Organisatie | Bodegraven-Reeuwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk houdende regels voor participatie en inspraak bij de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van gemeentelijk beleid en voor het uitdaagrecht voor ingezetenen en maatschappelijke initiatieven (Participatieverordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2021) |
Citeertitel | Participatieverordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Participatie, inspraak |
Externe bijlagen | Leidraad Participatie Overzicht Dorps- en wijkteams |
Geen
artikel 150 van de Gemeentewet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-06-2024 | art. 3, art. 11a, art. 11b, art. 11c, art. 12 | 22-05-2024 | |||
22-07-2021 | 13-06-2024 | Nieuwe regeling | 14-07-2021 |
De raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;
gelezen het voorstel van de Tijdelijke Raadscommissie Participatieverordening;
gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Participatieverordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2021
Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen
Artikel 1. Onderwerp verordening
Deze verordening regelt de betrokkenheid van bewoners bij de ontwikkeling – mede omvattend de voorbereiding, uitvoering en evaluatie - van gemeentelijk beleid en de rol van het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad in deze processen. Deze verordening is daarnaast van toepassing op de manier waarop de gemeente reageert of ondersteuning biedt aan initiatieven van inwoners, maatschappelijke organisaties, of andere betrokkenen.
In deze verordening wordt verstaan onder:
inspraak: een door of namens een bestuursorgaan georganiseerde gelegenheid voor inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden om hun mening over beleidsvoornemens te geven en daarover toelichting te geven en van gedachten te wisselen voorafgaand aan de definitieve besluitvorming door de gemeenteraad, of door het college van burgemeester en wethouders of door de burgemeester;
inwonerparticipatie: het op initiatief van de gemeente betrekken van inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden bij de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van beleid, projecten en programma’s. Inwonerparticipatie kan de vorm aannemen van informeren, raadplegen, adviseren, coproduceren en meebeslissen;
participatie: het betrekken van inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van gemeentelijk beleid of gemeentelijke plannen, alsmede (het door de gemeente ondersteunen van) publieksinitiatieven van inwoners, bedrijven en andere belanghebbenden met impact op de lokale samenleving;
Artikel 3. Doelstelling en reikwijdte
Inwonerparticipatie en/of inspraak wordt in beginsel toegepast wanneer het te verwachten is dat er belanghebbenden zijn die in aanzienlijke mate geraakt zullen worden door het betreffende beleid, ofwel wanneer te verwachten is dat betrokken bewoners of experts over relevante ervaringskennis of inzichten beschikken die bruikbaar zijn bij de ontwikkeling van het beleid.
Hoofdstuk 2. Inwonerparticipatie
Artikel 5. Besluitvorming participatieproces
Het bestuursorgaan kan na afloop van het participatieproces in uitzonderlijke gevallen van de op grond van het eerste lid gemaakte keuze afwijken, bijvoorbeeld omdat het participatietraject sterk uiteenlopende visies opleverde, omdat betrokken belangen onvoldoende zijn meegewogen of omdat de participatie leidde tot nieuwe ideeën en inzichten die op gespannen voet staan met de vooraf gestelde kaders. De afwijking van de uit hoofde van het eerste lid gemaakte keuze wordt expliciet gemotiveerd en gecommuniceerd aan de deelnemers aan het participatietraject.
Artikel 6. Eindverslag participatieproces
Hoofdstuk 4. Overheidsparticipatie
Artikel 8. Toepassen overheidsparticipatie
Overheidsparticipatie wordt toegepast indien naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders het publieksinitiatief past binnen de kaders van het gemeentelijk beleid en bijdraagt aan de doelstellingen van het gemeentelijk beleid, en/of anderszins een positieve maatschappelijke bijdrage levert aan de lokale samenleving.
Artikel 9. Toepassen uitdaagrecht
Indien het voorstel wordt overgenomen, voorziet het bestuursorgaan de indiener van gepaste ondersteuning. De gemaakte afspraken over o.a. de taken, het resultaat, het budget en de looptijd worden vastgelegd in een overeenkomst. Daarin kunnen ook zaken als rechtspersoonlijkheid en aansprakelijkheid worden vastgelegd.
Artikel 10. Behandeling in de raad
De besluiten van het college van burgemeester en wethouders ten aanzien van honorering, gedeeltelijke honorering of afwijzing van publieksinitiatieven als bedoeld in artikel 8 (Overheidsparticipatie) of artikel 9 (Uitdaagrecht) worden binnen 60 dagen na toezending aan de gemeenteraad in een openbare raadsvergadering besproken.
Indien de gemeenteraad de toegezonden publieksinitiatieven inhoudelijk wil behandelen, zal de voorzitter van de raad de initiatiefnemers schriftelijk uitnodigen voor de vergadering waarvoor het publieksinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De initiatiefnemers hebben tijdens deze vergadering de gelegenheid om het initiatief mondeling toe te lichten en eventuele vragen uit de raad te beantwoorden. De voorzitter van de raad kan een of meer initiatiefnemers of de vertegenwoordiger toestemming geven om deel te nemen aan de beraadslaging in de raad over het initiatief.
