Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug

Beleidsregel van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug houdende regels omtrent re-integratie (Beleidsregel re-integratie Participatiewet RDWI 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRegionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingBeleidsregel van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug houdende regels omtrent re-integratie (Beleidsregel re-integratie Participatiewet RDWI 2021)
CiteertitelBeleidsregel re-integratie Participatiewet RDWI 2021
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregel re-integratie Participatiewet 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR659713

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-07-2021nieuwe regeling

03-06-2021

bgr-2021-633

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug houdende regels omtrent re-integratie (Beleidsregel re-integratie Participatiewet RDWI 2021)

Het Dagelijks Bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI), in zijn vergadering van 3 juni 2021,

 

gelet op:

de Verordening re-integratie Participatiewet RDWI 2021,

 

besluit:

vast te stellen, de volgende beleidsregel:

 

BELEIDSREGEL RE-INTEGRATIE PARTICIPATIEWET RDWI 2021

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregel worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    De begripsbepalingen van de Verordening re-integratie Participatiewet RDWI 2021 zijn van toepassing.

  • 3.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

    • a.

      anw: Personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;

    • b.

      personen met arbeidsbeperking: de persoon van wie op grond van een medisch-arbeidskundige beoordeling is vastgesteld, dat hij in verband met ziekte of gebrek een belemmering heeft bij het verkrijgen of verrichten van arbeid en een verminderde loonwaarde heeft;

    • c.

      belanghebbende: het lid van de doelgroep, zoals omschreven in artikel 7, eerste lid onderdeel a, van de Participatiewet, dat aanspraak maakt op ondersteuning of aan wie ondersteuning wordt geboden;

    • d.

      jobcoach: persoonlijke ondersteuning aan een persoon als bedoeld in artikel 9 van de Re-integratieverordening Participatiewet om hem te helpen zijn werk zelfstandig uit te voeren;

    • e.

      ondersteuning: ondersteuning als bedoeld in artikel 7 van de Participatiewet;

    • f.

      participatieplaats: onderdeel van een re-integratietraject waarbij belanghebbende participeert in een werkomgeving en zich in deze werkomgeving verder ontwikkelt;

    • g.

      onbeloonde additionele werkzaamheden als bedoeld in en onder voorwaarden van artikel10a van de Participatiewet;

    • h.

      plan van aanpak, een schriftelijk plan, waarin de stappen staan aangegeven die door belanghebbende dienen te worden ondernomen om diens uitstroom naar algemeen geaccepteerde arbeid en/of participatie en zelfredzaamheid in de samenleving mogelijk te maken en waarin de wederzijdse rechten en plichten staan aangegeven. In dit plan van aanpak staat eveneens de diensten vermeld die vanuit het Dagelijks Bestuur aan de belanghebbende worden aangeboden.

    • i.

      proefplaatsing: onderdeel van een re-integratietraject met het oog op het tot stand komen van een dienstverband, hieronder begrepen het bij een werkgever onbeloonde werkzaamheden laten verrichten, als bedoeld in artikel 10d, derde lid van de Participatiewet, met het oog op een reële vaststelling van de loonwaarde;

    • j.

      re-integratietraject: een traject, bestaande uit één of meer re-integratievoorzieningen, met een duidelijke tijdspanne, dat voorziet inde toeleiding van belanghebbende naar algemeen geaccepteerde arbeid;

    • k.

      voorziening: instrument gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de Participatiewet en artikel 5van de Re-integratieverordening Participatiewet 2015;

    • l.

      werkervaringsplaats/werkstage: onderdeel van een re-integratietraject waarbij de belanghebbende in de vorm van een werkervaringsplaats/stage van maximaal 6 maanden arbeidsritme en/of werkervaring opdoet.

Artikel 2. Re-integratietraject en plan van aanpak.

