Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Losser

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Losser houdende regels omtrent financiën

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLosser
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van de gemeenteraad van de gemeente Losser houdende regels omtrent financiën
CiteertitelTreasurystatuut Gemeente Losser 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Treasurystatuut 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR608931/1

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-07-2021nieuwe regeling

06-07-2021

gmb-2021-232598

21.0013529

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Losser houdende regels omtrent financiën

De raad van de gemeente Losser;

 

Gelet op artikel 14 van de Financiële verordening;

 

Gelet op de Wet financiering decentrale overheden;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen het Treasurystatuut Gemeente Losser 2021

 

  • 1.

    Treasurystatuut Gemeente Losser

 

Algemeen

Artikel 1 Doelstellingen treasurybeleid

De doelstellingen van het treasurybeleid van de gemeente zijn:

  • a.

    het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden met als doel het uitvoeren van de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting;

  • b.

    Het verzekeren van een duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;

  • c.

    het beschermen van de gemeentelijke vermogens en resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;

  • d.

    het optimaliseren van renteresultaten binnen de kaders van de wet fido, aanvullende regelgeving en de voorschriften die in dit statuut zijn opgenomen;

  • e.

    het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

Artikel 2 Uitgangspunten risicobeheer treasuryfunctie

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten voor de treasuryfunctie:

  • 1.

    De gemeente kan uit hoofde van de publieke taak leningen of garanties verstrekken aan derden maar neemt hierbij in beginsel een terughoudende opstelling in.

  • 2.

    De gemeente vraagt ten minste twee prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen op bij het aantrekken van financieringen voor het doen van uitzettingen voor zover er geen overeenkomst bancaire dienstverlening is afgesloten.

  • 3.

    Het renterisico op de korte schuld bedraagt maximaal de kasgeldlimiet conform de Wet fido.

  • 4.

    Het renterisico op de lange schuld bedraagt maximaal de renterisiconorm conform de Wet fido.

  • 5.

    Overeenkomsten voor het aangaan van financieringen, het uitzetten van middelen en het verlenen van garanties luiden in uitsluitend euro’s om valutarisico’s uit te sluiten.

Financiering en garanties

Artikel 3 Richtlijnen en limieten externe financiering

  • 1.

    In een lange financieringsbehoefte wordt pas voorzien als de netto-vlottende schuld een omvang bereikt die gelijk is aan de kasgeldlimiet van de Wet fido. Hiervan kan worden afgeweken als:

    • a.

      De rente op vaste schuld lager is dan de rente voor vlottende schuld en een lange financiering dus voordeliger is dan korte financiering. Er is dan sprake van een inverse rentestructuur.

    • b.

      Uit de liquiditeitsprognose blijkt dat binnen afzienbare tijd geconsolideerd zal moeten worden en de rentevisie stijgend is. Het nu aantrekken van de lange financiering, , is voordeliger dan het wachten tot later met het risico dat de rente dan is gestegen.

    • c.

      Er redenen zijn om voor een specifiek investeringsproject een projectfinanciering aan te trekken om zo een projectrente te realiseren conform artikel 6, lid 3.

  • 2.

    In de korte termijn financieringsbehoefte ter afdekking van de netto-vlottende schuld wordt voorzien door het inzetten van rekeningen courant dan wel kasgeldleningen.

  • 3.

    In een lange financieringsbehoefte wordt voorzien door een of meer leningen aan te trekken, met een zodanige rentetypischelooptijd dat het renterisico op de leningenportefeuille voor de komende jaren binnen de renterisiconorm conform de Wet fido komt of blijft.

  • 4.

    Toegestane financieringsinstrumenten zijn:

    • a.

      onderhandse geldleningen

  • 5.

    Vervroegde aflossing van leningen van de gemeente kan plaatsvinden als de contante waarde van de rentebetalingen op een nieuwe lening lager is dan de contante waarde van de rentebetalingen van de oude lening, rekening houdend met de boete, die bij vervroegde aflossing betaald moet worden. Daarbij moet het voordeel groter zijn dan de boete.

Artikel 4 Richtlijnen en limieten uitzettingen

  • 1.

    Op basis van liquiditeitsprognoses becijferde overtollige liquide middelen worden, met uitzondering van het zogenaamde drempelbedrag, verplicht aangehouden bij ’s Rijks schatkist.

  • 2.

