlegplaatsen

 

Industrie- en bedrijfsterreinen

- Risicovolle activiteiten

- strijdig gebruik bestemmingsplan

- illegale bewoning

- ondermijning

 

Landelijk gebied

- Risicovolle activiteiten

- strijdig gebruik bestemmingsplan

- dumpen afval

- asbest

- activiteiten zonder vergunning

 

7. PRIORITEITEN

LANDELIJKE PRIORITEITEN (WABO)

- Asbest*

- Toepassing van verontreinigde grond*

- Brandveiligheid opslag gevaarlijke stoffen*

- Risicovolle inrichtingen*

- Constructieve veiligheid

- Brandveiligheid

- Handhaving bestemmingplannen

 

OVERIG (WABO)

- Slopen met en zonder asbest

Gebruik (bestemmingsplan)

- Permanente bewoning van

recreatiewoningen

- Wonen in bijgebouwen

- Beroep of Bedrijf aan huis

Erfgoed

- (Illegaal) wijzigen van monumenten

- Staat van onderhoud monumenten

- Verduurzamen van monumenten

- Beschermde dorpsgezichten en –structuren

- Handhaving bestemmingplannen

* VTH-taken (deels) ondergebracht bij OdrU/VrU

 

PRIORITEITEN

De gemeente kan niet alles toetsen, controleren en vervolgens handhavend optreden. Dit betekent dat er keuzes moeten worden gemaakt en prioriteiten worden gesteld. Hiervoor is een risicoanalyse opgesteld welke te vinden is in bijlage 12 van de bijlagenbundel.

 

BOUWEN

Bestaande bouw

- Zorggebouwen (brand-/ constructieve

veiligheid en duurzaamheid)

Nieuwbouw

- Zorggebouwen (brand-/ constructieve

veiligheid en duurzaamheid)

 

BOUWEN

Bestaande bouw

- Woongebouwen

- Bedrijfsgebouwen

- Publieksgebouwen

- Nieuwbouw

- Woongebouwen

- Bedrijfsgebouwen

- Publieksgebouwen

- Dakkappellen

- Bijbehorende bouwwerken

- Illegale bouw van kleine bouwwerken

 

Artikel 8. STRATEGIEËN

Welke strategieën passen we toe om naleving te borgen en bevorderen?

Preventiestrategie

(voorkomen)

- Communicatieplan.

- (Voor-)overleg.

- Buurtbemiddeling

- Mediation.

Zie ook bijlage 13 in de Bijlagenbundel

 

Gedoogstrategie

(gemotiveerd accepteren)

- Landelijk beleid

(Grenzen aan gedogen)

Zie ook bijlage 20 in de Bijlagenbundel

 

Toezichtstrategie

(controleren)

- Risicogericht toezicht.

- Gebied- en objectgebonden toezicht.

- Repressief toezicht.

- Integraal toezicht.

Zie ook de bijlage 17 en 26 in de Bijlagenbundel

 

Vergunningenstrategie

(reguleren)

- Risicogericht toetsen.

- Vaste toetsingskaders.

Zie ook bijlage 15 in de Bijlagenbundel

 

Handhavingsstrategie

(optreden)

- Landelijke Handhavingsstrategie (LHS).

Zie ook de bijlagen 16, 18, 19, 21, 22 en 26 in de Bijlagenbundel

 

Uitwerking strategieën

Preventiestrategie

(gericht op het voorkomen van overtredingen)

Communicatieplan – Het communicatieplan (onderdeel van het jaarlijkse uitvoeringsprogramma) beschrijft welke activiteiten en op welke wijze wij wanneer (actief) communiceren naar inwoners, ondernemers en partners.

(Voor-)overleg – Onze (voor-)overleggen gebruiken wij om duidelijkheid te geven over hoe wij invulling en uitvoering geven aan ons beleid. Wij gaan in (persoonlijk) overleg met inwoners/ondernemers om tot (een) oplossing(en) te komen. Ook voeren we evaluatiegesprekken na belangrijke activiteiten.

Buurtbemiddeling/Mediation – Buurtbemiddeling en/of mediation kunnen we inzetten tussen inwoners/ondernemers onderling en/of inwoners/ondernemers en ons of onze partners.

