Organisatie | Amersfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (Beleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Amersfoort) |
Citeertitel | Beleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Amersfoort |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt op 1 oktober 2021.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-07-2021 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 13-07-2021 |
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
in aanmerking te nemen inkomen: het volledige inkomen waarover een inwoner redelijkerwijs kan beschikken als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de wet. Het inkomen uit bedrijf of zelfstandig beroep wordt in aanmerking genomen conform artikel 6 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers;
Artikel 4 Welke kosten komen in aanmerking voor een tegemoetkoming TONK
De tegemoetkoming TONK is een tegemoetkoming in de kosten van:
De TONK is een tijdelijke tegemoetkoming in noodzakelijke kosten. Deze tegemoetkoming is voor huishoudens die te maken hebben met een inkomensterugval en daardoor de noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen uit het inkomen (kamerbrief Uitbreiding economisch steun en herstelpakket d.d. 21 januari 2021 1 ). Het gaat hierbij om een vergoeding voor daadwerkelijke noodzakelijke kosten, niet om een inkomensondersteunende regeling. De tijdelijke noodmaatregel TONK geldt van 1 januari 2021 tot en met 30 september 2021.
In deze periode wordt een ruimere toegang tot het instrument van de bijzondere bijstand geboden. Op grond van de Participatiewet kan door de gemeente in individuele gevallen bijzondere bijstand verstrekt worden als het door bijzondere omstandigheden niet meer mogelijk is om de noodzakelijke kosten te betalen (artikel 35 lid 1 Participatiewet). Gemeenten hebben daarbij eigen beleidsvrijheid. Er worden voor de tegemoetkoming TONK géén nadere centrale regels vastgesteld. Het is aan gemeenten om in voorkomende individuele gevallen, ruimhartiger om te gaan met draagkracht dan de gemeentelijke richtlijnen in “niet coronatijd” voorschrijven.
Aangezien de TONK is gegoten in de vorm van bijzondere bijstand, blijft de systematiek van de bijstand gelden. Dit betekent dat voldaan moet worden aan de algemene regels voor bijzondere bijstandsverlening, en dat alleen sprake is van een verruiming ten opzichte van de Participatiewet en de reguliere beleidsregels bijzondere bijstand daar waar dit expliciet volgt uit deze beleidsregels. Dat de systematiek van de Participatiewet geldt, impliceert ook dat gehuwden slechts een gezamenlijk recht op een tegemoetkoming TONK hebben.
Gehuwd, ongehuwd samenwonenden
In deze beleidsregels worden geregistreerd partners en ongehuwden die een gezamenlijke huishouding voeren gelijkgesteld met gehuwden, conform de Participatiewet.
De inlichtingenplicht geldt voor de TONK onverkort (artikel 17 Participatiewet). Dat betekent dat de aanvrager elke wijziging die van invloed is of kan zijn op het recht op of de hoogte van de tegemoetkoming moet doorgeven. Het is belangrijk om hier helder over te communiceren bij de aanvraag, omdat het vaak zal gaan om mensen die geen bijstand ontvangen en dus niet bekend zijn met de regels.
Als achteraf blijkt dat op basis van onjuiste informatie ten onrechte of tot een te hoog bedrag bijstand is verstrekt, dan gaat het college over tot terugvordering.
Begrippen die al zijn omschreven in de Participatiewet, Algemene wet bestuursrecht of de Gemeentewet worden niet afzonderlijk gedefinieerd in deze beleidsregels. Deze zijn vanzelfsprekend van toepassing op deze beleidsregels.
Het huidig inkomen en het huidige vermogen
Bij het bepalen of een inwoner in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK is het huidige inkomen van belang. Het college definieert het huidige inkomen als het in aanmerking te nemen inkomen in de maand januari 2021.
Voor de TONK tellen geldmiddelen waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken mee voor de vaststelling van het recht op TONK. In verband met een eenvoudige uitvoering wordt bij vermogen uitsluitend uitgegaan van vrij beschikbare geldmiddelen van aanvrager en de partner van de aanvrager.
Onder beschikbare geldmiddelen wordt onder andere verstaan:
Hier worden de bedragen genoemd zoals de Belastingdienst die hanteert bij de huurtoeslag. De Belastingdienst hanteert een ander vermogensbegrip dan de Participatiewet. Er wordt nadrukkelijk geen aansluiting gezocht bij het vermogensbegrip uit het belastingrecht.
Het inkomen voor de coronacrisis is van belang in verband met het oordeel of er sprake is van een zodanige inkomensterugval waardoor recht kan bestaan op een tegemoetkoming TONK. Het inkomen voor de coronacrisis wordt beoordeeld per 1 januari 2020.
Het college kan het inkomen voor de coronacrisis over een langere periode meten en vaststellen als de methode als bedoeld in de eerste volzin tot een onredelijk resultaat leidt. Denk hierbij aan seizoensarbeid waarbij de beoordeling van het inkomen van een maand geen representatief beeld kan geven van het gemiddelde inkomen. Dit omdat de inwoner in deze maand juist wel heeft gewerkt maar daarmee ook maanden moet overbruggen waarin hij niet werkt. Of andersom: dat de inwoner in de peilmaand niet heeft gewerkt maar in andere maanden juist wel werkt. Het inkomen kan dan over een heel jaar (2019) worden gemeten.
