Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoetermeer

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent veiligheid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoetermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de gemeenteraad van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent veiligheid
CiteertitelKadernota Integraal Veiligheidsbeleid Zoetermeer 2019-2022
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-08-2021nieuwe regeling

12-07-2021

gmb-2021-246550

0637683137

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Zoetermeer houdende regels omtrent veiligheid

De raad van de gemeente Zoetermeer;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2021

 

besluit

  • 1.

    De volgende in de Actualisatie Integraal Veiligheidsbeleid Zoetermeer verwerkte aandachtspunten vast te stellen:

    • preventie;

    • coronacrisis;

    • leefbaarheid in de buurten;

    • versterking en intensivering handhaving;

    • aanpak woonoverlast;

    • aanpak problematisch gedrag van individuen;

    • cyberweerbaarheid.

  • 2.

    De Actualisatie Integraal Veiligheidsbeleid Zoetermeer vast te stellen.

  • 3.

    De Actualisatie Integraal Veiligheidsbeleid Zoetermeer als appendix aan de kadernota Integraal Veiligheidsbeleid Zoetermeer te hangen.

Voorwoord

 

De kadernota Integraal Veiligheidsbeleid Zoetermeer (verder: de nota) bevat op een abstract niveau de kern van het veiligheidsbeleid van Zoetermeer. De nota die in 2011 voor het eerst is vastgesteld is in de basis nog steeds geldig. Met dien verstande dat na afloop van iedere vierjaarlijkse periode op basis van de actualiteit een herziene versie van de nota het levenslicht ziet. De eerste actualisatie vond in 2014 plaats. De nu voorliggende nota bevat de tweede actualisatie.

 

Het coalitieakkoord Groene, veilige stad met ambitie. Thuis in de wijk is medebepalend voor de inhoud van de nota. Veilig wonen, werken en ontspannen zijn ook voor het veiligheidsbeleid belangrijke uitgangspunten.

De komende jaren wordt stevig ingezet op het wijkgericht werken. Iedere wijk is anders en verdient daarom een specifiek op die wijk toegesneden veiligheidsaanpak. Ideeën en initiatieven van bewoners worden ondersteund en samen met hen ten uitvoer gebracht.

Dat op veiligheidsgebied soms al lange tijd wijkgericht wordt gewerkt blijkt uit het burgerinitiatief Wijk en Agent Samen (WAS). De WAS-teams zijn door wijkbewoners op wijkniveau op- en ingericht en hebben ieder hun eigen karakter en dynamiek. Geen WAS-team is hetzelfde! Een ander voorbeeld van de wijkgerichte werkwijze betreft de aanpak van problematische jeugdgroepen. Zij zijn op wijkniveau in kaart gebracht en worden op wijkniveau aangepakt.

 

Wat verstaan we eigenlijk onder veiligheid? De woordenboeken schrijven dat veiligheid inhoudt dat de mens zich beschermd weet tegen gevaar. Het gaat om bescherming tegen twee vormen van gevaar:

  • Wat andere mensen de mens aan kunnen doen: geweld tegen hem plegen, zijn goederen stelen, zijn goederen vernielen etc. Kortom: misdaad en criminaliteit,

  • Gevaren die de natuur de mens ‘aan kan doen’. Hiermee wordt gedoeld op de vier elementen: vuur (brand), water (overstroming), lucht (drager van en daarmee verspreiden van gevaarlijke stoffen) en aarde (aardbeving). Een tweede aspect van dit gevaar heeft de mens zelf in de hand. Indien de mens onvoldoende maatregelen neemt, kan hij het onheil over zichzelf afroepen. Door bijvoorbeeld zijn huis niet of weinig brandveilig te maken vergroot de mens de kans dat zijn huis, indien door brand getroffen, meer schade leidt of zelfs geheel wordt vernietigd.

Deze twee kenmerken van veiligheid staan centraal in het integrale veiligheidsbeleid: het tegengaan van criminaliteit én het beschermen van de inwoners tegen de gevolgen die “natuurlijke” gebeurtenissen kunnen hebben. Daarnaast is er nog een belangrijk element: de preventie. Het is van groot belang te voorkomen dat de mens slachtoffer wordt van een daad van een ander mens of van een speling van de natuur. De Zoetermeerder beschermt zich tegen de gevaren die hem kunnen bedreigen, daarbij geholpen door alle veiligheidspartners.

 

De gemeente kan het veiligheidsbeleid niet alleen uitvoeren. Betrokkenheid van een groot aantal partijen is noodzakelijk. Daarom is er sprake van een integraal veiligheidsbeleid. De gemeente, de politie, het Openbaar Ministerie, het bedrijfsleven, de handhavers, partners vanuit de zorg en hulpverlening , het onderwijs, de woningbouwcorporaties, het jongerenwerk, de Veiligheidsregio Haaglanden, de reclasseringsorganisaties en bureau HALT werken samen om Zoetermeer veilig te houden. De betrokkenheid van inwoners is belangrijk en hun beleving wordt betrokken bij de mogelijkheden om de eigen wijk en/of buurt veilig te houden.

 

Een belangrijke rol is weggelegd voor de inwoners en ondernemers van Zoetermeer. Burgerparticipatie is één van de uitgangspunten van het veiligheidsbeleid. Inwoners nemen zelf hun verantwoordelijkheid om de veiligheid voor henzelf en in hun buurt te verbeteren. Inwoners en ondernemers denken ook mee aan het formuleren van concrete oplossingen voor leefbaarheids- en veiligheidsvraagstukken.

 

De twee meest aansprekende vormen van grote betrokkenheid van inwoners zijn het reeds genoemde WAS in de analoge wereld en de Whatsappgroepen in de digitale wereld. In het kader van dit laatste is project Heterdaadkracht gestart. Dit project houdt in dat de politie bij heterdaad van bepaalde misdrijven via WhatsApp buurtbewoners vraagt uit te kijken naar de dader(s). De beheerders van de WhatsApp-buurtpreventiegroepen ontvangen vanuit de politie berichten die specifiek voor hun buurt zijn bestemd. Zij kunnen deze berichten vervolgens doorsturen in hun eigen WhatsApp-groep. Hierdoor worden bewoners snel en direct bereikt. Dit vergroot de pakkans.

 

1. Missie en strategische uitgangspunten: de wijk centraal

 

Zoetermeer wil een leefbare en veilige stad zijn. Wonen, werken en ontspannen in een veilig Zoetermeer zijn en blijven een basisbehoefte en een basisrecht van inwoners en ondernemers.

 

Dat doen we integraal. Zoals in de inleiding reeds genoemd betekent integraal werken: samen met inwoners, ondernemers, instellingen en ketenpartners de veiligheid in Zoetermeer verbeteren zodat iedereen veilig kan wonen, werken en recreëren.

 

Daarnaast gelden vanzelfsprekend ook de uitgangspunten uit het coalitieakkoord 2018-2022. Met name het wijkgericht werken krijgt op het veiligheidsterrein de komende jaren meer nadruk. De verbinding met de wijkregisseurs wordt van groter belang dan zij al is.

 

De nieuwe missie luidt als volgt:

 

  • We werken aan het verbeteren van de veiligheid van inwoners, ondernemers en bezoekers van onze stad. Dat doen we door integraal wijkgericht nauw samen te werken met private partners, publieke partners (met name uit het sociaal domein en de (klassieke) veiligheidspartners) en met inwoners.

Een helder en krachtig veiligheidsbeleid van de gemeente Zoetermeer en zijn veiligheidspartners wordt voortgezet. De aanpak van veiligheid vereist een lange adem. Daarnaast is het lokaal veiligheidsbeleid in ontwikkeling en krijgen gemeenten steeds meer verantwoordelijkheden. Het Integraal Veiligheidsbeleid Zoetermeer geeft aan op welke speerpunten wordt ingezet, welke effecten worden nagestreefd en wat de rol en verantwoordelijkheid zijn van de veiligheidspartners.

 

Zoetermeer hanteert de volgende strategische uitgangspunten als kader voor de invulling van het veiligheidsbeleid:

  • De wijk staat centraal

    Het tegengaan van gevoelens van onveiligheid begint in wijken en buurten Problemen worden per wijk aangepakt, maatregelen per wijk genomen. De problematiek is per wijk verschillend. Door een goede informatie-analyse te maken wordt de veiligheidsaanpak gericht ingezet. Versterking van zowel de sociale als de fysieke kwaliteit (vanuit veiligheids- en leefbaarheids optiek) van wijken. Bij sociale kwaliteit gaat het onder meer om sociale netwerken en de verbinding tussen mensen in hun eigen straat. Bij fysieke kwaliteit gaat het om de inrichting van de wijken en om aandacht voor de zogenaamde ‘kleine ergernissen’. Maar het betekent ook dat maatwerk mogelijk is zodat een aanpak aansluit bij specifieke problemen in de buurt en dat problemen zoveel mogelijk, samen met inwoners, in de buurten worden opgelost.