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor goede en begrijpelijke informatie richting de belanghebbende over alle regels, rechten en plichten ten aanzien van in te zetten re-integratiebedrijven en voorzieningen die onderdeel kunnen zijn van een re-integratietraject.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur zal bij het bieden van ondersteuning bij arbeidsinschakeling zoveel mogelijk individueel maatwerk betrachten. In samenspraak met de belanghebbende wordt de inhoud van het re-integratietraject bepaald met als ultieme doel de kortste weg naar algemeen geaccepteerde arbeid/participatie en zelfredzaamheid in de samenleving te realiseren en uitstroom uit de uitkering te bewerkstellingen.

  • 3.

    De wederzijdse afspraken worden schriftelijk vastgelegd en aan belanghebbende kenbaar gemaakt. De belanghebbende verplicht zich aan de afspraken van het plan van aanpak die zijn genoemd te houden.

Hoofdstuk 2 Ondersteuning bij arbeidsinschakeling

Artikel 3. Bepalingen over voorzieningen

  • 1.

    Belanghebbende kan aanspraak maken op re-integratievoorzieningen die doelmatig zijn, naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur noodzakelijk zijn en die de kortste weg naar arbeid naar vermogen bieden. Het Dagelijks Bestuur bepaalt hoe deze aanspraak wordt ingevuld.

  • 2.

    Indien belanghebbende niet of niet volledig aan de verplichtingen van deze beleidsregel, de Verordening re-integratie Participatiewet RDWI 2021 of de Participatiewet voldoet, kan het Dagelijks Bestuur bepalen geen re-integratievoorzieningen beschikbaar te stellen of lopende re-integratievoorzieningen te beëindigen.

  • 3.

    Als een re-integratievoorziening is gestart, dient belanghebbende deze af te ronden. Alleen als daartoe aanleiding is, en overleg is geweest met het Dagelijks Bestuur en toestemming is gegeven, kan de belanghebbende de re-integratievoorziening voortijdig beëindigen.

  • 4.

    Het Dagelijks Bestuur kan voor de uitvoering van voorzieningen, naast re-integratiebedrijven, afspraken maken met derden, waaronder werkgevers.

Artikel 4. Proefplaatsing

  • 1.

    Een proefplaatsing heeft als doel de werkgever tijd te geven om te beoordelen of de uitkeringsgerechtigde past bij de organisatie en de functie en/of de eventuele loonwaarde te bepalen.

  • 2.

    Voorwaarde bij een proefplaatsing als bedoeld in lid 2, is dat het de intentie van de werkgever is om aansluitend een dienstverband aan te gaan voor minimaal de duur van zes maanden.

  • 3.

    De proefplaatsingsovereenkomst wordt afgesloten door het Dagelijks Bestuur.

  • 4.

    Aan het einde van de proefplaatsing wordt besproken of de kandidaat in dienst komt.

  • 5.

    De maximale duur van de proefplaatsing is 3 maanden.

Artikel 5. Werkervaringsplaats/werkstage

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur kan aan een uitkeringsgerechtigde een voorziening werkervaringsplaats/werkstage aanbieden als onderdeel van een re-integratietraject.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur zet de werkervaringsplaats/werkstage alleen in, indien naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur door de plaatsing van een uitkeringsgerechtigde de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen onaanvaardbare verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt.

  • 3.

    De voorziening werkervaringsplaats/werkstage wordt ingezet voor de uitkeringsgerechtigde die naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur niet direct de stap naar een reguliere baan kan maken.

  • 4.

    Kenmerken van een werkervaringsplaats/werkstag zijn:

    • a.

      werken met behoud van uitkering;

    • b.

      kent geen arbeidsovereenkomst en geen loonkostensubsidie;

    • c.

      niet de waarde van deze activiteiten voor de organisatie of het bedrijf staat centraal maar het opdoen van arbeidsmarktrelevante kennis, competenties en werkervaring;

    • d.

      een maximale duur van 6 maanden.

  • 5.

    Het Dagelijks Bestuur kan bij een werkervaringsplaats/werkstage aanvullende dienstverlening toekennen gericht op ondersteuning van werkgever dan wel de uitkeringsgerechtigde, voor zover dit naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur noodzakelijk wordt geacht voor een succesvol traject gericht op duurzame arbeidsinschakeling.

