Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2021 |
Citeertitel | Subsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | Subsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2021 |
Geen
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR643067/1
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2021 | 31-12-2023 | nieuwe regeling | 13-07-2021 | RIS309503 OCW/10136611 |
De Subsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2021 volgt de Subsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2019 (RIS301227) op. De nieuwe regeling stimuleert - evenals de vorige regeling - verenigingen verbeteringen aan hun accommodaties door te voeren en deze toekomstbestendiger te maken. In de nieuwe regeling is meer nadruk gelegd op het stimuleren van energiebesparende maatregelen. Vernieuwend is ook de verhoging van het maximale subsidiebedrag bij een aanvraag met betrekking tot multifunctionaliteit namens meerdere sportverenigingen. Vanwege deze vernieuwingen is een geheel nieuwe subsidieregeling vastgesteld.
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Doel van de subsidie
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die bestaan uit:
a. werkzaamheden of aankopen ten behoeve van het vervangen en herbouwen van een sportaccommodatie waarvan de technische levensduur is verstreken;
b. werkzaamheden of aankopen ten behoeve van het bouwkundig verbeteren van een sportaccommodatie;
c. werkzaamheden of aankopen ten behoeve van het bouwkundig geschikt maken van een sportaccommodatie voor multifunctioneel gebruik;
d. het treffen van maatregelen ten behoeve van het verbeteren van de toegankelijkheid van een sportaccommodatie, bedoeld in bijlage 1.B van de Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties;
e. werkzaamheden of aankopen ten behoeve van het vervangen van een kleedruimte waarvan de technische levensduur is verstreken;
f. werkzaamheden of aankopen ten behoeve van het bouwkundig verbeteren van een kleedruimte;
g. het treffen van maatregelen voor energiebesparing op een sportaccommodatie, bedoeld in bijlage 1.A van de Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een rechtspersoon, zijnde een beheerstichting of een sportvereniging, die de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten verricht in, aan of ten behoeve van een sportaccommodatie die zij:
Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Voor subsidie in aanmerking komen:
a. projectkosten waarbij de uitgaven die worden gedaan voor zelfwerkzaamheid kunnen worden aangemerkt als projectkosten tot het bedrag van de maximale vrijwilligersvergoeding;
b. BTW over de gesubsidieerde kosten voor zover die BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht.
Niet voor subsidie in aanmerking komen:
a. kosten die betrekking hebben op de totstandkoming van het projectplan;
b. kosten die betrekking hebben op de aanschaf van goederen of op werkzaamheden voor de sportaccommodatie die onder regulier onderhoud vallen;
c. kosten die betrekking hebben op conventionele veldverlichting;
d. onvoorziene kosten van het project voor zover deze meer bedragen dan 5% van de begroting;
Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt per aanvrager:
a. voor activiteiten bedoeld in artikel 1:4, onder a, b, c en d: 45 % van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 500.000,-;
b. voor activiteiten bedoeld in artikel 1:4, onder e en f: 55 % van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 500.000,-;
c. voor activiteiten bedoeld in artikel 1:4, onder g: 60 % van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 500.000,-;
d. voor activiteiten bedoeld in artikel 1:4, onder a en e, voor een aanvraag namens twee of drie sportverenigingen ten behoeve van multifunctioneel gebruik waaraan een nieuwe activiteit wordt toegevoegd: 45 % van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 750.000,-;
e. voor activiteiten bedoeld in artikel 1:4, onder a en e: voor een aanvraag namens vier of meer sportverenigingen ten behoeve van multifunctioneel gebruik sportaccommodatie waaraan een nieuwe activiteit wordt toegevoegd: 45 % van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 1.000.000,-.
Indien een rechtspersoon, zijnde een beheerstichting of een sportvereniging, gedurende een periode van vier kalenderjaren voorafgaand aan de aanvraag subsidie heeft ontvangen op grond van deze regeling, de Subsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2016 of de Subsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2019, wordt de maximum te verlenen subsidie verlaagd met het op grond van deze regelingen verstrekte bedrag.
De subsidieplafonds bedoeld in het eerste lid, worden verdeeld in de volgende deelplafonds:
a. voor aanvragen bedoeld in artikel 1:4, onder a tot en met f:
1◦. voor de periode 1 augustus 2021 tot en met 31 december 2021: € 500.000,-;
2◦. voor het kalenderjaar 2022: € 1.500.000,-;
3◦. voor het kalenderjaar 2023: € 1.500.000,-;
b. voor aanvragen bedoeld in artikel 1:4, onder g:
1◦. voor de periode 1 augustus 2021 tot en met 31 december 2021: € 500.000,00;
Artikel 1:9 Wijze van verdeling
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
In aanvulling op artikel 8, tweede en derde lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020 legt de aanvrager de volgende gegevens over:
a. een door de Algemene Leden Vergadering goedgekeurde jaarrekening over het voorgaande jaar of, indien de aanvraag is ingediend door een beheerstichting, een door het bestuur van de beheerstichting goedgekeurde jaarrekening;
b. een volledige ingevulde vragenlijst ten behoeve van het Vitaliteitsonderzoek sportverenigingen Den Haag 2020;
c. een uittreksel van de Kamer van Koophandel, van maximaal drie maanden oud, met vermelding van de huidige bestuursleden;
d. een door het bestuur ondertekend verslag van de (Buitengewone) Algemene Leden Vergadering met akkoordverklaring voor de uit te voeren activiteiten aan de sportaccommodatie en de investering van het project. Bij aanvragen die betrekking hebben op multifunctioneel gebruik van de accommodatie: aangevuld met een akkoordverklaring van de organisaties die gebruik gaan maken van de sportaccommodatie;
e. minimaal drie gespecificeerde, en vergelijkbare, offertes, die zijn opgesteld overeenkomstig met de eisen zoals gesteld in de VCA-checklist aannemers, per projectdeel, met onderbouwing van de keuze voor deze offertes. Bij aanvragen onder de € 10.000,- volstaat 1 offerte;
f. een eigendomsbewijs, een huur- of bruikleenovereenkomst, afhankelijk van de situatie bedoeld in artikel 1:5;
g. een akkoordverklaring voor nieuwbouw of verbouw van de eigenaar van de grond, niet zijnde de gemeente Den Haag;
h. een verklaring van de eigenaar van de grond waaruit blijkt dat de uit te voeren activiteit een investering betreft, die een minimale levensduur kent van 10 jaar;
i.een vergunning, voor zover de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd vergunningplichtig zijn. Voor activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, die niet vergunningplichtig zijn, volstaat een beschrijving waaruit blijkt dat de activiteiten voldoen aan het meest actuele bestemmingsplan;
j. een beschrijving waaruit blijkt dat de activiteiten bijdragen aan een betere aansluiting tussen de vraag naar en het aanbod van sportaccommodaties voor de betreffende georganiseerde sport in Den Haag.
