Organisatie | Breda |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur (Verordening 2021 onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Breda) |
Citeertitel | Verordening 2021 onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Breda |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening voor periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur, van de gemeente Breda.
artikel 213a van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-08-2021 | nieuwe regeling | 15-07-2021 | 1404656 |
Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 15 juli 2021 de Verordening 2021 onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Breda heeft vastgesteld.
De verordening wordt van kracht met ingang van de dag na die van deze bekendmaking.
Tegen het besluit tot vaststelling van de verordening is geen bezwaar of beroep mogelijk.
Verordening 2021 voor periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheidvan het door het college gevoerde bestuur, van de gemeente Breda
De raad van de gemeente Breda besluit, gezien het voorstel van het College van B&W d.d. :
gelet op artikel 213 a Gemeentewet
Verordening 2021 voor periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur, van de gemeente Breda.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 15 juli 2021.
De raad van Breda,
Voorzitter
Griffier
Artikelsgewijze toelichting Verordening ex artikel 213a Gemeentewet
Om onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid te kunnen doen, is meetbaarheid van essentieel belang. Daarom zal voor het bepalen van deze doelmatigheid en doeltreffendheid ook gebruik gemaakt worden van de verschillende door de Raad vastgestelde programma-, thema- en productindicatoren die gerelateerd zijn aan de (delen van) programma’s die onderzocht worden.
Artikel 2 Onderzoek en frequentie
De overheid wordt voor de uitvoering van haar maatschappelijke taken gefinancierd met publieke middelen. Doeltreffend beleid en een doelmatige inzet van middelen is daarom van belang. Onderzoeken worden in opdracht van het college uitgevoerd door het ambtelijke apparaat of geheel of gedeeltelijk door derden. Waar nodig treft het college maatregelen om de onafhankelijkheid van onderzoek te waarborgen.
Reikwijdte en aanpak van onderzoek naar doelmatigheid en doeltreffendheid kan variëren. Onderzoek naar (delen van) programma’s zoals opgenomen in de begroting of jaarverslag is vanwege cyclus van 8 jaar meer fundamenteel van aard. Onderzoek hiernaar in de zin betekent dat periodiek onderzoek wordt gedaan naar de realiteit van doelen, naar oorzaak en gevolg relaties tussen doelen, inspanningen en maatschappelijke effecten in combinatie met de inzet van financiële middelen. Voor het onderzoek naar concernbrede processen en herziening van paragrafen is maatwerk mogelijk, opdat continue leren en verbeteren wordt gestimuleerd.
Geprogrammeerde onderzoeken kunnen eerder of later aanvangen, bijvoorbeeld als dat beter aansluit bij beleidsontwikkelingen, natuurlijke evaluatiemomenten of actualiteit. Op logische gronden kan sprake zijn van gecombineerde onderzoeken naar (delen van) programma’s, processen of taken en de paragrafen. Als waarborg voor een systematische uitvoering van onderzoek in het kader van doelmatigheid en doeltreffendheid stelt het college een interne regeling op. Hierin wordt ook de verantwoordelijkheid van collegeleden en ambtelijke organisatie vastgelegd.
Jaarlijks worden in elk geval 5 onderwerpen geselecteerd voor onderzoek in het kader van 213a. Daarvan zijn 3 onderwerpen gericht op (delen van) programma’s. 2 onderzoeken hebben betrekking op de concernbrede processen. Het aantal onderzoeksmatige evaluaties met betrekking tot de paragrafen is afhankelijk van daaraan direct gerelateerde, voorgenomen wijzigingen van beleid of ontwikkelingen in de organisatie.
Artikel 3 Rapportage voorgenomen onderzoek
Als onderdeel van de paragraaf bedrijfsvoering neemt het college de jaarlijkse programmering op van voorgenomen onderzoek. Hierin worden object onderzoek, reikwijdte en doorlooptijd van het onderzoek toegelicht. De jaarlijkse programmering wordt afgestemd met de onderzoeksprogrammering van de Rekenkamer Breda, zodat waar mogelijk synergievoordelen kunnen worden behaald.
Artikel 4 Rapportage voortgang onderzoek
Over de uitkomsten van (geprogrammeerde) 213a-onderzoeken en de voortgang van lopend onderzoek wordt gerapporteerd in de paragraaf bedrijfsvoering van het jaarverslag. Hierin worden kernpunten van de belangrijkste aanbevelingen opgenomen, alsook de wijze waarop opgedane inzichten hun weg vinden in de verbetering van doelmatigheid of doeltreffendheid van beleid, uitvoering of organisatie. Daarbij wordt een relatie gelegd met inhoud van (delen van) programma’s of paragrafen van de begroting en het jaarverslag.