Artikel 6. Participatieplaats

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur kan aan een uitkeringsgerechtigde een voorziening participatieplaats aanbieden als onderdeel van een re-integratietraject.

  • 2.

    Participatieplaatsen kunnen gerealiseerd worden bij overheid, non-profit- of vrijwilligersorganisaties, dus organisaties zonder winstoogmerk die maatschappelijk nuttige activiteiten verrichten en waar geen onaanvaardbare verdringing op de arbeidsmarkt plaatsvindt.

  • 3.

    Bij een participatieplaats staat het activeren van de klant voorop en niet direct gerichte arbeidstoeleiding.

  • 4.

    De voorziening participatieplaats wordt ingezet voor uitkeringsgerechtigde met een groeipotentie op de participatieladder.

  • 5.

    Onverminderd de bepalingen over participatieplaatsen in de Verordening re-integratie Participatiewet 2021 RDWI, heeft een participatieplaats de volgende kenmerken:

    • a.

      uitsluitend voor personen van 27 jaar of ouder (wettelijk bepaald);

    • b.

      werken met behoud van uitkering;

    • c.

      onbeloonde additionele werkzaamheden;

    • d.

      geen arbeidsovereenkomst en geen loonkostensubsidie;

    • e.

      niet de waarde van deze activiteiten voor de organisatie staat centraal maar het opdoen van arbeidsmarktrelevante kennis, competenties en werkervaring;

    • f.

      een maximale duur van 2 jaar, die twee keer met een jaar verlengd kan worden.

  • 6.

    Bij aanvang van de participatieplaats wordt een overeenkomst opgesteld tussen de het Dagelijks Bestuur, de klant en de organisatie of het bedrijf waarin is aangegeven hoeveel uur per week activiteiten worden verricht, wat deze activiteiten inhouden, wat het te bereiken doel is en hoe de begeleiding van de deelnemer wordt geregeld.

  • 7.

    De organisatie of het bedrijf waar de activiteiten worden verricht zorgt voor een WA-verzekering voor de uren dat de deelnemer aanwezig is. Indien de gemeente zorg draagt voor de WA-verzekering voor vrijwilligers, dan kan hiermee worden volstaan.

  • 8.

    De organisatie of het bedrijf waar de activiteiten worden verricht zorgt naafloop van de termijn van het verrichten van de werkzaamheden voor een verklaring, waarin wordt aangegeven dat werkzaamheden zijn verricht, met opgave van het aantal uren per week en de aard van de werkzaamheden.

  • 9.

    Het Dagelijks Bestuur kan bij een participatieplaats aanvullende dienstverlening toekennen gericht op ondersteuning van werkgever dan wel de uitkeringsgerechtigde, voor zover dit naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur noodzakelijk geacht wordt voor een succesvol traject gericht op arbeidsinschakeling.

  • 10.

    Indien het Dagelijks Bestuur scholing of opleiding aanbiedt die de toegang tot de arbeidsmarkt bevordert betrekt het Dagelijks Bestuur bij de beoordeling:

    • a.

      of de belanghebbende beschikt over een startkwalificatie;

    • b.

      het oordeel van degene in opdracht waarvan de belanghebbende de participatieplaats uitvoert;

    • c.

      de scholingswens van de belanghebbende.

  • 11.

    Na negen maanden na de aanvang van de werkzaamheden beoordeelt het Dagelijks Bestuur of het voorzetten van de werkzaamheden de kans op uitstroom naar werk vergroot. Als dit het geval is kan het Dagelijks Bestuur door middel van een gemotiveerd besluit, de duur van de participatieplaats verlengen, rekening houdend met de maximale duur zoals die is aangegeven in het vijfde lid, onderdeel f van dit artikel.

Artikel 7. Tegenprestatie

  • 1.

    Iedereen doet naar vermogen mee in de samenleving. Dat kan zijn in informeel of formeel vrijwilligerswerk, door mantelzorg te verrichten of andere sociale activiteiten.

