Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Vijfheerenlanden

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden houdende nadere regels omtrent de subsidie voor peuteropvang en voorschoolse educatie (Nadere regels subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vijfheerenlanden 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVijfheerenlanden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden houdende nadere regels omtrent de subsidie voor peuteropvang en voorschoolse educatie (Nadere regels subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vijfheerenlanden 2021)
CiteertitelNadere regels subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vijfheerenlanden 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet kinderopvang
  2. artikel 167 van de Wet op het primair onderwijs
  3. Besluit kwaliteit kinderopvang
  4. Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie
  5. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR642727/1
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-2021nieuwe regeling

20-07-2021

gmb-2021-252388

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden houdende nadere regels omtrent de subsidie voor peuteropvang en voorschoolse educatie (Nadere regels subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vijfheerenlanden 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Vijfheerenlanden;

 

Overwegende dat de regels betrekking hebben op het verlenen, verantwoorden en vaststellen van subsidie voor peuteropvang voor peuters van ouders die niet onder de Wet kinderopvang (Wko) vallen en voor voorschoolse educatie;

 

Gelet op de bepalingen in de Wet kinderopvang en artikel 167 van de Wet op het primair onderwijs (Wpo), het Besluit kwaliteit kinderopvang, het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie, artikel 3 van de Algemene Subsidie Verordening gemeente Vijfheerenlanden 2020 en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

BESLUIT

 

Vast te stellen de volgende nadere regels:

 

Nadere regels subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vijfheerenlanden 2021

ARTIKEL 1 DEFINITIES

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden;

  • b.

    Houder: degene aan wie een onderneming, als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en met die onderneming een kinderopvanglocatie exploiteert, die staat vermeld in het LRK;

  • c.

    Kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming van het rijk, uitgekeerd via de Belastingdienst aan ouder(s) en/of verzorger(s), bedoeld als bijdrage in de kosten voor in het LRK geregistreerde kinderopvang;

  • d.

    LRK: het Landelijk Register Kinderopvang, het register waarin kinderopvangvoorzieningen zijn opgenomen die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen;

  • e.

    Peuteropvang: kortdurende en intentionele opvang voor peuters van 2 tot maximaal 5 jaar, gericht op ontwikkelingsstimulering en voorbereiding op de basisschool en die voldoet aan de wettelijke eisen die aan kinderopvang worden gesteld;

  • f.

    Reguliere peuterplaats: een aanbod peuteropvang van 2 dagdelen van 4 uur per week, gedurende 40 weken per jaar, voor peuters vanaf 2 jaar tot het moment dat de peuter naar de basisschool uitstroomt;

  • g.

    VE: voorschoolse educatie;

  • h.

    VE-peuterplaats: een aanbod peuteropvang van 16 uur per week verdeeld over minimaal 3 dagdelen voor peuters vanaf 2 jaar tot het moment dat de peuter naar de basisschool uitstroomt, die voor een VE-peuterplaats zijn geïndiceerd door het consultatiebureau;

  • i.

    VE-peuterinstroomplaats: een aanbod peuteropvang van 8 uur per week verdeeld over minimaal 2 dagdelen voor peuters tussen 2 en 2,5 jaar, die voor een VE-peuterplaats zijn geïndiceerd door het consultatiebureau, bedoeld als instroom naar een volledige VE-peuterplaats voor peuters, die nog niet gebruik kunnen of willen maken van een VE-peuterplaats; een VE-peuterinstroomplaats telt in de toepassing van deze verordening als een halve VE-peuterplaats;

  • j.

    VNG Adviestabel: de VNG adviestabel ouderbijdrage peuteropvang voor het betreffende jaar, zoals gepubliceerd op www.vng.nl.

ARTIKEL 2 SUBSIDIEDOEL

Deze Nadere regels hebben als doel het verstrekken van subsidies aan houders ten behoeve van het binnen de gemeente Vijfheerenlanden bieden van pedagogisch verantwoorde voorzieningen, waar kinderen van 2 tot het moment dat ze instromen op de basisschool kunnen spelen, elkaar kunnen ontmoeten, zich optimaal kunnen ontwikkelen en waar eventuele belemmeringen in hun ontwikkeling gesignaleerd en verholpen worden.

ARTIKEL 3 SUBSIDIEVOORWAARDEN

  • 1.

    Om in aanmerking te komen voor subsidie moet een houder voldoen aan de Wet kinderopvang en aan de basisvoorwaarden voor kwaliteit uit het Beluit kwaliteit kinderopvang;

  • 2.

