Subsidieregeling combinatiefunctionarissen sport Den Haag 2021

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

gelet op:

• -

  artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

besluit:

• -

  vast te stellen de navolgende Subsidieregeling combinatiefunctionarissen sport Den Haag 2021 en de bijlage bij de subsidieregeling combinatiefunctionarissen sport Den Haag 2021:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

ASV: Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

Awb: Algemene wet bestuursrecht;

college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

combinatiefunctionaris: een professional, in dienst bij een werkgever, die zijn functie uitvoert in lijn met de omschreven doelen en activiteiten in deze regeling en die verbindingen legt tussen sport en minimaal een andere sector zoals onderwijs, zorg, welzijn, kinderopvang en gezondheid;

fte: fulltime-equivalent; werkbelasting van een werknemer, waarbij uitgegaan wordt van een werkbelasting van 36 uur per week, minimaal 40 weken per jaar;

normbedrag laag: een bedrag van €50.000,- dat de bruto loonkosten, opleidingskosten en overhead omvat voor de aanstelling van 1 fte combinatiefunctionaris zonder hbo- of wo-diploma;

normbedrag hoog: een bedrag van €65.000,- dat de bruto loonkosten, opleidingskosten en overhead omvat voor de aanstelling van 1 fte combinatiefunctionaris met minimaal een hbo-diploma.

Artikel 1:2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.

Artikel 1:3 Doel van de subsidie

• 1.

  Het doel van de subsidieregeling is te bevorderen dat organisaties combinatiefunctionarissen aanstellen en begeleiden, die:

  a. inwoners van Den Haag, die achterblijven in sportdeelname, stimuleren om op hun  eigen manier te sporten en bewegen;

  b. sportverenigingen en -stichtingen versterken die in staat zijn sportaanbod te bieden dat aansluit op de sportbehoefte van inwoners van Den Haag;

  c. kinderen in de leeftijd 6 tot 18 jaar na schooltijd kennis laten maken met sporten en  bewegen.

• 2.

  Het achterliggende maatschappelijke doel dat met de subsidieregeling wordt beoogd is om alle inwoners van Den Haag een leven lang in beweging te houden en krijgen.

Artikel 1:4 Activiteiten

• 1.

  Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het aanstellen van combinatiefunctionarissen die activiteiten uitvoeren die bijdragen aan minimaal één van de in artikel 1:3, eerste lid, genoemde doelen en waarbij zij sport verbinden met minimaal één ander werkveld zoals onderwijs, zorg of welzijn.

• 2.

  In aanvulling op het eerste lid wordt subsidie gericht op het in artikel 1:3, eerste lid, onder a,  genoemde doel (categorie A) uitsluitend verstrekt voor het aanstellen van   combinatiefunctionarissen die activiteiten uitvoeren die gericht zijn op:

  a. kwetsbare volwassen Hagenaars met een zorgvraag in wijken die achterblijven in sportdeelname zoals bedoeld in de bijlage bij deze regeling;

  b. personen met een motorische, zintuiglijke of mentale beperking of stoornis, of met een chronische aandoening die het algemeen dagelijks functioneren belemmert;

  c. senioren met een afstand tot bewegen.

• 3.

  In aanvulling op het eerste lid wordt subsidie gericht op het in artikel 1:3, eerste lid, onder b,  genoemde doel (categorie B) uitsluitend verstrekt voor het aanstellen van combinatiefunctionarissen die activiteiten uitvoeren die gericht zijn op het:

  a. versterken van het technisch beleid bij sportverenigingen en het ondersteunen van sportverenigingen en -stichtingen bij het werven en opleiden van technische- kaderfuncties;

  b. realiseren van aantrekkelijk of vernieuwend aanbod voor potentiële leden, inclusief nieuwe lidmaatschapsvormen;

  c. behoud of aanwas van leden, vrijwilligers of deelnemers;

  d. realiseren van een positieve sportcultuur en een goed pedagogisch klimaat;

  e. leggen van verbinding door de combinatiefunctionaris met organisaties in de wijk, zoals sportverenigingen, onderwijsorganen en welzijnsorganisaties;

  f. versterken van de maatschappelijke rol van sportverenigingen; en

  g. samenwerking tussen verenigingen en onderling leereffect bevorderen.

• 4.

