Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Smallingerland

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent coffeeshops

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSmallingerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van de burgemeester van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent coffeeshops
CiteertitelCoffeeshopbeleid 2021 gemeente Smallingerland
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Notitie coffeeshopbeleid Smallingerland 1996.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-08-2021nieuwe regeling

22-07-2021

gmb-2021-258490

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent coffeeshops

Inleiding

 

Voor u ligt het vernieuwde coffeeshopbeleid van de gemeente Smallingerland. Er hebben ontwikkelingen plaatsgevonden op het gebied van wet- en regelgeving met betrekking tot coffeeshops, waardoor het beleid moest worden geactualiseerd. Op deze manier sluit het coffeeshopbeleid van de gemeente Smallingerland weer aan op de wet- en regelgeving.

 

De huidige situatie

In 1996 is in Smallingerland het lokaal drugsbeleid en coffeeshopbeleid vastgesteld. In dit beleid zijn de doelstellingen van het beleid vastgelegd, evenals het maximumstelsel, beleid rondom vestiging, regelgeving en handhaving.

 

In aanvulling op bovenstaand beleid is in 1997 een notitie handhaving drugbeleid opgesteld. Deze notitie gaat onder andere in op de doelen van het handhavingsbeleid en de taakverdeling en inzet van verschillende partijen.

 

De gemeente Smallingerland kent een maximumstelsel van twee coffeeshops. Aan twee coffeeshops die aan alle criteria voldeden is in 1996 een exploitatievergunning afgegeven. Destijds is (in overleg met de coffeeshops) een convenant opgesteld.

 

In 2010 is de vergunning en convenant voor beide coffeeshops in elkaar geschoven. Dit betekent dat de voorschriften die in het convenant stonden vermeld, zijn opgenomen in de vergunningen van beide coffeeshops. Daardoor is het convenant komen te vervallen.

 

Leeswijzer

In hoofdstuk 1 worden de belangrijkste uitgangspunten van de landelijke wet- en regelgeving toegelicht. In hoofdstuk 2 wordt het gedoogbeleid van de gemeente Smallingerland uiteengezet. Hoofstuk 3 gaat in op de aanvraagprocedure van nieuwe vergunningen in het geval dat er een vergunning voor een coffeeshop beschikbaar komt. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de overgangsregeling voor de huidige coffeeshops te Drachten.

1. Landelijk kader

Het uitgangspunt van het gedoogbeleid in Smallingerland is landelijke wet- en regelgeving. In dit hoofdstuk worden kort de belangrijkste uitgangspunten van deze landelijke wet- en regelgeving toegelicht.

1.1 AHJOGI criteria

Het landelijke kader van het gedoogbeleid bestaat uit de Opiumwet en de Aanwijzing Opiumwet van het Openbaar Ministerie (OM). In artikel 3 van de Opiumwet staat het verbod op de verkoop van hennepproducten. Deze producten staan gespecificeerd op Lijst II van dezelfde wet.

 

De basis van het gedoogbeleid is de Aanwijzing Opiumwet van het OM. Onder strenge voorwaarden, die in de Aanwijzing staan beschreven, wordt er niet strafrechtelijk opgetreden tegen de verkoop van hennepproducten die op Lijst II staan. Deze voorwaarden gelden voor alle coffeeshops in Nederland. Het is niet mogelijk om als gemeente in het coffeeshopbeleid hiervan af te wijken. De voorwaarden worden ook wel aangeduid als AHOJGI-criteria.

 

Deze AHOJGI-criteria houden het volgende in:

 

  • A:

    geen affichering: geen enkele vorm van reclame is toegestaan, uitgezonderd van een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit;

  • H:

    geen harddrugs: er mag geen harddrugs voorhanden en/of verkocht worden;

  • O:

    geen overlast: hieronder wordt verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshop, geluidshinder, vervuiling en rondhangende klanten voor en/of nabij de coffeeshop;

  • J:

    geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang voor jeugdigen tot een coffeeshop: gelet op de toename van het cannabisgebruik onder jongeren is gekozen voor een strikte handhaving van de leeftijdsgrens van achttien jaar;

  • G:

    geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie: dat wil zeggen hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (=5 gram) en slechts een beperkte handelsvoorraad (niet meer dan 500 gram). Met 'transactie' wordt bedoeld alle koop en verkoop in een coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper.

  • I:

    geen toegang voor en verkoop aan anderen dan ingezetenen van Nederland.

Afstandscriterium

Per 1 januari 2014 zou ook het Afstandscriterium voor coffeeshop toegevoegd worden aan de landelijke gedoogcriteria. Het Afstandscriterium houdt in dat er een minimale afstand tussen een coffeeshop en een school voor voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs voor scholieren jonger dan 18 jaar moet zijn. Uiteindelijk werd besloten om dit criterium niet toe te voegen. De minister van Veiligheid en Justitie liet destijds weten dat het verkleinen van de zichtbaarheid van coffeeshops voor scholieren lokaal maatwerk is.