    Om in aanmerking te komen voor subsidie voor VE-peuterplaatsen moet een houder naast het onder lid 1 gestelde ook voldoen aan het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.

ARTIKEL 4 ORGANISATIE PEUTEROPVANG EN VOORSCHOOLSE EDUCATIE

  • 1.

    Peuteropvang vindt plaats in groepen van maximaal 16 kinderen.

  • 2.

    Een groep kan bestaan uit zowel reguliere als VE-peuterplaatsen.

  • 3.

    Indien de vraag dusdanig is dat een groep, gemiddeld genomen over de dagdelen, bestaat uit:

    • a.

      meer dan 6 VE-peuterplaatsen, dan wordt de groepsgrootte verkleind naar maximaal 14 kinderen;

    • b.

      meer dan 9 VE-peuterplaatsen, dan wordt de groepsgrootte verkleind naar maximaal 12 kinderen.

  • 4.

    De groepsgrootte wordt bij de subsidieaanvraag bepaald en geldt dan voor het gehele subsidiejaar.

  • 5.

    Indien gewenst kunnen houders een pedagoog op HBO niveau inzetten om de aansluiting op de jeugdhulp beter te organiseren. De inzet van deze functionaris sluit aan bij de afspraken die college en houders daarover gezamenlijk hebben vastgelegd.

ARTIKEL 5 BEKOSTIGING DOOR OUDERS EN/OF VERZORGERS

  • 1.

    Houder wordt geacht een deel van de kosten van de peuteropvang te dekken uit ouderbijdragen:

    • a.

      ten hoogte van alle kosten voor een reguliere peuterplaats, die bezet is door een peuter van ouders en/of verzorgers, die recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • b.

      ten hoogte van een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op grond van de VNG-Adviestabel voor alle uren van een reguliere peuterplaats, die bezet is door een peuter van ouders en/of verzorgers, die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • c.

      ten hoogte van het geldende maximum kinderopvangtoeslagtarief voor de helft van het aantal uren van een VE-peuterplaats, die bezet is door een peuter van ouders en/of verzorgers, die recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • d.

      ten hoogte van een inkomensafhankelijke ouderbijdrage op grond van de VNG-Adviestabel voor de helft van het aantal uren van een VE-, die bezet is door een peuter van ouders en/of verzorgers, die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

  • 2.

    Houder is zelf verantwoordelijk voor het in rekening brengen en innen van deze ouderbijdragen.

ARTIKEL 6 SUBSIDIEAANVRAAG

  • 1.

    Subsidieaanvragen kunnen uitsluitend schriftelijk worden ingediend vóór 15 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de peuteropvang plaatsvindt.

  • 2.

    De aanvraag dient te worden gedaan op basis van een reële inschatting van het aantal bezette (VE)-peuterplaatsen, de groepsgrootten en de te factureren ouderbijdragen over het gehele kalenderjaar.

  • 3.

    Voor het aanvragen van subsidie moet het daartoe door het college vastgestelde formulier voor peuteropvang volledig ingevuld en ondertekend worden.

ARTIKEL 7 HOOGTE SUBSIDIE

  • 1.

    Het college stelt vóór 15 september van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar de maximum tarieven voor reguliere en VE-peuterplaatsen met en zonder kinderopvangtoeslag en voor de toeslag voor de HBO pedagoog vast. Deze zijn gebaseerd op de berekening als bijgevoegd in bijlage 1. Daarbij wordt gewerkt met de op dat moment geldende salarisbedragen voor 1 januari van het subsidiejaar. De in de berekening opgenomen ramingen worden eens in de 3 jaar in overleg tussen college en houders bijgesteld, voor het eerst voor het subsidiejaar 2024. Indien aanpassing van het model nodig lijkt, treden houders en college daarover in overleg en kan op basis daarvan het college voorgesteld worden de bijlage aan te passen.

  • 2.

    De grondslag voor subsidie is het aantal peuters dat gebruik maakt van de peuteropvang, de soort peuterplaats, het recht op kinderopvangtoeslag en de groepsgrootte.

  • 3.

