Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsmatrix prostitutie en seksbranche gemeente Zaanstad – 2021 |
Citeertitel | Handhavingsmatrix prostitutie en seksbranche gemeente Zaanstad - 2021 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2021 | Nieuwe regeling | 25-05-2021 | 2021/11349 |
Deze handhavingsmatrix geldt voor zowel de vergunde seksbedrijven als voor illegale prostitutie. Voor de verschillende soorten activiteiten die seksbedrijven kunnen uitoefenen is specifieke wet- en regelgeving van toepassing.
Om duidelijk te maken welke regels voor welke activiteit gelden zijn er vier handhavingskaders opgesteld.
Imperatieve intrekkingsgronden
In de APV staan de gronden vermeld die direct tot intrekking van de vergunning leiden. Deze gronden hoeven daarom niet in het handhavingsarrangement te worden opgenomen, aangezien er geen beleidsmatige afweging plaatsvindt. De gronden staan vermeld in artikel 3:9 van de APV.
Een incident of overtreding telt vijf jaar mee. Vindt een incident of overtreding na een jaar maar binnen vijf jaar plaatst na het vorige incident dan wordt de handhavingsstap die voor dat bedrijf en die ondernemer geldt, herhaald.
De burgemeester heeft bij zijn besluitvorming over te treffen bestuurlijke maatregelen een inherente afwijkingsbevoegdheid. De stappen in het handhavingskader gelden daarbij als uitgangspunt. Als de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven, kan de burgemeester afwijken van deze uitgangspunten. Zo kan hij door verzwarende omstandigheden besluiten om een stap over te slaan en niet eerst te waarschuwen, maar meteen tot het opleggen van een maatregel over te gaan. De burgemeester kan ook besluiten af te zien van het treffen van een maatregel, of te volstaan met een waarschuwing. De burgemeester zal een afwijking van het handhavingskader expliciet in zijn besluit motiveren.
De belangrijkste feiten en omstandigheden die kunnen worden aangemerkt als verzwarende omstandigheden, zoals hiervoor bedoeld, zijn:
Deze opsomming heeft een alternatief en geen cumulatief karakter, en is indicatief en niet restrictief.
Voor het bestuurlijke traject binnen het handhavingsarrangement geldt dat een volgende stap wordt gezet in het stappenplan, namelijk wanneer binnen een jaar na een vorig incident of constatering opnieuw een incident of overtreding plaatst vindt. Indien binnen één jaar meerdere overtredingen elkaar hebben opgevolgd, ook wanneer nog geen maatregel is opgelegd, dan worden de overtredingen samengevoegd en wordt conform de sanctiestrategie de maatregel van de zwaarste overtreding toegepast. Cumulatie is daarnaast een verzwarende omstandigheid. Dit betekent dat cumulatie wordt behandeld als een tweede constatering. In dat geval wordt niet iedere overtreding afzonderlijk gesanctioneerd, omdat afzonderlijke sancties niet doeltreffend zijn gebleken in verband met het voordoen van nieuwe overtredingen. Het afdoen van meerdere overtredingen met één sanctie staat ook in redelijke verhouding met het doel dat met een sanctie wordt beoogd.
Hieronder staan de handhavingsstappen voor alle vergunde seksbedrijven.
B. Handhavingskader seksbedrijven met een seksinrichting
Dit handhavingskader geldt aanvullend op handhavingskader A voor de seksbedrijven met een seksinrichting. Het gaat om bedrijven die een voor publiek toegankelijke besloten ruimte hebben om bedrijfsmatig gelegenheid te geven tot:
C. Handhavingskader prostitutiebedrijven
Dit handhavingskader geldt aanvullend voor de prostitutiebedrijven en escortbedrijven. Het gaat om bedrijven die:
Toelichting: verantwoordelijkheid exploitant bij signalen van misstanden
De exploitant van een prostitutiebedrijf is verantwoordelijk dat er geen misstanden plaatsvinden vanuit zijn/haar bedrijf. Wanneer misstanden worden geconstateerd wordt zeer kritisch naar de rol van de exploitant en beheerder(s) gekeken. Bij nalatigheid en/of verwijtbaarheid van de exploitant en/of beheerder(s) wordt de inrichting per direct gesloten voor de duur van 6 maanden en zal daarnaast de vergunning gelijktijdig worden ingetrokken. Dit geldt ook wanneer vermoedens van misstanden niet direct aan de gemeente of politie zijn gemeld. Bij de gevallen waar geen sprake is van nalatigheid en/of verwijtbaarheid wordt gekeken naar de feiten en omstandigheden van de onderneming. Hierbij wordt bijvoorbeeld gekeken naar de historie van de exploitatie, de maatregelen die worden getroffen om misstanden te voorkomen en de relatie tot de toezichthouder ten aanzien van informatie-uitwisselingen en het bespreken van signalen van misstanden.