Zie ook de bijlagen 13 en 14 in de Bijlagenbundel

 

Vergunningenstrategie

(gericht op het reguleren van activiteiten)

Risicogericht toetsen – De diepgang van de toetsing van aanvragen is afhankelijk van de risico’s van de gevraagde activiteit. Hierin onderscheiden we 4 toetsniveaus.

Vaste toetsingskaders – Voor het behandelen en beoordelen van aanvragen hanteren wij vaste toetsingskaders. Deze kaders komen voort uit de wet en/of ons vastgestelde beleid. Datzelfde is ook van toepassing op het intrekken van begunstigende beschikkingen.

Zie ook de bijlagen 14, 15 en 23 in de Bijlagenbundel

 

Toezichtstrategie

(gericht op het controleren van activiteiten)

Risicogericht toezicht – De mate en diepgang van ons toezicht is gericht op (onderdelen van) risicovolle activiteiten. Hierin onderscheiden we 4 toezichtniveaus.

Gebieds-/of Objectgebonden toezicht – Ons toezicht voeren we afhankelijk van de activiteit gebieds- en/of objectgebonden uit.

Repressief toezicht – We voeren toezicht uit naar aanleiding van klachten/meldingen, verzoeken om handhaving etc.

Integraal toezicht - We voeren waar mogelijk integraal toezicht uit. Dit betekent dat onze toezichthouders zoveel mogelijk signaleren met elkaar (ook met partners), voor elkaar (ook voor partners) of na elkaar.

zie ook bijlage 17 in de Bijlagenbundel

 

Handhavingsstrategie

(gericht op het optreden tegen overtredingen)

Landelijke Handhavingsstrategie (LHS) – Wij hanteren de (interventiematrix van de) LHS als richtlijn voor ons handhavend optreden.

Handhaving tegen bestuursorganen

Conform beleid en gelijk aan handhaving tegen burgers/ondernemers.

zie ook de bijlage 16, 18, 19 en 26 in de Bijlagenbundel

 

Gedoogstrategie

(gericht op het gemotiveerd accepteren van overtredingen)

Landelijk beleid ‘Grenzen aan gedogen’

Voorwaarden van gedogen:

- Gedogen is verantwoord (ter bescherming fysieke leefomgeving).

- Gedogen is altijd tijdelijk.

- Gedogen gebeurt altijd in de vorm van een beschikking.

zie ook bijlage 20 in de Bijlagenbundel

 

 

9. VTH-ORGANISATIE

9.1 Algemeen

Besluitvorming op (vergunnings)aanvragen, toezicht en handhaving zijn een kerntaak van de gemeente, die hierin duidelijk haar verantwoordelijkheden heeft en neemt. Bestuur, directie, leidinggevenden en de medewerkers van het team (de teams) hebben ieder hun eigen rol en verantwoordelijkheid. In bijlage 6 van de Bijlagenbundel wordt dit nader uitgewerkt. Hieronder een korte beschrijving van de organisatie en kwaliteitscriteria die van toepassing zijn.

9.2 Organisatie en financiën

De uitvoering van de VTH-taken op het gebied van de Wabo is ondergebracht bij de teams Ruimtelijke Ordening en Bouwen en Leefbaarheid en Veiligheid. In het uitvoeringsprogramma en het jaarverslag wordt de formatie die zich met de uitvoering van deze taken bezighoudt beschreven. De in de beleidsnota beschreven doelen en prioriteiten worden in beginsel uitgevoerd worden binnen het beschikbare budget. Indien blijkt dat de formatie bijstelling behoeft dan zal dit via de reguliere begrotingscyclus worden aangekaart.