Een belanghebbende heeft recht jegens het college van de gemeente waar hij zijn woonplaats heeft (artikel 40, eerste lid, van de wet). Hiermee is rekening gehouden met de definitie van het begrip inwoner.
In aanmerking te nemen inkomen
Het volledige inkomen waarover een inwoner redelijkerwijs kan beschikken als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de wet wordt in aanmerking genomen.
Bij het in aanmerking te nemen inkomen kan in ieder geval worden gedacht aan:
Het inkomen moet worden berekend per maand. Dit geldt ook voor zelfstandigen. Voor zelfstandigen kan dit inkomen worden berekend zoals conform de regels van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Het inkomen uit het bedrijf of zelfstandig beroep dat in aanmerking wordt genomen voor de Tozo betreft de netto beloning van de zelfstandige. Hierbij gaat het om het bedrag van de omzet (het factuurbedrag) minus omzetbelasting, minus zakelijke kosten en minus het forfaitair percentage als bedoeld in artikel 6 lid 2 Tozo.
De inkomensterugval is een zichtbare terugval in inkomen wegens de coronacrisis. Een inwoner moet aantonen dat zijn inkomen is verminderd vanwege de coronacrisis.
Artikel 2. Voorwaarden tegemoetkoming TONK
Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor huishoudens:
Het college heeft - hiermee rekening houdend – in artikel 2 voorwaarden opgesteld waaronder recht bestaat op een tegemoetkoming TONK.
Voorwaarden uit de Participatiewet
De tegemoetkoming TONK is gebaseerd op artikel 35 Participatiewet. Dit betekent dat een belanghebbende moet behoren tot de kring van rechthebbenden. Zo moeten de kosten zijn verbonden aan Nederland en de belanghebbende moet een Nederlander zijn of een daaraan gelijkgestelde vreemdeling (artikel 11 Participatiewet). Ook mag een belanghebbende niet zijn uitgesloten van het recht op bijstand (artikel 13 Participatiewet).
Er bestaat geen recht op een tegemoetkoming TONK wanneer een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening (artikel 15 Participatiewet). De Wet op de huurtoeslag is aan te merken als een passende en toereikende voorliggende voorziening voor de kosten van een huurwoning (zie ECLI:NL:CRVB:2019:4119). Voor de kosten van een eigen woning geldt dit niet (zie ECLI:NL:CRVB:2014:2171). Hierna volgt een schema in welke gevallen de Wet op de huurtoeslag is aan te merken als een passende en toereikende voorliggende voorziening voor de kosten van een huurwoning en wanneer niet.
Het college kan geen tegemoetkoming TONK verstrekken als een inwoner een beroep kan doen op een voorliggende voorziening die gezien haar aard en doel geacht wordt passend en toereikend te zijn. Er kan samenloop zijn met andere regelingen uit het steun- en herstelpakket van het Rijk zoals de Tozo. Een inwoner die een Tozo-uitkering ontvangt is niet bij voorbaat uitgesloten voor de tegemoetkoming TONK.
Let op! Een vergoeding op basis van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) of Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) wordt niet beschouwd als een voorliggende voorziening voor de kosten waarin de tegemoetkoming TONK voorziet.
Wanneer is vastgesteld dat de aanvrager tot de kring van rechthebbende behoort, dan moet worden getoetst aan de voorwaarden van artikel 35 Participatiewet. Het college moet bij een aanvraag om een tegemoetkoming TONK, net als bij een aanvraag om bijzondere bijstand, altijd de volgende 4 vragen in een dwingende volgorde beantwoorden om vast te stellen of recht bestaat op bijzondere bijstand:
Een inwoner heeft recht op een tegemoetkoming TONK als er sprake is van een terugval in inkomen. Ook wordt beoordeeld of de inwoner deze kosten niet zelf kan dragen. Tenslotte mag het vermogen niet hoger zijn dan de door de Belastingdienst gehanteerde vermogensgrens voor de huurtoeslag.
Kortweg zijn de voorwaarden dus:
De hoogte van het huidige inkomen staat dus op zichzelf niet in de weg aan recht op een tegemoetkoming TONK, zolang maar voldaan is aan bovengenoemde voorwaarden.
In dit artikel is neergelegd op welke wijze de aanvraag moet worden ingediend (eerste lid). Ook is bepaald welke stukken de aanvrager moet verstrekken bij de aanvraag (derde lid).
Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend uiterlijk op 31 oktober 2021 (vierde lid). Om belanghebbenden ruimer de tijd te geven een tegemoetkoming TONK aan te vragen bieden we die mogelijkheid tot 31 oktober 2021, ondanks het feit dat de regeling per 1 oktober 2021 wordt ingetrokken. Uiteraard kan de uitkering niet langer dan 9 maanden worden toegekend.