  In aanvulling op het eerste lid wordt subsidie gericht op het in artikel 1:3, eerste lid, onder c,  genoemde doel (categorie C) uitsluitend verstrekt voor het aanstellen van combinatiefunctionarissen die activiteiten uitvoeren die gericht zijn op:

  a. het sporten en bewegen van schoolgaande kinderen in de leeftijd 6 tot 18 jaar na schooltijd;

  b. het sporten en bewegen van jeugd in de leeftijd 6 tot 18 jaar op een door de gemeente hiervoor aangewezen plein of speelveld in wijken waar de sportdeelname laag is zoals bedoeld in de bijlage bij deze subsidieregeling.

Artikel 1:5 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen.

Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

• 1.

  Voor subsidie in aanmerking komen:

  a. de loonkosten van elke combinatiefunctionaris zonder hbo- of wo--opleiding, tot een maximum van het lage normbedrag per fte;

  b. de loonkosten van elke combinatiefunctionaris met een hbo- of wo-opleiding, tot een maximum van het hoge normbedrag per fte;

  c. een percentage van maximaal 2% van het normbedrag voor de opleidingskosten van de combinatiefunctionaris;

  d. de kosten die naar het oordeel van het college direct verbonden zijn aan de uitvoering van de in artikel 1.4 bedoelde activiteiten;

  e. de BTW over de gesubsidieerde kosten, voorzover de BTW niet teruggevorderd, verrekend of anderszins in mindering kan worden gebracht.

• 2.

  Niet voor subsidie in aanmerking komen:

  a. de kosten die zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag;

  b. de kosten voor overhead die meer bedragen dan 20 % van de kosten van de  subsidiabele activiteiten;

  c. de kosten van activiteiten die eerder door het college op basis van een subsidieregeling of anderszins zijn gefinancierd of die in aanmerking komen voor  financiering door niet- gemeentelijke regelingen.

Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt:

• a. voor categorie A: maximaal € 260.000,- per aanvrager;

• b. voor categorie B: minimaal € 1.000.000,- en maximaal € 1.440.000,- per aanvrager;

• c. voor categorie C: minimaal € 770.000,- en maximaal € 1.585.000,- per aanvrager.

Artikel 1:8 Subsidieplafond

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 een subsidieplafond € 3.625.000,-.

• 2.

  Het subsidieplafond bedoeld in het eerste lid, wordt verdeeld in de volgende deelplafonds:

  a. voor categorie A: € 600.000,-;

  b. voor categorie B: € 1.440.000,-;

  c. voor categorie C: € 1.585.000,-.

Artikel 1:9 Wijze van verdeling categorie A

• 1.

  Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie onder categorie A vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Bij de rangschikking van de in categorie A ingediende aanvragen kent het college punten toe  aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

  a. de activiteiten sluiten aan op de behoeften van inactieve Hagenaars:

  1° bij volledige aansluiting: 2 punten;

  2° bij gedeeltelijke aansluiting: 1 punt;

  b. de activiteiten leiden tot structurele sportdeelname gedurende minimaal 1 maal per week van inactieve inwoners van Den Haag zoals blijkt uit samenwerkingsafspraken met sport- en beweegaanbieders:

  1° bij doorstroom van 50 procent of meer van de deelnemers naar passend sportaanbod: 3 punten;

  2° bij doorstroom van 25 procent of meer van de deelnemers: 2 punten;

  3° bij doorstroom van 25 procent of minder van de deelnemers: 1 punt;

  c. de activiteiten vinden plaats in wijken die achterblijven in sportdeelname zoals bedoeld in bijlage 1: 

  1° bij activiteiten in 80 procent of meer van de wijken: 3 punten;

  2° bij activiteiten in 60 procent of meer van de wijken: 2 punten;

  3° bij activiteiten in minder dan 60 procent van de wijken: 0 punten;

  d. de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd worden mede gefinancierd door derden: 1 punt bij cofinanciering vanaf 15%.

• 3.

  Wanneer het totaalbedrag van de te honoreren aanvragen hoger is dan het vastgestelde subsidieplafond,  honoreert het college de aanvragen in volgorde van het door het college  aangebrachte rangschikking, totdat het voor de subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 4.

  Als het subsidieplafond wordt overschreden als gevolg van aanvragen die bij beoordeling gelijk zijn gerangschikt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

Artikel 1:10Wijze van verdeling categorie B

• 1.

  Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie onder categorie B vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Bij de rangschikking van de onder artikel 1:3, eerste lid, onder b, ingediende aanvragen kent  het college punten toe aan de hand van de volgende criteria:

  a. de activiteiten dragen bij aan het door de sportvereniging of sportstichting zelfstandig kunnen uitvoeren van de in artikel 1.4, derde lid, beschreven activiteiten na de geboden ondersteuning:

  1° bij zelfstandigheid: 2 punten;

  2° bij gedeeltelijke zelfstandigheid: 1 punt;

  b de activiteiten sluiten aan op de behoeften van de Haagse sportverenigingen, zoals bedoeld in het Vitaliteitsonderzoek 2020:

  1° bij aansluiting in voldoende mate: 2 punten;

  2° bij aansluiting in onvoldoende mate: 0 punten;

  c. de activiteiten zijn aanvullend en vernieuwend ten opzichte van bestaande programma’s op het vlak van het versterken van verenigingen:

  1° bij voldoende aanvullende en vernieuwende activiteiten: 2 punten;

  2° bij onvoldoende aanvullende en vernieuwende activiteiten: 0 punten;

  d. de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd worden mede gefinancierd door derden: 1 punt bij cofinanciering vanaf 15%;

  e. ondersteuning wordt zowel op thema, per sporttak als 1-op-1 geboden:

  1° ondersteuning op alle drie de gebieden: 3 punten;

  2° bij minder dan drie gebieden: 0 punten;

  f. ondersteuning kent een flexibele duur, op projectbasis of meerjarig:

  1° bij ondersteuning op projectbasis en meerjarig: 3 punten;

  2° bij ondersteuning die niet flexibel is qua duur: 0 punten.

• 3.

  Wanneer het totaalbedrag van de te honoreren aanvragen hoger is dan het vastgestelde subsidieplafond, honoreert het college de aanvragen in volgorde van het door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 4.

  Als het subsidieplafond wordt overschreden als gevolg van aanvragen die bij beoordeling gelijk zijn gerangschikt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

Artikel 1:11 Wijze van verdeling categorie C

• 1.

  Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie onder categorie C vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 2.

  Bij de rangschikking van de onder artikel 1:3, eerste lid, onder c ingediende aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria:

  a. de activiteiten sluiten aan op de behoeften en wensen van deelnemende scholen:

  1° bij aansluiting in voldoende mate: 2 punten;

  2° bij aansluiting in onvoldoende mate: 0 punten;

  b. de activiteiten sluiten aan op de behoeften en wensen van de jeugd in de wijken als genoemd in bijlage 1:

  1° bij aansluiting in voldoende mate: 2 punten;

  2° bij aansluiting in onvoldoende mate: 0 punten;

  c. de activiteiten leiden tot duurzame sportparticipatie van deelnemers door doorstroom naar verenigingen of ander sportaanbod zoals blijkt uit samenwerkingsafspraken met verenigingen en andere sportaanbieders:

  1° bij doorstroom van meer dan 50 procent: 3 punten;

  2° bij doorstroom van 25 tot 50 procent: 2 punten;

  3° bij doorstroom tot 25 procent: 1 punt,

  4° bij geen doorstroom: 0 punten;

  d. de activiteiten worden georganiseerd in de wijken zoals genoemd in bijlage 1:

  1° bij activiteiten in meer dan 80 procent van de wijken: 2 punten,;

  2° bij minder dan 80 procent: 0 punten;

  e. de aanvrager kan zowel de activiteiten voor het naschoolse aanbod als de activiteiten op pleinen en speelvelden verzorgen: 1 punt.

• 3.

  Wanneer het totaalbedrag van de te honoreren aanvragen hoger is dan het vastgestelde, honoreert het college de aanvragen in volgorde van het door het college aangebrachte rangschikking, totdat het voor de subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

• 4.

  Als het subsidieplafond wordt overschreden als gevolg van aanvragen die bij beoordeling gelijk zijn gerangschikt, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen

Artikel 2:1 Aanvraag subsidie

• 1.

  Subsidie wordt aangevraagd per categorie A, B of C.

• 2.

  Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:

  a. een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de subsidieontvanger als BTW belaste ondernemer is aan te merken;

  b. een specificatie van verrekenbare en niet-verrekenbare BTW;

  c. een verklaring waaruit blijkt in hoeverre de subsidieontvanger als belastingplichtige op grond van de vennootschapsbelasting is aan te merken;

  d. gegevens met betrekking tot de criteria in artikel 1:9, 1:10 of 1:11 op basis waarvan een beoordeling gemaakt kan worden ten behoeve van de toekenning van een subsidie;

  e. een overzicht waaruit blijkt dat de aanvrager beschikt over een aantoonbaar netwerk in de Haagse sportwereld.

