Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rheden

Beleidsregels inzake handhavend optreden tegen fout en/of gevaarlijk gestalde (brom)fietsen, weesfietsen en fietswrakken

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRheden
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels inzake handhavend optreden tegen fout en/of gevaarlijk gestalde (brom)fietsen, weesfietsen en fietswrakken
CiteertitelBeleidsregels inzake handhavend optreden tegen fout en/of gevaarlijk gestalde (brom)fietsen, weesfietsen en fietswrakken
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpgeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994
  2. artikel 170 van de Wegenverkeerswet 1994
  3. artikel 125 van de Gemeentewet
  4. artikel 5:21 van de Algemene wet bestuursrecht
  5. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR42155/11
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-07-2021Nieuwe regeling

09-07-2021

gmb-2021-237120

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels inzake handhavend optreden tegen fout en/of gevaarlijk gestalde (brom)fietsen, weesfietsen en fietswrakken

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;

overwegende dat:

  • -

    het college op grond van artikel 5:12, lid 1 Algemene Plaatselijke Verordening Rheden (APV) gebieden heeft aangewezen waarin het -in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, dan wel ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid- verboden is om fietsen of bromfietsen buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan;

  • -

    het college op grond van artikel 5:12, lid 2 APV gebieden heeft aangewezen waarin het verboden is om fietsen of bromfietsen langer dan een door het college vastgestelde periode onafgebroken te laten staan;

  • -

    het op grond van artikel 5:12, lid 3 APV verboden is om fietsen of bromfietsen, die rijtechnisch in onvoldoende staat en in een verwaarloosde toestand verkeren, op de weg te laten staan;

  • -

    het op grond van artikel 5 Wegenverkeerswet 1994 (WVW) verboden is om gevaar op de weg te veroorzaken of het verkeer op de weg te hinderen;

  • -

    het noodzakelijk is dat tegen de overtredingen van de hiervoor genoemde verboden door en namens het college handhavend wordt opgetreden;

  • -

    het college op grond van artikel 125 Gemeentewet (Gemw) en artikel 5:21 Algemene wet bestuursrecht (Awb) de bevoegdheid heeft om een last onder bestuursdwang op te leggen tot handhaving van regels, die door het gemeentebestuur worden uitgevoerd;

  • -

    het college op grond van artikel 170 WVW met een last onder bestuursdwang voertuigen kan verwijderen en in bewaring stellen, indien dit noodzakelijk is in verband met:

    • a

      het belang van de veiligheid op de weg; of

    • b

      het belang van de vrijheid van het verkeer; of

    • c

      het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen;

  • -

    een last onder bestuursdwang wordt bekendgemaakt aan de overtreder, maar dat het (vrijwel) onmogelijk is om de eigenaar of gebruiker van een fout en/of gevaarlijk gestalde (brom)fiets, weesfiets of fietswrak (direct) te achterhalen;

  • -

    het college door middel van beleidsregels, als bedoeld in artikel 4:81 Awb, duidelijkheid wil verschaffen omtrent de wijze waarop de bevoegdheid tot handhaving wordt uitgevoerd;

gelet op het bepaalde in artikel 5:12 APV, de artikelen 5 en 170 WVW, artikel 125 Gemw, artikel 4:81 Awb en de artikelen 5:21 t/m 5:31c Awb;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de ‘Beleidsregels inzake handhavend optreden tegen fout en/of gevaarlijk gestalde (brom)fietsen, weesfietsen en fietswrakken

Artikel 1 Begripsomschrijvingen/afkortingen

In deze beleidsregels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Besluit: een schriftelijke beslissing van het college, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.

  • b.

    Beschikking: een concreet en individueel (persoonsgericht) besluit van het college.

  • c.

    Beleidsregels: door het college vastgestelde algemene regels, waarin nadere uitleg wordt gegeven over de belangenafweging, de vaststelling van feiten en de toepassing van wettelijke voorschriften bij de uitoefening van de handhavingsbevoegdheid door het college ten aanzien van het fietsparkeren.

  • d.

    College: het college van burgemeester en wethouders van Rheden.

  • e.

    APV: Algemene Plaatselijke Verordening Rheden.

  • f.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

  • g.

    Gemw: Gemeentewet.

  • h.

