Organisatie | Losser |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Losser houdende regels omtrent financiën |
Citeertitel | Treasurystatuut Gemeente Losser 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het Treasurystatuut 2015.
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR608931/1
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-07-2021 | nieuwe regeling | 06-07-2021 | 21.0013529 |
Artikel 1 Doelstellingen treasurybeleid
De doelstellingen van het treasurybeleid van de gemeente zijn:
Artikel 3 Richtlijnen en limieten externe financiering
Vervroegde aflossing van leningen van de gemeente kan plaatsvinden als de contante waarde van de rentebetalingen op een nieuwe lening lager is dan de contante waarde van de rentebetalingen van de oude lening, rekening houdend met de boete, die bij vervroegde aflossing betaald moet worden. Daarbij moet het voordeel groter zijn dan de boete.
Memorie van toelichting Treasurystatuut 2021 gemeente Losser
In deze memorie van toelichting wordt het wettelijke kader voor de treasuryfunctie van de gemeente kort beschreven. Het Treasurystatuut is opgesteld met als aanname dat aan de wettelijke verplichtingen en opgelegde randvoorwaarden wordt voldaan.
Het wettelijke kader aangaande treasuryfunctie betreft een drietal wetten namelijk:
In de Gemeentewet staat ten aanzien van treasury het volgende:
In artikel 169, lid 4 is hier wel een beperking op aangebracht. Het college behoort geen besluiten te nemen aangaande privaatrechtelijke handelingen indien de raad daarom verzoekt of het besluit ingrijpende gevolgen heeft voor de gemeente. In dit geval moet de raad in staat zijn om vooraf wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
Ad 2: Besluit Begroting en Verantwoording
In het BBV zijn een aantal zaken vermeld ten aanzien van de treasuryfunctie, zijnde:
De Wet fido (Financiering Decentrale Overheden) heeft begin 2001 de Wet filo (Financiering Lagere Overheden) uit 1987 vervangen. In 2006 is de wet geëvalueerd en enigszins aangepast. Daarnaast gelden, al uitvloeisel van de Wet fido:
De regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden die is aangescherpt naar aanleiding van de problemen met de beleggingen in IJsland uit het najaar van 2008. De regels ten aanzien van tegenpartijen bij beleggingen zijn gewijzigd als ook is nogmaals (ten overvloede) opgenomen dat gelden niet mogen worden aangetrokken met als doel deze tegen een hoger rendement weer uit te zetten. Deze regeling is nu weer gewijzigd per 1 januari 2015 om het gebruik van derivaten in te perken naar aanleiding van de verliezen bij Vestia.
De hoofdzaken uit de Wet fido en beide regelingen zijn:
De gemeente gaat slechts leningen aan, zet middelen uit of verleent garanties ten behoeve van de publieke taak. Decentrale overheden kunnen binnen het wettelijke kader zelf bepalen wat zij tot hun publieke taak rekenen. Wel wordt terughoudendheid van de decentrale overheden verwacht en zal door de toezichthouder worden gekeken of de gemeente degelijk motiveert waarom een activiteit tot zijn publieke taak wordt gerekend
De gemeente hanteert slechts derivaten of zet slechts middelen uit, anders dan ten behoeve van de publieke taak, indien deze uitzettingen of derivaten een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Hierbij worden minimumeisen gesteld aan de tegenpartijen waarbij uitzettingen mogen worden gedaan.
Het prudente gebruik van derivaten houdt in dat:
Er moet sprake zijn van een gesloten positie dus de onderliggende waarde waarop het derivaat betrekking heeft, heeft gelijke modaliteiten (in omvang en looptijd) als de bijbehorende financieringsbehoefte of bijbehorende overtollige middelen. Het derivaat brengt geen groter risico met zich mee dan het risico dat ermee wordt afgedekt.
Een belangrijk uitgangspunt van de Wet fido is het vermijden van grote fluctuaties in de rentelasten van openbare lichamen. De kasgeldlimiet is opgenomen in de Wet fido ter beperking van het bedrag van de vlottende schuld waarover dagelijks renterisico wordt gelopen. Zo worden grote fluctuaties in de korte rentelasten vermeden. Bij een derde achtereenvolgende overschrijding wordt de toezichthouder op de hoogte gebracht tezamen met een plan om binnen de limiet te blijven in het lopende kwartaal. De toezichthouder kan ontheffing verlenen van de verplichting om onder de kasgeldlimiet te blijven.