    Voor de uitzettingen, tot aan het drempelbedrag, kunnen de volgende producten worden ingezet:

    • a.

      rekening-courant

    • b.

      spaarrekening

Artikel 5 Gemeenteleningen en gemeentegaranties

  • 1.

    De gemeente is slechts bereid geldleningen aan derden te verstrekken of als borg garant te staan ter uitvoering van de publieke taak. Het college vraagt bij deze besluiten instemming van de raad.

  • 2.

    De gemeente is bereid achtervang te zijn voor het Waarborgfonds Sociale Woningbouw in het kader van leningverstrekking aan de woningcorporaties.

  • 3.

    Bij het aangaan van leningen of garanties bedingt het college zo veel mogelijk zekerheden.

  • 4.

    Bij elk besluit tot leningverstrekking stelt het college het verschuldigde rentetarief vast. Dit rentetarief wordt gebaseerd op een marktconform rentetarief ten tijde van de indiening van het collegevoorstel en kan worden verhoogd met een risico-opslag en een opslag voor administratiekosten.

Artikel 6 Interne renteverrekening

  • 1.

    Jaarlijks wordt de omslagrente bepaald conform de regelgeving van de commissie BBV.

  • 2.

    Over de balanswaarde per 1 januari van enig boekjaar is de omslagrente verschuldigd over de boekwaarde van de activa en over de boekwaarde van de lopende investeringen.

  • 3.

    In afwijking van het vorige lid kan de raad bepalen dat aan investeringsprojecten een financiering op maat met een andere (project)rente dan het omslagpercentage wordt gekoppeld.

Geldstromenbeheer

Artikel 7 Liquiditeitsbeheer

  • 1.

    De gemeente beperkt haar liquiditeitsrisico’s door haar treasuryactiviteiten te baseren op een liquiditeitsprognose van minimaal 1 jaar en liquiditeitsplanning van minimaal 4 jaren.

  • 2.

    Ten einde de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren is er sprake van concentratie van liquiditeiten binnen één saldo- en rentecompensatiecircuit bij de huisbankier.

Artikel 8 Betalingsverkeer

  • 1.

    Ten einde de verwerkingskosten te minimaliseren loopt het betalingsverkeer van de gemeente in beginsel alleen over bij de huisbankier aangehouden rekeningen.

  • 2.

    Iedere betaaltransactie wordt door minimaal twee functionarissen uitgevoerd (het vier-ogen-principe).

Relatiebeheer

Artikel 9 Relatiebeheer

  • 1.

    De treasuryfunctie onderhoudt namens de gemeente de contacten met de huisbankier en andere financiële instellingen en bemiddelaars over hun tarieven, producten en diensten.

  • 2.

    Banken waar rekening-courant verhoudingen mee worden aangegaan en waar betalingsverkeer is ondergebracht, dienen minimaal te voldoen aan de eisen gesteld in artikel 4, lid 5.

  • 3.

    Financiële instellingen dienen onder Nederlands toezicht, zoals De Nederlandse Bank en de Verzekeringskamer, te vallen of onder vergelijkbaar toezicht vanuit de lidstaten.

  • 4.

    Tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Autoriteit Financiële Markt (AFM).

Verantwoordelijkheden en bevoegdheden

Artikel 10 Verantwoordelijkheden en taken

Functie

Verantwoordelijkheden en taken

De gemeenteraad

  • Vaststellen treasurybeleid vervat in het treasurystatuut.

  • Vaststellen paragraaf financiering in begroting.

  • Vaststellen paragraaf financiering in jaarrekening.

  • Instemming verlening aan collegebesluiten inzake het verstrekken van leningen en garanties.

College van Burgemeester en Wethouder

  • Uitvoeren van het treasurybeleid zoals vastgelegd in treasurystatuut tezamen met paragraaf financiering (formele verantwoordelijkheid).

  • Vaststellen van nadere richtlijnen binnen kaders van dit statuut.

Controller

  • Integraal verantwoordelijk voor feitelijke uitvoering van en sturing op treasurybeleid en het betalingsverkeer.

  • Voeren van de ‘control’ op de treasuryfunctie.

Rentecomité

  • Besluiten over financieringstransacties onder mandaat van B&W.

  • Adviseren/monitoren van de treasuryactiviteiten.

  • Jaarlijks vaststellen van de omslagrente voor de gemeentebegroting.

Treasuryfunctie

  • Ontwikkelen en herijken van de financieringsstrategie van de gemeente.

  • Initiëren van financieringstransacties.