1.2 Artikel 13b Opiumwet (Wet Damocles)

In 1999 is de Opiumwet uitgebreid met artikel 13b, de zogenoemde Wet Damocles. Daarmee heeft de burgemeester de bevoegdheid gekregen om bestuursrechtelijk op te treden tegen een coffeeshop die de voorwaarden overtreedt. De wet Damocles is daarnaast ook van toepassing op handel in drugs vanuit andere lokalen, zoals cafés, winkels, woningen en bedrijfspanden. Daarbij hoeft niet per se de verstoring van de openbare orde te worden aangetoond.

1.3 Wet BIBOB

In 2003 is de Wet Bevordering Integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur (BIBOB) in werking getreden. Deze wet moet voorkomen dat de overheid onbedoeld criminele activiteiten faciliteert door middel van het verlenen van vergunningen, subsidies, vastgoedtransacties of bij aanbestedingen. Dit bekent dat bestuursorganen bij de beoordeling van een te verlenen vergunning, subsidie, een vastgoedtransactie of een te gunnen aanbesteding de integriteit van de aanvrager of gegadigde kunnen onderzoeken.

 

In eerste instantie doet het bestuursorgaan zelf onderzoek. Daarnaast is in de Wet BIBOB bepaald dat aan het Landelijk Bureau BIBOB (van het Ministerie van Justitie) een advies kan worden gevraagd om in een concreet geval te beoordelen of er sprake is van gevaar. In de wet wordt tevens aangegeven wanneer het voor een bestuursorgaan mogelijk is een vergunning te weigeren of in te trekken.

 

In het BIBOB beleid van de gemeente Smallingerland is opgenomen dat de wet BIBOB van toepassing is op onder andere de (verlening van) exploitatievergunningen, zoals bedoeld in art. 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening. Hier vallen de coffeeshops dus ook onder.

1.4 Achterdeurproblematiek

In Nederland is de situatie ontstaan dat de verkoop van softdrugs in coffeeshops (onder voorwaarden) wordt toegestaan. Er is echter geen regelgeving ontwikkeld over de bevoorrading van de coffeeshops. Er is dus niets geregeld over de zogenoemde achterdeur van coffeeshops. Met de achterdeur wordt de inkoop van hasj en wiet door de coffeeshophouder bedoeld.

 

1.4.1 Experiment gesloten coffeeshopketen

Het kabinet wil tijdelijk experimenteren met een gesloten hennepketen bestemd voor levering aan, en verkoop in, gedoogde coffeeshops. Daarbij wil het kabinet onderzoeken welke resultaten dit oplevert op het gebied van openbare orde en veiligheid, de volksgezondheid en het tegengaan van criminaliteit. Tijdens dit experiment krijgen tien gemeenten de mogelijkheid de wietteelt tijdelijk te reguleren.

 

Alle coffeeshops die in een deelnemende gemeente zijn toegestaan moeten deelnemen aan het experiment. Een coffeeshophouder mag uitsluitend hennep en hasj afnemen van aangewezen telers en uitsluitend die hennep en hasj voorhanden hebben en verkopen.

 

Er zijn door het ministerie van Veiligheid en Justitie landelijk 10 telers aangewezen die exclusief zorgen voor de bevoorrading van de coffeeshops in de aangewezen gemeentes. Deze telers mogen hun hennep en hasj alleen op Nederlands grondgebied telen.

 

Het is nog niet exact duidelijk wanneer het experiment zal starten. Het experiment zal starten met een voorbereidings- en overgangsfase. Vervolgens zal de experimenteerfase vier tot vijf en een half jaar duren. Na het experiment komt er een afbouwfase van een half jaar en wordt de huidige situatie weer hersteld.

 

1.4.2 Standpunt gemeente

In november 2017 is er door verschillende partijen een motie aangenomen, waarin het college-initiatief om Smallingerland voor te dragen als experimenteergemeente voor de legale wietteelt, wordt ondersteund. In deze motie is onder andere mee overwogen dat de gemeenteraad 2013 een initiatiefvoorstel heeft aangenomen om te lobbyen voor een experiment legale wietkweek en dat de gemeente Smallingerland een van de 35 deelnemende gemeenten was die in 2014 een bestuurlijk manifest aan de toenmalige minister heeft aangeboden. De motie is met een meerderheid aangenomen.

