Organisatie | Bloemendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal 2021 |
Citeertitel | Beleidsregels voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlagen | Zone 1 Zone 2 Zone 3 Zone 4 Zone 5 Zone 6 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-07-2021 | 16-07-2021 | Nieuwe regeling | 13-07-2021 | 2021002173 |
De raad heeft op 25 juli 2014 de “Verordening voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal 2015” vastgesteld, welke in werking is getreden op 1 juni 2017 (2014052849).
Naar aanleiding van de wens van de gemeenteraad om het beleid voor toewijzing van ligplaatsen te herzien opdat alleen inwoners van de gemeente Bloemendaal voor een ligplaats in aanmerking komen, is de Verordening aangepast. De raad heeft op 7 juli 2021 de “Verordening voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal 2021” vastgesteld, welke in werking is getreden op 16 juli 2021.
Ingevolge artikel 4 lid 5, artikel 5 lid 4 en artikel 20 van de “Verordening voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal 2021” kan het college nadere regels stellen, die worden gegeven in onderhavige beleidsregels. Deze treden in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant. Per gelijke datum worden de Uitvoeringsregels voor vaartuigen en ligplaatsen ingetrokken.
De beleidsregels hebben betrekking op het innemen van een ligplaats door vaartuigen in openbaar water binnen de gemeente. Deze regels zijn niet van toepassing op de provinciale vaarwegen, woonboten en het aanmeren van een vaartuig aan eigen grond.
Op gemeentelijk niveau kunnen regels opgesteld worden ten aanzien van het gebruik van water. De gemeente heeft hieraan uitwerking gegeven door middel van een verordening. Op grond van de “Verordening voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal 2021” (hierna: de Verordening) is het verboden om een ligplaats in te nemen buiten de door het College van B&W aangewezen gedeelten van het openbaar water in de gemeente. In de aangewezen gedeelten dient men in het bezit te zijn van een ligplaatsvergunning of -huurovereenkomst. Het innemen van een ligplaats aan eigen grond is op basis van de verordening niet vergunning plichtig. Particuliere eigenaren mogen uiteraard hun vaartuigen aanleggen in hun eigen water en aan of op hun eigen berm.
Op grond van deze verordening is het toegestaan om met een vergunning of huurovereenkomst een ligplaats in te nemen.
In de gemeente zijn zes zones aangewezen (zie Bijlage II):
Voor zone 1 t/m 5 geldt een vergunningstelsel. Voor zone 6 wordt een huurovereenkomst gesloten.
Op grond van deze verordening is het verboden om een ligplaats in te nemen buiten de door het College van B&W aangewezen gedeelten van openbaar water, deze zones zijn op kaarten als bijlage gevoegd.
Een belangrijk aspect voor de regulering van het innemen van ligplaatsen voor vaartuigen betreft de verlening van een vergunning dan wel het aangaan van een huurovereenkomst. Met de ligplaatsenvergunning of -huurovereenkomst biedt de gemeente een voorziening aan (een ligplaats). Met een vergunning of -ligplaats kan ook worden achterhaald van wie het vaartuig is. Dit is van belang om de precario of huur te kunnen innen. Uitsluitend ingezetenen/inwoners van de gemeente Bloemendaal die in het bezit zijn van een vaartuig komen in aanmerking voor een ligplaats.
De vergunning of huurovereenkomst is persoons- en ligplaatsgebonden. Dit houdt in dat de vergunning of huurovereenkomst niet over kan gaan op een andere persoon of op een andere ligplaats. Met andere woorden: de gemeente wijst één bepaalde ligplaats aan voor één bepaalde persoon. De kenmerken van het vaartuig (zoals o.a. afmetingen) worden in de vergunning/huurovereenkomst vermeld.
Het is noodzakelijk om voor iedere ligplaats bij te houden welke persoon daarbij hoort. Iedere ligplaats heeft een nummer dat correspondeert met een nummer op het vaartuig. Voor de toezichthouder betekent dit systeem een dubbele check: allereerst moet gecontroleerd worden of het vaartuig een vergunning dan wel huurovereenkomst heeft, en ten tweede moet worden gecontroleerd of het vaartuig op de juiste ligplaats is aangelegd.
