Organisatie | Smallingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent coffeeshops |
Citeertitel | Coffeeshopbeleid 2021 gemeente Smallingerland |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Notitie coffeeshopbeleid Smallingerland 1996.
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-08-2021 | nieuwe regeling | 22-07-2021 |
Voor u ligt het vernieuwde coffeeshopbeleid van de gemeente Smallingerland. Er hebben ontwikkelingen plaatsgevonden op het gebied van wet- en regelgeving met betrekking tot coffeeshops, waardoor het beleid moest worden geactualiseerd. Op deze manier sluit het coffeeshopbeleid van de gemeente Smallingerland weer aan op de wet- en regelgeving.
In 1996 is in Smallingerland het lokaal drugsbeleid en coffeeshopbeleid vastgesteld. In dit beleid zijn de doelstellingen van het beleid vastgelegd, evenals het maximumstelsel, beleid rondom vestiging, regelgeving en handhaving.
In aanvulling op bovenstaand beleid is in 1997 een notitie handhaving drugbeleid opgesteld. Deze notitie gaat onder andere in op de doelen van het handhavingsbeleid en de taakverdeling en inzet van verschillende partijen.
De gemeente Smallingerland kent een maximumstelsel van twee coffeeshops. Aan twee coffeeshops die aan alle criteria voldeden is in 1996 een exploitatievergunning afgegeven. Destijds is (in overleg met de coffeeshops) een convenant opgesteld.
In 2010 is de vergunning en convenant voor beide coffeeshops in elkaar geschoven. Dit betekent dat de voorschriften die in het convenant stonden vermeld, zijn opgenomen in de vergunningen van beide coffeeshops. Daardoor is het convenant komen te vervallen.
In hoofdstuk 1 worden de belangrijkste uitgangspunten van de landelijke wet- en regelgeving toegelicht. In hoofdstuk 2 wordt het gedoogbeleid van de gemeente Smallingerland uiteengezet. Hoofstuk 3 gaat in op de aanvraagprocedure van nieuwe vergunningen in het geval dat er een vergunning voor een coffeeshop beschikbaar komt. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de overgangsregeling voor de huidige coffeeshops te Drachten.
Het uitgangspunt van het gedoogbeleid in Smallingerland is landelijke wet- en regelgeving. In dit hoofdstuk worden kort de belangrijkste uitgangspunten van deze landelijke wet- en regelgeving toegelicht.
Het landelijke kader van het gedoogbeleid bestaat uit de Opiumwet en de Aanwijzing Opiumwet van het Openbaar Ministerie (OM). In artikel 3 van de Opiumwet staat het verbod op de verkoop van hennepproducten. Deze producten staan gespecificeerd op Lijst II van dezelfde wet.
De basis van het gedoogbeleid is de Aanwijzing Opiumwet van het OM. Onder strenge voorwaarden, die in de Aanwijzing staan beschreven, wordt er niet strafrechtelijk opgetreden tegen de verkoop van hennepproducten die op Lijst II staan. Deze voorwaarden gelden voor alle coffeeshops in Nederland. Het is niet mogelijk om als gemeente in het coffeeshopbeleid hiervan af te wijken. De voorwaarden worden ook wel aangeduid als AHOJGI-criteria.
Deze AHOJGI-criteria houden het volgende in:
geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie: dat wil zeggen hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (=5 gram) en slechts een beperkte handelsvoorraad (niet meer dan 500 gram). Met 'transactie' wordt bedoeld alle koop en verkoop in een coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper.
Per 1 januari 2014 zou ook het Afstandscriterium voor coffeeshop toegevoegd worden aan de landelijke gedoogcriteria. Het Afstandscriterium houdt in dat er een minimale afstand tussen een coffeeshop en een school voor voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs voor scholieren jonger dan 18 jaar moet zijn. Uiteindelijk werd besloten om dit criterium niet toe te voegen. De minister van Veiligheid en Justitie liet destijds weten dat het verkleinen van de zichtbaarheid van coffeeshops voor scholieren lokaal maatwerk is.