  • Voeren van ‘control’ op vastleggen gegevens van leningen en garanties.

  • Monitoren van limieten zoals vastgelegd in paragraaf financiering.

  • Zorgt voor opstellen en bijwerken van de liquiditeitsprognoses en -planningen.

  • Geven van aanwijzingen aan F&C inzake het betalingsverkeer.

  • Relatiebeheer met financiële instellingen.

  • Opstellen van het controledossier treasury voor de accountantscontroles.

F&C (Finance & Control Administratie

  • Is verantwoordelijk voor feitelijke inrichting en uitvoering van het betalingsverkeer.

  • Registreren van opgenomen en verstrekte leningen en garanties.

  • Verzorgen van betalen van rente en aflossing van opgenomen geldleningen.

  • Innen van rente- en aflossingsverplichtingen op verstrekte geldleningen.

F&C - Advies

  • Is verantwoordelijk voor de begrotingsadministratie van de treasury.

Afdelingsmanager

  • Opstellen besluiten tot lening- of garantieverstrekking.

  • Aanleveren informatie voor liquiditeitenplanning op verzoek van de treasuryfunctie.

F&C-advies

  • Voeren van he lokaal applicatiebeheer ten aanzien van het elektronisch betalingsverkeer.

  • Coördineren van het toekennen van decentrale autorisaties ten aanzien van het elektronisch betalingsverkeer.

Externe accountant

  • In het kader van de reguliere controletaak adviseren en controleren van de treasuryfunctie.

 

Artikel 11 Bevoegdheden

Taak

Autorisatie

Uitvoering

Registratie

Control

Financiering (zie artikel 3 treasurystatuut)

Het aantrekken van callgelden en kasgeld-leningen (looptijd < 1 jaar)

College B&W

Rentecomité

F&C

Treasury-functie

Aantrekken van leningen (looptijd >= 1 jaar)

College B&W

Rentecomité

F&C

Treasury-functie

Benutten van vervroegde aflossingen en renteherzieningen

College B&W

Rentecomité

F&C

Treasury-functie

Uitzettingen (zie artikel 4 treasurystatuut)

Verrichten van kortlopende uitzettingen (looptijd < 1 jaar)

College B&W

Rentecomité

F&C

Treasury-functie

Verrichten van langlopende uitzettingen (looptijd >= 1 jaar)

College B&W

Rentecomité

F&C

Treasury-functie

Verstrekte leningen en garanties (zie artikel 5 treasurystatuut)

Verstrekken van leningen en garanties

College B&W

Afdeling/ Treasury-functie

F&C

Treasury-functie

Liquiditeitsbeheer (zie artikel 7 treasurystatuut)

Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen

College van B&W

Treasury-functie

F&C

Rentecomité

Vaststellen/wijzigen bankcondities bij huidige bankrelaties

College van B&W

Treasury-functie

F&C

Rentecomité

Aangaan nieuwe bankrelaties

College B&W

Treasury-functie

F&C

Rentecomité

Betalingsverkeer (zie artikel 8 treasurystatuut)

Autorisaties verstrekken voor verrichten betaaltransacties

Concern-controller Enschede

/F&C-administratie

/F&C-administratie

Treasury-functie

Selecteren betaalinstrumenten

Hoofd FDC

F&C-administratie

F&C-administratie

Treasury-functie

Verrichten betaalopdrachten

Hoofd FDC

/F&C-administratie

/F&C-administratie

Treasury-functie

 

Informatievoorziening

Artikel 12 Operationele en verantwoordingsinformatie

 

Informatie

Informatieverstrekker

Informatieontvanger

Frequentie

Treasurystatuut

Treasuryfunctie

Gemeenteraad

1x per 4 jaar

Paragraaf financiering

Treasuryfunctie

Gemeenteraad

2x per jaar, begroting en jaarrekening

Besluit tot lening en/of garantieverstrekking

Afdeling/Treasury-functie

Gemeenteraad

variabel

Voortgangsrapportage treasuryfunctie

Treasuryfunctie

College van B&W/ gemeenteraad

Onderdeel van P&C-cyclus.

Analyse leningen- en garantieportefeuille

Treasuryfunctie

College van B&W

Minimaal 1x per jaar bij opstellen van de jaarrekening

Liquiditeitsprognose en -planning

Treasuryfunctie/

FDC-advies

Rentecomité

1x per kwartaal

Transactiebesluit

Treasuryfunctie

Rentecomité

variabel

Slotbepalingen

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1.