 

Eind 2018 zijn er via een AMvB (voorlopige) voorwaarden bekend gemaakt, waarvan enkele hierboven (hoofdstuk 1.4.1) zijn beschreven. De toenmalige burgemeester heeft kennis genomen van de AMvB, en naar aanleiding daarvan een bezoek gebracht aan een coffeeshop in Drachten en overleg gehad met de eigenaar van de andere coffeeshop. Er is een beeld verkregen van de huidige bedrijfsvoering van een coffeeshop en wat het experiment in zal houden voor de dagelijkse bedrijfsvoering.

 

Na het overleg met beide coffeeshophouders is door het college van Burgemeester en Wethouders voorlopig geconcludeerd dat een experiment in deze vorm, onder deze condities niet goed haalbaar is.

 

In april 2019 is de gemeente vervolgens op de hoogte gesteld van een gewijzigd AMvB. Aangezien zich geen grote wijzigingen hebben voorgedaan in het AMvB met betrekking tot de randvoorwaarden en condities van het experiment, is het standpunt van het college ongewijzigd. De gemeente Smallingerland heeft zich dus niet aangemeld als experimenteergemeente.

 

Ondanks dat de gemeente niet als coffeeshopgemeente mee doet aan het experiment, kan een wietteler zich wel vestigen in Smallingerland. Twee wiettelers, die zich in Smallingerland willen vestigen, hebben hiervoor een vergunning aangevraagd bij het Ministerie. Een van deze wiettelers zit bij de laatste tien gegadigden, en doorloopt op dit moment de aanvraagprocedure bij het Ministerie.

1.5 Schaarse vergunningen

Hieronder volgt een toelichting op schaarse vergunningen en de toepassing van schaarse vergunningen op coffeeshops.

 

1.5.1 Schaarse vergunningen

Een schaarse vergunning is een vergunning waarvan slechts een beperkt aantal kan worden verleend, terwijl er meerdere (potentiele) aanvragers zijn.

 

In 2010 is er wet- en regelgeving omtrent schaarse vergunning in werking gesteld via de Europese Dienstenrichtlijn. Daarnaast heeft de Raad van State in november 2016 uitspraak gedaan in een zaak over een speelautomatenhal die consequenties heeft voor de vergunningverlening door gemeenten bij schaarse vergunningen (ECLI:NL:RVS:2016:2927).

 

Bovenstaande heeft er toe geleid dat gemeenten, bij het verlenen van schaarse vergunningen, drie verplichtingen hebben:

 

  • i.

    Mededinging: er dient ruimte worden geboden om naar een beschikbare vergunning mee te dingen;

  • ii.

    Tijdelijkheid: een vergunning mag niet voor onbepaalde tijd verstrekt worden en de looptijd mag niet buitensporig lang zijn. Een vergunning voor lange of onbepaalde tijd zou er voor zorgen dat de markt voor langere tijd ontoegankelijk zou zijn voor nieuwe gegadigden.

  • iii.

    Transparantie: er moet een passende mate van openbaarheid zijn indien één of meerdere schaarse vergunningen beschikbaar zijn. Op deze manier hebben alle potentiële gegadigden een eerlijke kans om mee te dingen naar de vergunning.

1.5.2 Schaarse vergunningen en coffeeshops

Binnen de gemeente Smallingerland is er sprake van een maximumstelsel voor coffeeshops. Er zijn namelijk maximaal twee coffeeshops toegestaan. Daarbij is de verwachting dat het aantal gegadigden voor zo'n vergunning groter is, dan het aantal voor verlening beschikbare vergunningen. Er is dus sprake van schaarse vergunningen voor coffeeshops.

 

In maart 2021 heeft de bestuursrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak omtrent schaarse vergunningen en coffeeshops (ECLI:NL:RBLIM:2021:2746).

 

De burgemeester van Roermond heeft exploitatievergunningen voor coffeeshops verleend met beperkte duur, omdat de vergunningen schaars zouden zijn. In de betreffende gemeente geldt namelijk een maximum aantal voor coffeeshops.

 

De rechter heeft geoordeeld dat de exploitatievergunningen zijn verleend voor uitsluitend de legale horeca-activiteiten. De exploitatievergunningen zien niet op de handel in softdrugs. Exploitatievergunningen voor legale horeca-activiteiten zijn niet gelimiteerd, zodat zij niet schaars zijn. De duur van de vergunningen mocht daarom niet worden beperkt.

 

De rechtbank overweegt ten overvloede dat ook gedoogverklaringen niet onderworpen kunnen zijn aan de regels ter zake schaarse vergunningen. Gedoogverklaringen zijn namelijk geen vergunningen. Het toepassen van de regels betreffende schaarse vergunningen zou bovendien resulteren in regulering van de verkoop van softdrugs, wat niet mogelijk is onder de huidige Opiumwet.