  • Regels zijn logisch, duidelijk en worden gehandhaafd

    Verduidelijking en aanscherping van regels en stringente handhaving van regels. De gemeente zorgt er ook voor dat de regels die zij opstelt logisch en verklaarbaar zijn. De inwoner van de stad begrijpt waarom de gemeente de regel opstelt en waarom de regel wordt gehandhaafd. De achterliggende gedachte van de regel en/of het probleem dat door het opstellen van de regel wordt opgelost, legt Zoetermeer goed uit. Het opstellen van overbodige regelgeving wordt daarmee voorkomen. Voor notoire overlastveroorzakers en recidivisten is er geen pardon. Voor hen geldt zero tolerance.

  • Veiligheid begint bij de inwoner en ondernemer

    Grotere zelfredzaamheid: inwoners en ondernemers werken met elkaar en met de gemeente en organisaties samen aan veiligheid. Er dient sprake te zijn van een actieve betrokkenheid van inwoners bij het verbeteren van de veiligheid en de leefbaarheid. Van hen wordt verwacht dat zij zelf de nodige beschermingsmaatregelen nemen om onveiligheid en criminaliteit te voorkomen.

    Ook voor het op orde houden van de omgeving, het aanspreken bij en melden van misstanden, wordt verwacht dat zij zelf initiatief tonen.

    Jongeren en de ouders/verzorgers van jongeren, met name ouders/verzorgers van jongeren die overlast veroorzaken, worden nadrukkelijk betrokken bij het tegengaan en voorkomen van overlast.

    Daarnaast wordt samengewerkt met vele netwerkpartners. De belangrijkste zijn: politie, Openbaar Ministerie, de reclasseringsorganisties, Veiligheidsregio Haaglanden, partners uit zorg en hulpverlening, het onderwijs, de woningcorporaties, Veiligheidshuis Haaglanden, het Regionaal Informatie en Expertisecentrum.

  • Preventie kan onveiligheid voorkomen

    Zoetermeer zet in op ingrijpen aan de voorkant van onveiligheid. De mogelijkheden van preventie worden benut, zodat onveiligheid zoveel mogelijk wordt voorkomen. Het gaat met name om voorlichtings- en subsidieacties op het gebied van veiligheid ten behoeve van inwoners, de aanpak van onveilige plekken en het toepassen van tijdelijk mobiel cameratoezicht.

  • Veiligheid en zorg

    In de afgelopen jaren is de relatie tussen veiligheid en zorg steeds sterker geworden. Een goede zorg kan bijvoorbeeld voorkomen dat er opnieuw een geweldsincident plaatsvindt. Dat klinkt ongeloofwaardig, maar het tijdelijk huisverbod bewijst dat het kan. Nadat een tijdelijk huisverbod is opgelegd wordt direct de hulpverlening opgestart. Hulp op maat wordt geboden. Partijen maken afspraken hoe nu verder te gaan. Dat zorgt er voor dat er een stabiele en veilige relatie ontstaat en dat er in de toekomst geen huiselijk geweld meer plaatsvindt.

    In de komende jaren gaan we door met het verder versterken van de verbinding tussen zorg en veiligheid. Met name bij de (persoonsgebonden) aanpak op de terreinen radicalisering, problematische jeugdgroepen, het tegengaan van racisme en discriminatie, en binnen de crisisbeheersing.

  • Informatiegestuurd werken

    Het gemeentebestuur wil tijdig, gericht en effectief en zo veel mogelijk feitelijk zijn in de uitvoering van haar veiligheidsbeleid. Door informatie slim in te zetten en te betrekken bij beleidskeuzes kan het gemeentebestuur zich zo specifiek mogelijk richten op de grootste risico’s en kansen. Voorbeelden van bronnen die zijn te gebruiken zijn politie-informatie, OOV-eigen data (bv. Personal Digital Assistants van de handhavers), open bron data en overige interne en externe (digitale) bronnen. Daarmee kan de stad vervolgens ‘onverwachte’ nieuwe ontwikkelingen voor zijn. Zoetermeer wil daarom de komende jaren de informatiepositie op het gebied van leefbaarheid en veiligheid versterken door verder te werken aan datagedreven sturing en concrete projecten uit te voeren.

2. Veiligheidsbeeld 2014-2017

 

In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op het veiligheidsbeeld in Zoetermeer van de laatste vier jaar : de looptijd van de huidige nota. Er wordt ingegaan op zowel de objectieve als de subjectieve veiligheid.

2.1 Objectieve veiligheid: geregistreerde misdrijfcijfers

De objectieve veiligheid wordt bepaald aan de hand van het aantal misdrijfaangiften. In tabel 2.1 is het aantal misdrijfaangiften vanaf 2014 opgenomen alsmede het aantal aangiften voor de High Impact Crimes. Er is sprake van een constante daling. Met uitzondering van het misdrijf straatroof.

 

Tabel 2.1 Objectieve veiligheid

2014

2015

2016

2017

Misdrijven

Totaal

7.713

6.463

5.781

5.714

 

High Impact Crimes

Totaal

1.364

1.253

1.015

924

Geweld

752

697

659

637

Woninginbraak

554

495

302

247

Straatroof

45

53

46

29

Overvallen

13

8

8

11

 

2.2 Subjectieve veiligheid: veiligheidsbeleving

Om de subjectieve veiligheid te meten, dat wil zeggen de gevoelens die mensen over het niveau van veiligheid hebben, wordt de inwoners van Zoetermeer per enquête gevraagd hoe vaak zij zich onveilig voelen in de eigen buurt en in de stad als geheel.1 Dat levert het volgende, vrij constante, beeld op.

 

Tabel 2.2 Subjectieve veiligheid

2014

2015

2016

2017

Rapportcijfer veiligheid in Zoetermeer

7,2

7,2

7,4

7,4

Rapportcijfer veiligheid in de buurt

7,5

7,5

7,7

7,7

% inwoners dat zich zelden of nooit onveilig voelt in Zoetermeer

55%

60%

56%

62%

% inwoners dat zich zelden of nooit onveilig voelt in eigen buurt

68%

70%

73%

74%

2.3 Veiligheidsbeeld van de prioriteiten

Op hoofdlijnen is ten aanzien van de prioriteiten in de afgelopen vier jaar het volgende gedaan.

 

Geweld

  • Het (preventief) cameratoezicht is uitgebreid;

  • Veilig stappenacties;

  • Er zijn gemiddeld 35 tijdelijk huisverboden per jaar opgelegd.

De effectindicator is het rapportcijfer voor veiligheid in Zoetermeer. Dit cijfer is vanaf 2014 licht gestegen naar een 7,4.

 

Woninginbraken

  • Vanaf 2015 is er jaarlijks een succesvolle subsidie-actie geweest;

  • Er zijn voorlichtingscampagnes gehouden. Met name rondom de donkere dagen, op de wijkveiligheidsavonden en in buurten waar was ingebroken;

  • Regelmatige surveillance-rondes door de buurtpreventieteams Wijk en Agent Samen (WAS-teams).

De effectindicator is het aantal woninginbraken per jaar. Dit aantal is vanaf 2014 meer dan gehalveerd. (Zie tabel 2.1.)

 

Jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit

  • Er is een convenant gesloten met alle partners waardoor de aanpak is geïntensiveerd;

  • Intensivering van de persoonsgerichte aanpak jeugd(inzet netwerkregisseurs);

  • Start met informatie gestuurde werkwijze (informatie-analist);

  • Jaarlijks is een aantal gebiedsverboden opgelegd. Variërend van 6 tot 25 per jaar;

  • De Stadsmarshall heeft zijn werkterrein verbreed met Meerzicht.

De effectindicator is het rapportcijfer voor veiligheid in de buurt. Dit cijfer is vanaf 2014 licht gestegen naar een 7,7.

 

Georganiseerde criminaliteit

  • Jaarlijks oprollen van hennepkwekerijen;

  • Integrale aanpak is versterkt;

  • Sluiting van ‘foute horecabedrijven’: horecasanctiebeleid en controle en handhaving.