1.2 Artikel 13b Opiumwet (Wet Damocles)
In 1999 is de Opiumwet uitgebreid met artikel 13b, de zogenoemde Wet Damocles. Daarmee heeft de burgemeester de bevoegdheid gekregen om bestuursrechtelijk op te treden tegen een coffeeshop die de voorwaarden overtreedt. De wet Damocles is daarnaast ook van toepassing op handel in drugs vanuit andere lokalen, zoals cafés, winkels, woningen en bedrijfspanden. Daarbij hoeft niet per se de verstoring van de openbare orde te worden aangetoond.
In 2003 is de Wet Bevordering Integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur (BIBOB) in werking getreden. Deze wet moet voorkomen dat de overheid onbedoeld criminele activiteiten faciliteert door middel van het verlenen van vergunningen, subsidies, vastgoedtransacties of bij aanbestedingen. Dit bekent dat bestuursorganen bij de beoordeling van een te verlenen vergunning, subsidie, een vastgoedtransactie of een te gunnen aanbesteding de integriteit van de aanvrager of gegadigde kunnen onderzoeken.
In eerste instantie doet het bestuursorgaan zelf onderzoek. Daarnaast is in de Wet BIBOB bepaald dat aan het Landelijk Bureau BIBOB (van het Ministerie van Justitie) een advies kan worden gevraagd om in een concreet geval te beoordelen of er sprake is van gevaar. In de wet wordt tevens aangegeven wanneer het voor een bestuursorgaan mogelijk is een vergunning te weigeren of in te trekken.
In het BIBOB beleid van de gemeente Smallingerland is opgenomen dat de wet BIBOB van toepassing is op onder andere de (verlening van) exploitatievergunningen, zoals bedoeld in art. 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening. Hier vallen de coffeeshops dus ook onder.
In Nederland is de situatie ontstaan dat de verkoop van softdrugs in coffeeshops (onder voorwaarden) wordt toegestaan. Er is echter geen regelgeving ontwikkeld over de bevoorrading van de coffeeshops. Er is dus niets geregeld over de zogenoemde achterdeur van coffeeshops. Met de achterdeur wordt de inkoop van hasj en wiet door de coffeeshophouder bedoeld.
1.4.1 Experiment gesloten coffeeshopketen
Het kabinet wil tijdelijk experimenteren met een gesloten hennepketen bestemd voor levering aan, en verkoop in, gedoogde coffeeshops. Daarbij wil het kabinet onderzoeken welke resultaten dit oplevert op het gebied van openbare orde en veiligheid, de volksgezondheid en het tegengaan van criminaliteit. Tijdens dit experiment krijgen tien gemeenten de mogelijkheid de wietteelt tijdelijk te reguleren.
Alle coffeeshops die in een deelnemende gemeente zijn toegestaan moeten deelnemen aan het experiment. Een coffeeshophouder mag uitsluitend hennep en hasj afnemen van aangewezen telers en uitsluitend die hennep en hasj voorhanden hebben en verkopen.
Er zijn door het ministerie van Veiligheid en Justitie landelijk 10 telers aangewezen die exclusief zorgen voor de bevoorrading van de coffeeshops in de aangewezen gemeentes. Deze telers mogen hun hennep en hasj alleen op Nederlands grondgebied telen.
Het is nog niet exact duidelijk wanneer het experiment zal starten. Het experiment zal starten met een voorbereidings- en overgangsfase. Vervolgens zal de experimenteerfase vier tot vijf en een half jaar duren. Na het experiment komt er een afbouwfase van een half jaar en wordt de huidige situatie weer hersteld.
In november 2017 is er door verschillende partijen een motie aangenomen, waarin het college-initiatief om Smallingerland voor te dragen als experimenteergemeente voor de legale wietteelt, wordt ondersteund. In deze motie is onder andere mee overwogen dat de gemeenteraad 2013 een initiatiefvoorstel heeft aangenomen om te lobbyen voor een experiment legale wietkweek en dat de gemeente Smallingerland een van de 35 deelnemende gemeenten was die in 2014 een bestuurlijk manifest aan de toenmalige minister heeft aangeboden. De motie is met een meerderheid aangenomen.
