Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Zaanstad 2020 |
Citeertitel | Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Zaanstad 2020 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-07-2021 | Nieuwe regeling | 06-07-2021 | 2021/15256 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad,
Gelet op artikel 3 lid 1, 2 en 3; artikel 5; artikel 7, artikel 8 lid 3; artikel 9, artikel 10; artikel 12 en artikel 13 lid 1 van de Afvalstoffenverordening Zaanstad 2020;
overwegende dat het in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen wenselijk is nadere regels te stellen omtrent de dagen, tijden, plaatsen en wijze waarop afvalstoffen kunnen worden overgedragen of ter inzameling aangeboden aan de bij dit besluit aan te wijzen inzameldienst/verlenen alleenrecht en andere inzamelaars, als bedoeld in de Afvalstoffenverordening Zaanstad 2020;
I. In te trekken het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffen Zaanstad 2016
II. Vast te stellen het volgende Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Zaanstad 2020.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan dan wel mede verstaan:
verordening: Afvalstoffenverordening Zaanstad 2020;
Artikel 2. Verlening alleenrecht en aanwijzing inzamelende instanties (afvalstoffenverordening artikel 3, lid 1, 2 en 3)
Het college verleent een alleenrecht als bedoeld in artikel 2.24 onder a Aanbestedingswet 2012 voor de inzameling, het beheer en de verwerking van binnen de gemeente vrijkomende huishoudelijke afvalstoffen, zoals bedoeld in artikel 1.1, eerste lid Wet milieubeheer, alsmede voor gladheidbestrijding aan de naamloze vennootschap N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland ('HVC').
Als inzamelaar op grond van artikel 3, tweede lid, van de verordening worden aangewezen:
Textiel: Wieland Textils B.V. conform de afspraken overeengekomen in de concessieovereenkomst ‘Inzameling, communicatie voor-en-na-sorteren textiel 28 juni 2017’, voor de duur van 5 jaar tot en met 30 juni 2022. De aanwijzing voor het inzamelen van Textiel wordt door de directeur Stedelijke Ontwikkeling van de gemeente Zaanstad gewijzigd dan wel verlengd (B&W 2016/243458 en 2016/252937).
Artikel 3. Aanwijzing van inzamelplaats (Afvalstoffenverordening artikel 5)
Als inzamelplaats voor huishoudelijke afvalstoffen, met inbegrip van grof huishoudelijk afval, worden aangewezen: afvalbrengstation Zaandam Symon Spiersweg 7 1506 RZ Zaandam en afvalbrengstation Molletjesveer, Westknollendam 121A 1525 PT West-Knollendam.
Artikel 4 omschrijving bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen (Afvalstoffenverordening 7 ,lid 3)
papier; incl. karton, huishoudelijk oud papier en karton dat droog en schoon is en niet vervuild met andere bestanddelen, niet zijnde: behang en vinyl, kassabonnen, drinkpakken (melk, sap), geplastificeerd papier, sanitair papier (o.a papieren zakdoekjes, toiletpapier, servetten en luiers), verontreinigd papier (o.a. pizzadozen), ordners en ringbanden met metaal (afkorting: opk, Eural 200101).
Artikel 5. Bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, frequentie, en locaties van inzameling bij/nabij elk perceel (afvalstoffenverordening artikel 7).
Artikel 6 Gescheiden aanbieding, uitzondering (afvalstoffenverordening 8, lid 2)
In het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen worden de personen die woonachtig zijn in de hoogbouwwoningen vrijgesteld van het gescheiden aanbieden van: pbd , gft-e en opk. Deze vrijstelling is alleen van toepassing als de inzamelaar genoemd in artikel 2 lid 1 geen adequate inzamelmiddel of voorziening bij (hoogbouw)woningen heeft aangebracht.
Het bovenstaande lid is tevens van toepassing op personen woonachtig in: Zuiddijk (nr 6 t/m 400), Vinkenstraat, Stationsstraat (deels), Zaanse Schans (Kalveringdijk, deels). Deze vrijstelling is alleen van toepassing als de inzamelaar genoemd in artikel 2 lid 1 geen adequate inzamelmiddel of voorziening bij woningen heeft aangebracht.
Artikel 7 Dagen en tijden voor aanbieden van bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen (Afvalstoffenverordening artikel 9)
Grof huishoudelijk restafval, grof tuinafval en grote afgedankte elektrische en elektronische apparatuur dienen op afroep te worden aangeboden voor inzameling. Deze bestanddelen mogen slechts worden aangeboden op de dag en tijden die zijn afgesproken met de inzamelaar genoemd in artikel 2 lid 2, onder a van dit besluit.