 

Tot slot zijn de regels omtrent schaarse vergunningen gebaseerd op Unierechtelijke vrijheden en beschermen zij potentiële concurrenten. In dit geval zijn die concurrenten echter coffeeshophouders die zich juist niet op die Unierechtelijke vrijheden kunnen beroepen, omdat de vrijheden niet van toepassing zijn op illegale goederen zoals softdrugs. Dat in Nederland de verkoop van softdrugs door coffeeshops wordt gedoogd, betekent niet dat de verkoop legaal is.

2. Gedoogbeleid gemeente

Het coffeeshopbeleid van de gemeente Smallingerland is opgesteld binnen de kaders van de landelijke wet- en regelgeving. In dit hoofdstuk volgt een uiteenzetting van het gedoogbeleid van de gemeente.

2.1 Doelstellingen

Het coffeeshopbeleid in Smallingerland heeft de volgende doelstellingen:

 

  • 1.

    De scheiding van de markt voor hard- en softdrugs;

  • 2.

    De soft-drugmarkt zo veel mogelijk uit het 'ondergrondse' circuit halen.

  • 3.

    Realisering van eenduidige voorlichting over gebruik en risico's van cannabis gericht op jongeren en het algemene publiek.

2.2 Betekenis coffeeshop en vergunningen

Met een coffeeshop wordt een horeca inrichting bedoeld, waar alcoholvrije dranken worden verstrekt en waar softdrugs (zoals bedoeld in artikel 3 Opiumwet) wordt verkocht.

 

Voor de exploitatie van een coffeeshop in de gemeente Smallingerland heeft de aanvrager de volgende vergunningen nodig:

  • 1.

    Een exploitatievergunning;

  • 2.

    Een droge horecavergunning;

  • 3.

    Een gedoogbeschikking (zie bijlage I).

De burgemeester kan op basis van artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening Smallingerland een exploitatievergunning (gedeeltelijk) weigeren, indien er naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van het bedrijf of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed

 

De vergunningen en gedoogverklaringen voor coffeeshops worden voor onbepaalde tijd verleend. Dit gelet op de uitspraak van de bestuursrechter, zoals vermeld in hoofdstuk 1.5.2. De ontwikkelingen rondom de toepassing van de wet- en regelgeving van schaarse vergunningen en coffeeshops worden gevolgd. Zo nodig wordt het coffeeshopbeleid daarop aangepast.

 

De exploitatievergunning is persoonsgebonden en locatie gebonden en dus niet overdraagbaar.

 

Zoals opgenomen in de Drank- en Horecaverordening Smallingerland, zijn er een aantal vereisten bij voor de verkrijging van een droge horecavergunning. Het gaat hierbij om:

 

  • De aanvrager dient 21 jaar of ouder te zijn;

  • De aanvrager voldoet aan de eisen op grond van artikel 8 van de Drank- en Horecawet;

  • De inrichting moet voldoen aan de eisen van het Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet;

Coffeeshops mogen onder strenge voorwaarden softdrugs verkopen. Zij worden daarvoor niet strafrechtelijk vervolgd. Hiervoor hebben zij echter wel een gedoogverklaring nodig. Aan deze gedoogverklaring zijn criteria verbonden (zie hoofdstuk 2.4 en 2.5).

2.3 Maximumstelsel

De burgemeester handhaaft het beleid waarbij aan maximaal twee coffeeshops een gedoogverklaring uitgegeven kan worden.

 

Indien er gekozen wordt voor een zogenoemde nuloptie (het niet toestaan van coffeeshops in de gemeente), dan kunnen de doelstellingen van het beleid niet gerealiseerd worden. Er wordt daarom gekozen om coffeeshops in de gemeente toe te laten. De coffeeshops worden in beperkte mate toegelaten, zodat de volksgezondheid en de openbare orde en veiligheid worden beschermd.

2.4 Vestigingscriteria

De locatie van een coffeeshop moet voldoen aan een aantal vestigingscriteria. Indien de locatie niet voldoet aan onderstaande criteria, dan zal er geen gedoogverklaring worden afgegeven.

 

  • i.

    De locatie bevindt zich op afstand van minimaal 250 meter vanaf de dichtstbijzijnde instelling voor voortgezet onderwijs, dan wel middelbaar beroepsonderwijs, jongerencentrum of sporthal. De afstand wordt gemeten tussen de hoofdingang van de coffeeshop en de hoofdingang van de betreffende instelling via de kortste route over de openbare weg;

  • ii.

    De locatie bevindt zich op een afstand van minimaal 100 meter vanaf een ander horecabedrijf waarin softdrugs wordt verkocht. De afstand wordt gemeten tussen de hoofdingangen van de coffeeshops via de kortste route over de openbare weg;

  • iii.

    De locatie bevindt zich niet in een straat of een duidelijk herkenbaar afzonderlijk gedeelte daarvan, die uitsluitend of in hoofdzaak dient voor bewoning;

  • iv.