Eind 2018 zijn er via een AMvB (voorlopige) voorwaarden bekend gemaakt, waarvan enkele hierboven (hoofdstuk 1.4.1) zijn beschreven. De toenmalige burgemeester heeft kennis genomen van de AMvB, en naar aanleiding daarvan een bezoek gebracht aan een coffeeshop in Drachten en overleg gehad met de eigenaar van de andere coffeeshop. Er is een beeld verkregen van de huidige bedrijfsvoering van een coffeeshop en wat het experiment in zal houden voor de dagelijkse bedrijfsvoering.
Na het overleg met beide coffeeshophouders is door het college van Burgemeester en Wethouders voorlopig geconcludeerd dat een experiment in deze vorm, onder deze condities niet goed haalbaar is.
In april 2019 is de gemeente vervolgens op de hoogte gesteld van een gewijzigd AMvB. Aangezien zich geen grote wijzigingen hebben voorgedaan in het AMvB met betrekking tot de randvoorwaarden en condities van het experiment, is het standpunt van het college ongewijzigd. De gemeente Smallingerland heeft zich dus niet aangemeld als experimenteergemeente.
Ondanks dat de gemeente niet als coffeeshopgemeente mee doet aan het experiment, kan een wietteler zich wel vestigen in Smallingerland. Twee wiettelers, die zich in Smallingerland willen vestigen, hebben hiervoor een vergunning aangevraagd bij het Ministerie. Een van deze wiettelers zit bij de laatste tien gegadigden, en doorloopt op dit moment de aanvraagprocedure bij het Ministerie.
Hieronder volgt een toelichting op schaarse vergunningen en de toepassing van schaarse vergunningen op coffeeshops.
Een schaarse vergunning is een vergunning waarvan slechts een beperkt aantal kan worden verleend, terwijl er meerdere (potentiele) aanvragers zijn.
In 2010 is er wet- en regelgeving omtrent schaarse vergunning in werking gesteld via de Europese Dienstenrichtlijn. Daarnaast heeft de Raad van State in november 2016 uitspraak gedaan in een zaak over een speelautomatenhal die consequenties heeft voor de vergunningverlening door gemeenten bij schaarse vergunningen (ECLI:NL:RVS:2016:2927).
Bovenstaande heeft er toe geleid dat gemeenten, bij het verlenen van schaarse vergunningen, drie verplichtingen hebben:
1.5.2 Schaarse vergunningen en coffeeshops
Binnen de gemeente Smallingerland is er sprake van een maximumstelsel voor coffeeshops. Er zijn namelijk maximaal twee coffeeshops toegestaan. Daarbij is de verwachting dat het aantal gegadigden voor zo'n vergunning groter is, dan het aantal voor verlening beschikbare vergunningen. Er is dus sprake van schaarse vergunningen voor coffeeshops.
In maart 2021 heeft de bestuursrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak omtrent schaarse vergunningen en coffeeshops (ECLI:NL:RBLIM:2021:2746).
De burgemeester van Roermond heeft exploitatievergunningen voor coffeeshops verleend met beperkte duur, omdat de vergunningen schaars zouden zijn. In de betreffende gemeente geldt namelijk een maximum aantal voor coffeeshops.
De rechter heeft geoordeeld dat de exploitatievergunningen zijn verleend voor uitsluitend de legale horeca-activiteiten. De exploitatievergunningen zien niet op de handel in softdrugs. Exploitatievergunningen voor legale horeca-activiteiten zijn niet gelimiteerd, zodat zij niet schaars zijn. De duur van de vergunningen mocht daarom niet worden beperkt.