2.2. Ligplaatsen aan particuliere grond
Ligplaatsen aan particuliere grond vallen buiten de Verordening en deze Beleidsregels. Het college beslist uiteindelijk over de ligplaatsen. Het uitgangspunt is dat eigenaren van een perceel/tuin aan openbaar water geen ligplaats hoeven aan te vragen. Zolang de lengte van de boten gezamenlijk niet meer is dan de breedte van het eigen perceel, kunnen meerdere boten worden aangemeerd.
2.3. Verantwoordelijkheid aanlegvoorzieningen
De gemeente biedt een voorziening aan: een ligplaats. De gemeente zorgt voor een aanlegvoorziening waaraan het vaartuig kan worden bevestigd en is verantwoordelijk voor het onderhoud. Mocht de eigenaar van een perceel dat grenst aan het water (die geen vergunning of huurovereenkomst behoeft) een steiger of aanlegplaats willen bouwen, dan moet hij zelf zorgdragen voor de benodigde (omgevings-)vergunning(-en).
2.5. Overgangsrecht en toelichting wijziging Verordening en Beleidsregels
In de gemeente Bloemendaal bestaat een schaarste aan ligplaatsen. De omvang van de aanvragen voor ligplaatsen overtreft het aantal ligplaatsen dat beschikbaar is.
Schaarse vergunningen kunnen in beginsel niet voor onbepaalde tijd worden verleend, onder de oude Verordening gebeurde dit wel. De ligplaatsen kwamen op grond van de oude Verordening niet met enige regelmaat voor mededinging beschikbaar, nu er weinig sprake was van doorstroming omdat mensen van buiten de gemeente ook in aanmerking kwamen voor een ligplaats.
Om de mededinging naar schaarse ligplaatsen te vergroten, is er voor gekozen in de nieuwe Verordening om de ligplaatsen voor bepaalde tijd te verlenen – voor de duur dat de ligplaatshouder in de gemeente woonachtig is - en deze enkel nog aan inwoners van de gemeente Bloemendaal toe te kennen.
De belangen van alle huidige ligplaatshouders en de potentiële gegadigden (ook van burgers buiten Bloemendaal) zijn hierbij in aanmerking genomen. Overwegingen die hierbij een rol hebben gespeeld zijn dat inwoners en niet-inwoners geen gelijke gevallen betreffen, omdat inwoners van Bloemendaal (indirect) financieel bijdragen aan het onderhoud van het openbare water en de walkant en niet-inwoners niet bijdragen. Daarbij is ook in overweging genomen dat de inwoners van Bloemendaal ook niet in aanmerking komen voor een ligplaats in één van de omliggende gemeenten, zoals Haarlem (waar ook uitsluitend inwoners worden toegelaten) of Heemstede (waar per ligplaatslocatie op de wachtlijst een voorrangsregeling geldt voor bewoners van bepaalde aangrenzende wijken), en daardoor uitsluitend zijn aangewezen op ligplaatsen binnen hun eigen gemeente.
Er geldt een overgangsrecht tot 31 december 2022 voor de huidige ligplaatshouders die woonachtig zijn buiten de gemeente Bloemendaal, zodat aan hen voldoende tijd gegund wordt om een andere ligplaats voor hun vaartuig te zoeken. De bestaande vergunningen dan wel huurovereenkomsten komen per genoemde datum te vervallen.
De Verordening geeft het college de bevoegdheid om nadere regels te stellen. Dit heeft geleid tot de hierna volgende Beleidsregels voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal.
Als bijlage bij deze Beleidsregels is het handhavingsbeleid gevoegd dat het college heeft vastgesteld teneinde de naleving van de verordening en de Beleidsregels te waarborgen.
De door het college van burgemeester en wethouders aangewezen zones voor ligplaatsen zijn op kaarten weergegeven die als bijlagen bij deze Beleidsregels zijn gevoegd.