De effectindicator is het rapportcijfer voor veiligheid in Zoetermeer. Dit cijfer is vanaf 2014 licht gestegen naar een 7,4.

 

Overlast en maatschappelijke onrust

  • Aanpak radicalisering:

    • o

      Intensivering van de persoonsgerichte aanpak radicalisering (inzet netwerkregisseurs);

    • o

      Start met informatie gestuurde werkwijze (informatie-analist);

  • Aanpak stille en enge plekken;

  • Jaarlijkse handhavingsacties Randstadrail;

  • Intensivering aanpak jaarwisseling (bijvoorbeeld vuurwerkshow);

  • Aanpak woonoverlast is opgestart.

  • De effectindicator is het rapportcijfer voor veiligheid in de buurt. Dit cijfer is vanaf 2014 licht gestegen naar een 7,7.

3. Regie op de integraliteit van het veiligheidsbeleid

3.1 Versterking van de regierol op integraliteit

De gemeente Zoetermeer voert een sterke regie op de integraliteit van het veiligheidsbeleid. Thema’s zoals de jaarwisseling, radicalisering en de aanpak van problematische jeugdgroepen worden getrokken en aangestuurd door de gemeente. De gemeente werkt daarbij nauw samen met een verscheidenheid aan veiligheidspartners. Daarbij heeft de gemeente naast een regisserende ook een coördinerende rol.

De regierol betreft het brede terrein van de sociale veiligheid, variërend van (jeugd)criminaliteit, radicalisering en huiselijk geweld tot en overlast. Samen met inwoners, ondernemers en andere organisaties wordt gewerkt aan een veilig Zoetermeer. Regie op het lokale veiligheidsbeleid betekent sturing op de selectie en aanpak van de veiligheidsspeerpunten, sturing op een integrale samenwerking en de nakoming van afspraken op basis van de wet, gesloten convenanten of samenwerkingsovereenkomsten, sturing op tussentijdse evaluaties en de kwaliteit van de organisatie van veiligheid. Een voorbeeld hierbij is de samenwerking van gemeente en hulpdiensten in het kader van evenementenveiligheid.

 

Goede samenwerking kan het effect van een ramp of crisis beperken. In regionaal verband werken de gemeente Zoetermeer en andere regiogemeenten, de brandweer, de GHOR, en de Politie Eenheid Den Haag samen aan rampenbestrijding en crisisbeheersing. Deze vorm van veiligheid omvat het zoveel mogelijk voorkomen van incidenten, rampen en crises en het voorkomen en beperken van (gezondheids)schade bij incidenten, rampen en crises.

 

In de afgelopen periode is met de regiogemeenten samengewerkt aan de uitwerking van de nieuwe visie op gemeentelijke crisisbeheersing. De komende periode richten we de gemeentelijke crisisorganisatie op een breder perspectief waarbij zij niet alleen is voorbereid op de klassieke rampen en crises, maar ook op incidenten in het sociaal domein en het domein van de openbare orde en veiligheid (zoals terroristische aanslagen) met (een grote) maatschappelijke impact.

3.2 Veiligheidspartners

Samenwerking met de veiligheidspartners is essentieel om de veiligheid in Zoetermeer te verbeteren. Hieronder worden kort de belangrijkste partners die betrokken zijn bij de integrale uitvoering van het veiligheidsbeleid genoemd.

 

 

Integraliteit: de veiligheidspartners

Met de volgende partners wordt in de wijken samengewerkt en uitvoering gegeven aan de regierol op het veiligheidsbeleid:

  • Inwoners (o.a. WAS, Buurt Bestuurt, Burgernet, BuurtWhatsappgroepen),

  • Buurtverenigingen,

  • Woningcorporaties,

  • Welzijnsorganisaties,

  • Jongerenwerk,

  • Ondernemers,

  • Politie Zoetermeer,

  • Politie eenheid Den Haag,

  • Openbaar Ministerie

  • HALT,

  • Veiligheidsregio Haaglanden,

  • RIEC,

  • Sportverenigingen,

  • HTM,

  • Kwadraad,

  • Verenigingen van Eigenaren,

  • Ministerie van Justitie en Veiligheid,

  • Reclasseringsorganisaties,

  • Steunpunt Huiselijk Geweld en AMK (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling),Veilig Thuis,

  • Veiligheidshuis Haaglanden,

  • Verslavingszorg,

  • Centrum voor Jeugd en Gezin (Meerpunt),

  • Onderwijsinstellingen,

  • AIVD,

  • NCTV,

  • Andere gemeenten.

4. De speerpunten

4.1 Toelichting op de keuze voor speerpunten

De belangrijkste veiligheidsonderwerpen waarop de gemeente zich momenteel richt worden ‘prioriteiten’ genoemd. Omdat dit ten onrechte een rangorde suggereert, wordt voorgesteld niet langer over prioriteiten maar over ‘speerpunten’ te spreken.

De speerpunten zijn niet geheel nieuw. Dat blijkt als we de speerpunten met de huidige prioriteiten vergelijken. Zie de onderstaande tabel voor de vergelijking.

 

PRIORITEITEN 2015-2018

SPEERPUNTEN 2019-2022

1. Geweld

2. Woninginbraken

1. High Impact Crimes

3. Georganiseerde criminaliteit

2. Ondermijning

4. Overlast en maatschappelijke onrust

3. Extremisme en radicalisering

 

5. Jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit

4. Problematische jeugdgroepen

 

 

De belangrijkste, kleine, verschillen zijn:

  • momenteel zijn alleen de High Impact Crimes (verder: HIC) geweld en woninginbraken ieder voor zich een prioriteit. Naast deze twee misdrijven behoren ook straatroven en overvallen tot de HIC. Door voor de periode 2019-2022 alle HIC tot speerpunt te benoemen wordt recht gedaan aan het gelijkwaardige belang van deze vier misdrijven. Eventueel wordt per jaar bekeken welk misdrijf de meeste aandacht verdient;

  • de term georganiseerde criminaliteit wordt vervangen door de meer ingeburgerde term ondermijning;

  • radicalisering is een onderdeel van de huidige prioriteit overlast en maatschappelijke onrust. Extremisme, zowel van linker- als rechterzijde, wordt samen met radicalisering het nieuwe speerpunt. Het nieuwe speerpunt is minder uitgebreid dan de oude prioriteit. Overlast en maatschappelijke onrust omvat immers meer dan alleen radicalisering en extremisme;

  • de omschrijving van overlastgevende jeugd wordt gewijzigd in problematische jeugdgroepen. Het gebruik van het meer overkoepelende bijvoeglijk naamwoord ‘problematische’ geeft aan dat het om meer gaat dan alleen overlast. Het kan ook gaan om bijvoorbeeld crimineel gedrag. Daarnaast wordt deze term ook in regionaal verband gebruikt.

De vaststelling van de speerpunten betekent niet dat andere onderwerpen geen aandacht krijgen. Projecten zoals de jaarwisseling, de aanpak van stille/enge plekken en Wijk en Agent samen (burgerparticipatie) worden voortgezet.

 

Voor de periode 2019-2022 is onlangs het nieuwe Regionale Beleidsplan (verder: RBP) door het Regionaal Bestuurlijk Overleg vastgesteld.2 In de vorige editie van de nota is er voor gekozen om de in regionaal verband vastgestelde prioriteiten één op één als Zoetermeerse prioriteiten op te nemen. Uit de volgende tabel blijkt dat dit ook voor dit jaar gedeeltelijk het geval is.

 

SPEERPUNTEN 2019-2022

REGIONALE PRIORITEITEN 2019-2022

1. High Impact Crimes

1. High Impact Crimes

2. Ondermijning

2. Ondermijning

3. Extremisme en radicalisering

3. Aanpak van (Contra)-terrorisme, extremisme en radicalise-ring (CTER)

4. Problematische jeugdgroepen

4. Problematische jeugdgroepen

5. Personen met verward gedrag

 

6. Cybercrime

 

7. (huiselijk) geweld

 

De belangrijkste verschillen zijn dat:

  • in Zoetermeer cybercrime, dat wil zeggen: de misdaad op en/of met behulp van het internet, geen speerpunt is. Dit is bij uitstek een onderwerp dat op regionaal (en/of landelijk) niveau dient te worden opgepakt;

  • de regionale prioriteit ‘personen met verward gedrag’ een in het licht van het totale veiligheidsbeleid gezien te klein thema is om voor de komende vier jaar prominent als speerpunt te worden benoemd. Dat wil uiteraard niet zeggen dat het thema, net zoals cybercrime, in het geheel geen aandacht krijgt. Die aandacht is er zeker, maar niet als speerpunt;

  • geweld is één van de HIC. Het is daarom niet nodig om (huiselijk) geweld als zelfstandig speerpunt te benoemen.