    De locatie bevindt zich in het centrum van Drachten of het horecaconcentratiegebied de Kaden te Drachten;

  • v.

    De vestiging van de coffeeshop zorgt niet voor een nadelige beïnvloeding van de woon- en leefsituatie en/of de openbare orde of veiligheid in de omgeving van de coffeeshop;

  • vi.

    De vestiging van de coffeeshop kan uitsluitend in een pand met een horecabestemming II of III;

Toelichtingen

  • ad 1:

    Zoals in hoofdstuk 1.1 is genoemd, is het afstandscriterium niet via landelijke regels opgelegd door de minister, maar kan er gekozen worden voor lokaal maatwerk. Er is gekozen voor een afstand van 250 meter, zodat jongeren die naar school gaan niet worden geconfronteerd met een coffeeshop, dan wel de verkoop van softdrugs niet als normaal te laten beschouwen.

  • ad 11:

    Het uitgangspunt is dat er geen concentratie van coffeeshops ontstaat in verband met het risico dat dit een te sterke stempel op de directe omgeving zal drukken. Mogelijk heeft een concentratie van coffeeshops een nadelige invloed op het veiligheidsgevoel van burgers en de openbare orde ter plaatse

  • ad iv:

    Vestiging buiten het centrum van Drachten wordt vanwege de mogelijke nadelige beïnvloeding van het woon- en leefklimaat, als mede de openbare orde niet toegestaan.

Voor de definitie van het centrum wordt aangesloten bij het bestemmingsplan van het centrum. Het horeca concentratiegebied de Kaden betreft de Noord- en Zuidkade, vanaf de Drift/Torenstraat tot de Noorder-/Zuiderdwarsvaart.

2.5 Aanvullende criteria

De AHJOGI-criteria vormen de basis van het gedoogbeleid in de gemeente Smallingerland. Daarnaast worden onderstaande criteria aan de coffeeshop(houder) en/of leidinggevende gesteld.

 

  • De producten mogen niet gratis worden verstrekt en moeten direct worden afgerekend. Een prijslijst moet duidelijk zichtbaar in de zaak aanwezig zijn.

  • In de inrichting mag geen alcohol verstrekt worden en/of genuttigd worden.

  • De exploitant dient deel te nemen aan het overleg, welke twee keer per jaar plaatsvindt tussen de coffeeshophouders, politie en Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) en gemeente. Doel hiervan is de communicatie tussen de verschillende partijen te bevorderen, maar ook om elkaar op de hoogte te houden, en zo nodig in te spelen, op bepaalde trends.

  • De exploitant dient altijd gratis erkend voorlichtingsmateriaal over het gebruik van softdrugs en verslavingszorg beschikbaar te stellen op een duidelijk zichtbare plaats voor de bezoeker. Er dient voldoende productinformatie voor de klant beschikbaar te zijn;

  • Al het personeel van een coffeeshop is verplicht een training te volgen als het gaat om informeren van bezoekers over middelengebruik, gezondheidsrisico's en het herkennen van problematisch gebruik.

  • De exploitant dient in te grijpen wanneer klanten zich te veel of te lang in de coffeeshop ophouden of dreigen af te glijden in overmatig gebruik. Problemen of signalen worden gemeld tijdens het periodiek overleg met gemeente, politie en VNN.

  • Een terras exploiteren bij de coffeeshop is niet toegestaan. Dit om te voorkomen dat publiek ongewild in aanmerking komt met softdrugs en om te voorkomen dat de drempel voor softdrugsgebruik te laag wordt.

  • Het is verboden om kansspelautomaten aanwezig te hebben in de inrichting.

  • Het is verboden om softdrugs te verkopen vanuit een loket aan straat.

  • De exploitant dient zich te houden aan de volgende sluitingstijden:

    • -

      Zondag t/m donderdag: 22.00 uur tot 10.00 uur.

    • -

      Vrijdag en zaterdag: 23.00 uur tot 10.00 uur

  • Tijdens de openingstijden van de coffeeshop dient een leidinggevende, welke vermeld staat op de droge horecavergunning, aanwezig te zijn in de inrichting.

  • Het pand dient een open inrichting te zijn, die vrij toegankelijk is en die vanaf de straat te overzien is;

  • De exploitant heeft een boekhoudplicht en laat politie en toezichthouders van de gemeente toe om bij controles de boekhouding in te zien. Dit heeft als doel dat de handelsvoorraad en de maximale transactie per klant per dag gecontroleerd kan worden.

  • De gedoogverklaring of een afschrift hiervan dient in de inrichting aanwezig te zijn.

  • Alle aanwijzingen door of namens de burgemeester dienen te worden opgevolgd.