    Het Treasurystatuut treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Het Treasurystatuut 2015 wordt ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 6 juli 2021

De griffier,

De voorzitter,

Memorie van toelichting Treasurystatuut 2021 gemeente Losser

In deze memorie van toelichting wordt het wettelijke kader voor de treasuryfunctie van de gemeente kort beschreven. Het Treasurystatuut is opgesteld met als aanname dat aan de wettelijke verplichtingen en opgelegde randvoorwaarden wordt voldaan.

 

2.1Wettelijk kader

 

Het wettelijke kader aangaande treasuryfunctie betreft een drietal wetten namelijk:

  • 1.

    de Gemeentewet

  • 2.

    Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten (BBV)

  • 3.

    de Wet financiering en decentrale overheden (fido) en daaruit voortvloeiende regelingen.

Ad 1: Gemeentewet

In de Gemeentewet staat ten aanzien van treasury het volgende:

  • Artikel 212 van de Gemeentewet stelt dat een verordening moet worden opgesteld waarin o.a. de regels voor de treasuryfunctie zijn opgenomen. In dit Treasurystatuut is de verdere uitwerking van de in deze financiële verordening opgenomen regels met betrekking tot de treasuryfunctie opgenomen.

  • In artikel 160, lid 1e is opgenomen dat het college bevoegd is tot privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente te besluiten. Het college is daarom verantwoordelijk voor een deugdelijke uitvoering van het treasurybeleid en -functie.

  • In artikel 169, lid 4 is hier wel een beperking op aangebracht. Het college behoort geen besluiten te nemen aangaande privaatrechtelijke handelingen indien de raad daarom verzoekt of het besluit ingrijpende gevolgen heeft voor de gemeente. In dit geval moet de raad in staat zijn om vooraf wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.

  • Vervolgens is in artikel 171 opgenomen dat de burgemeester de gemeente in en buiten rechte vertegenwoordigen maar deze bevoegdheid ook over kan dragen aan een door hem aan te wijzen persoon.

Ad 2: Besluit Begroting en Verantwoording

In het BBV zijn een aantal zaken vermeld ten aanzien van de treasuryfunctie, zijnde:

  • De verplichting tot het opstellen van een paragraaf financiering in zowel de begroting als de jaarrekening staat in artikel 9, lid 2d en artikel 26 van het Besluit begroting en verantwoording en (BVV).

  • In artikel 13 is vervolgens vermeld dat in de paragraaf financiering minimaal de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille moet zijn opgenomen.

Ad 3: WEt fido

De Wet fido (Financiering Decentrale Overheden) heeft begin 2001 de Wet filo (Financiering Lagere Overheden) uit 1987 vervangen. In 2006 is de wet geëvalueerd en enigszins aangepast. Daarnaast gelden, al uitvloeisel van de Wet fido:

  • De uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden.

  • De regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden die is aangescherpt naar aanleiding van de problemen met de beleggingen in IJsland uit het najaar van 2008. De regels ten aanzien van tegenpartijen bij beleggingen zijn gewijzigd als ook is nogmaals (ten overvloede) opgenomen dat gelden niet mogen worden aangetrokken met als doel deze tegen een hoger rendement weer uit te zetten. Deze regeling is nu weer gewijzigd per 1 januari 2015 om het gebruik van derivaten in te perken naar aanleiding van de verliezen bij Vestia.

De hoofdzaken uit de Wet fido en beide regelingen zijn:

  • De gemeente gaat slechts leningen aan, zet middelen uit of verleent garanties ten behoeve van de publieke taak. Decentrale overheden kunnen binnen het wettelijke kader zelf bepalen wat zij tot hun publieke taak rekenen. Wel wordt terughoudendheid van de decentrale overheden verwacht en zal door de toezichthouder worden gekeken of de gemeente degelijk motiveert waarom een activiteit tot zijn publieke taak wordt gerekend

  • De gemeente hanteert slechts derivaten of zet slechts middelen uit, anders dan ten behoeve van de publieke taak, indien deze uitzettingen of derivaten een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Hierbij worden minimumeisen gesteld aan de tegenpartijen waarbij uitzettingen mogen worden gedaan.

  • Het prudente gebruik van derivaten houdt in dat:

    • -

      De inzet van derivaten is slechts toegestaan voor het afdekken van financiële risico’s.