4.2 De strategische uitgangspunten

In de aanpak van de speerpunten worden de strategische uitgangspunten4 gehanteerd. Dat betekent dat voor alle speerpunten geldt dat er met name wijkgericht wordt gewerkt, de actieve betrokkenheid van inwoners en ondernemers daar waar mogelijk wordt gestimuleerd en een informatiegestuurde werkwijze centraal staat. Ook wordt zo veel mogelijk getracht (en daar waar praktisch mogelijk) het beleid met inwoners en ondernemers uit te voeren.

 

De beschrijving van de speerpunten hieronder start met dat wat er precies onder wordt verstaan. En, indien van toepassing, welke thema’s binnen het speerpunt in ieder geval worden aangepakt. Vervolgens worden de doelen en beoogde effecten benoemd. Het effect is wat binnen die prioriteit in de buitenwereld daadwerkelijk verandert. Vervolgens wordt beschreven welke resultaten geboekt moeten worden om dat effect te bereiken. De resultaten zijn tastbare (interne) producten die gerealiseerd zijn om het effect te bereiken. En tot slot volgt een beschrijving van de inspanningen, dit zijn de activiteiten die ondernomen worden om resultaten te boeken. Op deze wijze wordt inzichtelijk hoe de activiteiten bijdragen aan het bereiken van de beoogde effecten.

4.3 High Impact Crimes

Wat?

De High Impact Crimes (HIC) zijn geweld, woninginbraken, overvallen en straatroven. Het misdrijf dat de grootste problematiek kent, wordt aangepakt. Dat kan per jaar verschillen. Het grote voordeel hiervan is dat per wijk bepaald kan worden welk misdrijf in die wijk de meeste aandacht nodig heeft. Wat vaststaat is dat in ieder geval het thema huiselijk geweld de komende jaren prominent aandacht krijgt.

In de vorige nota waren alleen de HIC-misdrijven ‘woninginbraken’ en ‘geweld’ een prioriteit. Door alle HIC-misdrijven als speerpunt te benoemen krijgen zij allen als uitgangspunt een gelijk gewicht.

 

Doelen en beoogde effecten

In Zoetermeer heeft de samenleving met minder geweld, woninginbraken, straatroven en overvallen te maken. Mensen begeven zich zonder gevaar voor lijf en leden op straat. Inwoners kennen een veilige thuisomgeving en moeten zich veilig voelen in de woonomgeving en in de stad.

Dit is ambitieus. De misdrijfaangiftecijfers zijn de afgelopen jaren spectaculair gedaald. Het wordt een enorme opgave om dit vol te houden en er voor te zorgen dat inwoners ook ervaren dat het risico om slachtoffer te worden (is) verminderd.

Plegers van HIC delicten worden (eventueel na detentie) opgenomen in een integrale persoonsgerichte aanpak om recidive te voorkomen.

 

Resultaten

In de meest ideale situatie nemen de aantallen HIC af. De burgemeestersbevoegdheden worden daar waar van toepassing ingezet. Met name het opleggen van een tijdelijk huisverbod om huiselijk geweld tegen te gaan en het opleggen van een gebiedsverbod.

Ook zou de vrees om slachtoffer te worden van deze misdrijven moeten afnemen.

Recidive door HIC plegers wordt geminimaliseerd.

 

Inspanningen

In onderstaande tabel wordt op het niveau van hoofdactiviteiten beschreven welke inspanningen worden geleverd om resultaten te boeken die bijdragen aan het gewenste effect.

 

4.4 Problematische jeugd(groepen)

Wat?

De afgelopen jaren zijn er jeugdgroepen in Zoetermeer actief geweest die zorgen voor overlast en criminaliteit. Deze jongeren zorgen voor geluidsoverlast, vervuiling van de omgeving en/of vertonen intimiderend gedrag. In de meest ernstige gevallen is sprake van vandalisme en criminaliteit. Ook is bekend dat problematische jeugdgroepen de ‘kraamkamers’ kunnen zijn van een verder ontluikende criminele carrière en maatschappelijk afglijden in de hand werken.

 

Doelen en beoogde effecten

In Zoetermeer wordt door middel van een groeps- en persoonsgerichte aanpak getracht om de overlast en criminaliteit (door deze groepen) te reduceren en de kans op verder afglijden te minimaliseren. Door een persoonlijke benadering van de jongeren en ouders/verzorgers wordt per jongere een plan van aanpak gemaakt waarin interventies gericht op preventie, zorg/hulpverlening en waar nodig repressie samenkomen. Er worden plannen gemaakt op persoonsniveau, maar ook op groepsniveau. Op groepsniveaus is het doel om de overlast van de groep te laten verdwijnen en nieuwe aanwas te voorkomen. Waar dit van toepassing is, trekken wij samen op met de relevante wijkpartners.

 

Resultaten

Alle problematische jeugdgroepen zijn in beeld en op alle jeugdgroepleden is een persoonsgerichte aanpak opgestart.

 

Inspanningen

De bestaande aanpak wordt voortgezet. Daar waar van toepassing worden nieuwe ontwikkelingen geïmplementeerd. De persoonsgerichte aanpak wordt verder uitgebouwd.

In onderstaande tabel wordt op het niveau van hoofdactiviteiten beschreven welke inspanningen worden geleverd om resultaten te boeken die bijdragen aan het gewenste effect.

 

4.5 Ondermijning

Wat?

Ondermijning kan gezien worden als een containerbegrip voor alle vormen van criminaliteit die de fundamenten van de samenleving aantasten. Ondermijnende criminaliteit heeft een ontwrichtend effect op de samenleving. Voorbeelden van verschijningsvormen van ondermijning zijn georganiseerde hennepteelt/drugshandel, mensenhandel, fraude, witwassen enz. Het gaat vaak om misdaden die in georganiseerd verband plaatsvinden. Daarbij is er vaak ook sprake van verwevenheid tussen de boven- en onderwereld. Dit maakt dat ondermijning niet altijd zichtbaar is.

 

Het ontwrichtende effect van ondermijning is niet alleen een strafrechtelijk maar ook een maatschappelijk probleem. Een integrale aanpak waarbij verschillende partijen samenwerken is daarom van belang. In deze integrale aanpak heeft de gemeente de regie en zet waar nodig bestuursrechtelijke middelen in om ondermijning aan te pakken.

 

Doelen en beoogde effecten

Het doel van de aanpak van ondermijning is het in beeld brengen van (vermoedelijke) georganiseerde ondermijnende criminaliteit en dit door middel van een integrale samenwerking met verschillende veiligheidspartners aan te pakken. Een eerste stap in het aanpakken van ondermijning is het creëren van bewustwording zowel binnen de gemeentelijke organisatie als daarbuiten (professionals, ondernemers, etc.). Deze bewustwording wordt gecreëerd door mensen te informeren over het fenomeen ondermijning, hen te laten zien wat mogelijke signalen zijn en waar zij met deze signalen terecht kunnen. Het effect hiervan is dat (vermoedelijke) ondermijning in beeld wordt gebracht, de gemeente samen met de veiligheidspartners aan de slag kan met de signalen en dat de gemeente zelf ook weerbaar wordt tegen ondermijning en niet onbewust ondermijnende activiteiten faciliteert.

 

Resultaten

Inzicht hebben in de aard en de omvang van ondermijnende criminaliteit in Zoetermeer. Doordat er bewustwording is gecreëerd binnen de gemeente is de gemeente er alert op onbewust geen ondermijnende activiteiten te faciliteren. Dit wordt bereikt door beter gebruik te maken van bestuursrechtelijke middelen zoals het inzetten van de wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (wet Bibob).

 

Door middel van de aanpak van ondermijning met verschillende veiligheidspartners samenwerken om zoveel mogelijk gevallen van ondermijnende criminaliteit aan te pakken.

 

Inspanningen

In onderstaande tabel wordt op het niveau van hoofdactiviteiten beschreven welke inspanningen worden geleverd om resultaten te boeken die bijdragen aan het gewenste effect.

 

4.6 Extremisme en radicalisering

Wat?