2.6 Handhaving

De politie en de toezichthouders controleren eens per kwartaal de beide coffeeshops. De controle vindt plaats op naleving van de AHOJGI-criteria en de overige gedoogcriteria. De coffeeshops zijn dan ook verplicht om toezichthouders en politie vrij toegang te verschaffen tot de coffeeshop.

 

Indien er een overtreding wordt geconstateerd, dan zal handhaving plaatsvinden op grond van het Handhavingsarrangement Bijzondere Wetten. In dit arrangement is beschreven hoe gemeente, politie en het Openbaar Ministerie optreden bij overtredingen in de horeca, coffeeshops en bij kansspelen.

3. Aanvraag- en selectieprocedure vergunning coffeeshop

Aangezien in Smallingerland maximaal twee coffeeshops worden toegestaan, is het wenselijk dat er een aanvraag- en selectieprocedure wordt vastgelegd in het geval dat er een vergunning vrijkomt. Op deze manier wordt duidelijkheid geboden met betrekking tot de wijze van behandeling van de aanvraag en de toetsing daarvan. De procedure wordt in dit hoofdstuk beschreven.

3.1 Vestiging nieuwe coffeeshop

Zoals eerder aangegeven, mogen er op basis van het maximumstelsel maximaal twee coffeeshops gevestigd worden in Drachten. Vestiging van een nieuwe coffeeshop kan daarom alleen als er sprake is van:

 

  • i.

    De beëindiging van de activiteiten van de coffeeshop door de exploitant;

  • ii.

    De volledige intrekking van de exploitatievergunning (in het kader van handhaving);

Als er sprake is van een tijdelijke sluiting van de coffeeshop in het kader van handhaving, dan ontstaat er geen ruimte voor een nieuwe coffeeshop.

3.2 Bekendmaking

Indien er sprake is van een mogelijkheid tot vestiging van een nieuwe coffeeshop, dan wordt er via het Gemeenteblad op www.overheid.nl, de gemeentelijke website en weekblad Actief bekend gemaakt dat er binnen het huidige maximumstelsel ruimte is voor een exploitatievergunning voor een nieuwe coffeeshop.

 

In de bekendmaking worden belangstellenden in de gelegenheid gesteld om binnen acht weken een aanvraag ter verkrijging van de vergunning in te dienen. De aanvraag moet tijdig, binnen de gestelde termijn, ingeleverd zijn, wil een belangstellende deelnemen aan de verdere selectie.

 

Van iedere aanvrager wordt slechts één aanvraag geaccepteerd. Een aanvrager die meerdere aanvragen indient wordt uitgesloten van de procedure.

3.3 Indieningseisen

Bij de aanvraag wordt in ieder geval de volgende bescheiden en bewijsstukken ingediend:

  • i.

    Aanvraagformulier exploitatievergunning;

  • ii.

    Aanvraagformulier ter verkrijging van een vergunning ogv. de Drank- en Horecaverordening;

  • iii.

    Het Bibob-vragenformulier en de daarbij gevraagde documenten;

  • iv.

    Een ondertekende (intentie)huur- of koopovereenkomst waaruit blijkt dat de aanvrager over de locatie beschikt of kan gaan beschikken;

  • v.

    Een bedrijfsplan, waarin de aanvrager het volgende aangeeft:

    • a.

      Affichering: beschrijving op welke wijze voldaan gaat worden aan het 'geen afficheren'-criterium.

    • b.

      Harddrugs: op welke wijze gaat de exploitant voorkomen dat er harddrugs voorhanden zijn en/of verkocht wordt.

    • c.

      Overlast: op welke wijze worden maatregelen getroffen om overlast te beperken, danwel te voorkomen (bijv. verkeer/parkeren, geluidshinder, bezoekersstromen, rondhangende klanten).

    • d.

      Jeugdigen: op welke wijze wordt het toezicht op de leeftijdscontrole uitgevoerd.

    • e.

      Grote hoeveelheden: op welke wijze wordt voorkomen dat er hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (= 5 gram) worden verkocht op eenzelfde dag aan eenzelfde koper.

    • f.

      Grote hoeveelheden: op welke wijze wordt er gemonitord dat slechts een beperkte handelsvoorraad (niet meer dan 500 gram) in de coffeeshop aanwezig is.

    • g.

      Ingezetenen: op welke wijze wordt het toezicht op het geen toegang voor en verkoop aan anderen dan ingezetenen van Nederland uitgevoerd.

    • h.

      Preventie: op welke wijze worden de risico's op drugsverslaving van klanten voorkomen en bestreden.

    • i.

      Veiligheid: op welke wijze worden maatregelen getroffen om de rust in en rondom de inrichting en de veiligheid van de bezoekers te garanderen.

    • j.

      Communicatie: op welke wijze er in contact wordt getreden met direct omwonenden en omliggende bedrijven over mogelijke zorgen en klachten over de exploitatie van de coffeeshop.

    • k.