    Het college bepaalt de subsidiebedragen als volgt:

    • a.

      per bezette reguliere peuterplaats voor zover ouder(s) en/of verzorger(s) van de peuter in kwestie geen recht heeft/hebben op kinderopvangtoeslag: het in het eerste lid bedoelde tarief voor een reguliere peuterplaats minus de daarvoor in rekening te brengen ouderbijdrage volgens de VNG-adviestabel;

    • b.

      per bezette VE-peuterplaats voor zover ouder(s) en/of verzorger(s) van de peuter in kwestie geen recht heeft/hebben op kinderopvangtoeslag: het in het eerste lid bedoelde tarief voor een VE-peuterplaats, afhankelijk van de groepsgrootte, minus de daarvoor in rekening te brengen ouderbijdrage volgens de VNG-adviestabel voor 8 uur per week;

    • c.

      per bezette VE-peuterplaats voor zover ouder(s) en/of verzorger(s) van de peuter in kwestie recht heeft/hebben op kinderopvangtoeslag: het in het eerste lid bedoelde tarief voor een VE-peuterplaats met kinderopvangtoeslag;

    • d.

      als de houder kiest voor de inzet van een HBO-pedagoog, per bezette reguliere en VE-peuterplaats het in het eerste lid bedoelde tarief voor de HBO-pedagoog.

  • 4.

    Houders innen zelf de ouderbijdragen en zijn verantwoordelijk voor het risico van niet-betalers.

  • 5.

    Voor kinderen met een VE-indicatie van het consultatiebureau, die gebruik maken van een kinderdagverblijf, dat een VE-registratie heeft in het LRK en die voldoen aan de criteria van VE, ontvangt de houder het in het eerste lid bedoelde tarief voor een VE-peuterplaats (groep 16 kinderen) met kinderopvangtoeslag.

ARTIKEL 8 WEIGERINGSGROND

Onverminderd de weigeringsgronden zoals opgenomen in artikel 6 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Vijfheerenlanden 2020 kan de subsidie ook (gedeeltelijk) worden geweigerd indien:

  • a.

    één van de houders op het moment van subsidieaanvraag onderwerp is van een bestuursrechtelijke handhavingsprocedure in het kader van de Wet kinderopvang;

  • b.

    niet voldaan wordt aan het gestelde in deze nadere regels.

ARTIKEL 9 SUBSIDIEVERLENING

De beschikking van de subsidieverlening bevat in ieder geval:

  • a.

    het doel waarvoor de subsidie wordt verstrekt;

  • b.

    de berekening van de subsidie;

  • c.

    de subsidievoorwaarden;

  • d.

    de wijze van bevoorschotting;

  • e.

    de manier van verantwoorden en de wijze van subsidievaststelling;

  • f.

    benoeming van specifieke afspraken, zoals rond de inzet van de pedagoog op HBO niveau en de overdracht van peuters naar de basisschool, die gelden op het moment van subsidieverlening.

ARTIKEL 10 SUBSIDIEVERPLICHTINGEN

Na de subsidieverlening dient de houder te voldoen aan de navolgende verplichtingen:

  • a.

    binnen 6 weken na afloop van de periode januari-juli dient de houder een bezettingsoverzicht te tonen van de betreffende periode. Indien blijkt dat het aantal geplaatste (doelgroep)peuters 10% of meer afwijkt van het in de beschikking vermelde aantal geplaatste (doelgroep)peuters, kan een heroverweging van de verleende subsidie over het lopende jaar plaatsvinden. Mocht deze heroverweging leiden tot een wijziging van de verleende subsidie, dan ontvangt de houder een gewijzigd subsidieverleningsbesluit. Aan nieuwe houders kunnen andere termijnen worden gevraagd;

  • b.

    houder werkt mee aan de uitvoering van het gemeentelijk beleid met betrekking tot de ontwikkeling van jonge kinderen;

  • c.

    houder verleent peuters met een VE-indicatie voorrang bij de plaatsing van peuters;

  • d.

    houder plaats alleen peuters die ingezetenen zijn van de gemeente Vijfheerenlanden op reguliere peuterplaatsen en VE-peuterplaatsen, tenzij het college toestemming heeft verleend om hier van af te wijken;

  • e.

    houder past de VNG adviestabel toe voor ouder(s) en/of verzorger(s) die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, conform artikel 5 en artikel 7;

  • f.

    houder bepaalt bij plaatsing van de peuter de hoogte van de ouderbijdrage en draagt de ouder(s) en/of verzorger(s) op om wijzigingen in het inkomen per omgaande door te geven;

  • g.

    voor het bepalen van de hoogte van het inkomen dient houder gebruik te maken van de meest recente definitief vastgestelde inkomensverklaring van beide ouders en/of verzorgers, of bij een eenoudergezin van de inkomensverklaring van de betreffende ouder en/of verzorger;

  • h.

    houder verschaft op verzoek informatie aan de gemeente, de Inspectie van het Onderwijs, het Ministerie van Onderwijs of aan andere door het college aangewezen instanties;

  • i.