Indien meerdere partijen gebruik maken van dezelfde sportaccommodatie kan de aanvrager zijn aanvraag indienen namens deze partijen mits:
a. de aanvraag een door alle bij de aanvraag betrokken besturen ondertekende verklaring bevat, waarin zij verklaren dat de aanvrager als penvoerder gemachtigd is om hen in het kader van de subsidieverstrekking in en buiten rechte te vertegenwoordigen, en dat alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de verantwoording door de penvoerder van de besteding van de subsidie, op verzoek aan de penvoerder worden verstrekt;
b. de aanvraag een door alle betrokken besturen ondertekende samenwerkingsovereenkomst voor een periode van ten minste 10 jaar bevat, waarin ten minste de volgende onderwerpen zijn geregeld:
1◦. een overzicht van alle betrokken partners;
2◦. afspraken met betrekking tot penvoerderschap en correspondentie met het college;
3◦. afspraken met betrekking tot (gelijkwaardige) aansprakelijkheid;
4◦. afspraken met betrekking tot gezamenlijk gebruik van de sportaccommodatie;
5◦. afspraken met betrekking tot eigendom van de sportaccommodatie;
6◦. toelichting op de te nemen maatschappelijke rol van de partijen;
7◦. een overzicht van de uit te voeren activiteiten in de sportaccommodatie.
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste tweede en derde lid, van de ASV weigert het college een subsidie, indien:
a. de aanvraag wordt gedaan voor activiteiten, waarvoor de aanvrager al subsidie ontvangt of heeft ontvangen;
b. een door het college uitgevoerd onderzoek uitwijst, dat de aanvrager financieel of organisatorisch niet voldoende draagkrachtig is;
c. de subsidieverlening niet leidt tot een betere aansluiting tussen de vraag naar en het aanbod van sportaccommodaties voor de betreffende georganiseerde sport in Den Haag op basis van het onderzoek ‘Ruimte voor georganiseerde sport in Den Haag;
d. werkzaamheden waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft al gegund of gestart zijn.
Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling
Onverminderd de artikelen 12 en 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
a. de subsidieontvanger draagt er zorg voor dat de gesubsidieerde sportaccommodatie gedurende 10 jaren na het ontvangen van de subsidie ter beschikking blijft voor de fysieke beoefening van sport in Den Haag;
b. indien een voorschot wordt betaald, verleent de subsidieontvanger een zakelijk zekerheidsrecht aan het college of een andere vorm van zekerheidsstelling voor de vorderingen die ontstaan uit vorderingen op grond van 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht;
c. indien de activiteiten van de subsidieontvanger plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed is de moet de subsidieontvanger meervoudig of gezamenlijk gebruik toe te staan;
d. indien het een aanvraag betreft als bedoeld in artikel 2:1, tweede lid, rusten alle aan de subsidie verbonden verplichtingen op de penvoerder, ongeacht welke bestuur feitelijk is belast met de uitvoering van de daarop betrekking hebbende werkzaamheden.
Het college kan aan de beschikking tot subsidieverlening de verplichting verbinden, indien de uitoefening van de activiteiten van de subsidieontvanger niet plaatsvinden in of op gemeentelijk vastgoed, dat de subsidieontvanger de huisvesting waarin de activiteiten plaatsvinden, in medegebruik geeft of verhuurt aan andere subsidieontvangers van de gemeente, teneinde meervoudig of gezamenlijk gebruik van het betreffende vastgoed te realiseren.
Op basis van de bouwplanning en de daarbij behorende financiële planning stelt het college bij beschikking een bevoorschottingsschema vast van de verleende subsidie.
Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf
Artikel 5:1 Indieningstermijn aanvraag tot vaststelling
De subsidieontvanger dient conform artikel 17, eerste lid van de ASV de aanvraag tot vaststelling in uiterlijk op 30 april van het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waar de subsidieverlening op ziet.
Artikel 5:2 Wijze van verantwoorden
In aanvulling van de op grond van artikel 17, vierde en vijfde lid van de ASV over te leggen gegevens, legt de aanvrager van een vaststellingsbeschikking de volgende gegevens over:
a, de rekeningen en betaalbewijzen van de met de subsidie gefinancierde activiteiten;
b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten, waarvan de inrichting gelijk is aan de bij de aanvraag gevoegde begroting;
c. een bestuursverklaring volgens de Wet normering topinkomens;
d. een bewijs van inspectie door de afdeling Bouw, Onderhoud en Techniek van de productgroep Sportvoorzieningen van de Gemeente Den Haag.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling investeringen accommodaties sportverenigingen Den Haag 2021.