Het renterisico op de vaste schuld van de gemeente overschrijdt de renterisiconorm niet. Deze norm beoogt de beperking van het bedrag van de vaste schuld waarover op termijn renterisico wordt gelopen. De renterisiconorm is een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de vaste schuld van de gemeente bij aanvang van het jaar. De toezichthouder geeft een aanwijzing als hieraan niet wordt voldaan. Ook hier kan de toezichthouder ontheffing verlenen.
Bij uitzettingen gelden de volgende eisen voor de tegenpartijen waarmee zaken wordt gedaan:
De door deze ondernemingen uitgegeven waardepapieren moeten minimaal over aan AA minusrating beschikken, afgegeven door minimaal twee ratingbureaus. Indien de uitzetting een looptijd heeft van minder dan 3 maanden dan moet over minimaal een A-rating worden beschikt, wederom afgegeven door twee ratingbureaus.
Artikel 2Uitgangspunten risicobeheer treasuryfunctie
Met de in artikel 2, lid 3 vermelde overeenkomst wordt bedoeld het contract met de huisbankier waarmee afspraken zijn vastgelegd over rekening courant voorwaarden en n kasgeldleningen. Voor dergelijke kortlopende leningen dient slechts een offerte bij de huisbankier opgevraagd te worden. Overigens is de gemeente niet verplicht deze leningen bij de huisbankier aan te trekken en kan de treasuryfunctie te altijd meerdere offertes opvragen.
Artikel 3Richtlijnen en limieten externe financiering
De rente voor vlottende schuld is normaliter lager dan de rente op vaste schuld. Vandaar dat tot maximaal het bedrag van de kasgeldlimiet kort kan worden geleend alvorens tot consolidatie wordt overgegaan.
Bij het aantrekken van vaste schuld wordt gekeken naar de bestaande leningenportefeuille tezamen met de verwachte financieringsbehoefte, die blijkt uit de liquiditeitsplanningen . Er wordt bij het aantrekken van langlopende leningen gezorgd voor een spreiding van het renterisico. Dit betekent dat de leningenportefeuille een evenwichtig aflossingspatroon kent en het renterisico langjarig binnen de voorgeschreven renterisiconorm blijft.
Onderhandse geldleningen zijn er in diverse vormen:
In het leningcontract van een onderhandse lening kan de clausule zijn opgenomen dat de mogelijkheid bestaat tot vervroegde aflossing van de restant hoofdsom van de lening. Doorgaans bestaat deze mogelijkheid voor de eerste maal na een looptijd van 10 jaren. Het benutten van deze clausule brengt wel extra kosten met zich mee in de vorm van een boete.
Daarnaast kan een verzoek bij een financiële instelling worden ingediend om leningen tussentijds af te lossen waarbij doorgaans ook sprake is van een boetebetaling. Vervroegde aflossing is interessant op het moment dat de huidig geldende rente lager is dan de rente die nu wordt betaald. Indien de contante waarde van de resterende rentebetalingen van een lening tegen de huidige rente, dus de rente waartegen eventueel geherfinancierd kan worden, lager is dan de contante waarde tegen de contractrente dan is vervroegde aflossing interessant. Om de administratieve kosten te dekken, wordt als vuistregel gehanteerd dat het voordeel groter moet zijn dan te betalen boete.
Artikel 4 Richtlijnen en limieten uitzettingen
Uitzettingen in de vorm van aandelen zijn niet toegestaan omdat deze in hoge mate gevoelig zijn voor marktbewegingen. Volgens de Wet fido is de aankoop van aandelen de gemeente slechts toegestaan als aantoonbaar is dat deze worden gekocht in het kader van de publieke taak. Conform artikel 160, lid 2 van de Gemeentewet zal het college alvorens tot aanschaf van aandelen over te gaan, een ontwerpbesluit hierover sturen aan de raad die wensen en bedenkingen kan uiten.
Artikel 5 Gemeenteleningen en gemeentegaranties
De gemeenteraad heeft op 22 april 2008 ingestemd met het aangaan van een achtervangpositie bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Dit besluit kwam voort uit de fusie van de Stichting Wooncorporatie Losser met Woningcorporatie Domijn uit Enschede. Met beoogde ingangsdatum 1 januari 2022 zal de verdeling van de achtervang geschieden op basis van de marktwaarde van het corporatiebezit binnen de gemeentegrenzen. Hierbij wordt beoogd dat gemeenten een algehele instemming verlenen voor de achtervang en niet meer per jaarschijf of lening zoals nu nog in Losser wordt gedaan.