Toelichting: in strijd handelen met bedrijfsplan
Ter bescherming en verbetering van de positie van de prostituee en klanten is het van belang dat seksbedrijven exploiteren conform de maatregelen zoals beschreven in het bedrijfsplan. De burgemeester is bevoegd hierop te handhaven. Exploitanten zijn verplicht om een bedrijfsplan te overleggen als een toezichthouder of opsporingsambtenaar daarom vraagt. Het bedrijfsplan is onderdeel van de vergunning. Als exploitanten het bedrijfsplan niet naleven, zal de burgemeester hierop handhaven.
Toelichting: in strijd handelen met eisen advertenties
Het is conform artikel 3:13 van de APV verboden om met onveilige seks te adverteren of in advertenties te garanderen dat prostituees, die voor het bedrijf werken, vrij zijn van soa’s. Daarnaast dient in elke advertentie het in de vergunning vermelde telefoonnummer van het bedrijf, de bedrijfsnaam en het vergunning kenmerk/nummer vermeld te worden. Op deze manier kan de toezichthouder achterhalen om welk bedrijf het gaat en in welke gemeente de vergunning is afgegeven.
Toelichting: ernstig gevaar voor de verspreiding van infectieziekten
Artikel 47 van de Wet publieke gezondheid (Wpg) geeft de burgemeester de bevoegdheid om maatregelen te nemen om het gevaar van verspreiding van infectieziekten te voorkomen. Indien sprake is van een ernstig gevaar voor verspreiding van infectieziekten vanuit een seksbedrijf, kan onder meer besloten worden de inrichting te sluiten of te ontsmetten. Ook kunnen voorschriften van technisch-hygiënische aard worden opgelegd.
D. Handhavingskader illegale prostitutie
Illegale prostitutie onttrekt zich aan elke vorm van toezicht en is daardoor kwetsbaar voor misstanden, zoals mensenhandel en uitbuiting. Er wordt dan ook bestuursrechtelijk opgetreden tegen illegale (bedrijfsmatige) prostitutie door zowel maatregelen te treffen ten aanzien van de overtreder (vaak de prostituee) als de faciliteerder (vaak de pandeigenaar).
Indien op bedrijfsmatige wijze prostitutie wordt aangeboden zonder benodigde vergunning dan is er sprake van illegale prostitutie. Illegale prostitutie kan plaatsvinden in panden of in de openbare ruimte (straat-, raamprostitutie). Tegen illegale straat- en raamprostitutie wordt alleen strafrechtelijk opgetreden. Wanneer bedrijfsmatige prostitutie plaatsvindt in een pand kan de bestuurlijke handhaving zich richten op de pandeigenaar of huurder, of de personen die als overtreder worden aangemerkt.
Maatregelen ten aanzien van de overtreder
Maatregelen ten aanzien van openbare inrichtingen en bedrijfspanden
Maatregelen ten aanzien van woningen
Toelichting: bestuurlijk optreden bij bedrijfsmatige prostitutie vanuit bedrijfspanden of woningen
In Noord-Holland vindt er met grote regelmaat illegale bedrijfsmatige prostitutie plaats in bedrijfspanden of woningen. Hierbij is geconstateerd dat de prostituees vaak een beperkte tijd gebruik maken van het pand om seksuele handelingen te verrichten en vaak maar een paar weken werkzaam zijn binnen een gemeente. Het gaat hierbij om prostituees die na een eerste constatering elders hun dienstverlening voortzetten. Omdat hierdoor vrees bestaat voor herhaling, wordt bij de eerste constatering direct een last onder dwangsom opgelegd (uiteraard is er wel ruimte voor zienswijze). In die gevallen waar sprake is van recidive of de overtreder geen vaste woon- of verblijfplaats heeft, kan het Openbaar Ministerie strafrechtelijk optreden, mede met het oog op generale preventie. Er is sprake van recidive wanneer de toezichthouder de afgelopen vijf jaar al eerder de overtreder heeft geconstateerd voor de overtreding van artikel 3:3 lid 1 APV, ook wanneer dit buiten de gemeente Zaanstad is geweest.