    WVW: Wegenverkeerswet 1994.

  • i.

    Fiets: een fiets, al dan niet met trapondersteuning, als bedoeld in artikel 1, lid 1 sub ea WVW, of een bromfiets als bedoeld in artikel 1, lid 1 sub e WVW.

  • j.

    Fietsstallingsgebied: het gebied dat het college heeft aangewezen, waar het verboden is om fietsen buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan, en/of waar het verboden is om fietsen langer dan 21 dagen onafgebroken te laten staan.

  • k.

    Foutgeparkeerde fietsen: fietsen die onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen staan in een door het college aangewezen fietsstallingsgebied.

  • l.

    Weesfietsen: fietsen die langer dan 21 dagen onafgebroken geparkeerd staan in een door het college aangewezen fietsstallingsgebied.

  • m.

    Fietswrakken: fietsen die rijtechnisch in onvoldoende staat en in een verwaarloosde toestand verkeren.

  • n.

    Gevaarlijk geparkeerde fietsen: fietsen die zo geparkeerd staan dat ze gevaar opleveren. Van gevaar is in elk geval sprake indien een fiets geparkeerd staat voor een (nood)uitgang, brandkraan of op een blindengeleidestrook, of als een fiets de doorgang voor hulpdiensten belemmert.

  • o.

    Last onder bestuursdwang: een door of namens het college opgelegde last om een overtreding te herstellen (herstelsanctie); indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd door de overtreder kan het college door feitelijk handelen de overtreding ongedaan maken op kosten van de overtreder.

  • p.

    Bekendmaking last onder bestuursdwang: aangezien de last (bestuursdwangbesluit) veelal niet aan de overtreder kan worden uitgereikt, geschiedt de bekendmaking van het besluit op een andere geschikte wijze, en wel in de vorm van het bevestigen van een sticker of label aan de fiets.

  • q.

    Begunstigingstermijn: de termijn die de overtreder heeft om aan de opgelegde last onder bestuursdwang gevolg te geven.

  • r.

    Spoedeisende bestuursdwang: het toepassen van bestuursdwang zonder voorafgaande last in een situatie die dermate spoedeisend is dat een besluit niet kan worden afgewacht.

  • s.

    Fietsendepot: opslagplaats voor de fietsen die door de gemeente uit de openbare ruimte zijn verwijderd. Het fietsendepot is gevestigd op de gemeentewerf, Biljoen 8 te Velp.

  • t.

    Bewaartermijn: de tijdsperiode dat een verwijderde fiets op grond van artikel 5:30 Awb moet worden bewaard, zijnde 2 tot 13 weken afhankelijk van de waarde van de fiets.

  • u.

    Eigenaar/rechthebbende van de fiets: degene die de fiets met een meegebrachte fietssleutel kan openen of met een nota, aankoopbewijs, framecertificaat, graveercode en/of beschrijving kan aantonen dat het gaat om zijn of haar fiets.

  • v.

    Toezichthouder: een door het college gemandateerde medewerker van team Buurtbeheer of team Omgevingsrecht en Veiligheid of een Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA).

Artikel 2 Aankondiging verbodsbepalingen in aangewezen gebieden

  • 1.

    In de door het college aangewezen fietsstallingsgebieden, krachtens artikel 5:12, lid 1 en lid 2 APV, is het verboden om:

    • a.

      fietsen buiten de daarvoor bestemde voorzieningen te laten staan;

    • b.

      fietsen langer dan 21 dagen onafgebroken te laten staan.

  • 2.

    Daarnaast is het, op grond van artikel 5:12, lid 3 APV, overal in de gemeente Rheden verboden om fietsen, die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een verwaarloosde toestand verkeren, op de weg te laten staan.

  • 3.

    Voorts is het op grond van artikel 5 WVW verboden om fietsen zodanig te parkeren dat dit gevaarlijke en/of hinderlijke situaties oplevert.

  • 4.

    Om het publiek in de aangewezen fietsstallingsgebieden te informeren over de geldende regels en de gevolgen bij overtreding daarvan, zijn er aankondigingsborden geplaatst op duidelijk zichtbare plaatsen.

  • 5.

    De aankondigingsborden bevatten de volgende informatie:

    'Op grond van artikel 5:12 APV Rheden is het verboden:

    • a.