  • 2.

    Onder formeel vrijwilligerswerk wordt verstaan het onbeloond en onverplicht verrichten van activiteiten, bij een non-profit organisatie, waardoor de re-integratie van de deelnemer wordt bevorderd.

  • 3.

    Vrijwilligerswerk, een tegenprestatie of wederkerigheid vindt al dan niet plaats als onderdeel van een traject richting (gesubsidieerde) arbeid.

  • 4.

    Het verrichten van betaald werk of een traject om dat te bemachtigen heeft altijd voorrang.

Hoofdstuk 3 Overige voorzieningen

Artikel 8. Scholing

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur kan een vorm van scholing aanbieden gericht op arbeidsinschakeling.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur stelt de volgende voorwaarden ten aanzien van scholing:

    • a.

      Er moet concreet uitzicht zijn op werk. De klant moet hiervoor een intentieverklaring van de werkgever kunnen overleggen, waaruit blijkt dat de klant na de gevolgde scholing in dienst treedt bij de werkgever;

    • b.

      Scholing of training is een onderdeel van een re-integratietraject;

    • c.

      Scholing of training wordt niet ingezet als onderdeel van een re-integratietraject als naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur een dergelijke scholing of opleiding de krachten of bekwaamheden van de klant te boven gaat;

    • d.

      Bij de beoordeling van de noodzaak van de scholing of training houdt het Dagelijks Bestuur rekening met de voor de klant geldende kortste weg naar duurzame arbeid, zijn arbeids- en opleidingsverleden en of de gevolgde en afgeronde opleidingen hebben geleid tot een startkwalificatie;

    • e.

      Scholing is arbeidsmarktrelevant;

    • f.

      De kosten van de te volgen scholing of training bedraagt maximaal €2.500. Bij uitzondering kan hiervan gemotiveerd worden afgeweken.

    • g.

      De belanghebbende heeft met het volgen van de scholing geen rechtop studiefinanciering en/of andere voorliggende voorziening.

  • 3.

    Bij toekenning van een vergoeding voor scholing en training komen de volgende kosten voor vergoeding ten laste van het Participatiebudget in aanmerking:

    • a.

      opleidingskosten en cursusbijdragen;

    • b.

      kosten voor boeken en leermiddelen die door het opleidingsinstituut verplicht zijn gesteld;

    • c.

      examengeld;

    • d.

      reiskosten.

Artikel 9. Compensatie van ziekteverzuim (no-riskpolis)

  • 1.

    In aanvulling op de bepalingen omtrent ziekteverzuim in de verordening re-integratie Participatiewet 2021 RDWI worden de volgende aanvullende voorwaarden gesteld aan compensatie van ziekteverzuim:

    • a.

      De werkgever die een werknemer in dienst heeft die onder de doelgroep banenafspraak valt, komt indien van toepassing in aanmerking voor een tegemoetkoming van het doorbetaalde loon bij ziekte.

    • b.

      De duur van de tegemoetkoming in de ziektekosten is maximaal 2 jaar aaneensluitend en wordt door het UWV uitbetaald.

Hoofdstuk 4 Specifieke doelgroepen

Artikel 10. Niet-uitkeringsgerechtigden en Anw-ers

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur biedt niet-uitkeringsgerechtigden en personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (hierna: Anw-ers) alleen onder voorwaarden bepaalde basisondersteuning aan:

    • a.

      het re-integratietraject moet binnen maximaal 1 jaar uitzicht bieden op werk;

    • b.

      het re-integratietraject is niet bestemd voor (financiële)positieverbetering;

    • c.

      hij / zij is werkloos of verricht betaald werk voor niet meer dan 12 uur per week;

    • d.

      hij / zij staat ingeschreven als werkzoekende bij de daarvoor aangewezen organisatie, en

    • e.

      hij/zij moet per direct beschikbaar zijn voor werk voor ten minste 24uur per week.

  • 2.