Als het voor de inzameldienst door werkzaamheden niet mogelijk is om de normale aanbiedplaatsen te bereiken, dan zal door-of vanwege de gemeente in overleg met de inzameldienst voor de duur van de werkzaamheden tijdelijke aanbiedplaatsen worden aangewezen en bekendgemaakt door middel van een bewonersbrief.
Artikel 8 Aanwijzen inzamelmiddel en – voorziening (Afvalstoffenverordening artikel 10)
Op grond van artikel 10, eerste lid van de afvalstoffenverordening worden per bestanddeel van huishoudelijke afvalstoffen de volgende van gemeentewegen verstrekte inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen aangewezen;
Artikel 9 Aanwijzingen, plaats, de wijze van aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen (afvalstoffenverordening 10)
Krachtens artikel 10, lid 2 van de verordening stelt het college de volgende regels vast voor het gebruik van de door of namens de gemeente verstrekte inzamelmiddelen en voorzieningen:
het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in minicontainers dient ordelijk te geschieden door plaatsing van de containers op een inzamel-of clusterplaats, bij gebreke daarvan het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg, zodanig dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen en waarbij aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd;
Krachtens artikel 10, lid 2 van de verordening stelt het college de volgende regels vast over plaats en wijze van aanbieden van bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen:
kleinere stukken grof huishoudelijk afval of grof tuinafval moeten zoveel mogelijk in één of meer bundels samengedrukt en –gebonden worden overgedragen of aangeboden waarbij een bundel niet langer mag zijn dan 2 meter, niet breder dan 0,25 meter en niet zwaarder dan 23 kilogram. Langer materiaal dient te worden verkleind of apart naar de milieustraat te worden gebracht.
grote elektrische en elektronische apparaten; van koel- en vriesapparatuur mogen de leidingen van het koelsysteem niet worden beschadigd en mag de koelvloeistof niet tevoren worden afgetapt. De lampen van zonnebanken moeten verwijderd zijn en apart aangeboden worden op de milieustraten. De apparatuur dient leeg en schoon te worden aangeboden.
de onder k genoemde bestanddelen mogen zonder inzamelmiddel worden aangeboden, maar dienen wel gescheiden en adequaat verpakt te worden aangeboden. Voor asbest of asbesthoudende materialen geldt dat zij conform geldende wet-en-regelingen worden aangeboden: luchtdicht verpakt in doorzichtig plastic van 0.2 mm, verpakking dubbel gesloten, dichtgeplakt met tape, verdeeld in handzame pakketten, de hoeveelheid van 33 m3 niet overschrijdend.
voor het zonder inzamelmiddel aanbieden van huishoudelijk afvalstoffen, niet zijnde de onder k genoemde afvalstoffen, geldt dat:
deze op een voor de inzameldienst en het inzamelvoertuig bereikbare plaats voor de woning op de openbare weg geplaatst worden op een zodanige wijze dat de verkeersdeelnemers hierdoor niet worden gehinderd en er geen gerede kans bestaat op verwonding van personen of beschadiging van passerende voertuigen of andere zaken.
Artikel 10 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door inzameldienst (Afvalstoffenverordening artikel 11)
In het belang van de bescherming van het milieu kan de inzameldienst ook bedrijfsafval inzamelen gelijkwaardig aan huishoudelijk afvalstoffen bij instellingen met een maatschappelijk karakter die een dienst van algemeen belang leveren en die in samenwerking met de inzameldienst aan educatie of voorlichting over afvalscheiding doen.
Artikel 11 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen in het centrum van Zaandam en bij instellingen van algemeen belang (Afvalstoffenverordening, artikel 13 lid 1)
Het college wijst als inzamelmiddel- of voorziening voor het aanbieden van bedrijfsafvalstoffen uit kantoor- , winkel- en dienstensector van bedrijven in het centrum van Zaanstad aan: de in afstand meest dichtbij geplaatste inzamelvoorziening of de inzamelvoorziening waarvoor een bedrijf een sleutel of pasje is verstrekt, zodra deze voorzieningen zijn gerealiseerd.
Het college wijst als inzamelmiddel- of voorziening voor instellingen genoemd in artikel 10 lid 2 aan het inzamelmiddel zoals deze door of namens de gemeente aan de instelling is verstrekt of de in afstand meest dichtbij geplaatste inzamelvoorziening of de inzamelvoorziening waarvoor aan de instelling een sleutel of pasje is versterkt.