De rechtbank overweegt ten overvloede dat ook gedoogverklaringen niet onderworpen kunnen zijn aan de regels ter zake schaarse vergunningen. Gedoogverklaringen zijn namelijk geen vergunningen. Het toepassen van de regels betreffende schaarse vergunningen zou bovendien resulteren in regulering van de verkoop van softdrugs, wat niet mogelijk is onder de huidige Opiumwet.
Tot slot zijn de regels omtrent schaarse vergunningen gebaseerd op Unierechtelijke vrijheden en beschermen zij potentiële concurrenten. In dit geval zijn die concurrenten echter coffeeshophouders die zich juist niet op die Unierechtelijke vrijheden kunnen beroepen, omdat de vrijheden niet van toepassing zijn op illegale goederen zoals softdrugs. Dat in Nederland de verkoop van softdrugs door coffeeshops wordt gedoogd, betekent niet dat de verkoop legaal is.
Het coffeeshopbeleid van de gemeente Smallingerland is opgesteld binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. In dit hoofdstuk volgt een uiteenzetting van het gedoogbeleid van de gemeente.
2.2 Betekenis coffeeshop en vergunningen
Met een coffeeshop wordt een horeca inrichting bedoeld, waar alcoholvrije dranken worden verstrekt en waar softdrugs (zoals bedoeld in artikel 3 Opiumwet) wordt verkocht.
Voor de exploitatie van een coffeeshop in de gemeente Smallingerland heeft de aanvrager de volgende vergunningen nodig:
De burgemeester kan op basis van artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening Smallingerland een exploitatievergunning (gedeeltelijk) weigeren, indien er naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van het bedrijf of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed
De vergunningen en gedoogverklaringen voor coffeeshops worden voor onbepaalde tijd verleend. Dit gelet op de uitspraak van de bestuursrechter, zoals vermeld in hoofdstuk 1.5.2. De ontwikkelingen rondom de toepassing van de wet- en regelgeving van schaarse vergunningen en coffeeshops worden gevolgd. Zo nodig wordt het coffeeshopbeleid daarop aangepast.
De exploitatievergunning is persoonsgebonden en locatie gebonden en dus niet overdraagbaar.
Zoals opgenomen in de Drank- en Horecaverordening Smallingerland, zijn er een aantal vereisten bij voor de verkrijging van een droge horecavergunning. Het gaat hierbij om:
Coffeeshops mogen onder strenge voorwaarden softdrugs verkopen. Zij worden daarvoor niet strafrechtelijk vervolgd. Hiervoor hebben zij echter wel een gedoogverklaring nodig. Aan deze gedoogverklaring zijn criteria verbonden (zie hoofdstuk 2.4 en 2.5).
De burgemeester handhaaft het beleid waarbij aan maximaal twee coffeeshops een gedoogverklaring uitgegeven kan worden.
Indien er gekozen wordt voor een zogenoemde nuloptie (het niet toestaan van coffeeshops in de gemeente), dan kunnen de doelstellingen van het beleid niet gerealiseerd worden. Er wordt daarom gekozen om coffeeshops in de gemeente toe te laten. De coffeeshops worden in beperkte mate toegelaten, zodat de volksgezondheid en de openbare orde en veiligheid worden beschermd.
De locatie van een coffeeshop moet voldoen aan een aantal vestigingscriteria. Indien de locatie niet voldoet aan onderstaande criteria, dan zal er geen gedoogverklaring worden afgegeven.
De locatie bevindt zich op afstand van minimaal 250 meter vanaf de dichtstbijzijnde instelling voor voortgezet onderwijs, dan wel middelbaar beroepsonderwijs, jongerencentrum of sporthal. De afstand wordt gemeten tussen de hoofdingang van de coffeeshop en de hoofdingang van de betreffende instelling via de kortste route over de openbare weg;
Zoals in hoofdstuk 1.1 is genoemd, is het afstandscriterium niet via landelijke regels opgelegd door de minister, maar kan er gekozen worden voor lokaal maatwerk. Er is gekozen voor een afstand van 250 meter, zodat jongeren die naar school gaan niet worden geconfronteerd met een coffeeshop, dan wel de verkoop van softdrugs niet als normaal te laten beschouwen.
