Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zeist

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist houdende regels omtrent geveltuintjes

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZeist
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist houdende regels omtrent geveltuintjes
CiteertitelUitvoeringsbesluit Apv 2017 Geveltuintjes
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR454266

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-07-2021nieuwe regeling

29-06-2021

gmb-2021-233999

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist houdende regels omtrent geveltuintjes

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist

 

gelet op het bepaalde in artikel 2:10, vijfde en zesde lid van de Algemene plaatselijke verordening Zeist 2017 (Het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg in strijd met de publieke functie ervan) en het bepaalde in artikel 2:11, derde lid, van die verordening ((Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg)

 

overwegende dat:

 

  • wij het wenselijk vinden dat inwoners die geveltuintjes willen aanleggen en onderhouden worden gestimuleerd;

  • wij het daarom wenselijk vinden dat als aan bepaalde regels wordt voldaan, geen vergunning of ontheffing nodig is voor het aanleggen en onderhouden van geveltuintjes;

  • deze regels nodig zijn in het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid, de bescherming van het milieu;

  • deze regels verder nodig zijn met het oog op het voorkomen van schade aan de weg, het voorkomen van gevaar voor de bruikbaarheid van de weg en/of voor het doelmatig en veilig gebruik van de weg, het voorkomen van de aantasting van cultuurhistorische waarden, groenvoorzieningen en/of natuurschoon en in het belang van de bruikbaarheid, het onderhoud en beheer van de weg en redelijke eisen van welstand;

  • bij woon- en winkelstraten een minimale trottoirbreedte van respectievelijk 1,20 meter en 1,50 meter nodig is om bijvoorbeeld rolstoelen en kinderwagens ongehinderd te laten passeren;

  • de regels verder van belang zijn in verband met de woon- en leefomgeving.

 

besluit:

 

Te bepalen dat voor de aanleg en het onderhoud van geveltuinen geen ontheffing of vergunning nodig is, als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

 

  • a.

    De geveltuin wordt aangelegd bij een gevel die grenst aan de openbare ruimte;

  • b.

    De geveltuin mag aangelegd worden als het trottoir breed genoeg is. In woonstraten moet er ten minste een vrije doorgang van 1,20 meter overblijven. In winkelstraten moet er ten minste een vrije doorgang van 1,50 meter overblijven. Ook als er bijvoorbeeld paaltjes, lichtmasten of bomen staan moet de vrij doorgang overblijven.

  • c.

    De geveltuin mag maximaal 45 centimeter breed zijn;

  • d.

    De grond is en blijft eigendom van de gemeente;

  • e.

    De geveltuin mag niet worden afgesloten door middel van hekwerk of andere erfscheiding;

  • f.

    Bij aanleg van een geveltuin moet een kantopsluiting worden gemaakt, hierdoor wordt voorkomen dat het aangrenzende trottoir verzakt. De kantopsluiting heeft een maximale hoogte van 30 centimeter;

  • g.

    De huiseigenaar moet akkoord zijn met de aanleg;

  • h.

    De geveltuin mag geen overlast veroorzaken door bijvoorbeeld overhangende planten. Het groen dient, ook in het verticale vlak, binnen de kantopsluiting te blijven (zie b en c);

  • i.

    De geveltuin moet goed onderhouden worden, zodat deze er netjes uitziet;

  • j.

    Voor het onderhoud van de geveltuin mogen geen milieubelastende producten worden gebruikt

Voorts bepalen wij dat:

 

  • 1.

    Gemeente en nutsbedrijven altijd vrije toegang hebben tot de kabels en leidingen onder een geveltuin. Bij dergelijke werkzaamheden kan het voorkomen dat de geveltuin verwijderd moet worden of beschadigd raakt. Voor eventuele schade zijn de gemeente of nutsbedrijven niet aansprakelijk;

  • 2.

    Onder winkelstraten ten minste de volgende straten worden verstaan:

    • a.

      In Zeist: Slotlaan, Korte Steijnlaan, Steijnlaan, 1e Hogeweg, Weeshuislaan en Voorheuvel;

    • b.

      In Den Dolder: Dolderseweg (tussen Eekhoornlaan en Paduaweg), Paduaweg (tussen Dolderseweg en Marterlaan) en Paduahof;

  • 3.

    De gemeente het recht heeft om als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, bij verwaarlozing of verwijtbare schade, de geveltuin te verwijderen. Gemaakte kosten kunnen in rekening worden gebracht bij de aanwonende, die de geveltuin zou onderhouden. Bij overtreding van de regels krijgt de overtreder een redelijke termijn de tijd om de geveltuin aan te passen aan de voorwaarden. Titel 5.3 van de algemene wet bestuursrecht is, voor zover mogelijk, van toepassing;

  • 4.

    Bij verhuizing de volgende bewoner de verantwoordelijkheid voor de geveltuin op zich moet nemen, anders moet het trottoir weer in oorspronkelijke staat hersteld worden door de vertrekkende bewoner;

Verder bepalen wij dat dit besluit in werking treedt de dag na bekendmaking in het elektronisch gemeenteblad.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders op 29 juni 2021.

Het college van burgemeester en wethouders van Zeist,

De gemeentesecretaris,

dr. H.S. Grotens

de burgemeester,

drs. J.J.L.M. Janssen

Toelichting

In artikel 2.10, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening Zeist 2017 (Apv) staat het verbod om voorwerpen op, aan of boven een weg of weggedeelte te hebben of te plaatsen waardoor de weg wordt gebruikt anders dan overeenkomstig de publieke functie daarvan. In artikel 2.11, eerste lid, van de Apv staat het verbod om zonder of in afwijking van een vergunning een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of op andere wijze verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg. Met toepassing van artikel 2.10, tweede of derde lid en artikel 2:11, eerste lid, van de Apv kan het college ontheffing of vergunning verlenen van deze verboden. Voorts kan het college met toepassing van artikel 2:10, vijfde en zesde lid en artikel 2:11, vierde lid, van de Apv nadere regels hierover stellen en bepalen dat bij een bepaald gebruik van de weg de verboden niet gelden als aan in de regels genoemde voorwaarden wordt voldaan.

Op grond van artikel 2:10, vierde en vijfde lid en artikel 1:5 van de Apv kunnen deze regels worden gesteld in het belang van :

  • de openbare orde;

  • de openbare veiligheid;

  • de volksgezondheid;

  • de bescherming van het milieu;

  • het voorkomen van schade aan de weg;

  • de bruikbaarheid van de weg, het beheer of onderhoud van de weg;

  • het voorkomen van gevaar voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik van de weg;

  • het voorkomen van aantasting van cultuurhistorische waarden;

  • het voorkomen van aantasting van groenvoorzieningen en/of natuurschoon;

  • redelijke eisen van welstand;

  • de woon- en leefomgeving.

Het college heeft als doelstelling om de gemeente te vergroenen en wil daar ruimte voor bieden. Het college wil daarom initiatieven van inwoners, die geveltuintjes willen aanleggen en onderhouden stimuleren. Middels dit uitvoeringsbesluit biedt het college ruimte aan inwoners om de directe woonomgeving te vergroenen, mits de functie van de openbare ruimte gewaarborgd blijft.