Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oude IJsselstreek

Subsidieregeling ‘Specialistische Jeugdhulp in de buurt’ en ‘ WMO-hulp in de buurt ’ Gemeente Oude IJsselstreek 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOude IJsselstreek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling ‘Specialistische Jeugdhulp in de buurt’ en ‘ WMO-hulp in de buurt ’ Gemeente Oude IJsselstreek 2021
Citeertitel‘Subsidieregeling ‘Specialistische Jeugdhulp in de buurt’ en ‘Wmo-hulp in de buurt’ Gemeente Oude IJsselstreek 2021’
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-03-202102-03-2021nieuwe regeling

27-07-2021

gmb-2021-256324

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling ‘Specialistische Jeugdhulp in de buurt’ en ‘ WMO-hulp in de buurt ’ Gemeente Oude IJsselstreek 2021

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek;

gelet op artikel 1 lid 3 van de Algemene Subsidieverordening Oude IJsselstreek (ASV);

Gelet op:

 

• De hoofdstukken 2 en 4 van de Jeugdwet;

• De hoofdstukken 2 en 3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

• Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

• De wens van de gemeente Oude IJsselstreek om subsidie te kunnen verlenen aan meerdere rechtspersonen voor de uitvoering van specialistische Jeugdhulp in de buurt en WMO-hulp in de buurt.

 

Besluit vast te stellen de ‘Subsidieregeling ‘Specialistische Jeugdhulp in de buurt’ en ‘WMO-hulp in de buurt’ Gemeente Oude IJsselstreek 2021’

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

In deze regeling wordt verstaan onder:

*

 

Artikel 2 Toepassingsbereik

2.1 Het college kan subsidie verstrekken aan een rechtspersoon voor het uitvoeren van ‘Specialistische jeugdhulp in de buurt’ aan Jeugdigen en/of ‘Wmo-hulp in de buurt’ aan Cliënten van wie het College gehouden is voorzieningen op grond van de Jeugdwet respectievelijk de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 te treffen.

Dit betreft de taken ten aanzien van jeugdhulp en opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Jeugdwet.

Dit betreft de taken ten aanzien van begeleiding en maatschappelijke ondersteuning als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

 

2.2 Het college beperkt het aantal subsidieontvangers tot het aantal subsidieontvangers dat naar het oordeel van het College noodzakelijk is om een dekkend zorglandschap te kunnen borgen, kijkend naar de verschillende doelgroepen binnen jeugdigen en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

 

2.3 De in artikel 2.2 bedoelde selectie van subsidieontvangers vindt plaats op basis van de door het college gelijktijdig met deze subsidieregeling vast te stellen Selectieleidraad ‘Specialistische Jeugdhulp in de buurt’ en de Selectieleidraad ‘Wmo-hulp in de buurt’ en de nog door het college vast te stellen Inschrijvingsleidraad 'Specialistische Jeugdhulp in de buurt' en Inschrijvingsleidraad 'Wmo-hulp in de buurt'.

 

2.4 Als na het uitvoeren van de in artikel 2.3 bedoelde systematiek blijkt dat er onvoldoende subsidieontvangers zijn om een dekkend zorglandschap te kunnen borgen of gedurende de looptijd van deze regeling door verandering van het aantal subsidieontvangers of bij verandering van de zorgvraag een dekkend zorglandschap niet meer kan worden geborgd, kan het college één of meerdere rechtsperso(o)n(en) benaderen en desgewenst besluiten te subsidiëren om alsnog een dekkend zorglandschap te kunnen borgen.

 

2.5 In aanvulling op artikel 2 lid 1 kunnen de activiteiten ook innovatieve en aanvullende pilots en projecten omvatten met betrekking tot de taken, die raken aan (de doelgroepen van) de betreffende taken. Deze pilots en projecten kunnen worden opgestart dan wel beëindigd en daarmee de toestroom van cliënten beïnvloeden.

 

2.6 Het College stelt de hoogte van de subsidie vast.

 

Artikel 3 Toepassingsperiode en duur

Op basis van deze regeling kan met ingang van 1 januari 2022 voor maximaal 10 jaar subsidie worden verleend.

 

Artikel 4 Minimale eisen voor subsidieverstrekking

4.1 De subsidie wordt slechts verleend als in ieder geval aan de volgende vereisten is voldaan:

a) de rechtspersoon is in staat om de activiteiten uit te voeren;

b) de rechtspersoon kan beschikken over voldoende professionals met bijzondere expertise voor de taken waarvoor op grond van deze regeling subsidie wordt verleend;

c) op de rechtspersoon zijn de Uitsluitingsgronden van afdeling 2.3.5 van de Aanbestedingswet 2012 niet van toepassing.

 

4.2 Het college kan nadere eisen stellen aan de aanvragers voor subsidie.

Artikel 5 Termijn indienen subsidieaanvraag

De aanvraag voor verlening van subsidie (aanmelding) wordt ingediend uiterlijk 20 april 2021 om 10:00 uur conform de nader door het college te bepalen systematiek zoals bedoeld in artikel 2.3.