Lid 5: terugwerkende kracht mogelijk
Uitgangspunt in de Participatiewet is dat bijstandsverlening met terugwerkende kracht in principe niet is toegestaan (artikel 44, eerste lid, van de wet). In deze beleidsregels wordt hier een beperkte uitzondering op gemaakt.
De TONK ziet op de periode 1 januari 2021 tot en met 30 september 2021. Omdat deze beleidsregels nog niet waren vastgesteld op 1 januari 2021, vindt het college het nodig om een aanvraag met terugwerkende kracht te kunnen toekennen.
Artikel 4. Welke kosten komen in aanmerking voor een tegemoetkoming TONK
Het kabinet heeft bij de invoering van de TONK gedacht aan huishoudens die in problemen raken met de betaling van noodzakelijke kosten, waaronder woonkosten. De tegemoetkoming TONK kan daarom voorzien in de kosten van:
De tegemoetkoming TONK voorziet alleen in deze kosten voor zover het gaat om een door de aanvrager bewoonde woning. Het gaat dan om de woning waar belanghebbende zijn/haar hoofdverblijf heeft. De tegemoetkoming TONK voorziet niet in de kosten van een tweede woning of een zakelijk pand.
Met betrekking tot de kosten van huur van de woning gaat het niet om de kale huur maar om de all-in prijs. Dit betekent dat eventuele servicekosten in aanmerking kunnen komen voor een tegemoetkoming. Hiervoor kiest het college in verband met een eenvoudige uitvoering van de TONK.
Het kan ook nodig zijn om andere kosten te vergoeden. Daarin voorziet de TONK niet. Een aanvraag voor andere kosten zal op basis van de reguliere bijzondere bijstand moeten worden gedaan.
Artikel 5. Hoogte tegemoetkoming TONK
De hoogte van de tegemoetkoming TONK per maand wordt als volgt berekend:
de woonkosten minus een bedrag van € 500,- voor een alleenstaande en € 600,- voor alleenstaande ouders en gehuwden. Het college gaat voor deze kosten uit van forfaitaire bedragen gebaseerd op de Nibud normen 2020-2021, voor huur, gas, licht en water.
De hoogte van de tegemoetkoming TONK wordt vervolgens verminderd met het huidige inkomen boven 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm (de draagkracht) en het huidige vermogen boven de voor deze regeling vrij te laten vermogensgrens.
Om de kosten beheersbaar te houden bedraagt de hoogte van de TONK ten hoogste € 750,- per maand.
De hoogte van de tegemoetkoming TONK wordt per maand berekend. De totale hoogte van de tegemoetkoming TONK is daarmee afhankelijk van het bedrag berekend per maand en anderzijds de duur van het recht op de tegemoetkoming. Bij een wisselend huidig inkomen kan de hoogte van de tegemoetkoming per maand verschillen.
De TONK geldt van 1 januari tot 1 oktober 2021. Met de verstrekking van de tegemoetkoming wordt hierbij aangesloten. Het artikel spreekt over ten hoogste omdat een latere aanvraag of het niet (over de gehele periode) voldoen aan de voorwaarden ervoor kan zorgen dat er voor een kortere duur recht op een tegemoetkoming TONK kan bestaan.
Het uitgangspunt is dat de tegemoetkoming TONK om niet verstrekt wordt. Dit betekent dat belanghebbende de tegemoetkoming niet hoeft terug te betalen. De tegemoetkoming TONK kan ook in de vorm van een lening worden vertrekt als belanghebbende op korte termijn over voldoende middelen zal beschikken om de kosten zelf te dragen of de noodzaak tot bijstandsverlening het gevolg is van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid.
Artikel 7. Betaling tegemoetkoming TONK
In dit artikel is de betaling van de tegemoetkoming TONK geregeld. De eerste uitbetaling kan in gevallen van verstrekking van de tegemoetkoming TONK met terugwerkende kracht ook de uitbetaling over de perioden omvatten waarop de terugwerkende kracht betrekking heeft.
Het college legt geen verhuisverplichting op bij de verstrekking van een tegemoetkoming TONK. Dit past immers niet bij het doel van deze tijdelijke tegemoetkoming in verband met de coronacrisis.
Artikel 9. Inwerkingtreding en intrekking beleidsregels
De TONK geldt voorlopig van 1 januari 2021 tot 1 oktober 2021. Hiermee is rekening gehouden bij de inwerkintreding met terugwerkende kracht van deze beleidsregels en de intrekking ervan per 1 oktober 2021. Mocht het kabinet besluiten dat de TONK langer van kracht moet zijn, dan zal het college overgaan tot verlenging van de beleidsregels en dit tijdig kenbaar maken.
Toepassingsbereik reguliere beleidsregels draagkracht bijzondere bijstand
In verband met de tegemoetkoming TONK is het nodig om af te wijken van de huidige Beleidsregels bijzondere bijstand. Daarom is in het derde lid bepaald dat de Beleidsregels bijzondere bijstand Amersfoort niet van toepassing zijn bij een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK voor zover de Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten daarvan afwijken.