Beleidsregels voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal 2021
Per aanvrager/adres wordt maximaal één ligplaats toegestaan. Indien de ligplaatshouder komt te overlijden of gaat verhuizen buiten de gemeente Bloemendaal, kan de vergunning/huurovereenkomst op naam van een van de (voormalig) gezinsleden - die woonachtig en ingeschreven zijn op hetzelfde het adres - worden gesteld na een schriftelijk verzoek bij de Gemeente daartoe binnen 2 maanden na overlijden of verhuizing. Dit verzoek wordt niet op onredelijke gronden geweigerd;
Op de wachtlijst worden uitsluitend in de BRP geregistreerde inwoners van de gemeente Bloemendaal geplaatst. Deze aanvragers op de wachtlijst worden bij de eerst volgende beschikbare ligplaats naar volgorde van datum binnenkomst aanvraag benaderd; tenzij het gaat om zone 4 die uitsluitend aan direct omwonenden worden toegekend;
6. Weigeringsgronden ligplaatsvergunning
De gemeente kan een aanvraag voor een ligplaats afwijzen indien het vaartuig een afwijkende verschijningsvorm heeft in kleur, vorm of onderhoud, ter voorkoming van verstoring van het aanzien van de oever en/of de omgeving. Dit wordt beoordeeld aan de hand van de foto en alvorens op deze grond af te wijzen wordt de Welstandscommissie hierover geconsulteerd.
8. Voorschriften (gebruik) vaartuig/innemen ligplaats
In het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente kan het college nadere regels stellen aan het innemen, of hebben van een ligplaats. Ingevolge artikel 4 lid 5 van de Verordening zijn onderstaande regels van toepassing verklaard op het innemen van een ligplaats in openbaar water;
Het vaartuig moet parallel langs de bermen worden aangelegd/afgemeerd, tenzij de ligplaatsen als zodanig zijn gebouwd door de gemeente. Dit om het beeld van een brede vaarweg met een sterke lengtewerking niet te verstoren. Dit is mede wenselijk vanwege het minimaal vastgesteld doorvaartprofiel door de Provincie Noord-Holland en historische zichtlijnen en het onderhouden van de bermen;
Het is zonder een daartoe verleende vergunning/huurovereenkomst niet toegestaan in openbaar water herstelwerk- of sloopwerkzaamheden aan het vaartuig te verrichten, of te laten verrichten, danwel een vaartuig te bouwen of verbouwen. De ligplaatshouder heeft geen vergunning nodig voor werkzaamheden aan de binnenzijde van het vaartuig of voor noodreparaties;
Bijlage I Handhavingsbeleid voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal
Het geldende kader voor het innemen van een ligplaats in de gemeente Bloemendaal wordt geboden door de Verordening voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal en de daarop gebaseerde Beleidsregels. Om de naleving daarvan te waarborgen, heeft het college dit handhavingsbeleid vastgesteld.
Met de handhaving van illegaal ingenomen ligplaatsen zijn de toezichthouders en gemeentelijke opsporingsambtenaren in samenwerking met juridisch medewerkers belast. Het toepassen van bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten door de gemeente is een van de middelen om het ligplaatsenbeleid te effectueren.
Primair zal bestuursrechtelijk worden gehandhaafd - door middel van het opleggen van een last onder dwangsom - als met een vaartuig een ligplaats wordt ingenomen zonder een vergunning of huurovereenkomst, of indien de ligplaatshouder in strijd handelt met een van de verboden uit de Verordening.
Als de eigenaar/bezitter van de boot bekend is, dan wordt de last onder dwangsom per post naar de eigenaar gestuurd. Is de eigenaar niet bekend, dan wordt de last onder dwangsom bekend gemaakt door een sticker op de boot te plakken. Ook wordt dit in de lokale kranten en gemeentelijke website bekend gemaakt als de eigenaar/bezitter onbekend is. Er wordt een begunstigingstermijn van twee weken gehanteerd. Binnen deze termijn moet de eigenaar/bezitter de boot zelf verwijderen. Als de boot niet binnen deze termijn is verwijderd, dan zal de gemeente door het toepassen van bestuursdwang de boot verwijderen. De gemeente zal het vaartuig dan laten wegslepen om deze elders op te slaan. Na 13 weken wordt het vaartuig vernietigd indien de eigenaar het vaartuig niet heeft opgehaald.