      (Brom)fietsen buiten de fietsenstallingen te parkeren;

    • b.

      (Brom)fietsen langer dan 21 dagen onafgebroken te parkeren;

    • c.

      Fietswrakken achter te laten in de openbare ruimte.

  • Fout gestalde (brom)fietsen worden verwijderd.

  • Voor informatie: (026) 49 76 911 of www.rheden.nl'.

Artikel 3 Vaststelling van overtreding van de APV of WVW

  • 1.

    De toezichthouder is bevoegd om vast te stellen of een fiets al dan niet geparkeerd staat volgens de geldende parkeerregels.

  • 2.

    Gelet op de situering en het uiterlijk van de fiets, kan direct worden geconstateerd of dit een foutgeparkeerde fiets, een fietswrak of een gevaarlijk geparkeerde fiets is.

  • 3.

    Om te kunnen vaststellen dat een fiets de maximale parkeertermijn van 21 dagen heeft overschreden en dus als weesfiets kan worden aangemerkt, zal bijvoorbeeld eerst een label bevestigd worden aan een spaak en vast deel van de fiets. Wanneer het label na de maximale termijn nog intact is, betekent dit dat er een overtreding is geconstateerd.

Artikel 4 Aanzeggen van bestuursdwang (door opmaken van een beschikking)

  • 1.

    Bij een geconstateerde overtreding, waarbij er sprake kan zijn van een foutgeparkeerde fiets, een weesfiets, een fietswrak of een gevaarlijk geparkeerde fiets, is de toezichthouder bevoegd om bestuursdwang aan te zeggen en ook feitelijk toe te passen, op grond van het bepaalde in artikel 5:21 Awb.

  • 2.

    Het besluit tot het aanzeggen van bestuursdwang wordt genomen door het opmaken van een beschikking. De last onder bestuursdwang omschrijft de te nemen herstelmaatregel en vermeldt de termijn waarbinnen die maatregel moet worden uitgevoerd, als bedoeld in artikel 5:24, lid 1 en 2 Awb.

  • 3.

    De last onder bestuursdwang (besluit) kan in de praktijk veelal niet rechtstreeks aan de overtreder c.q. eigenaar/rechthebbende van de fiets worden uitgereikt, als bedoeld in artikel 5:24, lid 3 en artikel 3:41, lid 1 Awb. Daarom geschiedt de bekendmaking van het besluit op een andere geschikte wijze (artikel 3:41, lid 2 Awb), en wel door het bevestigen van de beschikking in de vorm van een sticker of label aan de fiets.

  • 4.

    In geval van een gevaarlijk geparkeerde fiets wordt, gelet op de spoedeisendheid hierbij, direct (zonder voorafgaande last) tot toepassing van bestuursdwang ex artikel 5:31 Awb overgegaan. Het besluit wordt zo spoedig mogelijk daarna alsnog bekendgemaakt.

  • 5.

    Zowel bij de reguliere bestuursdwang als de spoedeisende bestuursdwang wordt de beschikking uitgereikt aan de eigenaar/rechthebbende van de fiets wanneer de fiets wordt opgehaald bij het fietsendepot.

  • 6.

    In de beschikking wordt in ieder geval opgenomen:

    • a.

      registratienummer;

    • b.

      het overtreden wettelijk voorschrift;

    • c.

      datum, tijdstip en locatie van geconstateerde overtreding;

    • d.

      de last om overtreding ongedaan te maken;

    • e.

      de begunstigingstermijn;

    • f.

      de verwijdering van de fiets door gemeente op kosten van overtreder;

    • g.

      telefoonnummer en website voor informatie;

    • h.

      mogelijkheid om bezwaar bij college in te dienen, conform artikel 6:4 Awb;

    • i.

      datum van beschikking;

    • j.

      ondertekening.

Artikel 5 Bieden van gelegenheid tot herstel overtreding (begunstigingstermijn)

  • 1.

    In het besluit tot opleggen van een last onder bestuursdwang wordt aan de overtreder een begunstigingstermijn geboden om de overtreding te herstellen, zoals bedoeld in artikel 5:24, lid 2 Awb. Dit houdt in dat de overtreder de gelegenheid heeft om de fiets zelf weg te halen voordat deze fiets door de gemeente wordt verwijderd.

