Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ferm Werk

Beleidsregels individuele inkomenstoeslag

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieFerm Werk
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregels individuele inkomenstoeslag
Citeertitel
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 36 van de Participatiewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2021technische wijziging

10-06-2021

bgr-2021-698

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels individuele inkomenstoeslag

 

 

Artikel 1 - Afwijzingsgronden

1. Een belanghebbende heeft slechts recht op individuele inkomenstoeslag als hij tijdens de gehele referteperiode in Nederland heeft verbleven.

2. Het is niet nodig dat de belanghebbende die niet de Nederlandse nationaliteit heeft tijdens de gehele referteperiode over een geldige verblijfsvergunning beschikte. Deze persoon kan in aanmerking komen voor een individuele inkomenstoeslag als hij kan aantonen aan de voorwaarden te voldoen.

 

Artikel 2 - Beoordeling aanvraag

Het dagelijks bestuur beoordeelt aan de hand van de individuele omstandigheden van de aanvrager(s) of deze geen uitzicht op inkomensverbetering heeft (hebben). Hierbij neemt het dagelijks bestuur in ieder geval de krachten en bekwaamheden van de aanvrager in aanmerking alsmede de inspanningen die de aanvrager heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen.

 

Artikel 3 - Geen uitzicht op inkomensverbetering

Een belanghebbende wordt geacht geen uitzicht op inkomensverbetering te hebben als:

a. uit een besluit in het kader van een arbeidsongeschiktheidsuitkering blijkt dat hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is;

b. hij een ontheffing heeft van de plicht tot arbeidsinschakeling;

c. uit gegevens in zijn dossier of een onderzoek door een deskundige blijkt dat hij niet in staat kan worden geacht met arbeid een inkomen te verdienen ter hoogte van 110% van de toepasselijke bijstandsnorm.

 

Artikel 4 - Uitzicht op inkomensverbetering

Een belanghebbende wordt geacht uitzicht op inkomensverbetering te hebben en komt daardoor niet in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag als hij:

a. op de peildatum een leer-werktraject of Bbl-opleiding volgt of een opleiding die valt onder het bereik van de WSF of de WTOS, dan wel een opleiding die naar zijn aard hieraan kan worden gelijkgesteld;

b. tijdens de referteperiode een opleiding als bedoeld in het vorige lid heeft afgerond;

c. een laag inkomen heeft uit deeltijdwerk terwijl er geen aantoonbare beletselen zijn om het inkomen te verhogen door meer uren te werken.

 

Artikel 5 - Betoonde inspanning om tot inkomensverbetering te komen

1. Een belanghebbende die niet behoort tot de groepen van personen als bedoeld in artikel 3 dient bij zijn aanvraag voor een individuele inkomenstoeslag te vermelden welke inspanning hij in de periode van 12 maanden voorafgaand aan de peildatum heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen of te motiveren waarom dit van hem niet kan worden gevergd.

2. De belanghebbende van wie de uitkering in de periode van 12 maanden voorafgaand aan de peildatum is verlaagd in verband met een maatregel van tenminste 20% van de bijstandsnorm, wordt geacht zich onvoldoende te hebben ingespannen om tot inkomensverbetering te komen.

 

Artikel 6 - Peildatum vermogenstoets

Met het oog op de vermogenstoets wordt het vermogen in aanmerking genomen waarover de belanghebbende op de peildatum beschikt of redelijkerwijs kan beschikken.

 

Artikel 7 - Inkomenstoets

Bij de inkomenstoets wordt het in aanmerking genomen inkomen getoetst aan de toepasselijke bijstandsnorm als bedoeld in de Participatiewet zonder daarbij toepassing te geven aan artikel 22a. Dit betekent dat geen rekening wordt gehouden met de kostendelersnorm.