Organisatie | Zuid-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland van 13 juli 2021, PZH-2021-779624190, houdende regels omtrent het verstrekken van subsidie voor woonvormen senioren (Subsidieregeling Woonvormen senioren Zuid-Holland) |
Citeertitel | Subsidieregeling Woonvormen senioren Zuid-Holland |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt op 1 januari 2024.
Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-01-2023 | 01-01-2023 | artikel 4 | 13-12-2022 | PZH-2022-821271535 | |
31-07-2021 | 14-01-2023 | nieuwe regeling | 13-07-2021 | PZH-2021-779624190 |
In deze regeling wordt verstaan onder:
huurwoning voor middenhuur: huurwoning met een aanvangshuurprijs van ten minste het bedrag, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag, of, indien er voor een geliberaliseerde woning voor middenhuur als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel j, van het Besluit ruimtelijke ordening in de gemeentelijke verordening ten hoogste een aanvangshuurprijs is bepaald die lager is dan € 1.000,00, ten hoogste dat bedrag. De in de vorige zin bedoelde bovengrens van
In afwijking van artikel 26, eerste lid, van de Asv kan een aanvraag voor subsidies als bedoeld in artikel 2 worden ingediend van 16 januari tot en met 1 december.
Onverminderd de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 2 geweigerd indien:
voor de te bouwen huurwoningen door de aanvrager reeds subsidie is aangevraagd op grond van de Subsidieregeling knelpuntenpot sociale huur en middenhuur Zuid-Holland, de Subsidieregeling spreiding sociale woningbouw regio Rotterdam Zuid-Holland, de Subsidieregeling sociale woningbouw regio Holland Rijnland Zuid-Holland of de Subsidieregeling sociale woningbouw regio Haaglanden Zuid-Holland;
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Den Haag, 13 juli 2021,
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
drs. H.M.M. Koek, secretaris
drs. J. Smit, voorzitter
Het aantal ouderen neemt sterk toe en daarmee de vraag naar woningen voor senioren. Onder ouderen neemt het aantal eenpersoonshuishoudens toe en daarmee eenzaamheid nu het aantal mantelzorgers verhoudingsgewijs afneemt. Het is daarom belangrijk dat er voldoende woonvormen komen gericht op senioren. Woonvormen waar senioren prettig lang zelfstandig kunnen wonen met een mogelijkheid om gezamenlijk binnen- of buitenactiviteiten te kunnen ontplooien. Dit laatste maakt een plan vaak financieel niet dekkend. Met een subsidie kunnen geplande projecten met een centrale ontmoetingsruimte en een financieel tekort versneld worden uitgevoerd en wordt dit type projecten gestimuleerd. Bovendien laat deze groep (betaalbare) woningen achter in de bestaande voorraad die geschikt zijn voor de grote vraag vanuit starters en gezinnen.
Deze provinciale subsidieregeling staat open voor alle gemeenten in de provincie Zuid-Holland. De gemeente kan ervoor kiezen om de subsidie door te sluizen naar de corporatie, maar blijft wel verantwoordelijk voor de prestatie en afrekening van de subsidie.
Bij de start van deze subsidieregeling is in 2021 een subsidieplafond vastgesteld van € 1,5 miljoen en dit wordt verdeeld op basis van het principe wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Indien er opnieuw in 2022 een subsidieplafond wordt vastgesteld, wordt dit voorafgaand aan de openstellingsperiode bekend gemaakt.
De in de regeling gebruikte begrippen worden hierin omschreven ter voorkoming van misverstanden of verschil in interpretatie.
Het Programma ruimte Omgevingsbeleid Zuid-Holland is vastgesteld door Provinciale Staten van Zuid-Holland op 9 juli 2014 (Staatscourant 2014, 21322) en gewijzigd bij besluiten van 16 december 2015 (Staatscourant 2016, 4970), 29 juni 2016 (Staatscourant 2016, 37091), 14 december 2016 (Staatscourant 2017, 1320), 20 december 2017 (Staatscourant 2018, 2767), 30 mei 2018 (Staatscourant 2014, 36428), 15 januari 2019 (Staatscourant 2019, 8872)).
De centrale inpandige ontmoetingsruimte kan gebruikt worden voor activiteiten zoals gezamenlijk koken, koffiedrinken, muziek maken, film kijken, vergaderingen en vieringen. De centrale uitpandige ontmoetingsruimte kan bestaan uit bijvoorbeeld een tuin, moestuin of binnenhof.