Het college van burgemeester en wethouders stelt de initiatiefnemers binnen twee weken na de datum van de raadsvergadering waarin besluitvorming over het publieksinitiatief heeft plaatsgevonden schriftelijk in kennis van het besluit dat de raad heeft genomen. Indien de raad geheel of gedeeltelijk afwijkt van het publieksinitiatief noemt het college van burgemeester en wethouders de redenen daarvoor.
Indien de raad geheel of gedeeltelijk overeenkomstig het publieksinitiatief besluit, overlegt het college van burgemeester en wethouders binnen twee weken na de raadsvergadering waarin de besluitvorming over het publieksinitiatief heeft plaatsgevonden met de initiatiefnemers over de verdere uitvoering van het besluit.
Artikel 11a. Dorps- en wijkdemocratie
Artikel 11b. Participatie dorps- en wijkteams
De dorps- en wijkteams worden tenminste betrokken indien het beleid van de gemeente betrekking heeft op:
Artikel 11c. Intentieverklaring
De dorps- en wijkteams sluiten met de gemeente een intentieverklaring waarin nadere afspraken tussen beide partijen staan. De intentieverklaring is opgenomen in de bijlagen bij deze verordening.
Artikel 12. Participatie bij omgevingsvergunningen
Het college van burgemeester en wethouders stelt een leidraad vast waarin wordt aangegeven welke vormen van participatie kunnen worden toegepast in daarbij aangewezen gevallen.
Hoofdstuk 9. Evaluatie en monitoring
Artikel 13. Evaluatie en monitoring
Ten behoeve van de evaluatie verzamelt het college van burgemeester en wethouders systematisch informatie over de wijze waarop participatieprocessen zijn georganiseerd, het aantal betrokken bewoners, de rolinvulling door raad en college, het resultaat van de participatie, de belangrijkste ervaringen en geleerde lessen en de werking van deze verordening.
Hoofdstuk 10. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 14. Intrekken oude verordening
De Inspraakverordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2011 wordt ingetrokken.
Op inspraakprocedures die voortvloeien uit besluiten genomen voor de inwerkingtreding van deze verordening, blijven de bepalingen van de in artikel 14 genoemde verordening van toepassing.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.
Deze verordening wordt aangehaald als: Participatieverordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2021.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk, gehouden op 14 juli 2021.
Deze inspraakprocedure is een uitwerking van artikel 7, derde lid, van de verordening. De opzet is om inspraak zo laagdrempelig mogelijk te maken voor inwoners en belanghebbenden. Daaraan wordt tegemoet gekomen door geen restricties aan te brengen in de onderwerpen waarover kan worden ingesproken mits het gaat over een onderwerp dat gemeentelijk beleid raakt.
Insprekers kunnen zich tot uiterlijk 36 uur vóór aanvang van de inspraakbijeenkomst aanmelden via de gemeentelijke griffie. Het moment van aanmelding wordt door de griffie genoteerd.
Inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven.
Beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.
Belanghebbende: de (rechts)persoon die door (het ontbreken van) beleid of besluitvorming van de raad in zijn belang wordt geraakt.
Een inspreker wordt vooraf geïnformeerd over de inspraakprocedure en eventueel door de griffie gewezen op andere, wellicht meer geschikte manieren om het onderwerp onder de aandacht van de raad te brengen.
Onderwerp van de inspraakprocedure
De voorzitter van de raad besluit of toegestemd wordt met de inspraak. In principe volgt altijd toestemming tenzij het een onderwerp betreft waarover de raad niet bevoegd is beleid te wijzigen of te vormen of wanneer er sprake is van herhaling (ne bis in idem). De raad wordt geïnformeerd over de afwijzing en de motivering daarvan.
Inspraak wordt verleend aan inwoners en/of belanghebbenden.
Wanneer meer insprekers hetzelfde gezichtspunt naar voren willen brengen, wordt het aantal insprekers gemaximeerd op drie in overleg met de griffie.
Wanneer een inspreker (mede) namens anderen inspreekt, dient een lijst te worden overlegd met naam, adres en handtekening(en).
Locatie van de inspraakbijeenkomst
De inspraakbijeenkomst vindt plaats in zo laagdrempelig mogelijke setting, zoals de trouwzaal van het gemeentehuis. Bij voorkeur vindt de bijeenkomst bij toerbeurt in één van de kernen van Bodegraven-Reeuwijk plaats, mits de kosten van het opnemen en uitzenden van de bijeenkomst beperkt blijven.
Deelnemers van een inspraakbijeenkomst
Naast een voorzitter, notulist en inspreker(s) wordt iedere raadsfractie in principe door één raads- of commissielid vertegenwoordigd bij een inspraakonderwerp, zodat een gesprek tussen de inspreker(s) en de afvaardiging van de raad wordt bevorderd. Een raadsfractie kan per onderwerp kiezen welk raads- of commissielid achter de tafel plaatsneemt. De wethouder(s) die het inspraakonderwerp in portefeuille heeft/hebben, is/zijn in principe als toehoorder aanwezig.