9.3 Kwaliteit en kwaliteitscriteria

Dit beleidsplan maakt onderdeel uit van de beleidscyclus zoals wettelijk vastgelegd in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Door het volgen van deze beleidscyclus wordt een adequaat niveau van uitvoering van de VTH-taken in de organisatie geborgd. De kwaliteit van de uitvoering van deze taken wordt bovendien geborgd door de op 23 juni 2016 door de raad vastgestelde ‘Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht Gemeente Veenendaal. In deze verordening is aangegeven dat de gemeente bij de uitvoering van de VTH-taken als uitgangspunt de kwaliteitscriteria 2.1 hanteert. De toezichthouders zijn aangewezen en aangesteld door het college van B&W voor de uitvoering van hun taken waarbij er op persoons- en functieniveau een scheiding is tussen vergunningverlening, toezicht en handhaving. Bij de activiteiten met betrekking tot milieu is bij de Omgevingsdienst Regio Utrecht sprake van een roulatiesysteem waardoor niet jaren achterheen dezelfde ambtenaren bij dezelfde inrichtingen betrokken zijn. Ook bepalen de kwaliteitscriteria 2.1 op welke wijze de gemeentelijke organisatie borgt dat de uitvoering van de VTH-taken structureel op een adequaat niveau plaatsvindt. Instrumenten om deze kwaliteit te borgen, zijn bijvoorbeeld het VTH-beleid, jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s, werkprocessen, protocollen en monitoring en verslaglegging. Vanuit haar taak tot Interbestuurlijk toezicht (IBT) ziet de Provincie hier op toe en de rapportages worden ter informatie aan de gemeenteraad gezonden. 

 

10. MONITORING EN EVALUATIE

Sluitstuk van de toepassing en uitvoering van het beleid en de diverse processen is de verantwoording over de inspanningen en -resultaten. Daarin staat de vraag centraal of de geleverde inspanningen hebben bijgedragen aan het realiseren van de gestelde doelen. Daarmee wordt de beleidscyclus gesloten. Het is dus belangrijk te weten of de ingezette maatregelen succesvol zijn geweest. Daarom moet beleid periodiek geëvalueerd en gemonitord worden.

De evaluatie bestaat uit het beoordelen van jaarresultaten en het effect van de jaarresultaten op de uitgangspunten en doelstellingen uit het beleid. Ten aanzien van het beleid wordt periodiek monitoring toegepast om de tussenresultaten te beoordelen, wordt jaarlijks verslag gelegd over het jaarprogramma en tussentijds het beleid geëvalueerd. Hieronder worden monitoring, verantwoording en evaluatie van het beleid verder toegelicht.

Monitoring

Een goede registratie van handhavingszaken vergemakkelijkt het vervolgtraject (repressief toezicht en sancties) en verschaft inzicht in de hele keten vanaf een geconstateerde overtreding tot en met de naleving. Het voordeel hiervan is dat alle handhavingspartners profiteren van de informatie. Het registreren van kwantitatieve en kwalitatieve handhavingsgegevens is met name van belang voor het te voeren beleid, de in te zetten capaciteit en de verantwoording naar het bestuur en management.

De voortgang van toezicht en handhaving wordt periodiek gemonitord. De monitoring geschiedt op basis van het uitvoeringsprogramma. Deze monitoring wordt gebruikt om te beoordelen of er voldoende voortgang wordt behaald in het UVP. ODRU en VRU rapporteren periodiek aan de gemeente over de behaalde resultaten.

Verantwoording

Na afloop van het kalenderjaar wordt een jaarverslag opgesteld voor het college, waarin tenminste over de volgende onderwerpen wordt gerapporteerd:

● de toepassing van het VTH-beleid en het Uitvoeringsprogramma;

● het aantal geplande en bestede uren.

De verantwoording vindt plaats aan de hand van het VTH-uitvoeringsprogramma. Het college maakt het jaarverslag bekend aan de gemeenteraad.

Evaluatie

In het kader van dit nieuwe VTH-beleid heeft er een evaluatie plaatsgevonden waarbij de leerpunten van de beleidsperiode 2015-2020 zijn meegenomen. De in deze periode doorgevoerde wetwijzigingen en de naar verwachting komende wijzigingen in wet- en regelgeving en beleid hebben ook hun plek gekregen in het nieuwe VTH-beleid. De evaluatie is als bijlage 8 van de Bijlagenbundel toegevoegd.

 

11. SAMENWERKINGSPARTNERS

Voor de realisatie van haar doelstellingen is de gemeente mede afhankelijk van andere partijen. Dit hoofdstuk beschrijft welke samenwerkingspartners en overlegvormen er zijn en hoe de samenwerking wordt gestructureerd.