Wanneer een inrichting als bedrijfsmatig prostitutiebedrijf wordt gebruikt, wordt de inrichting niet meer feitelijk als woning zodanig gebruikt. In dergelijke gevallen wordt zo snel mogelijk de illegale situatie beëindigd door het opleggen van een last onder dwangsom aan de pandeigenaar en gebruiker, vanwege het (laten) gebruiken van de woning of het bedrijfspand in strijd met het bestemmingsplan (art 2.1, lid 1 sub c van de Wabo). Afhankelijk van de organisatiegraad en omvang van de illegale prostitutie bij bedrijfspanden wordt er bestuurlijk opgetreden door de sluiting voor onbepaalde tijd te bevelen. Gezien de beperktere organisatiegraad en omvang van bedrijfsmatige prostitutie vanuit woningen wordt er bij woningen in principe bestuurlijk opgetreden door het opleggen van een last onder dwangsom. Wanneer de pandeigenaar tijdens de zienswijze kan aantonen dat hijzelf door concrete maatregelen de illegale situatie heeft beëindigd (zoals het ontbinden van de huurovereenkomst en/of ontruimen van de inrichting, het bedrijfspand of de woning) en herhaling wordt voorkomen (bijvoorbeeld door aangepaste wijze van verhuur) kan van de last onder bestuursdwang of dwangsom worden afgezien.
Wanneer sprake is van overlast en loop op een pand/woning, kan ondanks goede maatregelen van de pandeigenaar toch een langere sluitingsduur worden opgelegd. Dit wordt in deze gevallen nodig geacht om de loop uit het pand te halen. Daarnaast kan in bepaalde gevallen de pandeigenaar of gebruiker als (mede)overtreder van de APV worden aangemerkt. In deze specifieke gevallen dient er sprake te zijn van een bewuste nauwe samenwerking tussen de pandeigenaar (of gebruiker) en de feitelijke overtreder (prostituee), waarbij zij samen de overtreding begaan. Niet noodzakelijk hierbij is dat de medepleger de overtreding in volle omvang begaat. Bijvoorbeeld het plaatsen van advertenties en het maken van afspraken voor een prostituee kan een vorm van medeplegen zijn. Of sprake is van medeplegen, zal moeten blijken uit feiten en omstandigheden.
Toelichting: illegale prostitutie vanuit een bedrijfspand waar de prostituee ook verblijft
Bij woningen in openbare inrichtingen of bedrijfspanden zal gezien de zware inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zo veel mogelijk de reguliere zienswijzeprocedure worden gevolgd. Een woningcorporatie of pandeigenaar zal te allen tijde op de hoogte worden gebracht van de geconstateerde feiten. Het is de plaats waar een persoon zijn private huishouden leidt. Dit wordt niet zonder meer bepaald door uiterlijke kenmerken zoals de bouw en aanwezigheid van een bed en ander huisraad, maar ook door de daadwerkelijk daaraan gegeven bestemming. Een tijdelijke aanwezigheid van de bewoner leidt er niet toe dat de ruimte het karakter van woning verliest. Een persoon die incidenteel overnacht in een woning en niet op dit adres in de Basisregistratie Personen (BRP) staat ingeschreven, wordt niet aangemerkt als bewoner. Een voor bewoning bestemde ruimte die niet gebruikt wordt als woning kan aangemerkt worden als lokaal. Na toetsing aan het beleid voor de prostitutie en seksbranche en beoordeling van alle feiten en omstandigheden zal een schriftelijke waarschuwing volgen of een besluit tot sluiting van het pand. Bij een besluit tot sluiting van het pand zullen de bewoners in de meeste gevallen een termijn van een week gegund worden voordat het pand daadwerkelijk wordt gesloten, zodat zij in de gelegenheid worden gesteld om bijvoorbeeld persoonlijke spullen, huisraad, bederfelijke waar e.d. uit de woning te verwijderen.
De handhavingsmatrix kan worden aangehaald als: Handhavingsmatrix prostitutie en seksbranche gemeente Zaanstad - 2021.