  • 2.

    De duur van de begunstigingstermijn is afhankelijk van het type overtreding van de parkeerregels:

    • a.

      voor foutgeparkeerde fietsen is de termijn gesteld op 3 uur;

    • b.

      voor weesfietsen is de termijn gesteld op 48 uur;

    • c.

      voor fietswrakken is de termijn gesteld op 48 uur;

    • d.

      voor gevaarlijk geparkeerde fietsen is er geen begunstigingstermijn; dat wil zeggen dat deze fietsen direct na constatering worden verwijderd.

Artikel 6 Het feitelijk toepassen van bestuursdwang (het verwijderen van de fiets)

  • 1.

    Indien de onrechtmatig geparkeerde fiets niet binnen de begunstigingstermijn door de eigenaar/rechthebbende is weggehaald of wanneer er sprake is van een gevaarlijk geparkeerde fiets, wordt de fiets -inclusief bijbehorende beschikking, (ketting)slot en eventueel aangetroffen goederen- meegevoerd en opgeslagen, als bedoeld in artikel 5:29, lid 1 Awb.

  • 2.

    Alvorens tot verwijdering van de fiets wordt overgegaan, worden er een foto van de fiets (met daarop zichtbaar het registratienummer van beschikking) en een overzichtsfoto gemaakt, waaruit blijkt dat de fiets verkeerd, gevaarlijk of te lang geparkeerd heeft gestaan of dat het een fietswrak betreft.

  • 3.

    De verwijdering van de fiets vindt op een zodanige wijze plaats dat zo weinig mogelijk schade aan de fiets wordt veroorzaakt.

  • 4.

    Eventuele schade bij het verwijderen van de fiets, zoals een opengebroken slot of ketting, komen voor rekening van de eigenaar/rechthebbende van de fiets.

  • 5.

    De toezichthouder moet herkenbaar zijn als medewerker van de gemeente Rheden tijdens het uitvoeren van deze taak.

Artikel 7 Proces-verbaal/registratie van meegevoerde en opgeslagen fiets

  • 1.

    Van het meevoeren en opslaan van de fiets wordt proces-verbaal opgemaakt, als bedoeld in artikel 5:29, lid 2 Awb.

  • 2.

    Het registratie- en bewaarsysteem moet dusdanig zijn ingericht dat de fietsen aan de rechtmatige eigenaren kunnen worden teruggegeven. Het in te vullen inschrijvingsformulier van de verwijderde fiets bevat onder meer het volgende:

    • a.

      registratienummer;

    • b.

      datum, tijdstip en locatie van geconstateerde overtreding c.q. bestuursdwangbesluit;

    • c.

      het overtreden wettelijk voorschrift;

    • d.

      datum, tijdstip en locatie van verwijdering;

    • e.

      merk, type, soort, kleur, framenummer/graveercode;

    • f.

      staat van onderhoud;

    • g.

      bij de fiets aangetroffen goederen;

    • h.

      eventuele schade aan de fiets door verwijdering, zoals doorknippen (ketting)slot;

    • i.

      eventuele bijzonderheden.

  • 3.

    De fietsen worden gecontroleerd op diefstal aan de hand van het diefstalregister van de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Als blijkt dat de fiets gestolen is, wordt de politie hierover ingelicht, die contact kan opnemen met de rechtmatige eigenaar.

  • 4.

    In goede staat verkerende fietsen worden gemeld op ‘I-lost’; dat is een zoekmachine voor gevonden voorwerpen.

Artikel 8 Opslag/bewaartermijn van verwijderde fiets

  • 1.

    De verwijderde fietsen worden opgeslagen in het fietsendepot, dat is gevestigd op de gemeentewerf, Biljoen 8 te Velp.

  • 2.

    De fietsen worden in beginsel 13 weken bewaard. Deze termijn volgt uit artikel 5:30, lid 1 Awb, waarin is aangegeven dat een bestuursorgaan -13 weken na de uitvoering van bestuursdwang- de meegevoerde en opgeslagen zaken mag verkopen als deze zaken niet kunnen worden teruggegeven.

  • 3.

    Conform het bepaalde in artikel 5:30, lid 2 Awb mag de termijn van 13 weken worden ingekort, ingeval de kosten van het meevoeren en opslaan van de fiets, in verhouding tot de waarde van de fiets, onevenredig hoog worden.