      Een nauwkeurige beschrijving van de inrichting, waarin de oppervlakte is opgenomen en een plattegrond, waarin is aangegeven waar de verkoop plaatsvindt en waar het publiek verblijft.

3.4 Volledigheid en aanvullen

Na ontvangst wordt de aanvraag gecontroleerd op volledigheid. Als er geen volledige aanvraag is ontvangen, dan wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om de aanvraag aan te vullen met de ontbrekende gegevens (op grond van artikel 4:5, Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb)). De aanvraag moet uiterlijk op de laatste dag van het einde van het aanvraagtijdvak (zoals beschreven hoofdstuk 3.2) volledig zijn aangevuld.

 

De beslistermijn voor de vergunningaanvraag wordt gedurende deze termijn opgeschort (op grond van artikel 4:15, Awb). Als de aanvrager niet gebruikt maakt van de termijn om zijn aanvraag aan te vullen, dan wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.

3.5 Loting

Uit de belangstellenden die een tijdige en volledige aanvraag hebben ingediend, wordt door middel van een loting de volgorde van behandeling bepaald. Bij de loting is de burgemeester of ten minste twee door hem daartoe aangewezen ambtenaren aanwezig. Daarnaast mogen de aanvragers, die deelnemen aan de loting, aanwezig zijn bij de loting.

 

De loting wordt uitgevoerd door een notaris, die is aangewezen door de burgemeester. De notaris trekt in totaal tien belangstellenden. Van de loting wordt een verslag gemaakt, waarbij onder andere is vastgelegd op welke wijze de loting is uitgevoerd, de uitslag van de trekking en de datum van de trekking. Dit verslag wordt ondertekend door de notaris.

 

De tien belangstellenden worden schriftelijk geïnformeerd over hun exacte plek op de lijst. De overige belangstellenden worden tevens op de hoogte gesteld over de verdere procedure.

3.6 Inhoudelijke toets en Bibob

Afhankelijk van het aantal beschikbare vergunningen, wordt de eerste aanvraag op de lijst, dan wel de eerste twee aanvragen inhoudelijk getoetst.

 

De aanvraag wordt getoetst aan de weigeringsgronden van de Algemene plaatselijke verordening Smallingerland, de Drank- en Horecaverordening Smallingerland en de criteria, zoals in hoofdstuk 2 beschreven.

 

Overeenkomstig het Bibob-beleid van de gemeente Smallingerland maakt een Bibob-toets onderdeel uit van de vergunningverleningsprocedure voor een exploitatievergunning. De vergunningsaanvraag wordt daarom ook getoetst aan de weigeringsgronden op grond van de Wet Bibob.

3.7 Het niet verlenen van een aangevraagde vergunningen

Als de aanvraag niet leidt tot het verlenen van een exploitatievergunning, dan wordt de eerst volgende aanvraag op de plaatsingslijst inhoudelijk getoetst. Deze aanvraag wordt pas in behandeling genomen nadat de bezwaartermijn is verlopen, de bezwaarprocedure is afgerond en/of een verzoek door de aanvrager voor een voorlopige voorziening is ingesteld en door de rechter is afgewezen.

3.8 Verlenen van de aangevraagde vergunningen

Indien de exploitatievergunning wordt verleend, dan zal dit worden gepubliceerd in het Gemeenteblad en het weekblad Actief. De vergunningen en gedoogverklaring wordt voor onbepaalde tijd verleend.

 

De overige belangstellenden worden per brief op de hoogte gesteld van de vergunningverlening.

 

Tegen het verlenen van de exploitatievergunning kunnen belanghebbenden binnen zes weken na bekendmaking (dit is de datum van verzending van de vergunning aan de aanvrager) bezwaar indienen en/of bij spoedeisendheid een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij de rechtbank.

4. Overgangsregeling

De huidige coffeeshophouders in Drachten exploiteren al jarenlang hun bedrijf. Destijds hebben deze coffeeshophouders dan ook een vergunning, inclusief gedoogverklaring, gekregen voor onbepaalde tijd.

 

Er zijn een aantal wijzigingen in de voorwaarden m.b.t. de exploitatievergunning en gedoogverklaring. Na inwerkingtreding van dit beleid krijgen de huidige coffeeshophouders daarom een gewijzigde exploitatievergunning en gedoogverklaring toegestuurd.

5. Inwerkingtreding

Dit beleid treedt in werking op de eerste dag na de datum van de bekendmaking. Met de inwerkingtreding van dit beleid, vervalt de 'Notitie coffeeshopbeleid Smallingerland 1996'.