 

Omgevingsdienst Regio Utrecht

De Omgevingsdienst voert voor de gemeente Veenendaal milieutaken uit. De samenwerkingsafspraken tussen de ODRU en de gemeente Veenendaal liggen vast in een dienstverleningsovereenkomst (hierna: DVO). De ODRU rapporteert ieder kwartaal en ook jaarlijks over de voortgang van de uitvoering van haar taken. Ook stelt de ODRU jaarlijks een jaarplan/jaarprogramma op.

 

Veiligheidsregio Utrecht

De Veiligheidsregio Utrecht (hierna: VRU) adviseert de gemeente Veenendaal in het kader van de vergunningverlening op het gebied van brandveilig gebruik. Ook voert de VRU op dit gebied het toezicht uit. De samenwerkingsafspraken tussen de VRU en de gemeente Veenendaal liggen vast in een DVO. De VRU rapporteert jaarlijks over de uitgevoerde werkzaamheden en stelt jaarlijks in overleg met de gemeente Veenendaal een jaarplan/jaarprogramma op.

 

Provincie Utrecht

De provincie Utrecht heeft de (wettelijke) taak gekregen om de samenwerking tussen bestuursorganen op het gebied van de VTH-taken te coördineren.

A. Samenwerkingsprogramma

Het provincie-brede Samenwerkingsprogramma komt tot stand in overleg met de leden van het ambtelijk Provinciaal Milieuoverleg (hierna: PMO) en de onderliggende werkgroepen.

B. Interbestuurlijk Toezicht (hierna: IBT)

Hiernaast ziet de Provincie Utrecht toe op, of en in hoeverre gemeenten voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen, onder andere op het gebied van het omgevingsrecht. Het IBT richt zich zowel op de taken vergunningenverlening, toezicht en handhaving, als op ruimtelijke ordening, milieu, externe veiligheid en erfgoed/monumenten.

In de provinciale verordening systematische toezichtinformatie is vastgelegd welke informatie de provincie van de gemeenten jaarlijks wil ontvangen op de onderdelen van het omgevingsrecht. Op basis van de aangeleverde informatie vindt de beoordeling plaats. Hierbij kan het oordeel uitkomen op ‘adequaat’, ‘redelijk adequaat’ of ‘niet adequaat’.

 

Waterschap Vallei en Veluwe

De samenwerking tussen de waterschappen en gemeenten heeft betrekking op het toezicht en handhaving van zaken die grondwater of oppervlaktewater gerelateerd zijn, zoals waterkwaliteit en -kwantiteit, medegebruik van openbaar water en nautisch toezicht op vaarbewegingen.

 

Openbaar Ministerie

In het geval strafrechtelijk optreden is vereist, bijvoorbeeld bij de vervolging van milieuovertredingen, waarbij sprake is van economische delicten, vindt afstemming plaats met het functioneel parket te Amsterdam. De vervolging van overtredingen openbare ruimte worden afgehandeld door het OM Midden-Nederland.

 

Politie

Het Milieuteam van de politie Midden Nederland valt voor wat betreft aansturing onder het functioneel parket Amsterdam. Op het gebied van strafrechtelijke milieuzaken zijn de milieu-agenten het eerste aanspreekpunt voor de gemeente. Daarnaast is de local office het vaste aanspreekpunt voor de gemeente, de Boa’s en de omgevingsdienst. Afhankelijk van de positionering van de overtreding in de matrix van de Landelijke Handhavingstrategie komt het Milieuteam vroeg of op een later moment in beeld.

 

Regionaal overleg

De leden van de projectgroep VTH (18 gemeenten, ODRU, RUD, VRU en de Provincie Utrecht) komen al vanaf 2010 jaarlijks enkele keren bij elkaar om ervaringen te delen, kennis uit te wisselen en projecten af te stemmen. Het doel is om in gezamenlijkheid de kwaliteit en uniformiteit van VTH-beleid, VTH jaarprogramma’s en VTH evaluaties te vergroten. Tevens zet dit samenwerkingsverband zich in om de VTH-uitvoeringsstrategie “Omgevingswet-proof” te maken.