    • -

      Er moet sprake zijn van een gesloten positie dus de onderliggende waarde waarop het derivaat betrekking heeft, heeft gelijke modaliteiten (in omvang en looptijd) als de bijbehorende financieringsbehoefte of bijbehorende overtollige middelen. Het derivaat brengt geen groter risico met zich mee dan het risico dat ermee wordt afgedekt.

  • Een belangrijk uitgangspunt van de Wet fido is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten van openbare lichamen. De kasgeldlimiet is opgenomen in de Wet fido ter beperking van het bedrag van de vlottende schuld waarover dagelijks renterisico wordt gelopen. Zo worden grote fluctuaties in de korte rentelasten vermeden. Bij een derde achtereenvolgende overschrijding wordt de toezichthouder op de hoogte gebracht tezamen met een plan om binnen de limiet te blijven in het lopende kwartaal. De toezichthouder kan ontheffing verlenen van de verplichting om onder de kasgeldlimiet te blijven.

  • Het renterisico op de vaste schuld van de gemeente overschrijdt de renterisiconorm niet. Deze norm beoogt de beperking van het bedrag van de vaste schuld waarover op termijn renterisico wordt gelopen. De renterisiconorm is een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de vaste schuld van de gemeente bij aanvang van het jaar. De toezichthouder geeft een aanwijzing als hieraan niet wordt voldaan. Ook hier kan de toezichthouder ontheffing verlenen.

  • Bij uitzettingen gelden de volgende eisen voor de tegenpartijen waarmee zaken wordt gedaan:

    • Het moeten financiële ondernemingen zijn.

    • Deze ondernemingen moeten in lidstaten gevestigd zijn die ten minste beschikken over een AA-rating, afgegeven door minimaal twee ratingbureaus.

    • De door deze ondernemingen uitgegeven waardepapieren moeten minimaal over aan AA minusrating beschikken, afgegeven door minimaal twee ratingbureaus. Indien de uitzetting een looptijd heeft van minder dan 3 maanden dan moet over minimaal een A-rating worden beschikt, wederom afgegeven door twee ratingbureaus.

    • Het bovenstaande geldt niet bij beleggingen in waardepapieren met een solvabiliteitsratio van 0% (doorgaans overheden).

2.3Toelichting per artikel

 

Artikel 2Uitgangspunten risicobeheer treasuryfunctie

Met de in artikel 2, lid 3 vermelde overeenkomst wordt bedoeld het contract met de huisbankier waarmee afspraken zijn vastgelegd over rekening courant voorwaarden en n kasgeldleningen. Voor dergelijke kortlopende leningen dient slechts een offerte bij de huisbankier opgevraagd te worden. Overigens is de gemeente niet verplicht deze leningen bij de huisbankier aan te trekken en kan de treasuryfunctie te altijd meerdere offertes opvragen.

 

Artikel 3Richtlijnen en limieten externe financiering

De rente voor vlottende schuld is normaliter lager dan de rente op vaste schuld. Vandaar dat tot maximaal het bedrag van de kasgeldlimiet kort kan worden geleend alvorens tot consolidatie wordt overgegaan.

 

Bij het aantrekken van vaste schuld wordt gekeken naar de bestaande leningenportefeuille tezamen met de verwachte financieringsbehoefte, die blijkt uit de liquiditeitsplanningen . Er wordt bij het aantrekken van langlopende leningen gezorgd voor een spreiding van het renterisico. Dit betekent dat de leningenportefeuille een evenwichtig aflossingspatroon kent en het renterisico langjarig binnen de voorgeschreven renterisiconorm blijft.

 

Onderhandse geldleningen zijn er in diverse vormen:

  • Lineaire leningen met een jaarlijks gelijkblijvende aflossing.

  • Annuïtaire leningen met een jaarlijkse gelijkblijvende betaling van rente en aflossing.

  • Fixe leningen waarbij jaarlijks slechts rente wordt betaald en aflossing van de gehele lening aan het einde van de looptijd plaatsvindt.

In het leningcontract van een onderhandse lening kan de clausule zijn opgenomen dat de mogelijkheid bestaat tot vervroegde aflossing van de restant hoofdsom van de lening. Doorgaans bestaat deze mogelijkheid voor de eerste maal na een looptijd van 10 jaren. Het benutten van deze clausule brengt wel extra kosten met zich mee in de vorm van een boete.