Dit was in de vorige kadernota een prioriteit, met dien verstande dat hij toen onderdeel uitmaakte van ’overlast en maatschappelijke onrust’. Het nieuwe speerpunt is dus minder uitgebreid dan de oude prioriteit.

Het tegengaan van radicalisering betreft het voorkomen van radicalisering en het uitreizen naar strijdgebied en de begeleiding van terugkeerders. Maar ook andere vormen van radicalisering en extremisme kunnen indien aan de orde aandacht krijgen. Te denken valt aan een mogelijke toename van extreem-rechtse of extreem-linkse verschijnselen.

 

Doelen en beoogde effecten

Afname van radicalisering in de samenleving. Geen nieuwe vormen van extremisme in de samenleving. Er is geen polarisatie.

 

Resultaten

Meldingen en signalen met betrekking tot radicalisering zijn opgepakt.

 

Inspanningen

De bestaande aanpak wordt voortgezet. Daar waar aan de orde worden nieuwe ontwikkelingen toegepast. De persoonsgerichte aanpak wordt verder uitgebouwd.

 

In onderstaande tabel wordt op het niveau van hoofdactiviteiten beschreven welke inspanningen worden geleverd om resultaten te boeken die bijdragen aan het gewenste effect.

 

Dit besluit treedt in werking twee weken na de bekendmaking daarvan. Tenzij over dit besluit een inleidend verzoek tot het houden van een referendum wordt gedaan.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 12 juli 2021,

de griffier,

drs. R. Blokland MCM

de voorzitter,

drs. M.J. Bezuijen

ACTUALISATIE INTEGRAAL VEILIGHEIDSBELEID ZOETERMEER APPENDIX

Versie: 2

Datum: mei 2021

 

Voorwoord

De kadernota Integraal Veiligheidsbeleid Zoetermeer (verder: de nota) bevat op een abstract niveau de kern van het veiligheidsbeleid van Zoetermeer. De nota die in 2011 voor het eerst is vastgesteld, is in 2018 voor de periode 2019-2022 geactualiseerd.

 

Tijdens het ingelaste debat over de veiligheidssituatie op 12 oktober 2020 is de raad toegezegd om, in verband met de huidige ontwikkelingen op veiligheidsgebied, het beleid te actualiseren. Er is grote bezorgdheid over de leefbaarheid- en veiligheidssituatie in een aantal wijken.

 

De actualisatie wordt als een appendix aan de nota toegevoegd. Op deze manier blijft de originele nota intact totdat deze opnieuw (voor de periode 2023-2026) door de raad wordt vastgesteld. De actualisatie betreft twee sporen. Het eerste spoor is de actualisatie van de vier speerpunten. Dat zijn:

  • High Impact Crimes: geweld, straatroven, overvallen en woninginbraken;

  • Problematische jeugd(groepen);

  • Ondermijning;

  • Extremisme en radicalisering.

Wat moet op basis van de huidige inzichten ten aanzien van deze speerpunten anders of nieuw worden gedaan? Per speerpunt gaat de actualisatie vooraf door een korte terugblik in tabelvorm. Wat is van de voorgenomen inspanningen, zoals die in de nota staan vermeld, gerealiseerd? Daar waar van toepassing wordt vermeld wat er extra is gedaan. De inleidende tekst die bij ieder speerpunt onder Doelen en beoogde effecten is opgenomen, is letterlijk afkomstig uit de nota.

 

Het tweede spoor betreft een aanvulling op de huidige nota. Dit zijn nieuwe aandachtspunten, onderwerpen of accenten die niet, of nog niet in de gepresenteerde vorm, in de nota voorkomen.

 

Het uitgangspunt van de integraliteit van het beleid blijft ongewijzigd. Samen met partners wordt aan de verbetering van de veiligheid gewerkt. Op alle beleidsterreinen: zorg, jeugd, wonen, onderwijs, verkeer enzovoorts. Daarbij kent de veiligheidsketen de volgende verschillende fasen: pro-actie, preventie, preparatie, respons en nazorg.

 

In het toekomstperspectief naar 2040 wordt onderzocht op welke wijze veiligheid wordt geborgd.

 

I De speerpunten

1.High Impact Crimes

Doelen en beoogde effecten

In Zoetermeer heeft de samenleving met minder geweld, woninginbraken, straatroven en overvallen te maken. Mensen begeven zich zonder gevaar voor lijf en leden op straat. Inwoners kennen een veilige thuisomgeving en moeten zich veilig voelen in de woonomgeving en in de stad.

Dit is ambitieus. De misdrijfaangiftecijfers zijn de afgelopen jaren spectaculair gedaald. Het wordt een enorme opgave om dit vol te houden en ervoor te zorgen dat inwoners ook ervaren dat het risico om slachtoffer te worden (is) verminderd.

Plegers van HIC delicten worden (eventueel na detentie) opgenomen in een integrale persoonsgerichte aanpak om recidive te voorkomen.

 

Realisatie van de inspanningen

INSPANNINGEN

GEREALISEERD

Cameratoezicht uitgaansgebied

Ja. In het Stadshart hangen camera’s. Tijdelijk zijn bij club Magnum camera’s geplaatst.

Tijdelijk huisverbod

Ja. De burgemeester legt per jaar gemiddeld 40 huisverboden op.

Voorlichting

Ja, met betrekking tot woninginbraken en de jaarwisseling.

Opleggen gebiedsverbod

Ja.

Lik op stuk beleid

Nee.

Nazorg overvallen

Nee.

Inzet social media

Ja.

PGA HIC-ers

Nee.

 

Actualisatie

Het thema wapens en jeugd krijgt, met name in het kader van straatroven, meer focus. Met medewerking van Zoetermeer is op landelijk niveau een plan van aanpak opgesteld om het wapenbezit- en gebruik onder jongeren terug te dringen. Dit plan wordt de komende jaren uitgevoerd. Halt besteedt in zijn voorlichtingsacties op scholen aandacht aan de ongewenstheid van wapenbezit- en gebruik. Het verbod op messen, wapens e.d. in de openbare ruimte wordt naar verwachting in de Apv opgenomen.

Het aantal straatroven is niet groot, maar wel een serieus punt van aandacht. Zoetermeer is samen met Den Haag de stad waar de meeste straatroven in de politie-eenheid Den Haag plaatsvinden. Zoetermeer is zelfs een ‘hot area’5 voor wat betreft straatroven en messengebruik door jongeren. De belangrijkste buit is de mobiele telefoon. Opvallend is de digitale component: het aantal contacten dat tot stand komt via Marktplaats of advertenties op sociale media stijgt.

In het kader van huiselijk geweld worden huisverboden voor de duur van maximaal 28 dagen opgelegd. Casuïstiek wordt daar waar nodig met betrokkenheid van het sociaal domein opgepakt.

 

2.Problematische jeugd(groepen)

Doelen en beoogde effecten

In Zoetermeer wordt door middel van een groeps- en persoonsgerichte aanpak getracht om de overlast en criminaliteit (door deze groepen) te reduceren en de kans op verder afglijden te minimaliseren. Door een persoonlijke benadering van de jongeren en ouders/verzorgers wordt per jongere een plan van aanpak gemaakt waarin interventies gericht op preventie, zorg/hulpverlening en waar nodig repressie samenkomen. Er worden plannen gemaakt op persoonsniveau, maar ook op groepsniveau. Op groepsniveaus is het doel om de overlast van de groep te laten verdwijnen en nieuwe aanwas te voorkomen. Waar dit van toepassing is, trekken wij samen op met de relevante wijkpartners.

 

Realisatie van de inspanningen

 

INSPANNINGEN

GEREALISEERD

Wijkaanpak jongerengroepen

Ja. Voor een deel van de wijk Oosterheem zijn een samenscholingsverbod, een lachgasverbod, een drugsverbod en een alcoholnuttigingsverbod uitgevaardigd. Er is aldaar tijdelijk cameratoezicht van kracht. Het betreft de straten waar ook een groot deel van de overlastgevende groep woont. De Jeugdmarshall heeft regie over deze gebiedsgerichte interventies.

In Buytenwegh en Palenstein is er intensief ingezet op de PGA van de groepssubjecten. Hierbij is intensief samengewerkt met de wijkregisseurs en het lokale netwerk in de wijk. Ook is er samengewerkt met het Zorg -en Veiligheidshuis.

Plaatsen van jongerenvoorzieningen

Ja. In Oosterheem wordt gezocht naar nieuwe locatie(s) voor meer voorzieningen.