Na dit tijdstip kan er uitsluitend op schriftelijk verzoek van het college op een nader in dit verzoek te bepalen wijze subsidie worden aangevraagd.

Vanaf 2022 vraagt de Subsidieontvanger jaarlijks een subsidie voor het volgende jaar aan en dient deze uiterlijk voor 1 oktober in.

 

Artikel 6 Indieningsvereisten

6.1 Subsidieaanvragen worden via www.tenderned.nl ingediend bij het college.

6.2 Subsidieaanvragen worden ingediend, door middel van een nog door het college vast te stelllen aanvraagformulier. Het college kan (nadere) eisen stellen aan de door een aanvrager aan te leveren gegevens en bescheiden.

6.3 Het aanvraagformulier wordt ondertekend door een persoon die bevoegd is de rechtspersoon van de subsidieontvanger rechtsgeldig te vertegenwoordigen.

6.4 Als een onvolledige aanvraag is ingediend, kan het college de aanvrager een hersteltermijn geven om de aanvraag te complementeren.

6.5 Aanvragen voor subsidie kunnen eerst worden ingediend vanaf een nader door het college te bepalen datum.

 

Artikel 7 Beslistermijn

7.1 Het College neemt uiterlijk binnen 13 weken na datum van ontvangst van een volledige subsidieaanvraag een besluit omtrent subsidieverlening.

7.2 De subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat in de gemeentebegroting voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

 

Artikel 8 Omvang van de subsidie

8.1 De totale omvang van de subsidie voor alle subsegmenten ‘Specialistische Jeugdhulp in de buurt’ wordt voor het eerste jaar (2022) op maximaal € 3.000.000 vastgesteld

 

8.2 De totale omvang van de subsidie voor alle subsegmenten ‘Wmo-hulp in de buurt’ wordt voor het eerste jaar (2022) op maximaal € 2.500.000 vastgesteld.

 

8.3 De subsidiebedragen bedoeld in artikel 8 lid 1 en 8 lid 2 worden jaarlijks door het College vastgesteld waarbij wordt bezien of de omvang voor het komende subsidiejaar moet worden bijgesteld. Het College kan in dit verband van de subsidieontvanger(s) nadere gegevens vragen.

 

8.4 De subsidiebedragen bedoeld in artikel 8 lid 1 en 8 lid 2 bestaat uit:

- Zorgbudget voor de levering van ‘Specialistische Jeugdhulp in de buurt’ respectievelijk ‘Wmo-hulp in de buurt’ (90% van het budget);

- Budget voor onvoorziene (zorg)kosten en kosten voor innovatie/ samenwerken (10% van het budget);

8.5 Indien de subsidieontvanger gedurende het subsidiejaar voorziet dat de aantal cliënten 5% of hoger komt te liggen dan het aantal in de aangevraagde subsidie, dan stelt de subsidieontvanger het College hiervan direct in kennis.

 

8.6 Indien de subsidieontvanger gedurende het subsidiejaar voorziet dat de benodigde omvang substantieel lager (minimaal 5%) komt te liggen dan de aangevraagde subsidie, stelt de subsidieontvanger het College hiervan direct in kennis.

 

8.7 Indien het College conform het bepaalde in artikel 8 lid 5 in kennis is gesteld, kan de subsidieontvanger een deugdelijk gemotiveerde aanvraag indienen om aanpassing van de beschikking tot subsidieverlening voor het lopende jaar. Het College beslist op de aanvraag tot aanpassing binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

 

8.8 Indien het College conform het bepaalde in artikel 8 lid 6 tijdig in kennis is gesteld, kan het College besluiten de beschikking tot subsidieverlening voor dat boekjaar aan te passen.

 

Artikel 9 Bevoorschotting

9.1 De subsidie wordt in maandelijkse voorschotten uitgekeerd.

9.2 De voorschotten worden gelijkmatig over de periode waarop het recht op subsidie bestaat verstrekt.

9.3 Het College kan afwijken van het bepaalde in dit artikel.

9.4 De subsidieontvanger kan gedurende de looptijd van de subsidie een deugdelijk gemotiveerde aanvraag om aanpassing van het bevoorschottingsregime indienen.

9.5 Per kwartaal kan het te bevoorschotten bedrag worden aangepast op basis van een bijgestelde raming van de omvang van de activiteiten. Het totaal van de uitgekeerde bevoorschotting kan niet het toegekende jaarbedrag overschrijden, tenzij artikel 8 lid 7 van toepassing is.

9.6 Het College beslist op de aanvraag tot aanpassing als bedoeld in artikel 9 lid 4 en artikel 9 lid 5 binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

 

Hoofdstuk 3 Subsidievaststelling en overige bepalingen

Artikel 10 De vaststelling

10.1 Een aanvraag tot vaststelling wordt door de subsidieontvanger binnen 5 maanden na afloop van het betrokken kalenderjaar bij het College ingediend.