Artikel 2 Subsidiabele activiteiten en prestatie en Artikel 3 Doelgroep
Gekozen is voor de gemeenten als aanvragende partij. Gemeenten kunnen met de subsidie het bouwen van zelfstandige huur- en koopwoningen voor senioren stimuleren en hebben keuze op welke manier zij dit willen doen. Het woningbouwproject voor de te bouwen woningen voor senioren hoeft niet op gemeentelijke grond te liggen. Wel moet rekening worden gehouden met de Europese staatssteunregels.
Een zelfstandige woning is een woning met eigen toegang en eigen keuken en toilet. Heeft de bewoner geen eigen toegang of deelt hij/zij de keuken of toilet met de bewoners van andere woningen/kamers, dan is het een onzelfstandige woning. Voorbeelden van zelfstandige woningen zijn: eengezinswoningen (vrijstaande woningen, hoekwoningen en tussenwoningen), appartementen, portiekwoningen, maisonnettes en galerijflats. Voorbeelden van onzelfstandige woningen zijn: kamers in studentenhuizen en hospitakamers (kamer in huis van hoofdbewoner).
De aanvraagperiode wordt op 15 september 2021 opengesteld. Dat is later dan de formele inwerkingtreding van de regeling. De gemeenten kunnen zich gedurende die periode voorbereiden op hun aanvraag, die op basis van het principe "wie het eerst komt, het eerst maalt'' zal worden behandeld. Of de regeling opnieuw in 2022 wordt opengesteld is afhankelijk van nieuw budget.
Aangezien het niet wenselijk is dat provinciale subsidies voor dezelfde woningen worden gestapeld, komen woningen waarvoor subsidie is gevraagd op grond van de Subsidieregeling knelpuntenpot sociale huur en middenhuur Zuid-Holland, de Subsidieregeling spreiding sociale woningbouw regio Rotterdam Zuid-Holland, de Subsidieregeling sociale woningbouw regio Holland Rijnland Zuid-Holland en de Subsidieregeling sociale woningbouw regio Haaglanden Zuid-Holland niet voor subsidie in aanmerking. Een gemeente die voor te bouwen huurwoningen voor meerdere provinciale regelingen in aanmerking kan komen, zal zelf een keuze moeten maken voor welke regeling een aanvraag wordt ingediend.
Op grond van onderdeel c. zijn ook tijdelijke woningen (’flexwoningen’) uitgesloten van subsidie. Dit betekent dat woningen die vanwege hun constructie of gelet op het planologisch regime slechts tijdelijk geëxploiteerd mogen worden, niet voor subsidie in aanmerking komen. Hierbij is het niet van belang welke contractsvormen voor eventuele toekomstige huurders gehanteerd zullen worden. Huurwoningen die zullen worden verhuurd met een tijdelijk contract van bijvoorbeeld 5 jaar, komen voor subsidie in aanmerking, mits de woningen zelf zijn gebouwd voor onbepaalde tijd.
Onderdeel a: Om voor subsidie in aanmerking te komen moet de aanvrager in het projectplan aannemelijk maken dat de bouw van de eerste te subsidiëren kan starten binnen 3 jaar na het verlenen van de subsidie. Met de start bouw wordt het slaan van de eerste paal bedoeld. De woningen moeten geschikt zijn voor de doelgroep senioren (leeftijdsgroep van 55 jaar en ouder). In het projectplan dient omschreven te worden hoe er voor gezorgd wordt dat deze doelgroep voor deze woningen in aanmerking komt.
Onderdeel b: De woningen moeten geschikt zijn om prettig en gezond oud te worden. Daarom is als eis opgenomen dat de te bouwen woningen voor senioren minimaal voldoen aan de vereisten die het kenniscentrum Bouw Advies Toegankelijkheid heeft opgesteld voor woningen waarin de bewoner met een loophulpmiddel (rollator) gebruik kan maken van alle primaire leefruimten. In het projectplan dient aangegeven te worden hoe aan deze eis voldaan wordt.
Onderdeel c en d: Voor subsidie komen in aanmerking sociale huurwoningen (huur tot € 752,33 per maand (prijspeil 2021), huurwoningen in het middensegment, de zogenaamde middenhuur (huurprijs van € 752,33 tot € 1.000 per maand (prijspeil 2021)) en koopwoningen met een vrij op naam prijs van ten hoogste € 255.000,00. De maximale koopprijs is het gevolg van grenzen die daarvoor zijn opgenomen in het provinciale omgevingsbeleid en gaan uit van wat mensen kunnen kopen op basis van hun inkomen.