Samenwerking met het Veiligheidshuis

Ja. De samenwerking met zorg is verstevigd. Dat vindt zijn vertaling in de vernoeming van het Veiligheidshuis naar het Zorg- en Veiligheidshuis. Er is nadrukkelijk aandacht voor mensen met verward gedrag.

Inzet overlastwet

Ja. De burgemeester legt per jaar een aantal gebieds-verboden op.

Persoonsgerichte aanpak jeugdnetwerk

Alle leden van de problematische jeugdgroepen zijn in beeld, en hebben een persoonsgerichte aanpak met een netwerkregisseur.

 

Actualisatie

Om te voorkomen dat jongeren op het verkeerde, overlastgevende of criminele, pad terecht komen wordt ingezet op vroegsignalering. Door tijdig te signaleren welke jongeren vatbaar zijn en daarop in te zetten, kan worden voorkomen dat deze jongeren het verkeerde pad kiezen. De vroegsignalering gebeurt binnen het kader van de wijkgerichte aanpak (bijvoorbeeld in Buytenwegh en in Oosterheem). Ook het IPTA-project levert een bijdrage.6

Er is een broertjes-en-zusjes-aanpak waarbij de focus niet alleen ligt op de jongere die in de persoonsgerichte of groepsaanpak zit. Er is tevens aandacht voor de broertjes en zusjes in het gezin. Hierbij wordt gekeken naar wat de invloed van de situatie van de betreffende jongere is op de andere gezinsleden. Deze aanpak is onderdeel van de persoonsgerichte aanpak, uitgevoerd door de netwerkregisseurs.

De politie heeft een speciaal rechercheteam dat zich richt op problematische jongeren. De netwerkregisseurs werken structureel samen met de schoolagenten. Tevens is er contact met de scholen zelf. Halt verzorgt voorlichting op de scholen. De inhoud van de voorlichting wordt (integraal) afgestemd naar trends en behoeften.

De persoonsgerichte aanpak is geïntensiveerd (jeugdgroepleden/HIC’ers/risicojeugd etc.). Af-stemming vindt plaats in het Uitvoeringsoverleg Veiligheid en Zorg. Maatregelen zijn bestuurlijke interventies ten aanzien van herhaalde overlastgevers. Bijvoorbeeld het opleggen van een gebiedsverbod. Ook twee medewerkers van HALT worden ingezet bij de persoonsgerichte aanpak.

Daarnaast is er een ‘Flexibele’ gebiedsgerichte jeugdaanpak (‘hotspotaanpak’/‘wijkgerichte aanpak’). Maatregelen zijn de inzet van de Jeugdmarshall, onder andere voor wat betreft de overlast en de aanpak van de jeugdgroep in Oosterheem, en de inzet van jeugdboa’s. Andere maatregelen zijn bestuurlijke interventies op gebiedsniveau (bijvoorbeeld het afkondigen van een samenscholings-, alcoholnuttigings-, drugs- en/of lachgasverbod), flexibel cameratoezicht en waar mogelijk de plaatsing van jeugdvoorzieningen. Voor Oosterheem is met diverse partners een gebiedsgerichte aanpak ontwikkeld.

Tot slot worden de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie in zijn bestuurlijke nota ‘Veiligheid en zorg – persoonsgerichte aanpak’ (dat betrekking heeft op de jeugd) betrokken bij de aanpak. Onderzocht wordt onder andere of extra effectindicatoren nodig zijn.

 

3.Ondermijning

Doelen en beoogde effecten

Het doel van de aanpak van ondermijning is het in beeld brengen van (vermoedelijke) georganiseerde ondermijnende criminaliteit en dit door middel van een integrale samenwerking met verschillende veiligheidspartners aan te pakken. Een eerste stap in het aanpakken van ondermijning is het creëren van bewustwording zowel binnen de gemeentelijke organisatie als daarbuiten (professionals, ondernemers, etc.). Deze bewustwording wordt gecreëerd door mensen te informeren over het fenomeen ondermijning, hen te laten zien wat mogelijke signalen zijn en waar zij met deze signalen terecht kunnen. Het effect hiervan is dat (vermoedelijke) ondermijning in beeld wordt gebracht, de gemeente samen met de veiligheidspartners aan de slag kan met de signalen en dat de gemeente zelf ook weerbaar wordt tegen ondermijning en niet onbewust ondermijnende activiteiten faciliteert.

 

Realisatie van de inspanningen

INSPANNINGEN

GEREALISEERD

Integrale aanpak illegale hennep

Ja. Per jaar worden diverse illegale hennepkwekerijen opgerold. De eigenaren worden bestuurlijk aangepakt. In het uiterste geval wordt de woning voor een aantal weken/maanden gesloten.

Bibob toepassen

Ja. Gebeurt standaard bij horecavergunningen en omgevingsvergunningen.

Integrale aanpak OMG

Nee. Deze aanpak wordt door het RIEC georganiseerd.

Voorlichting en bewustwording

Ja. Met name aan professionals. Om hen bewust te maken van signalen die wijzen op ondermijning. Deze kunnen zij tijdens hun dagelijks werk tegenkomen. De ondermijningsboa heeft in 2020 ook geïnvesteerd in bewustwording en voorlichting bij ondernemers op bedrijventerreinen.

Samenwerking met het RIEC

Ja. Er is een ondermijningsbeeld ontwikkeld en onderzoek gedaan naar de bestuurlijke weerbaarheid van de gemeente. Daarnaast is het RIEC standaard aangehaakt bij het integrale casusproces.

 

In nauwe samenwerking met politie is een aantal horecabedrijven gesloten. Deze zijn als gevolg hiervan uit de stad verdwenen. Rondom deze bedrijven hebben diverse, soms ernstige, gewelds-incidenten plaatsgevonden.

Per jaar worden diverse illegale hennepkwekerijen opgerold. Vaak worden de woningen waarin die zijn aangetroffen, voor een bepaalde periode gesloten. Ook wordt er jaarlijks een aantal panden gesloten als daarin hard drugs en/of wapens worden aangetroffen.

 

Actualisatie

Het doel van de aanpak van ondermijning is het, voorkomen, signaleren en aanpakken van ondermijnende criminaliteit, door via integrale samenwerking initiatieven te ontplooien die de weerbaarheid van de stad versterken en instrumenten in te zetten om concrete ondermijning aan te pakken.

De eerste stap in het aanpakken van ondermijning is het creëren van een weerbare stad, zodat de aanwas van nieuwe ondermijning zoveel mogelijk wordt voorkomen. Investeren in bewustwording en samenwerking met burgers en ondernemers staat daarbij centraal. Bewustwording wordt gecreëerd door mensen te informeren over het fenomeen ondermijning, hen te laten zien wat mogelijke signalen en risico’s zijn, maar ook waar zij met signalen terecht kunnen.

Voor het aanpakken van concrete ondermijning is een integraal casusproces ontwikkeld. De gemeente werkt hierin samen met interne en externe partners aan beeldvorming en de ontwikkeling en uitvoering van een strategie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van informatieanalyse, toezicht en juridische instrumenten uit bijvoorbeeld de Apv en de Wet Bibob.

Ondermijning is een breed en diepgeworteld probleem. Een goede aanpak vereist daarom focus en prioritering, maar ook flexibiliteit, zodat intensief naar specifieke Zoetermeerse aandachtspunten gekeken kan worden, maar ook ingespeeld kan worden op maatschappelijke ontwikkelingen. Zoetermeer heeft in 2018 een bestedingsvoorstel ingediend om aanspraak te maken op de incidentele middelen die het kabinet vanaf 2019 (vanuit het Ondermijningsfonds) beschikbaar stelde voor de intensivering van de lokale aanpak van ondermijnende criminaliteit.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft eenmalig een subsidie verstrekt voor de gebiedsgerichte aanpak van ondermijnende criminaliteit. De toekenning van deze middelen (voor de periode 2018-2019 en 2019-2021) hebben het mogelijk gemaakt om binnen de aanpak van ondermijnende criminaliteit focus aan te brengen op de thema’s bedrijventerreinen, autobranche en horeca. De ondermijningsboa is hiermee belast.

Daarnaast werd het mogelijk om de aanpak verder te professionaliseren door te investeren in informatieanalyse (de inzet van de informatieanalist), toezicht, processen en samenwerking. Integrale samenwerking bij de aanpak van ondermijning, met de politie, het Openbaar Ministerie, de belastingdienst, het Regionaal Informatie en Expertise Centrum en het Haags Economisch Interventie Team, is van groot belang vanwege de complexiteit van de problematiek.