Voor de definitie van het centrum wordt aangesloten bij het bestemmingsplan van het centrum. Het horeca concentratiegebied de Kaden betreft de Noord- en Zuidkade, vanaf de Drift/Torenstraat tot de Noorder-/Zuiderdwarsvaart.
De AHJOGI-criteria vormen de basis van het gedoogbeleid in de gemeente Smallingerland. Daarnaast worden onderstaande criteria aan de coffeeshop(houder) en/of leidinggevende gesteld.
De exploitant dient deel te nemen aan het overleg, welke twee keer per jaar plaatsvindt tussen de coffeeshophouders, politie en Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) en gemeente. Doel hiervan is de communicatie tussen de verschillende partijen te bevorderen, maar ook om elkaar op de hoogte te houden, en zo nodig in te spelen, op bepaalde trends.
De politie en de toezichthouders controleren eens per kwartaal de beide coffeeshops. De controle vindt plaats op naleving van de AHOJGI-criteria en de overige gedoogcriteria. De coffeeshops zijn dan ook verplicht om toezichthouders en politie vrij toegang te verschaffen tot de coffeeshop.
Indien er een overtreding wordt geconstateerd, dan zal handhaving plaatsvinden op grond van het Handhavingsarrangement Bijzondere Wetten. In dit arrangement is beschreven hoe gemeente, politie en het Openbaar Ministerie optreden bij overtredingen in de horeca, coffeeshops en bij kansspelen.
3. Aanvraag- en selectieprocedure vergunning coffeeshop
Aangezien in Smallingerland maximaal twee coffeeshops worden toegestaan, is het wenselijk dat er een aanvraag- en selectieprocedure wordt vastgelegd in het geval dat er een vergunning vrijkomt. Op deze manier wordt duidelijkheid geboden met betrekking tot de wijze van behandeling van de aanvraag en de toetsing daarvan. De procedure wordt in dit hoofdstuk beschreven.
3.1 Vestiging nieuwe coffeeshop
Zoals eerder aangegeven, mogen er op basis van het maximumstelsel maximaal twee coffeeshops gevestigd worden in Drachten. Vestiging van een nieuwe coffeeshop kan daarom alleen als er sprake is van:
Als er sprake is van een tijdelijke sluiting van de coffeeshop in het kader van handhaving, dan ontstaat er geen ruimte voor een nieuwe coffeeshop.
Indien er sprake is van een mogelijkheid tot vestiging van een nieuwe coffeeshop, dan wordt er via het Gemeenteblad op www.overheid.nl, de gemeentelijke website en weekblad Actief bekend gemaakt dat er binnen het huidige maximumstelsel ruimte is voor een exploitatievergunning voor een nieuwe coffeeshop.
In de bekendmaking worden belangstellenden in de gelegenheid gesteld om binnen acht weken een aanvraag ter verkrijging van de vergunning in te dienen. De aanvraag moet tijdig, binnen de gestelde termijn, ingeleverd zijn, wil een belangstellende deelnemen aan de verdere selectie.
Van iedere aanvrager wordt slechts één aanvraag geaccepteerd. Een aanvrager die meerdere aanvragen indient wordt uitgesloten van de procedure.
Na ontvangst wordt de aanvraag gecontroleerd op volledigheid. Als er geen volledige aanvraag is ontvangen, dan wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om de aanvraag aan te vullen met de ontbrekende gegevens (op grond van artikel 4:5, Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb)). De aanvraag moet uiterlijk op de laatste dag van het einde van het aanvraagtijdvak (zoals beschreven hoofdstuk 3.2) volledig zijn aangevuld.
De beslistermijn voor de vergunningaanvraag wordt gedurende deze termijn opgeschort (op grond van artikel 4:15, Awb). Als de aanvrager niet gebruikt maakt van de termijn om zijn aanvraag aan te vullen, dan wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.