1. Aanwijzing bevoegde ambtenaren en opsporingsambtenaren
In artikel 14 van de Verordening worden de toezichthouders genoemd. Dit zijn de bijzondere opsporingsambtenaren die zijn aangewezen in het Aanwijzingsbesluit toezichthoudende en handhavende ambtenaren voor vaartuigen en ligplaatsen 2021. De basis voor toezichthoudende bevoegdheid wordt gevonden in hoofdstuk 5 van de Awb. In dit hoofdstuk zijn algemene regels gegeven voor de bestuursrechtelijke handhaving van algemeen geldende rechtsregels en individueel geldende voorschriften. Afdeling 1 van dit hoofdstuk geeft de regels voor het toezicht.
Op basis van artikel 142 lid 1 sub c van het Wetboek van Strafvordering hebben personen die bij de Verordening zijn belast met het toezicht op de naleving van de Verordening, een en ander voor zover het die feiten betreft en die personen zijn beëdigd, bijzondere opsporingsbevoegdheid. De aanwijzing als toezichthouder in de Verordening is de grondslag voor de aanwijzing als buitengewoon opsporingsambtenaar. Met het toezicht op naleving van het bepaalde bij of krachtens deze Verordening zijn dus zowel toezichthouders in de zin van de Awb bevoegd, als buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) in de zin van het Wetboek van Strafrecht.
Met betrekking tot de handhaving van illegaal ingenomen ligplaatsen is het handhavingsbeleid VTH van toepassing (zoals opgenomen in het Uitvoeringsbeleid VTH omgevingsrecht, gepubliceerd op 31 maart 2020 in de Staatscourant). Het toezicht vindt uiting in zowel willekeurige en vaste controlemomenten. In het vaarseizoen, te weten van 1 april tot 1 oktober vindt tenminste drie keer een controleronde plaats, zodat er actief kan worden opgetreden. In het overige half jaar vindt tenminste één keer een controleronde plaats.
De daartoe bevoegde ambtenaar controleert of het vaartuig een vergunning heeft en of het vaartuig op de juiste plaats is aangelegd. Hierbij wordt tevens gecontroleerd of de precario/huur is betaald.
Na een controleronde, tussentijdse constatering of melding van een illegale situatie wordt door de daartoe bevoegde ambtenaar een formulier ingevuld, dat de basis vormt voor een handhavingsdossier. Op basis van dit formulier wordt een waarschuwing opgesteld.
Indien wordt geconstateerd dat met een vaartuig een ligplaats wordt ingenomen waarvoor de eigenaar/bezitter niet in het bezit is van een vergunning of huurovereenkomst, wordt een waarschuwing op schrift afgegeven. In deze waarschuwing staat:
Indien de eigenaar/bezitter van het vaartuig bekend is, wordt de waarschuwing per post gestuurd. Is deze niet bekend, dan wordt de waarschuwing bekend gemaakt door de waarschuwing op de boot te plakken. Tevens wordt dit in de lokale kranten en op de gemeentelijke website bekend gemaakt.
2.3. Herstelsanctie/Aankondiging en zienswijzen
In de aankondiging krijgt de overtreder een termijn van twee weken om het illegaal innemen van een ligplaats alsnog te beëindigen door het vaartuig te verwijderen. Als het vaartuig niet binnen deze termijn is verwijderd, zal de gemeente een dwangsom opleggen, die iedere twee weken dat het vaartuig niet is verwijderd zal worden verhoogd. De last onder dwangsom wordt na een periode van 6 weken opgevolgd door de sanctie bestuursdwang. Dit betekent dat de gemeente door middel van het toepassen van bestuursdwang het vaartuig kan verwijderen. Voorafgaand aan het opleggen van deze lastgevingen met sancties krijgt de overtreder de gelegenheid om zijn zienswijze in te dienen, conform 4:8 Awb.