    Indien er individuele redenen (zoals bijvoorbeeld bij dreigende instroom in de bijstand of schuldenproblematiek), zijn om af te wijken van de basisdienstverlening zoals genoemd in lid 1, kunnen andere voorzieningen worden toegekend.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur beperkt haar ondersteuning bij de niet-uitkeringsgerechtigden en Anw-ers met een inkomen boven 150 % van het wettelijk minimumloon en/of vermogen meer dan de van toepassing zijnde vermogensgrens als bedoeld in artikel 34, derde lid, van de Participatiewet tot een adviesgesprek met een medewerker van het Dagelijks Bestuur. Indien de belanghebbende alleen beschikt over vermogen in de vorm van een eigen woning, dan wordt ervan uitgegaan dat de belanghebbende geen vermogen heeft.

  • 4.

    Niet-uitkeringsgerechtigden en Anw-ers, van wie het re-integratie traject vanwege verwijtbaar gedrag vroegtijdig is beëindigd, kunnen voor de duur van vijf jaar na genoemde gedraging geen aanspraak meer maken op ondersteuning bij arbeidsinschakeling door het Dagelijks Bestuur.

Artikel 11. Beschut werk

  • 1.

    In aanvulling op de bepalingen omtrent beschut werk in de verordening re-integratie Participatiewet 2021 RDWI worden de volgende aanvullende voorwaarden gesteld aan beschut werk:

    • a.

      Het arbeidscontract wordt afgesloten tussen belanghebbende en de werkgever waar de belanghebbende beschut werk aangeboden krijgt.

    • b.

      Het Dagelijks Bestuur is slechts verantwoordelijk voor de randvoorwaarden: voorselectie, aanmelden bij het UWV voor een advies beschut werk, begeleiding op de werkvloer, een eventuele werkplekaanpassing en loonkostensubsidie. Voor wat betreft de loonkostensubsidie wordt verder verwezen naar de Beleidsregel loonkostensubsidie Participatiewet RDWI 2021.

Hoofdstuk 5 De toekenning en uitbetaling van de premie deelname participatieplaats

Artikel 12. Premie deelname participatieplaats

  • 1.

    Aan de uitkeringsgerechtigde die deelneemt aan een participatieplaats wordt een premie toegekend, nadat belanghebbende gedurende zes maanden werkzaam is op een participatieplaats;

  • 2.

    De participatieplaats bedoeld in lid 1 dient te zijn vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst, zoals bedoeld in artikel 6, zesde lid;

  • 3.

    De premie participatieplaats bedoeld in lid 1 bedraagt € 300,00 per zes maanden.

  • 4.

    Het totaal dat aan de belanghebbende in een kalenderjaar op grond van deze beleidsregel aan premies wordt verstrekt, bedraagt maximaal het bedrag zoals genoemd in artikel 31, tweede lid, onderdeel j, Participatiewet.

  • 5.

    De premie genoemd in lid 1 wordt ambtshalve toegekend na beoordeling door het Dagelijks Bestuur;

  • 6.

    Wanneer de belanghebbende korter dan zes maanden actief is in de participatieplaats, wordt de premie naar rato toegekend.

Artikel 13. Uitbetaling premie

  • 1.

    De premie wordt twee maal per jaar uitbetaald met een maximum van € 600,00 per jaar.

Artikel 14. Geen recht op premie

  • 1.

    Indien de belanghebbende een kostenvergoeding heeft ontvangen als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onderdeel k van de Participatiewet, bestaat er geen recht op de premie(s).

Artikel 15 Hardheidsclausule

  • 1.

    In gevallen waarin deze beleidsregel niet voorziet, beslist het Dagelijks Bestuur.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur kan in zeer bijzondere gevallen van deze beleidsregel afwijken, als strikte toepassing van de bepalingen in deze regeling onevenredig nadeel voor de belanghebbende(n) tot gevolg zou hebben.

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de ‘Beleidsregel re-integratie Participatiewet 2016’ ingetrokken.

Artikel 17 Citeerartikel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel re-integratie Participatiewet RDWI 2021.

Aldus besloten door het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI)

De directeur,

De voorzitter,