Artikel 12 Ter inzameling aanbieden van overige bedrijfsafvalstoffen (buiten het centrum van Zaandam/ instellingen van algemeen belang) (afvalstoffenverordening, artikel 13, lid 2)
Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Zaanstad 2020
Artikel 14 Intrekking en Inwerkingtreding.
1. Het uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2016 wordt hierbij ingetrokken.
2. Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Zaanstad op 06-07-2021.
TOELICHTING UITVOERINGSBESLUIT AFVALSTOFFENVERORDENING ZAANSTAD 2020
Deze toelichting is een handleiding voor het gebruik van het model. Het gaat dus niet om een toelichting die tegelijk met het besluit vastgesteld en gepubliceerd wordt.
In de Afvalstoffenverordening Zaanstad 2020 is ervoor gekozen om meer gedetailleerde regels en bepalingen, die aan veranderingen onderhevig kunnen zijn, in uitvoeringsbesluiten van het college op te nemen. Er zijn echter gemeenten die er uitdrukkelijk voor kiezen om dergelijke regels ook uitdrukkelijk bij verordening te regelen. Hierin zijn gemeenten volledig vrij. Beide varianten hebben hun voor- en nadelen. Zo zal een ‘basale” verordening bij wijziging niet iedere keer te hoeven worden vastgesteld door de raad. Aan de andere kant kan het regelen van deze onderwerpen in de verordening zelf duidelijker zijn en de handhaafbaarheid vergroten.
Artikel 2Verlening alleenrecht en aanwijzing inzamelende instanties
Het college kan aan een inzameldienst een alleenrecht verlenen als bedoeld in artikel 2.24 onder a Aanbestedingswet 2012 voor de inzameling, het beheer en de verwerking van binnen de gemeente vrijkomende huishoudelijke afvalstoffen, zoals bedoeld in artikel 1.1, eerste lid Wet milieubeheer, alsmede voor gladheidbestrijding.
In lid 2 zijn de andere inzamelaars aangewezen. Het systeem van inzamelaars is de laatste jaren fijnmaziger geworden en ook nieuwe bestanddelen (grondstoffen) zijn interessant om in te laten zamelen door andere inzamelaars (zie bv. frituurvet). Gekozen is voor een uitvoerige beschrijving van deze inzamelaars en de voorwaarden die aan hun gesteld worden. Het model van generieke aanwijzing is verlaten; in de bijlage bij dit uitvoeringsbesluit worden individuele verenigingen en instellingen aangewezen. Deze bijlagen kan periodiek gewijzigd worden vastgesteld om hiermee in te spelen om wisselingen van instellingen. Om dit systeem flexibel te houden, wordt de directeur Stedelijke Ontwikkeling gemandateerd om deze bijlage te wijzigen en bekend te maken, in lijn met de incidentele mandatering van bijvoorbeeld textiel en herbruikbare producten; kringloopartikelen. Door het opnemen van voorwaarden wordt gestuurd op milieurendement en kwaliteit; de voorwaarden worden wel door het college vastgesteld.
Voor de figuur van vergunningen is niet gekozen omdat dit leidt tot een systeem van schaarse vergunningen; dit legt een onevenredige zware juridische en administratieve last op de schouders van zowel van inzamelaars als de gemeente. Afgezet tegen het te dienen doel; vergroting van de inzameling, is een simpelere systeem van aanwijzing door het bevoegd gezag van die instellingen die aan de voorwaarden voldoen, te verkiezen.
Artikel 3. Aanwijzing inzamelplaats
In dit artikel wordt voor de duidelijkheid de inzamelplaatsen binnen de gemeente voor alle bestanddelen, en ook grof huishoudelijk afval, aangewezen; de zgn. afvalbrengstations.
Artikel 4 Afzonderlijke inzameling
Met uitzondering van de stromen die wettelijk gescheiden ingezameld moeten worden is de gemeente vrij om te bepalen welke afvalstromen gescheiden worden ingezameld. Naast de wettelijke stromen, zijn de genoemde zijn de meest voorkomende en zijn gedefinieerd conform de omschrijving die de inzamelaar HVC, hiervan geeft en/of wordt verwezen naar de Eural code. Ook zijn de aantallen fracties uitgebreid o.a. frituurvet, matrassen.
Artikel 5. Bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, frequentie en locaties van inzameling bij/nabij elk perceel.