Intensieve samenwerking met verschillende afdelingen binnen de gemeente (zoals de rechercheurs in het Sociaal Domein en het team BRP) vindt plaats. Ook de wijkcoaches van Kwadraad kunnen ogen en oren zijn als het om het signaleren van ondermijning gaat. De burgemeester krijgt mogelijk de bevoegdheid van de raad om gebieden of branches aan te wijzen waarvoor een vergunningplicht voor ondernemers geldt.

De intensivering van de aanpak van ondermijning en de hierboven genoemde onderdelen lopen tot eind 2021.

Zoetermeer neemt deel aan de pilot ‘voorkomen van criminele carrières’. Deze pilot draagt bij aan de samenwerking voor de aanpak van ondermijning en de aanpak van problematische jeugd en jeugdgroepen. Zoetermeer participeert in dit project om nieuwe interventies te ontwikkelen voor jongeren die dreigen af te glijden naar georganiseerde/ondermijnende criminaliteit.

Inspanningen die worden gepleegd zijn verder het uitvoeren van een communicatiestrategie en een onderzoek naar de mogelijkheid om voor bepaalde branches of wijken een vergunningplicht in te voeren. In samenwerking met team Handhaving en de politie zijn er in 2020 diverse integrale controles van het Digitaal Opkopers Register geweest.7

Sinds de zomer van 2020 vindt een gebiedsgerichte aanpak van bedrijventerreinen plaats. De aanpak zorgt voor meer zicht en grip op bedrijventerreinen. Team handhaving en de politie gaan in gesprek met ondernemers om signalen op te halen en informatie te geven over het herkennen van ondermijning. Daarnaast worden er brieven naar ondernemers verstuurd met informatie over het herkennen van ondermijning. Dit heeft als doel om bedrijventerreinen weerbaarder te maken tegen ondermijning.

Op verschillende manieren is er ingezoomd en geïnvesteerd op bedrijven waar ogenschijnlijk ondermijnende activiteiten plaatsvinden. Een aantal van deze bedrijven is na dit verscherpte toezicht van het bedrijventerrein vertrokken.

Als gevolg van de coronacrisis verkeert een aantal ondernemers in financiële nood. Dat vergroot de kans dat criminelen hun geld via de bedrijven van die ondernemers proberen wit te wassen. Er wordt gemonitord of hierover signalen zijn.

 

4.Extremisme en radicalisering

Doelen en beoogde effecten

Afname van radicalisering in de samenleving. Geen nieuwe vormen van extremisme in de samenleving. Er is geen polarisatie.

 

Realisatie van de inspanningen

INSPANNINGEN

GEREALISEERD

Persoonsgerichte aanpak

Ja.

Aanpak radicalisering

Ja.

 

Actualisatie

De bestaande thema’s, geen nieuwe vormen van extremisme en geen maatschappelijke spanningen, zijn actueler dan ooit. De aanpak wordt onverminderd voortgezet.

De doelstelling met betrekking tot polarisatie is niet langer het volledig uitbannen ervan. Dat is niet realistisch. Het doel van de aanpak van polarisatie is te werken naar het voorkomen van conflicten en spanningen, zodat de open democratische samenleving beschermd wordt tegen angst en verdeeldheid.

Dit gebeurt door in te zetten op het beschermen van (kwetsbare) groepen, de verbinding te zoeken met de lokale samenleving en de dialoog aan te gaan. Waar nodig wordt er ingezet op het tegen gaan van veiligheidsrisico’s.

Recent zijn meerdere vormen van extremisme en activisme prominent in beeld gekomen, zoals anti-maatregelgroeperingen, complotdenkers, etc. Als hierbij sprake is van het ondermijnen van de democratische rechtsorde of van geweld, dan valt dit enerzijds binnen het werkveld van de bestaande aanpak. Anderzijds wordt ingespeeld op actuele ontwikkelingen. De ontwikkeling in de stad worden nauwlettend gevolgd en geanalyseerd via contacten met het netwerk en via sociale media.

 

II Nieuwe aandachtspunten

De volgende aandachtspunten zijn nieuw. Dat wil zeggen: niet of niet zo expliciet in de nota opgenomen.

 

1. Preventie

In de nota is aandacht besteed aan het voorkomen van criminaliteit en overlast. Kortom: aan preventie. In de afgelopen jaren zijn diverse preventieve maatregelen genomen. Voorbeelden daar zijn de volgende.

Bij de aanpak van overlastgevende jongeren en geradicaliseerde personen is sprake van een persoonsgerichte aanpak die diverse preventieve interventiemogelijkheden kent. Er zijn contacten met organisaties, scholen, religieuze instellingen en verenigingen voor bekendheid, deskundigheids-bevordering extremisme bij professionals, positieve activering van jongeren( in het tegengaan van radicalisering), netwerken in de wijken voor het ophalen van signalen (ook bij de schoolwijk-agenten).

Bij de aanpak van radicalisering is veel aandacht voor het vergroten van de maatschappelijke weerbaarheid. Soms is de aanpak gericht op het hele gezin, soms op een deel van een gemeenschap of groep. Door scholing van professionals op vroegsignalering wordt beoogd om erger te voorkomen.

Op wijkniveau is in Oosterheem een preventieproject gestart. Er zijn daar aanvullende maatregelen genomen: cameratoezicht, alcohol-, drugs-, en lachgasverboden, inzet Move On project (gespeciali-seerd ambulant jongerenwerk) en het optimaliseren/herinrichten van jongerenlocatie(s).

Voor de aanpak Buytenwegh is het volgende van toepassing: ambulante rondes door Buurtwerk, inzet van sociale media, inzet van rolmodellen in de wijk, inzet van de combinatiefunctionarissen, aanbieden van sport- en andere activiteiten; de situatie van broertjes en zusjes van jongeren die in de aanpak zitten uitlopen om een risico-inschatting te maken, gerichte inzet van het jongerenwerk en inzet op kennis met betrekking tot (nieuwe) fenomenen.

In geval van een tijdelijk huisverbod wordt per direct de zorg- en hulpverlening opgestart. Voor alle betrokkenen: pleger, slachtoffer en kinderen. Mede om toekomstig geweld te voorkomen. Andere persoonsgerichte interventies in de preventiesfeer zijn de volgende. Inzet als een gedetineerde vrijkomt waar nog zorgen over zijn: planvorming rondom onrust en veiligheid. Er is regie op situaties met personen die problematisch/verward gedrag vertonen en waar veiligheid van de omgeving op dat moment het leidende issue is.

Jaarlijks worden er in samenwerking met partners verschillende preventieve maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat de jaarwisseling zo plezierig en veilig mogelijk verloopt en overlast en schade zoveel mogelijk worden tegengegaan. Denk aan het jongerenfeest en het vuurwerkshow. Ook worden tal van fysieke maatregelen in de openbare ruimte genomen.

Door voorlichting over signalen van ondermijning, kan worden voorkomen dat ondermijnende subjecten zich in Zoetermeer vestigen. Het doel is ondernemers op bedrijventerreinen weerbaar te maken tegen ondermijning. Het uitvoeren van Bibob-beleid heeft een preventieve werking voor malafide praktijken in de horecabranche. Bibob is een soort poortwachter en zorgt ervoor dat malafide horecaondernemers zich niet in de stad kunnen vestigen.

Voor de aanpak van woonoverlast is het volgende van toepassing: in samenwerking met alle partners (bijvoorbeeld: GGZ, Brijder, politie, corporatie) een structureel (stop) gesprek voeren (tonen van één overheids-gezicht waardoor shopgedrag verdwijnt en er een structurele aanpak komt), direct acteren en huisbezoeken inplannen daar waar overlast wordt gemeld in beeld brengen van het totale plaatje rondom en binnen het gezin (inzet begeleiding (WMO) daar waar nodig, financiën, Schuldhulpmaatje, budgetbeheer bewindvoering, SHV), de gehele leefbaarheid wordt meegenomen en direct contact opnemen met de melders.

De hernoeming van het regionaal opererende Veiligheidshuis in het Zorg- en Veiligheidshuis, wijst op een verdere verstrengeling van zorg en veiligheid. Binnen regionale netwerken is er samen-werking met of via bijvoorbeeld Meldpunt Bezorgd en het Zorg- en Veiligheidshuis Haaglanden.