Daarnaast kan een verzoek bij een financiële instelling worden ingediend om leningen tussentijds af te lossen waarbij doorgaans ook sprake is van een boetebetaling. Vervroegde aflossing is interessant op het moment dat de huidig geldende rente lager is dan de rente die nu wordt betaald. Indien de contante waarde van de resterende rentebetalingen van een lening tegen de huidige rente, dus de rente waartegen eventueel geherfinancierd kan worden, lager is dan de contante waarde tegen de contractrente dan is vervroegde aflossing interessant. Om de administratieve kosten te dekken, wordt als vuistregel gehanteerd dat het voordeel groter moet zijn dan te betalen boete.

 

Artikel 4 Richtlijnen en limieten uitzettingen

 

Uitzettingen in de vorm van aandelen zijn niet toegestaan omdat deze in hoge mate gevoelig zijn voor marktbewegingen. Volgens de Wet fido is de aankoop van aandelen de gemeente slechts toegestaan als aantoonbaar is dat deze worden gekocht in het kader van de publieke taak. Conform artikel 160, lid 2 van de Gemeentewet zal het college alvorens tot aanschaf van aandelen over te gaan, een ontwerpbesluit hierover sturen aan de raad die wensen en bedenkingen kan uiten.

 

Artikel 5 Gemeenteleningen en gemeentegaranties

De gemeenteraad heeft op 22 april 2008 ingestemd met het aangaan van een achtervangpositie bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Dit besluit kwam voort uit de fusie van de Stichting Wooncorporatie Losser met Woningcorporatie Domijn uit Enschede. Met beoogde ingangsdatum 1 januari 2022 zal de verdeling van de achtervang geschieden op basis van de marktwaarde van het corporatiebezit binnen de gemeentegrenzen. Hierbij wordt beoogd dat gemeenten een algehele instemming verlenen voor de achtervang en niet meer per jaarschijf of lening zoals nu nog in Losser wordt gedaan.

 

De gemeente is zeer terughoudend met het verstrekken van leningen of garanties. In die gevallen dat de gemeente vindt dat dit tot haar publieke taak behoort, wordt het besluit ter instemming voorgelegd aan de gemeenteraad voordat het college een definitief besluit neemt.

 

Het rentetarief van een gemeentelijke lening moet marktconform zijn volgens de regels inzake staatssteun. De ontvangende partij mag geen voordeel hebben ten opzichte van de verstrekking van een lening of garantie door een marktpartij.

De leningverstrekking moet voor de gemeente in beginsel budgettair neutraal zijn. In verband met die budgettaire neutraliteit is het noodzakelijk dat het rentetarief pas wordt vastgesteld ten tijde van de indiening van het conceptvoorstel aan Raad. Hiermee wordt voorkomen dat er een achterhaald rentetarief in een voorstel is opgenomen.

 

Artikel 6 Interne renteverrekening

Het percentage voor de omslagrente wordt jaarlijks berekend en vastgesteld door het rentecomité op basis van de voorschriften van de commissie bbv en opgenomen in de richtlijnen van de programmabegroting.

 

In uitzonderingsgevallen kan een investeringsproject in aanmerking komen voor een ander rentepercentage dan het omslagpercentage. Dit kan het geval zijn als door externe partijen (bijvoorbeeld het Rijk) een rentetarief wordt opgelegd of als het project dusdanig grote financiële risico’s met zich meebrengt dat zekerheid van financieringslasten is gewenst (het omslagpercentage kan fluctueren per jaar). Indien wordt afgeweken van het omslagpercentage zal hiervan in het betreffende raadsbesluit, waarin de autorisatie en de dekking wordt vastgesteld, expliciet melding moeten worden gemaakt.

Vervolgens zal de treasuryfunctie ook overgaan tot het aantrekken van de financiering ter afdekking van een gedefinieerde financieringsbehoefte tegen bepaalde condities voor een specifiek project.

 

Als algemene beleidslijn geldt dat de gemeente de methode van integrale financiering hanteert. Er bestaat geen één op één relatie tussen de externe financiering en investeringen.

 

Artikel 7Liquiditeitsbeheer

De tegoeden worden zo veel mogelijk bij de huisbankier geconcentreerd aangezien daar de meest gunstige tarieven in rekening worden gebracht c.q. worden vergoed. Dit alles wederom om de kosten te minimaliseren.