Onderdeel e: De te bouwen woningen geschikt voor senioren maken deel uit van één woningbouwproject dat wordt gerealiseerd binnen bestaand stads- en dorpsgebied of op een 3 hectare locatie. Dit is niet alleen uitgaand van het vigerende omgevingsbeleid van de Provincie Zuid-Holland, het is ook wenselijk dat de woningen in bestaand stads- en dorpsgebied liggen om zo de afstand tot voorzieningen en openbaar vervoer niet te groot te maken.
Het woningbouwproject dient verder te voldoen aan de geldende beleidsmatige kaders voor ruimtelijke ordening en wonen van de Provincie Zuid-Holland. Zoals gebruikelijk in het proces van ruimtelijke plannen ligt de verantwoordelijkheid bij de gemeente om aan te geven of de locatie van het woningbouwproject in overeenstemming is met de instructieregels van de Omgevingsverordening Zuid-Holland en daarmee uitvoerbaar is. Bij twijfel is het raadzaam om dit van tevoren met de provincie te overleggen.
Onderdeel f: Het project waarin de gesubsidieerde woningen zich bevinden moet een centrale ontmoetingsruimte hebben. Uit onderzoek blijkt dat veel senioren behoefte hebben aan nabuurschap en contact met elkaar. Projecten met een laagdrempelige mogelijkheid tot ontmoeten dragen hieraan bij. Bij voorkeur heeft een project een centrale inpandige ontmoetingsruimte, denk aan een woonkamer, een keuken waar samen gekookt en gegeten kan worden of een ruimte waar muziek gemaakt of andere activiteiten kunnen worden ontplooid. In ieder geval heeft het project een centrale buitenruimte waar bewoners elkaar kunnen ontmoeten, denk aan een gezamenlijke tuin met ruimte voor een praatje of een gezamenlijk moestuin. In het projectplan dient aangegeven te worden waar de centrale inpandige ontmoetingsruimte dan wel centrale uitpandige ontmoetingsruimte zich bevindt in het project, hoeveel bewoners er gebruik van kunnen maken en hoe het beheer van de centrale ontmoetingsruimte wordt geregeld.
Onderdeel g en h: De te bouwen sociale huurwoningen blijven minimaal 20 jaar na realisatie in het huursegment van sociale huurwoningen. De te bouwen huurwoningen voor middenhuur blijven minimaal 15 jaar na realisatie in het huursegment van huurwoningen voor middenhuur.
Aanvragen worden ingediend door middel van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier. Dit formulier dient compleet te worden ingevuld en te worden voorzien van de aangegeven bijlagen. Niet kan worden volstaan met verwijzing naar stukken.
Als datum van ontvangst geldt de datum waarop de aanvraag volledig is. Indien een aanvraag onvolledig is en de aanvrager op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gelegenheid is gesteld zijn aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag volledig is. Aanvulling van de aanvraag leidt dus tot een latere datum van ontvangst, wat zou kunnen leiden tot weigering van de aanvraag indien het subsidieplafond dan al is bereikt.
Een aanvraag op grond van deze regeling is volledig, wanneer het aanvraagformulier volledig ingevuld en met de in het aanvraagformulier genoemde bijlagen is ontvangen.
Indien het subsidieplafond zou worden overschreden voor aanvragen die op dezelfde dag zijn ingediend wordt voorrang gegeven aan projecten met een centrale inpandige ontmoetingsruimte. Indien ook verlening aan projecten met een centrale inpandige ontmoetingsruimte zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond wordt er geloot tussen deze aanvragen. Indien er nog ruimte overblijft in het subsidieplafond nadat voorrang is gegeven aan aanvragen met een centrale inpandige ontmoetingsruimte (of deze er niet zijn) wordt geloot tussen de aanvragen die niet beschikken over een centrale inpandige ontmoetingsruimte.
Artikel 9 Prestatieverantwoording
Omdat de regeling uitgaat van een vast bedrag voor de te subsidiëren woningen kan voor de vaststelling van de subsidie een kostenverantwoording achterwege blijven. Bij subsidiebedragen hoger dan € 125.000,00 is daarom geen financieel verslag of accountantsverslag vereist (tweede lid). Wel moet, ongeacht het verleende subsidiebedrag, in een activiteitenverslag de stand van zaken rond de start bouw onderbouwd worden aangegeven, bij voorkeur ondersteund door beeldmateriaal.
Dit artikel is opgenomen om te voorkomen dat de regeling oneindig in werking blijft. Bij het vervallen van de regeling behoudt deze wel zijn werking voor aanvragen die zijn ingediend voor deze datum. De regeling behoudt hiermee ook zijn werking ten aanzien van aanvragen waarop al een besluit is genomen. Bijvoorbeeld een verlenings- of vaststellingsbesluit, maar ook een besluit om subsidie te weigeren.