De gemeente is zeer terughoudend met het verstrekken van leningen of garanties. In die gevallen dat de gemeente vindt dat dit tot haar publieke taak behoort, wordt het besluit ter instemming voorgelegd aan de gemeenteraad voordat het college een definitief besluit neemt.
Het rentetarief van een gemeentelijke lening moet marktconform zijn volgens de regels inzake staatssteun. De ontvangende partij mag geen voordeel hebben ten opzichte van de verstrekking van een lening of garantie door een marktpartij.
De leningverstrekking moet voor de gemeente in beginsel budgettair neutraal zijn. In verband met die budgettaire neutraliteit is het noodzakelijk dat het rentetarief pas wordt vastgesteld ten tijde van de indiening van het conceptvoorstel aan Raad. Hiermee wordt voorkomen dat er een achterhaald rentetarief in een voorstel is opgenomen.
Artikel 6 Interne renteverrekening
Het percentage voor de omslagrente wordt jaarlijks berekend en vastgesteld door het rentecomité op basis van de voorschriften van de commissie bbv en opgenomen in de richtlijnen van de programmabegroting.
In uitzonderingsgevallen kan een investeringsproject in aanmerking komen voor een ander rentepercentage dan het omslagpercentage. Dit kan het geval zijn als door externe partijen (bijvoorbeeld het Rijk) een rentetarief wordt opgelegd of als het project dusdanig grote financiële risico’s met zich meebrengt dat zekerheid van financieringslasten is gewenst (het omslagpercentage kan fluctueren per jaar). Indien wordt afgeweken van het omslagpercentage zal hiervan in het betreffende raadsbesluit, waarin de autorisatie en de dekking wordt vastgesteld, expliciet melding moeten worden gemaakt.
Vervolgens zal de treasuryfunctie ook overgaan tot het aantrekken van de financiering ter afdekking van een gedefinieerde financieringsbehoefte tegen bepaalde condities voor een specifiek project.
Als algemene beleidslijn geldt dat de gemeente de methode van integrale financiering hanteert. Er bestaat geen één op één relatie tussen de externe financiering en investeringen.
De tegoeden worden zo veel mogelijk bij de huisbankier geconcentreerd aangezien daar de meest gunstige tarieven in rekening worden gebracht c.q. worden vergoed. Dit alles wederom om de kosten te minimaliseren.
Elke 4 à 6 jaren zal een evaluatie door de treasuryfunctie worden uitgevoerd ten aanzien van de kosten van het betalingsverkeer en zal een inkoop of aanbestedingstraject worden doorlopen om te zorgen dat de kosten ook minimaal blijven.
Het betalingsverkeer moet zodanig zijn ingericht dat aan de doelstelling van het minimaliseren van interne en externe verwerkingskosten wordt voldaan. Hiertoe kan de treasuryfunctie aanwijzingen geven en richtlijnen vaststellen inzake het betalingsverkeer.
Artikel 10Verantwoordelijkheden en taken
De treasuryfunctie is ondergebracht bij de concernstaf van de Gemeente Enschede. Het rentecomité is het centrale orgaan binnen de Gemeente Losser inzake het rente- en treasurymanagement. Het rentecomité bestaat uit de controller(voorzitter), een beleidsadviseur financiën en de treasuryfunctie (secretaris).
In de kolom autorisatie staat vermeld wie tekenbevoegd is. In het geval het college van B&W vermeldt staat als tekenbevoegd betekent dit dat de burgemeester (of dienstdoende loco-burgemeester) de bijbehorende documenten tekent. De kolom uitvoering geeft aan wie de taak daadwerkelijk verricht. Wie de administratie voert staat vermeld in de kolom registratie. En in de kolom control is opgenomen wie de registratie controleert.
In artikel 16, lid 3 van de financiële verordening gemeente Losser 2018 is gemeld dat de limieten tot het opnemen van kredieten in rekening-courant, het uitzetten van tijdelijk overtollige middelen en het aantrekken van langlopende geldleningen jaarlijks worden vastgesteld in de paragraaf treasury in de begroting. Hiermee beperkt het college haar bevoegdheden ten aanzien van de uitvoering van de treasury-activiteiten ten gunste van de raad.
Het college heeft haar bevoegdheden doorgeven aan het rentecomité door vaststelling van zorgvuldige opgestelde procedureafspraken waarbij onderscheid wordt gemaakt in het aantrekken van financieringen en het doen van uitzettingen. Deze mandatering is noodzakelijk om slagvaardig handelen op de geld- en kapitaalmarkten mogelijk te maken. De mandatering wordt verleend tot maximaal de vastgestelde limieten.
Bijlage 1: Verklarende woordenlijst