    houder zoekt proactief samenwerking met ‘natuurlijke partners’ in de gemeente Vijfheerenlanden, zoals onderwijs, GGD, bibliotheek, kinderopvang en welzijn; er wordt gestreefd naar een eenduidige pedagogische visie;

  • j.

    houder neemt deel aan periodiek door de gemeente georganiseerd overleg over het jonge kind;

  • k.

    houder beschikt over onderliggende gegevens en kan deze indien gewenst, binnen een redelijke termijn beschikbaar stellen aan het college. Het gaat daarbij onder meer om:

    • -

      een door de ouder(s) en/of verzorger(s) ondertekend plaatsingscontract met daarin de namen, adres(sen) en BSN van ouder(s) en/of verzorger(s);

    • -

      naam, geboortedatum en BSN van de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • -

      het aantal uren opvang per kind, de kostprijs per uur, de aanvangsdatum en de (verwachte) einddatum van de opvang;

    • -

      een ‘Verklaring geen recht op Kinderopvangtoeslag’ en een Inkomensverklaring van de niet-werkende ouder en/of verzorger, voor ouder(s) en/of verzorger(s) die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • -

      inkomensgegevens van ouder(s) en/of verzorger(s) die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag door middel van recente Inkomensverklaringen of een kopie van de definitieve aanslag van de inkomstenbelasting van het voorgaande jaar;

    • -

      indien het gaat om een VE-peuterplaats: een bewijs van indicatiestelling voor VE van het consultatiebureau van de Jeugdgezondheidszorg.

ARTIKEL 11 KWALITEITSEISEN

De peuteropvang voldoet aan de volgende kwaliteitseisen zoals opgenomen in het Besluit kwaliteit kinderopvang en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse voorzieningen:

  • a.

    houders zorgen met elkaar en in afstemming met de gemeente voor een dekkend en passend aanbod aan reguliere en VE-peuterplaatsen in de gemeente Vijfheerenlanden;

  • b.

    houders zorgen voor een goede overdracht van peuters naar de basisschool, die aansluit bij de afspraken, die daarover tussen college, houders en basisscholen zijn vastgelegd;

houders werken mee aan een doorgaande lijn tussen kinderopvang en onderwijs.

ARTIKEL 12 SUBSIDIEVASTSTELLING

  • 1.

    Voor 1 april van het jaar volgend op het subsidiejaar dient de houder een aanvraag tot subsidievaststelling in.

  • 2.

    Voor de aanvraag tot subsidievaststelling dient gebruik gemaakt te worden van het door het college vastgestelde vaststellingsformulier.

  • 3.

    De vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van het gemiddelde aantal bezette reguliere en VE-peuterplaatsen.

  • 4.

    Voor de vaststelling van de subsidie registreert de houder de volgende gegevens:

    • a.

      het aantal bezette reguliere peuterplaatsen per elke 1e van de maand;

    • b.

      het aantal bezette VE-peuterplaatsen, uitgesplitst naar met en zonder kinderopvangtoeslag per elke 1e van de maand;

    • c.

      het aantal peuters met een VE-indicatie dat gebruik maakte van een kinderdagverblijf met VE-registratie, waarbij van elke peuter het aantal dagdelen en de gebruiksperiode wordt vermeld;

    • d.

      de verdeling van reguliere en VE-peuterplaatsen over de groepen/locaties;

    • e.

      de werkelijk ontvangen ouderbijdragen, voor reguliere en VE-peuterplaatsen apart; en

    • f.

      mits van toepassing, verantwoording over de inzet van de VE-beleidsmedewerker en de pedagoog.

  • 5.

    De verantwoording dient vergezeld te gaan van een door een accountant goedgekeurde jaarrekening. Deze dient in afwijking van de datum genoemd in lid 1, voor 1 juni van het jaar volgend op het subsidiejaar ingediend te worden.

ARTIKEL 13 OVERGANGSBEPALING

In afwijking van het gestelde in artikel 6 kunnen houders voor 1 september 2021 een subsidieaanvraag indienen voor de periode juli tot en met december 2021.

ARTIKEL 14 INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL

  • 1.

    Deze nadere regels treden in werking op 1 augustus 2021.

  • 2.

    Deze nadere regels kunnen aangehaald worden als “Nadere regels subsidie peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Vijfheerenlanden 2021”.

 

Aldus besloten door het college gemeente Vijfheerenlanden in de openbare vergadering van d.d. 20 juli 2021,

De burgermeester,

S. (Sjors) Fröhlich

de gemeentesecretaris,

N. (Nanette) van Ameijde