Uit de belangstellenden die een tijdige en volledige aanvraag hebben ingediend, wordt door middel van een loting de volgorde van behandeling bepaald. Bij de loting is de burgemeester of ten minste twee door hem daartoe aangewezen ambtenaren aanwezig. Daarnaast mogen de aanvragers, die deelnemen aan de loting, aanwezig zijn bij de loting.
De loting wordt uitgevoerd door een notaris, die is aangewezen door de burgemeester. De notaris trekt in totaal tien belangstellenden. Van de loting wordt een verslag gemaakt, waarbij onder andere is vastgelegd op welke wijze de loting is uitgevoerd, de uitslag van de trekking en de datum van de trekking. Dit verslag wordt ondertekend door de notaris.
De tien belangstellenden worden schriftelijk geïnformeerd over hun exacte plek op de lijst. De overige belangstellenden worden tevens op de hoogte gesteld over de verdere procedure.
3.6 Inhoudelijke toets en Bibob
Afhankelijk van het aantal beschikbare vergunningen, wordt de eerste aanvraag op de lijst, dan wel de eerste twee aanvragen inhoudelijk getoetst.
De aanvraag wordt getoetst aan de weigeringsgronden van de Algemene plaatselijke verordening Smallingerland, de Drank- en Horecaverordening Smallingerland en de criteria, zoals in hoofdstuk 2 beschreven.
Overeenkomstig het Bibob-beleid van de gemeente Smallingerland maakt een Bibob-toets onderdeel uit van de vergunningverleningsprocedure voor een exploitatievergunning. De vergunningsaanvraag wordt daarom ook getoetst aan de weigeringsgronden op grond van de Wet Bibob.
3.7 Het niet verlenen van een aangevraagde vergunningen
Als de aanvraag niet leidt tot het verlenen van een exploitatievergunning, dan wordt de eerst volgende aanvraag op de plaatsingslijst inhoudelijk getoetst. Deze aanvraag wordt pas in behandeling genomen nadat de bezwaartermijn is verlopen, de bezwaarprocedure is afgerond en/of een verzoek door de aanvrager voor een voorlopige voorziening is ingesteld en door de rechter is afgewezen.
3.8 Verlenen van de aangevraagde vergunningen
Indien de exploitatievergunning wordt verleend, dan zal dit worden gepubliceerd in het Gemeenteblad en het weekblad Actief. De vergunningen en gedoogverklaring wordt voor onbepaalde tijd verleend.
De overige belangstellenden worden per brief op de hoogte gesteld van de vergunningverlening.
Tegen het verlenen van de exploitatievergunning kunnen belanghebbenden binnen zes weken na bekendmaking (dit is de datum van verzending van de vergunning aan de aanvrager) bezwaar indienen en/of bij spoedeisendheid een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de rechtbank.
De huidige coffeeshophouders in Drachten exploiteren al jarenlang hun bedrijf. Destijds hebben deze coffeeshophouders dan ook een vergunning, inclusief gedoogverklaring, gekregen voor onbepaalde tijd.
Er zijn een aantal wijzigingen in de voorwaarden m.b.t. de exploitatievergunning en gedoogverklaring. Na inwerkingtreding van dit beleid krijgen de huidige coffeeshophouders daarom een gewijzigde exploitatievergunning en gedoogverklaring toegestuurd.
De burgemeester van Smallingerland;
gezien het verzoek van [naam natuurlijk persoon of rechtspersoon] om een gedoogverklaring af te geven voor een coffeeshop;
gelet op artikel 13b van de Opiumwet;
gelet op het 'Coffeeshopbeleid 2021 gemeente Smallingerland';
aan [naam natuurlijk persoon of rechtspersoon]
een gedoogverklaring af te geven voor het exploiteren van coffeeshop [naam coffeeshop], gevestigd aan [adres, postcode, plaats]
Onder de volgende voorwaarden:
De burgemeester van Smallingerland,
Indien u het niet eens bent met het besluit, dan kunt u binnen zes weken na de datum van bekendmaking van dit besluit, een bezwaarschrift indienen. Meer informatie hierover vindt u terug op www.smallingerland.nl/bezwaar