Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
- a.
- b.
college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sluis;
- c.
inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval in het inkomen als gevolg van de coronacrisis;
- d.
aanvrager: een huishouden woonachtig op één adres (alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwden/samenwonenden), dat voldoet aan artikel 11 van de Participatiewet.
- e.
Inkomen: Onder Inkomen wordt verstaan:
- •
- •
inkomen uit zelfstandige werkzaamheden;
- •
inkomen uit een uitkering;
- •
- •
inkomen uit partner- en/of kinderalimentatie.
- f.
beschikbare geldmiddelen: geldmiddelen waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken. Onder beschikbare geldmiddelen wordt verstaan:
- •
- •
geld op betaal- en spaarrekeningen;
- •
cryptovaluta (zoals bitcoins);
- •
de waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot).
Artikel 2 Doelgroep TONK
Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de aanvrager:
- •
die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken heeft met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in het (gezins) inkomen, en;
- •
die daardoor de noodzakelijke woonlasten niet meer kan voldoen.
Artikel 3 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten
- 1.
Het college kan een tegemoetkoming TONK verstrekken aan de aanvrager die te maken heeft met een inkomensterugval, waardoor de betaling van de maandelijkse woonkosten niet mogelijk is uit de beschikbare geldmiddelen.
- 2.
Geen recht op een tegemoetkoming bestaat voor de aanvrager die in januari 2021 minder dan 25% inkomensterugval had in vergelijking met januari 2020.
- 3.
De ‘nota bijzondere bijstand en Minimabeleid gemeente Sluis 2020‘ is niet van toepassing op de aanvragen tegemoetkoming TONK.
Artikel 4 Noodzakelijke kosten
De tegemoetkoming TONK heeft betrekking op de volgende noodzakelijke bruto woonkosten (van de koop- of huurwoning):
- a.
- b.
hypotheek (rente en aflossing), en
- c.
kosten van elektriciteit, gas en water.
Artikel 5 Aanvraag
- 1.
Aanvrager overlegt bij de aanvraag de benodigde bewijsstukken betreffende:
- a.
Het inkomen van de aanvrager in januari 2020 en januari 2021;
- b.
Bewijsstukken van de saldi van alle beschikbare geldmiddelen van de aanvrager op het moment van aanvraag, en
- c.
Bewijsstukken van de hoogte van de maandelijkse huur, hypotheek (rente/aflossing) en de maandelijkse uitgaven aan elektriciteit, gas en water op het moment van aanvraag.
- 2.
Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend tot 1 oktober 2021.
- 3.
Er kan slechts één keer per aanvrager een tegemoetkoming TONK worden aangevraagd.
Artikel 6 Terugwerkende kracht
Een tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht worden toegekend vanaf 1 januari 2021.
Artikel 7 Duur
De tegemoetkoming wordt verstrekt voor maximaal de maanden januari 2021 tot en met september 2021.
Artikel 8 Maximale hoogte tegemoetkoming
De tegemoetkoming TONK bedraagt maximaal € 4.800 (€ 800 per kalendermaand) per aanvrager.
Artikel 9 Uitsluitingsgronden
- 1.
Als de beschikbare geldmiddelen op het moment van aanvraag in totaal meer bedragen dan € 30.000 is er geen recht op een tegemoetkoming TONK.
- 2.
De tegemoetkoming TONK wordt niet verstrekt indien noodzakelijke bruto woonkosten, in de zin van artikel 4, minder bedragen dan 35% van het inkomen.
Artikel 10 Uitbetaling
De uitbetaling vindt éénmalig plaats.
Artikel 11 Hardheidsclausule
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK.
Artikel 12 Inwerkingtreding en duur beleidsregels
- 1.
De beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021 en duren voort tot en met 31 oktober 2021.
- 2.
Deze beleidsregels vervangen de beleidsregels “tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (Tonk) die door het college zijn vastgesteld op 2 maart 2021 en bekendgemaakt op 10 maart (week 11) 2021.
- 3.
Aanvragen die eerder zijn beoordeeld op de voorheen geldende beleidsregels worden herbeoordeeld op basis van deze nieuwe beleidsregels.
Artikel 13 Citeertitel
Deze beleidsregels worden aangehaald als: TONK-regeling gemeente Sluis.
Toelichting
Algemeen
De TONK-regeling sluit aan bij artikelen van de Participatiewet. Het moet bijvoorbeeld gaan om een Nederlander of iemand die voor de Participatiewet gelijkgesteld kan worden met een Nederlander.
Artikelen 1e
Het gaat om netto-inkomen.
- •
inkomsten uit werk, zoals loon of een WW-uitkering, een arbeidsongeschiktheids- of ziektewetuitkering;
- •
inkomsten uit (onder)verhuur;
- •
- •
Inkomsten uit partner- en kinderalimentatie;
- •
Uitgesteld inkomen als een eindejaarsuitkering, 13e maand, bonus of winstdelingsuitkering.
- •
Netto-inkomen uit je bedrijf volgens onderstaande berekening:
- •
82% van (omzet minus bedrijfskosten).
• Je bepaalt je bedrijfskosten die je in de betreffende maand hebt gemaakt. Dit zijn bijvoorbeeld kosten voor materiaal, reizen en abonnementen, maar ook kosten voor huur, gas, water en licht, rente en eventuele personeelskosten. Bedragen die zijn ontvangen (b.v. NOW) breng je in mindering op de loonkosten.
Artikel 1f
De wet biedt de mogelijkheid om vermogensbestanddelen geheel of gedeeltelijk mee te nemen. De focus ligt op direct beschikbare of beschikbaar te maken middelen. Denkbijvoorbeeld aan de spaarrekening of een beleggingsportefeuille. Roerende goederen blijven buiten beschouwing
Artikel 2
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 3
De noodzaak voor financiële ondersteuning moet rechtstreeks het gevolg zijn van de Corona-maatregelen. Anders zijn de beleidsregels bijzondere bijstand van toepassing.
Artikel 4
Noodzakelijke kosten zijn kosten in verband met wonen. We zien een bruto woonlast van 35% als algemeen gebruikelijk. Dit zijn de kosten voor aftrek van hypotheekrente en huurtoeslag.
Artikelen 5 en artikel 6
Voor de uitvoerbaarheid van de regeling wordt de maand januari als basis genomen. De verwachting is dat de gevolgen van de lock-down nog enige tijd aanhouden. En bijna alle ondernemers hebben eigenlijk al in de maanden voorafgaand aan januari behoorlijk ingeteerd om privé-lasten te kunnen betalen.
Artikelen 7 en 8
Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.
Artikel 9
Lid1: hier is het vermogen dat vrijgelaten wordt om in aanmerking te komen voor een tegmoetkoming TONK opgenomen. Dit is (iets) hoger dan het vrij te laten vermogen zoals opgenomen in de Participatiewet. Het argument is dat deze regeling onder andere is bedoeld voor gezinnen die als gevolg van de Covid-19 crisis (soms) niet in aanmerking komen voor bestaande regelingen en als gevolg van de Corona een deel van hun Financiële buffer reeds zijn kwijtgeraakt.
lid 2: op basis van cijfers van het CBS geven onze inwoners gemiddeld 29% van het inkomen uit aan woonlasten. In deze regeling wordt geen rekening gehouden met eventuele inkomsten uit huurtoeslag en hypotheekrenteaftrek. Onze regeling gaat daarmee uit van bruto lasten. Daarom is gekozen voor een percentage van 35%. In de diverse regelingen bij andere gemeenten zie je een verschillende percentages (30% tot 50%) of een vast bedrag.
Artikel 10 tot en met 13
Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.