 

10.2 Een aanvraag tot vaststelling bevat in ieder geval:

a) een door een bevoegde functionaris van de subsidieontvanger ondertekende bestuursverklaring;

b) een overzicht van de uitgevoerde gesubsidieerde subsegment(en);

c) het op het betreffende kalenderjaar ziende jaardocument maatschappelijke verantwoording;

d) een financieel verslag met betrekking tot de gesubsidieerde subsegmenten van de subsidieontvanger;

e) een goedkeurende controleverklaring bij (de) financiële verantwoordingsinformatie, conform de uitwerking van het Ketenbureau I-Sociaal Domein en het “Landelijk accountantsprotocol financiële productieverantwoording Wmo en Jeugdwet”, tenzij in onderling overleg anders overeengekomen.

 

10.3 Indien de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling niet of niet volledig binnen de hiervoor gestelde termijn indient, kan het College overgaan tot lagere vaststelling.

 

10.4 De subsidie wordt jaarlijks per boekjaar (van 1-1 tot en met 31-12) vastgesteld op basis van de werkelijke kosten en baten van de activiteiten waarvoor zij is verleend. Vaststelling vindt plaats uiterlijk op 1 juni van het jaar volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

 

10.5 Indien de subsidieontvanger niet tijdig kan voldoen aan het bepaalde in dit artikel, stelt de subsidieontvanger het College voor het einde van de in artikel 1 genoemde termijn het College hiervan op de hoogte.

 

10.6 Het College kan uitstel verlenen voor de in artikel 1 genoemde termijn.

 

Artikel 11 Aanvullende verplichtingen van subsidieontvanger

11.1 De subsidieontvanger informeert het College direct schriftelijk over iedere gebeurtenis of ontwikkeling waardoor de financiële situatie van de subsidieontvanger substantieel verslechterd.

11.2 De subsidieontvanger behoeft de voorafgaande toestemming van het College voor de rechtshandelingen, genoemd in artikel 4:71 eerste lid, sub a, b, i en j van de Algemene wet bestuursrecht.

11.3 Het College kan de subsidieontvanger bij de beschikking ook andere verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

 

Artikel 12 Weigerings- en intrekkingsgronden

12.1 Een subsidieaanvraag kan naast de weigeringsgronden genoemd in artikel 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, in ieder geval geheel of gedeeltelijk worden geweigerd als:

a) Niet is voldaan aan één of meerdere bij de krachtens van deze regeling gestelde eisen.

b) Uit de aanvraag naar oordeel van het College onvoldoende blijkt dat de subsidieontvanger gedurende de volledige subsidieperiode in staat zal zijn te beschikken over het kwalitatief en kwantitatief benodigde personeel en materiaal voor de naar verwachting door haar uit te voeren subsidiabele activiteiten.

c) De subsidieverlening niet past binnen de visie en het beleid van het College.

d) Het met de subsidie beoogde doel in voldoende mate op andere wijze dan wel voor een vergelijkbare activiteit wordt nagestreefd en bereikt kan worden.

e) De subsidieverlening in strijd is met het (Europese) recht.

f) Het College een systematiek heeft vastgesteld voor de selectie van een subsidieontvanger en de aanvrager op grond van deze selectie niet voor subsidiëring in aanmerking komt.

 

12.2 De subsidie kan naast de gronden genoemd in afdeling 4.2.6. van de Algemene wet bestuursrecht, in ieder geval worden ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd als:

a) Naar oordeel van het College niet langer aannemelijk is dat de subsidieontvanger gedurende het restant van de subsidieperiode kan beschikken over kwalitatief en kwantitatief benodigde personeel en materiaal voor de naar verwachting door hem uit te voeren subsidiabele activiteiten.

b) Naar oordeel van het College het handelen van de subsidieontvanger de zorgcontinuïteit of de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten in gevaar dreigt te brengen.

c) Naar het oordeel van het College de subsidieontvanger gedurende een jaar onvoldoende / geen inzet vertoond in het bouwteam.

 

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 13 Hardheidsclausule

Het College kan in bijzondere gevallen, gelet op het belang van de subsidieontvanger, bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan gemotiveerd afwijken, voor zover van toepassing, naar het oordeel van het College.

 

Artikel 14 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 2 maart 2021.

 

Artikel 15 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als ‘Subsidieregeling ‘Specialistische Jeugdhulp in de buurt’ en ‘Wmo-hulp in de buurt’ Gemeente Oude IJsselstreek 2021’.

 

 


*

Cliënt

Een cliënt als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015)

College

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek.

Dekkend zorglandschap

De gemeente beschikt over voldoende zorgexpertise en ondersteunings-capaciteit om te ondersteunen bij het oplossen van hulpvragen in het kader van de Jeugdwet en de Wmo 2015.

Jeugdige

Een jeugdig persoon als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Jeugdwet

Subsidieontvanger

De rechtspersoon die op basis van deze subsidieregeling subsidie ontvangt.