 

Ook inwoners kunnen helpen als het om preventie gaat. Om inbraken te voorkomen is er een aantal jaren een subsidieactie geweest om woningen beter te beveiligen. Daarnaast zijn acties van burgers, onder andere in de WAS-teams en via de buurt-preventieapps, ook gericht op het voorkomen van criminaliteit en overlast.

In de beeldvorming is dit belangrijke thema onderbelicht gebleven. Met deze actualisatie wordt preventie meer zichtbaar. Veel van de hierboven genoemde maatregelen worden voortgezet. Aanvullende (nieuwe) preventieve maatregelen worden daar waar nodig genomen.

Preventie is niet exclusief gekoppeld aan één speerpunt of aan één nieuw aandachtspunt. Bij alle thema’s en casussen wordt nagegaan of en zo ja welke, preventieve middelen zijn in te zetten. Samenwerking en afstemming met zorgpartners (Sociaal Domein) is daarbij cruciaal. De overlastgevende of criminele persoon kan bijvoorbeeld psychische problemen hebben, geen werk of dagbesteding hebben, kampen met een drugsverslaving of in armoede leven.

 

2. Coronacrisis

Naar verwachting houdt de coronacrisis Nederland ook in 2021 nog in zijn greep. De gepleegde inzet door de crisisorganisatie, politie en boa’s wordt onverminderd voortgezet.

 

3. Leefbaarheid in de buurten

In de nota staat primair de veiligheid centraal. Het thema ‘leefbaarheid’ is niet benoemd. Dat verandert. De leefbaarheid wordt een aandachtspunt. Bijzonder is dat de aanpak zich niet primair richt op de stad of een wijk, maar op een buurt. Vaak staat de leefbaarheid in een bepaalde buurt onder druk, niet in een gehele wijk. Het één sluit het ander echter niet uit. Mocht de leefbaarheid in een wijk onder druk staan, dan richt de aanpak zich op die wijk. Dit is in lijn met het nieuwe proces wijkgericht werken.

In eerste instantie gaat het vooral om de aanpak van jeugdoverlast. In buurten in Oosterheem, Buytenwegh en Palenstein zijn maatregelen van kracht (geweest). Maar te denken valt ook aan de opvang van verwarde personen en de aanpak van veroorzakers van woonoverlast. Deze kunnen de leefbaarheid in een buurt behoorlijk verzieken.

 

4. Versterking en intensivering handhaving

Als gevolg van de coronacrisis zijn de boa’s in het brandpunt van de belangstelling komen te staan. Nog nooit is er zoveel landelijke aandacht voor deze beroepsgroep geweest vorig jaar. Terecht. De boa’s worden op steeds meer thema’s ingezet. Zij spelen de belangrijkste rol bij de handhaving van de leefbaarheid in de buurten. Dat is een voortgaand proces. Het aantal boa’s is tijdelijk uitgebreid. Er zijn jeugdboa’s en er is een ondermijningsboa.

In 2021 neemt team Handhaving deel aan de pilot ‘uitrusting met de korte wapenstok’. Deze pilot duurt een jaar. Deze beoogt boa’s een betere bescherming te bieden én draagt bij aan hun verdere professionalisering. Vooralsnog hebben de boa’s de korte wapenstok nog niet hoeven te gebruiken. De goede en hechte samenwerking en afstemming met politie blijven bestaan.

 

5. Aanpak woonoverlast

Dit thema heeft ten tijde van de inzet van de Stadsmarshall in Buytenwegh en Meerzicht veel aandacht gekregen. Daarna is woonoverlast wat onderbelicht gebleven. Dat is veranderd met de tijdelijke komst van de coördinator woonoverlast. De eerste resultaten zijn geboekt. Het huis van een verzamelaar (een zogenaamde ‘hoarder’) is veiliger, schoon- en bewoonbaar gemaakt. De burgemeester heeft voor het eerst gebruik gemaakt van het ‘instrument woonoverlast’. Hij heeft iemand die al jarenlang en structureel woonoverlast veroorzaakt, een formele waarschuwingsbrief gestuurd.

De aanpak wordt de komende tijd verder geïntensiveerd. Er wordt een formeel beleidskader opgesteld en er worden waar mogelijk afspraken met de woningcorporaties gemaakt. Individuele casussen zijn en worden opgepakt.

Woonoverlast is bij uitstek een onderwerp waarbij zorg en veiligheid/de openbare orde elkaar raken. Soms gaat de overlast namelijk gepaard met psychische problemen, drugsverslaving, armoede of schuldenproblematiek. Samenwerking en afstemming met zorgpartners en Meldpunt Bezorgd is daarbij cruciaal.

 

6. Aanpak problematisch gedrag

Er zijn personen met complexe problemen in meerdere levensgebieden, waarbij het risico aanwezig is dat zij zichzelf of andere schade berokkenen. De oorzaken van deze problemen kunnen heel divers zijn, bijvoorbeeld psychische/psychiatrische problemen, huiselijk geweld, verstandelijke beperking, verslaving of dementie. Vaak is er voor politie en justitie (nog) niet voldoende aanleiding om direct in te kunnen grijpen.

Daar waar er vanuit dit gedrag sprake is of kan zijn van strafbare feiten, verstoren van de openbare orde, intimidatie, belediging of gevaar voor derden vindt er vanuit de aanpak problematisch gedrag afstemming plaats met de betrokken ketenpartners, als schakel tussen zorg en veiligheid. Zo nodig vindt er overleg plaats in het Zorg- en Veiligheidshuis.

 

7. Cyberweerbaarheid

Slachtofferschap van cybercriminaliteit en gedigitaliseerde criminaliteit (verder: cybercriminaliteit8) komt steeds vaker voor. Dit is niet alleen een trend die zich landelijk voordoet. Ook in Zoetermeer is een toename van het aantal slachtoffers van cybercriminaliteit. Zoals bijvoorbeeld hacking, phishing, gedigitaliseerde oplichting en afpersing (door ransomware of sextortion), money muling en helpdesk- en whatsappfraude. Met name jongeren, ouderen en ondernemers uit het midden- en klein bedrijf lopen risico om slachtoffer te worden van cybercriminaliteit.

Om ervoor te zorgen dat minder inwoners en bedrijven slachtoffer worden van cybercriminaliteit gaat de gemeente inzetten op het vergroten van de cyberweerbaarheid van inwoners en bedrijven. Voorlichting over dit thema is daarbij een belangrijk middel.

In 2020 heeft de gemeente Zoetermeer zich, samen met elf andere gemeenten aangesloten bij het project Cyberweerbaarheid in samenwerking met de Haagse Hogeschool en Hogeschool Saxion. Een belangrijk onderdeel van het project is het onderzoek Cyberweerbaarheid. Een gemeentelijk offensief ter preventie van slachtofferschap van cybercrime. Het doel van dit onderzoek is het ontwikkelen van interventies die ingezet kunnen worden om de cyberweerbaarheid van inwoners en bedrijven te vergroten.

Afhankelijk van de onderzoeksresultaten wordt onderzocht welke interventies ingezet kunnen worden om de cyberweerbaarheid van de inwoners en bedrijven te vergroten.

Er wordt ingezet op preventie. Het opsporen van cybercriminaliteit wordt door de politie gedaan. Het gemeentebestuur kan (gezien haar taken en bevoegdheden) alleen op het gebied van de preventie een rol spelen in de aanpak van dit probleem; door in te zetten op het vergroten van de cyberweerbaarheid van inwoners en ondernemers.


1

De informatie is afkomstig uit de Omnibusenquêtes.

2

Dit overleg bestaat uit: alle burgemeesters, de hoofdofficier van Justitie en de politiechef.

4

Zie hoofdstuk 1

5

Een ‘hot area’ is een gebied/locatie waar een bepaalde criminele activiteit vaak voorkomt.

6

IPTA staat voor: Integrale Persoonsgerichte Toeleiding naar Arbeid en beoogt kwetsbare jongen in de leeftijd van 16 tot en met 27 jaar aan werk of scholing te helpen.

7

Een bepaalde categorie ondernemers, zoals handelaren in tweedehands goederen, zijn verplicht hun aan- en verkopen in een digitaal register bij te houden. Politie en boa’s controleren dit register.

8

Digitale criminaliteit betreft de ‘normale’ misdrijven, maar dan gepleegd met behulp van het internet. Voorbeelden zijn diefstal en afpersing. Cybercriminaliteit betreft de misdrijven die zuiver en alleen met behulp van internet zijn uit te voeren. Voorbeelden zijn phishing en malware. Deze twee vormen van criminaliteit kunnen in een wereld zonder internet niet plaatsvinden.