 

Artikel 8Betalingsverkeer

Elke 4 à 6 jaren zal een evaluatie door de treasuryfunctie worden uitgevoerd ten aanzien van de kosten van het betalingsverkeer en zal een inkoop of aanbestedingstraject worden doorlopen om te zorgen dat de kosten ook minimaal blijven.

 

Het betalingsverkeer moet zodanig zijn ingericht dat aan de doelstelling van het minimaliseren van interne en externe verwerkingskosten wordt voldaan. Hiertoe kan de treasuryfunctie aanwijzingen geven en richtlijnen vaststellen inzake het betalingsverkeer.

 

Artikel 10Verantwoordelijkheden en taken

De treasuryfunctie is ondergebracht bij de concernstaf van de Gemeente Enschede. Het rentecomité is het centrale orgaan binnen de Gemeente Losser inzake het rente- en treasurymanagement. Het rentecomité bestaat uit de controller(voorzitter), een beleidsadviseur financiën en de treasuryfunctie (secretaris).

 

Artikel 11Bevoegdheden

In de kolom autorisatie staat vermeld wie tekenbevoegd is. In het geval het college van B&W vermeldt staat als tekenbevoegd betekent dit dat de burgemeester (of dienstdoende loco-burgemeester) de bijbehorende documenten tekent. De kolom uitvoering geeft aan wie de taak daadwerkelijk verricht. Wie de administratie voert staat vermeld in de kolom registratie. En in de kolom control is opgenomen wie de registratie controleert.

 

In artikel 16, lid 3 van de financiële verordening gemeente Losser 2018 is gemeld dat de limieten tot het opnemen van kredieten in rekening-courant, het uitzetten van tijdelijk overtollige middelen en het aantrekken van langlopende geldleningen jaarlijks worden vastgesteld in de paragraaf treasury in de begroting. Hiermee beperkt het college haar bevoegdheden ten aanzien van de uitvoering van de treasury-activiteiten ten gunste van de raad.

Het college heeft haar bevoegdheden doorgeven aan het rentecomité door vaststelling van zorgvuldige opgestelde procedureafspraken waarbij onderscheid wordt gemaakt in het aantrekken van financieringen en het doen van uitzettingen. Deze mandatering is noodzakelijk om slagvaardig handelen op de geld- en kapitaalmarkten mogelijk te maken. De mandatering wordt verleend tot maximaal de vastgestelde limieten.

 

Bijlage 1: Verklarende woordenlijst

 

Aandeel

Bewijs van deelname in het kapitaal van een vennootschap.

Consolidatie

Het omzetten van korte financieringsmiddelen in lange financiering.

Contante waarde

Dit is de waarde van toekomstige (uit- en/of ingaande) geldstromen op het huidige tijdstip. Deze wordt berekend door de geldstromen te disconteren naar het huidige tijdstip tegen het nu geldende rentetarief.

Daggeld (callgeld)

Lening of deposito voor één dag tegen een vast rentepercentage.

Deposito

Niet-verhandelbare belegging bij een financiële instelling, waarbij een bedrag voor een vaste periode tegen een vast rentepercentage wordt weggezet.

Derivaten

Financiële instrumenten belichaamd in contracten waarin de voorwaarden zijn vastgelegd waartegen een transactie op een bepaald moment zal of kan plaatsvinden en waarvan de waarde afhankelijk is van één of meer onderliggende activa, referentieprijzen of indices.

Externe financiering

Het aantrekken van middelen uit bronnen die buiten de organisatie liggen.

Financieringsbehoefte

De behoefte om uit interne of externe bronnen vermogen aan te trekken voor de dekking van de vermogensbehoefte.

Geldmarkt

Financiële markt voor het aantrekken of uitzetten van gelden met een looptijd van minder dan 1 jaar.

Integralefinanciering

Vorm van financiering waarbij de vermogensbehoefte van de organisatie als geheel wordt betrokken, in tegenstelling tot projectgewijze financiering.

Kapitaalmarkt

Financiële markt voor het aantrekken of uitzetten van gelden met een looptijd van langer of gelijk aan 1 jaar.

Kasgeldlening

Lening met een looptijd van maximaal 1 jaar tegen een vast rentepercentage en een aflossing ineens aan het einde van de looptijd.

Kasgeldlimiet

Een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar.

Koersrisico

Het risico dat voortvloeit uit de mogelijkheid dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.

Kredietrisico

Het risico dat voortvloeit uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie.

Limiet

Een type richtlijn die de (uiterste) grens aangeeft van een bepaalde handeling, verantwoordelijkheid en/of bevoegdheid.