  • 4.

    Ongeacht de waarde van de fiets moet deze fiets minimaal 2 weken bewaard worden, gelet op het bepaalde in artikel 5:30, lid 3 Awb. Deze minimale termijn geldt voor fietswrakken.

Artikel 9 Teruggave van verwijderde fiets/kostenverhaal

  • 1.

    Een nog (binnen de 13-weken termijn) opgeslagen fiets wordt tegen betaling van de kosten, die zijn verbonden aan het afvoeren en bewaren van de fiets, teruggegeven aan de eigenaar/rechthebbende die zich heeft gemeld.

  • 2.

    Als eigenaar/rechthebbende van een fiets wordt beschouwd diegene die redelijkerwijs aannemelijk kan maken dat de fiets tot zijn/haar eigendom of bezit behoort. Deze persoon kan de fiets met een meegebrachte fietssleutel openen of deze persoon kan met een nota, aankoopbewijs, framecertificaat, graveercode en/of beschrijving aantonen dat het gaat om zijn of haar fiets.

  • 3.

    De eigenaar/rechthebbende kan de fiets alleen op afspraak ophalen bij het fietsendepot. Een afspraak wordt gemaakt via het algemene telefoonnummer van de gemeente Rheden: (026) 49 76 911. Meer informatie over de verwijdering, opslag en teruggave van fietsen is te vinden op www.rheden.nl.

  • 4.

    De persoon die een fiets komt ophalen moet een geldig legitimatiebewijs laten zien en moet daarnaast dus kunnen aantonen dat hij of zij de eigenaar/rechthebbende is.

  • 5.

    Conform artikel 5:25, lid 1 Awb geschiedt de toepassing van bestuursdwang op kosten van de overtreder. De kosten worden in rekening gebracht op het moment dat de fiets wordt opgehaald door de eigenaar/rechthebbende.

  • 6.

    Het college heeft op grond van artikel 5:29, lid 4 Awb de bevoegdheid om de meegevoerde en opgeslagen fiets vast te houden totdat de verschuldigde kosten betaald zijn.

Artikel 10 Uitreiking beschikking/bezwaarmogelijkheid

  • 1.

    Op het moment dat de opgeslagen fiets bij het fietsendepot wordt opgehaald door de alsdan vastgestelde eigenaar/rechthebbende, wordt het concrete besluit tot aanzeggen van bestuursdwang (beschikking) uitgereikt.

  • 2.

    Binnen 6 weken na de dag waarop het besluit is bekendgemaakt, in de vorm van het bevestigen van de beschikking aan de in de openbare ruimte gestalde fiets, heeft de belanghebbende de mogelijkheid om een bezwaarschrift bij het college in te dienen.

  • 3.

    Indien de bezwaartermijn van 6 weken bij het uitreiken van de beschikking reeds is verstreken, wordt gelet op vaste jurisprudentie de termijnoverschrijding verschoonbaar geacht, als de belanghebbende zijn bezwaren kenbaar maakt binnen 2 weken nadat hij van het bestaan van het besluit op de hoogte is geraakt of had kunnen raken.

Artikel 11 Verkopen /om niet overdragen/vernietigen van de niet opgehaalde fiets

  • 1.

    Indien de meegevoerde en opgeslagen fiets niet binnen 13 weken na dag van verwijdering kan worden teruggeven, kan het college de fiets verkopen, gelet op artikel 5:30, lid 1 Awb.

  • 2.

    Het college heeft op grond van artikel 5:30, lid 5 Awb ook de mogelijkheid om de fiets om niet aan een derde in eigendom over te dragen of te laten vernietigen.

  • 3.

    Na het verstrijken van de bewaartermijn van 13 weken worden de niet opgehaalde fietsen, waarvan is vastgesteld dat deze niet zijn gestolen, bij voorkeur geschonken aan het Werkactiveringsproject Doorslag I te Dieren.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: 'Beleidsregels inzake handhavend optreden tegen fout en/of gevaarlijk gestalde (brom)fietsen, weesfietsen en fietswrakken'.

 

Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 9 juli 2021.

De Steeg, 9 juli 2021

Burgemeester en wethouders voornoemd,

burgemeester.

secretaris.