Aldus vastgesteld op 22 juli 2021

de burgemeester van Smallingerland,

J. Rijpstra

Bijlage I Gedoogverklaring

 

Drachten, [datum]

 

GEDOOGVERKLARING COFFEESHOP

[zaaknummer]

 

De burgemeester van Smallingerland;

 

gezien het verzoek van [naam natuurlijk persoon of rechtspersoon] om een gedoogverklaring af te geven voor een coffeeshop;

 

gelet op artikel 13b van de Opiumwet;

 

gelet op het 'Coffeeshopbeleid 2021 gemeente Smallingerland';

 

B E S L U I T:

 

aan [naam natuurlijk persoon of rechtspersoon]

 

een gedoogverklaring af te geven voor het exploiteren van coffeeshop [naam coffeeshop], gevestigd aan [adres, postcode, plaats]

 

Onder de volgende voorwaarden:

 

  • 1.

    Geen enkele vorm van reclame is toegestaan, uitgezonderd van een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit.

  • 2.

    In de inrichting mag geen harddrugs, als bedoeld in artikel 2 van de Opiumwet (lijst I), voorhanden en/of verkocht worden.

  • 3.

    U dient er zorg voor te dragen dat voor en/of nabij de inrichting geen parkeeroverlast, geluidshinder, vervuiling en/of sociale onveiligheid wordt veroorzaakt welke gerelateerd en toerekenbaar is aan de exploitatie van de coffeeshop.

  • 4.

    De toegang tot de inrichting is verboden voor personen onder de 18 jaar.

  • 5.

    De verkoop van softdrugs aan personen onder de 18 jaar is verboden.

  • 6.

    De verkoop van softdrugs in hoeveelheden van meer dan 5 gram per persoon per dag is verboden.

  • 7.

    De inrichting mag maximaal 500 gram softdrugs in voorraad hebben.

  • 8.

    De toegang tot de inrichting en verkoop aan anderen dan ingezetenen van Nederland is verboden.

  • 9.

    De producten mogen niet gratis worden verstrekt en moeten direct worden afgerekend. Een prijslijst moet duidelijk zichtbaar in de zaak aanwezig zijn.

  • 10.

    In de inrichting mag geen alcohol verstrekt worden en/of genuttigd worden.

  • 11.

    U dient deel te nemen aan het overleg, welke twee keer per jaar plaatsvindt tussen de coffeeshophouders, politie, Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) en gemeente.

  • 12.

    U dient altijd gratis erkend voorlichtingsmateriaal over het gebruik van softdrugs en verslavingszorg beschikbaar te stellen op een duidelijk zichtbare plaats voor de bezoeker. Er dient voldoende productinformatie voor de klant beschikbaar te zijn;

  • 13.

    Al het personeel van een coffeeshop is verplicht een training te volgen als het gaat om informeren van bezoekers over middelengebruik, gezondheidsrisico's en het herkennen van problematisch gebruik.

  • 14.

    U dient in te grijpen wanneer klanten zich te veel of te lang in de coffeeshop ophouden of dreigen af te glijden in overmatig gebruik. Problemen of signalen worden gemeld tijdens het periodiek overleg met gemeente, politie en VNN.

  • 15.

    Een terras exploiteren bij de coffeeshop is niet toegestaan. Dit om te voorkomen dat publiek ongewild in aanmerking komt met softdrugs en om te voorkomen dat de drempel voor softdrugsgebruik te laag wordt.

  • 16.

    Het is verboden om kansspelautomaten aanwezig te hebben in de inrichting.

  • 17.

    Het is verboden om softdrugs te verkopen vanuit een loket aan straat.

  • 18.

    Tijdens de openingstijden van de coffeeshop dient een leidinggevende, welke vermeld staat op de droge horecavergunning, aanwezig te zijn in de inrichting.

  • 19.

    Het pand dient een open inrichting te zijn, die vrij toegankelijk is en die vanaf de straat te overzien is.

  • 20.

    De exploitant heeft een boekhoudplicht en laat politie en toezichthouders van de gemeente toe om bij controles de boekhouding in te zien. Dit heeft als doel dat de handelsvoorraad en de maximale transactie per klant per dag gecontroleerd kan worden.

  • 21.

    U bent verplicht om toezichthouders en politie vrij toegang te verschaffen tot de coffeeshop.

  • 22.

    De gedoogverklaring is persoons- en locatiegebonden en niet overdraagbaar.

  • 23.

    De gedoogverklaring of een afschrift hiervan dient in de inrichting aanwezig te zijn.

  • 24.

    Alle aanwijzingen door of namens de burgemeester dienen te worden opgevolgd.

De burgemeester van Smallingerland,

 

[handtekening]

 

Datum bekendmaking: [datum]

 

Leges: [bedrag]

 

Indien u het niet eens bent met het besluit, dan kunt u binnen zes weken na de datum van bekendmaking van dit besluit, een bezwaarschrift indienen. Meer informatie hierover vindt u terug op www.smallingerland.nl/bezwaar