Liquide middelen

De direct opvraagbare financiële middelen van de organisatie.

Liquiditeitsrisico

Het risico dat verbonden is aan het onvoorzien ontstaan van tekorten op kortlopende geldmiddelen.

Mandaat

Het opdragen van taken en bevoegdheden. Degene die de taak overdraagt, blijft zelf verantwoordelijk. Mandaatverlening aan ondergeschikte ambtenaren is altijd mogelijk. Mandaatbesluiten hebben betrekking op de verdeling van interne bevoegdheden en behoeven niet openbaar gemaakt te worden.

Matchen

Het afstemmen van termijnen waarop vermogen wordt vastgelegd op termijnen waarop vermogen wordt aangetrokken.

Netto-vlottende schuld

Het gezamenlijk bedrag van:

  • de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van korter dan één jaar

  • de schuld in rekening-courant

  • de voor een termijn van korter dan één jaar ter bewaring in kas gestorte gelden van derden

  • overige geldleningen die geen onderdeel uitmaken van de vaste schuld;

verminderd met het bedrag van:

  • de contante gelden in kas

  • de tegoeden in rekening-courant

  • de overige uitstaande gelden met een rentetypische looptijd van korter dan één jaar.

Omslagrente

De rekenrente waarmee de betaalde rente minus de ontvangen rente wordt verdeeld over de bestaande investeringen in vaste activa.

Onderhandse geldlening

Schuldpapier op (middel)lange termijn dat niet genoteerd staat aan een beurs maar dat volledig op maat wordt afgesproken tussen geldgever en geldnemer. Vaak komen transacties tot stand met behulp van bemiddelaars.

Projectfinanciering

Vorm van financiering waarbij voor een enkel project de financiering wordt geregeld, in tegenstelling tot integrale financiering waarbij de gehele gemeentelijke financieringsbehoefte is betrokken.

Rating

Taxatie van de kredietwaardigheid van een financiële onderneming of een land, bepaald door een ratingbureau.

Rekening-courant

Lopende rekening tussen twee partijen waarop de onderlinge vorderingen of schulden staan vermeld.

Rentecomité

Het centrale orgaan binnen de Gemeente Losser inzake het rente- en treasurymanagement.

Renterisico

Het risico dat voortvloeit uit de mogelijkheid dat in de toekomst de rentelasten van het vreemd vermogen hoger respectievelijk dat de renteopbrengsten van activa lager zullen zijn dan een bestuurlijk wenselijk geacht niveau, c.q. het in de meerjarenraming en begroting geraamde niveau.

Renterisiconorm

Een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de vaste schuld van het openbare lichaam bij aanvang van het jaar.

Rentetypische looptijd

De looptijd tussen twee momenten waarop een tussentijdse aanpassing van de contractuele rente plaatsvindt.

Rentevisie

Toekomstverwachting over de ontwikkeling van de rente op basis waarvan een financierings- en uitzettingenbeleid wordt gevoerd.

Richtlijn

Saldo rentecompensatie circuit

Een bindend voorschrift c.q. aanwijzing van een te volgen handelswijze.

De debet- en credit saldi van meerdere rekeningen van een organisatie bij eenzelfde financiële instellingen worden samengevoegd tot één gecombineerd saldo; en over dit gecombineerde saldo berekent de bank de te betalen of ontvangen rente.

Solvabiliteitsratio

Het in een lidstaat voor een financiële onderneming voorgeschreven minimumniveau van aansprakelijk vermogen tegenover aangehouden naar risicograad gewogen activum.

Treasurybeleid

Bestaat uit de uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, de organisatorische en administratieve kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie ter uitvoering van de treasuryfunctie.

Treasuryfunctie

Omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheren van de financiële stromen en voorraad financiën van een organisatie, evenals de daaruit voortvloeiende risico’s.

Uitzetting

Belegging in een vastrentende waarde.

Valutarisico

Het risico dat voortvloeit uit de mogelijkheid dat op een bepaald moment de waarde van de vreemde valutastromen, uitgedrukt in eigen valuta, afwijkt van wat verwacht werd op het beslissingsmoment.

Vaste schuld

Schuldtitels met een looptijd van minimaal één jaar en één dag.

Vastrentende waarde

Vermogenstitels met een vaste renteopbrengst. 

Vlottende schuld

Schuldtitels met een looptijd van maximaal één jaar.