In dit artikel staan de hoofdlijnen van het omgekeerde inzamelen op basis van het grondstoffenplan volledig uitgeschreven per fractie; gft.-e, pbd, opk en restafval. Zowel de frequentie wordt bepaald, en de locatie; bij een perceel (minicontainer) of nabij een perceel (bv OAC). Ook de uitzonderingen op de hoofdregel wordt vastgelegd; zoals in het buitengebied of bij hoogbouw waar wordt ingezameld met een (mini)container restafval wordt ingezameld; hierbij wordt meteen een frequentie van inzameling bepaald.
Artikel 6. Gescheiden aanbieding, uitzondering
Niet alle woningen in Zaanstad kunnen alle fracties scheiden aanbieden voor inzameling, dit geldt met name voor bewoners van hoogbouwwoningen. Maar, de landelijke doelstellingen en ook gemeentelijke inspanningen zijn er wel op gericht om zoveel mogelijk gescheiden aan te laten bieden. Waar dat al lukt, vervalt dan de uitzondering (zie de toevoeging in de tweede zin van lid 1). De uitzondering is met name echt bedoeld als uitzondering. Ook lid 2 is een uitzondering die geldt zolang als het nodig is.
Artikel 7. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
Hier is gekozen voor een verwijzing naar de digitale afvalkalender die door de inzamelaar bekend wordt gemaakt op haar website. De dagen en tijden dienen altijd in overleg met de gemeente en goedkeuring van de gemeente te worden bekendgemaakt.
Artikel 8. Aanwijzen inzamelmiddel en - voorziening
Dit artikel definieert alle middelen waarin bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen in de gemeente worden ingezameld, alles conform de uitvoering van het Grondstoffenplan. Het feitelijk verstrekken: het uitreiken van een minicontainer/vuilniszak of het uitreiken van een toegangspasje van een OAC’s bepaalt dan welk middel of voorziening de bewoner(s) van een perceel dienen te gebruiken voor welk bestanddeel. In lid 6 worden ook de afvalbrengstations aangewezen als middel waar alle bestanddelen (behalve restafval) kan worden ingezameld.
Artikel 9. Aanwijzingen, plaats, de wijze van aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen.
Dit artikel legt de regels vast voor het gebruik van de ter beschikking getelde inzamelmiddelen alsmede de wijze van aanbieden. Opbouw van het artikel is dat in lid 1 eerst de regels voor het gebruik van de inzamelmiddelen; minicontainers, vuilniszakken, zijn uitgeschreven. Lid 2 ziet op de wijze van aanbieden van die bestanddelen die niet in een inzamelmiddel worden aangeboden maar bij het afvalbrengstation of als grof huishoudelijk restafval in de openbare ruimte.
Artikel 10 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst
In lid 1 bedrijven in het centrum mogen omwille van effectief gebruik van de openbare ruimte en vervoerslogistiek afvalstoffen gelijkwaardig aan huishoudelijk afval aanbieden in de beschikbare voorzieningen.
Lid 2. In Zaanstad worden scholen benaderd om een actief en aanschouwelijk lesprogramma over het belang van het scheiden van grondstoffen aan te bieden in het lespakket. Ten behoeve van kennisoverdracht mag de inzamelaar ook bedrijfsafvalstoffen gelijkwaardig aan huishoudelijke afvalstoffen inzamelen bij scholen. Het college moet hiertoe de scholen aanwijzen, maar dit dient te gebeuren zonder onderscheid te maken en door een algemeen belang te funderen. In lid 2 wordt dan ook een generieke omschrijving gegeven. Deze formulering heeft een ruimer karakter dan alleen scholen: “instellingen met een maatschappelijk karakter die een dienst van algemeen belang leveren en die samenwerken aan educatie of voorlichting over afvalscheiding”. Hierbij valt dus ook te denken aan wijkcentra die aan voorlichting willen doen. Levensbeschouwelijke instellingen zijn in deze zin geen instellingen die een algemeen belang leveren. Het onderscheid wordt scherp getrokken om het algemeen belang te funderen; tenslotte betreft het hier bedrijfsafval en niet restafval dat niet onder de zorgplicht van de gemeente valt.
Artikel 11. Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
Bedrijven die krachtens artikel 11 van de verordening bedrijfsafvalstoffen aanbieden, dienen deze aan te bieden overeenkomstig de in de verordening en dit uitvoeringsbesluit gestelde regels. Ook hier spelen het zoveel mogelijk gescheiden aanbieden van de bestanddelen een rol.
Artikel 12. Ter inzameling aanbieden van overige bedrijfsafvalstoffen (buiten het centrum van Zaandam/instellingen van algemeen belang).
Het college kan ook regels stellen over aanbieden bedrijfsafvalstoffen die niet door inzameldienst worden ingezameld.