2.4. Herstelsactie/Opleggen en begunstigingstermijn
Bij de oplegging van de last onder dwangsom, krijgt de eigenaar van het vaartuig een begunstigingstermijn van twee weken om de overtreding te beëindigen. Het college beslist over de sanctie op basis van het handhavingsdossier. De lastgeving vermeldt concreet wat de overtreder moet doen om de illegale situatie ongedaan te maken. Tegen de beschikking kan de eigenaar bezwaar maken, maar dit heeft geen schorsende werking. De overtreder kan dus tijdens het voortraject de overtreding opheffen of anders tijdens de begunstigingstermijn. Na afloop van de begunstigingstermijn wordt de sanctie geeffectueerd.
Als na verloop van de begunstigingstermijn uit het bevindingenrapport van de daartoe bevoegde ambtenaar blijkt dat de eigenaar het vaartuig niet heeft verwijderd, zal het vaartuig door de gemeente worden verwijderd:
Het aantal controles wordt bepaald door het aantal ligplaatsen. Deze controle is altijd integraal. Elke ligplaatshouder kan erop rekenen dat controle plaatsvindt als de ligplaats verleend is. Bij vaartuiggericht toezicht is de controle vooral inventariserend bedoeld. De ligplaatshouder krijgt een termijn om de gebreken op te heffen en er volgt een hercontrole. Bij controle op de vergunningen en huurovereenkomsten ligt de nadruk op corrigerend optreden. Indien de ligplaatshouder geen gehoor geeft aan de termijn kan een last onder dwangsom worden opgelegd.
3.1. Handhaving intrekkingsgronden ligplaats
De in artikel 8 van de Verordening genoemde intrekkings- of weigeringsgronden hebben een facultatief karakter. Als de eigenaar van een vaartuig de voorwaarden van de ligplaats niet naleeft, dan is intrekking van de vergunning of beëindiging van de huurovereenkomst een mogelijke bestuurlijke maatregel. Het hangt van de omstandigheden af of er tot intrekking wordt overgegaan. Het zal niet bij iedere overtreding proportioneel zijn om direct tot intrekking van de ligplaats over te gaan. Dit is afhankelijk van de aard en de ernst van de overtreding en de vraag of er sprake is van recidive.
Bij constatering van een overtreding, maakt de daartoe bevoegde ambtenaar een constateringsrapport op. Indien het college op basis hiervan overweegt om de vergunning in te trekken of de huurovereenkomst te beëindigen, dient het de belanghebbenden in de gelegenheid te stellen hun bedenkingen in te dienen als wordt voldaan aan de vereisten van artikel 4:8 Awb. Bij lichtere overtredingen, ontvangt de overtreder eerst een waarschuwing. Daarin wordt aangegeven dat constatering van deze of een vergelijkbare overtreding binnen één jaar na de eerste constatering tot intrekking dan wel beëindiging van de ligplaats kan leiden.
Factoren die worden meegewogen bij de te nemen beslissing zijn:
3.2. Handhaving in geval van gebrekkig of voldoende onderhoud
In geval van gebrekkig of onvoldoende onderhoud van een vaartuig kan het college ingrijpen om te voorkomen dat het aanzien van de gemeente wordt aangetast. Bij gebrekkig of onvoldoende onderhoud moet onder andere gedacht worden aan niet lekvrije en niet waterdichte, verwaarloosde en/of beschadigde vaartuigen. Onbeheerde vaartuigen of wrakken in openbaar water worden nadat deze zijn aangeplakt met een waarschuwing (voor rekening van de eigenaar) weggehaald. Het college kan onder meer met de toepassing van bestuursdwang besluiten zulke vaartuigen te verwijderen. Ook niet legaal aangebrachte steigers in openbaar water zullen (voor rekening van de eigenaar) worden verwijderd.