• 3.

  De aanvrager maakt voor de aanvraag gebruik van het door het college voor deze regeling vastgestelde aanvraagformulier.

• 4.

  De aanvrager draagt zorg voor de werving, aanstelling en begeleiding van combinatiefunctionarissen.

• 5.

  De aanvrager voert professioneel en beroepsmatig de activiteiten uit zoals beschreven in artikel 1:4.

Artikel 2:2 Aanvraagtermijn

• 1.

  In afwijking van het bepaalde in artikel 9, eerste lid, van de ASV wordt een aanvraag voor subsidie voor het jaar 2022 ingediend tussen tussen 8 en 22 september.

• 2.

  De subsidie wordt toegekend voor een periode van maximaal één kalenderjaar.

Artikel 2:3 Beslistermijn

Het college beslist, in afwijking van artikel 10, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020, binnen acht weken na sluiting van de aanvraagtermijn zoals bedoeld in artikel 2:2, lid 1.

Hoofdstuk 3 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf

Artikel 3:1 Wijze van verantwoorden

• 1.

  De aanvraag tot vaststelling bevat:

  a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;

  b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV; en

  c. een verklaring dat de verantwoording juist en volledig is.

• 2.

  Het inhoudelijk verslag bevat in ieder geval:

  a. een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de gerealiseerde activiteiten;

  b. een beknopte beschrijving van de uitvoering van de gerealiseerde activiteiten. Uit deze beschrijving moet blijken of en in hoeverre aan de subsidievoorschriften is voldaan;

  c. een beknopte beschrijving van de mate waarin de resultaten zoals opgenomen in de aanvraag zijn gehaald;

  d. een beknopte beschrijving van de mate waarin de in de aanvraag geformuleerde doelstellingen zijn gehaald.

• 3.

  Het financieel verslag bevat in ieder geval:

  a. een overzicht van de inkomsten en uitgaven die aansluiten bij de posten van de begroting;

  b. een toelichting op afwijkingen groter dan 10% op hoofdposten van de begroting;

  c. de (niet verrekenbare) BTW.  

Hoofdstuk 4 Overige bepalingen

Artikel 4:1 Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling in mei 2022.

Artikel 4:2 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 augustus 2021 en vervalt met ingang van 31 december 2022.

Artikel 4:3 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling combinatiefunctionarissen sport Den Haag 2021.

Den Haag, 31 augustus 2021

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Ilma Merx

de burgemeester,

Jan van Zanen

Toelichting 13 juli 2021

De gemeente ontvangt middelen van het Rijk om uitvoering te geven aan de bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties tussen de VNG en het Rijk zoals ondertekend op 29 juni 2018. De Rijksmiddelen zijn bestemd voor het bijdragen aan een leven lang inclusief sporten en bewegen, het tot stand brengen en uitbouwen van lokale verbindingen en het duurzaam versterken en innoveren van sport- en beweegaanbieders. De gemeente onderschrijft deze doelstellingen en wenst met deze subsidieregeling lokaal maatwerk te bevorderen alsmede aansluiting hiervan bij het sportbeleid van het Rijk en de doelstellingen uit het Haags Sportakkoord. Kenmerkend voor combinatiefunctionarissen is dat zij verbindingen leggen tussen minimaal twee sectoren zoals sport, onderwijs, zorg, welzijn, kinderopvang, cultuur en gezondheid. alinea

Toelichting 31 augustus 2021

Op 13 juli 2021 is de Subsidieregeling combinatiefunctionarissen Sport Den Haag 2021 vastgesteld (RIS309539). Zoals artikel 1:7 sub c nu geformuleerd is, kan er maximaal €815.000,- worden aangevraagd binnen categorie C. Een onbedoeld gevolg hiervan is dat een aanvrager niet het hele beschikbare bedrag van €1.585.000,- onder categorie C kan aanvragen. Wij willen op voorhand niet uitsluiten dat alle activiteiten in categorie C, zoals beschreven in artikel 1:4, lid 4, sub a en sub b (naschools aanbod en aanbod op pleinen en speelvelden) door één partij worden uitgevoerd. Om deze mogelijkheid open te laten wijzigen wij het maximaal aan te vragen bedrag van €815.000,- naar €1.585.000,-. Deze wijziging heeft tot gevolg dat de aanvraagtermijn van de regeling ook opschuift. De aanvraagtermijn gaat in, één dag na publicatie van deze wijziging en heeft een looptijd van 14 dagen.