De inspreker krijgt ongeveer vijf minuten de tijd om in te spreken, waarna er ruimte is om het gesprek aan te gaan met de raads- en/of commissieleden. Daarvoor wordt ongeveer tien minuten uitgetrokken. Bij meer insprekers over hetzelfde onderwerp kan de voorzitter besluiten het gesprek aan te gaan nadát alle insprekers hebben gesproken. Het is aan de voorzitter dit gesprek binnen een ordentelijke periode af te ronden.
De reacties/vragen van de raads- of commissieleden kunnen betrekking hebben op verheldering of het voornemen het onderwerp te agenderen voor een commissie- of raadsvergadering. Er worden geen toezeggingen gedaan over de inhoud van de inspraak.
Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een verslag.
Het bestuursorgaan maakt het verslag op de gebruikelijke wijze openbaar. Indien het bestuursorgaan een besluit heeft genomen over het thema waarover ingesproken is, worden de insprekers over dit besluit geïnformeerd.
Bijlage als bedoeld in artikel 11c
Intentieverklaring samenwerking dorps- en wijkteams Bodegraven-Reeuwijk
1) Doel van deze intentieverklaring
De gemeente overlegt structureel met een aantal mensen per dorp of wijk die een sterke binding met de lokale samenleving hebben en weten wat er speelt. De overleggen met deze dorps- en wijkteams zijn heel waardevol.
De basis voor onze samenwerking is altijd onze gedeelde passie voor de lokale gemeenschap en haar leefomgeving.
We delen de ambities en kaders waarin we samenwerken met elkaar. Dit is waar dorpsvisies en bestuursakkoorden elkaar ontmoeten en de (verwachte) impact van plannen op dagelijkse realiteit in een vroeg stadium met elkaar gedeeld worden.
In de loop van de tijd zijn er verschillen ontstaan in de mate waarin en manieren waarop de samenwerking per dorp plaatsvindt. Op zich is dat niet erg, maar ook in de onderlinge verwachtingen en zelfs de laagdrempeligheid die we willen borgen om elkaar te benaderen zijn verschillen ontstaan en we willen die drempels wegnemen. Dit leidt tot de behoefte een aantal werkafspraken te maken welke hieronder zijn uitgewerkt.
2) Uitgangspunten en verantwoordelijkheden
Een dorps- of wijkteam geeft vanuit haar deskundigheid gevraagd en ongevraagd advies. Per situatie wordt er vooraf besproken hoe er met dit advies omgegaan zal worden en wat de gemeente met de informatie zal doen. Dit is bedoeld om de verwachtingen naar elkaar toe direct duidelijk te maken. Ook indien de gemeente een advies niet overneemt wordt dit met elkaar besproken.
Meldingen met betrekking tot reguliere onderhoudstaken worden opgelost via het meldpunt woonomgeving van de gemeente. De dorps- en wijkteams hoeven zich daar niet mee bezig te houden, tenzij er een structurele verandering nodig is om de leefbaarheid te bevorderen of tenzij er een melding zonder opgaaf van redenen niet opgepakt wordt door de gemeente.
Het gemeentebestuur en de gemeenteraad werken vanuit een eigen verantwoordelijkheid om besluiten te nemen en daarbij zo goed mogelijk geïnformeerd te zijn, o.a. via het overleg met de dorps- en wijkteams.De dorps- en wijkteams accepteren op hun beurt dat de gemeente moet handelen vanuit het algemeen belang, haar opgelegde taken en wet- en regelgeving; wat er toe kan leiden dat een dorps- of wijkteam het ergens niet mee eens is. Hierover zal de gemeente de teams beargumenteerd informeren.
Het werken met de dorps- en wijkteams is een belangrijke vorm van participatie maar niet de enige. In het kader van bijvoorbeeld beleidsvraagstukken of projecten zal de gemeente ook andere vormen van participatie hanteren, zoals die onder andere zijn vastgelegd in de door de gemeenteraad vastgestelde participatieverordening.
3) Samenstelling en werkwijze van de dorps- en wijkteams
Het team communiceert haar activiteiten via www.dorpenwijk.nl. De gemeente ondersteunt het beheer van deze site.
Inhoudelijk wordt er rechtstreeks afgestemd tussen het dorps-/wijkteam en de ambtelijk specialisten. De gemeente verstrekt minimaal twee keer per jaar een overzichtslijst van de projecten in het gebied met de naam en contactgegevens en het aandachtsgebied van de behandelend ambtenaren. Op basis van deze lijst kan het dorps-/wijkteam bij vragen over een project direct contact zoeken met de behandelend ambtenaar. De contactpersoon bij het team bestuursondersteuning wordt op de hoogte gehouden van deze directe contacten, bijvoorbeeld door een cc van de mailcorrespondentie.
Gemeente en de voorzitters van de dorps-en wijkteams bespreken gezamenlijk (minimaal) 1x per jaar de resultaten en samenwerking van het afgelopen kalenderjaar en de ontwikkeling van het dorps- en wijkgericht werken in zijn algemeenheid tijdens het zogenoemde voorzittersoverleg. Op basis hiervan maken de gemeente en de dorps- en wijkteams afspraken voor eventuele verdere verbetering of aanpassing van de werkwijze.