Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Smallingerland

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent het anticiperen op de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen (Besluit om te anticiperen op de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSmallingerland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent het anticiperen op de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen (Besluit om te anticiperen op de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen)
CiteertitelBesluit om te anticiperen op de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is van kracht tot het moment dat de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen in werking treedt.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-07-2021nieuwe regeling

06-07-2021

gmb-2021-228686

101615

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent het anticiperen op de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen (Besluit om te anticiperen op de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland;

 

overwegende dat:

  • -

    gebleken is dat een groot aantal inwoners door de hardheid van het stelsel van de kinderopvangtoeslag onevenredig is benadeeld waardoor zij in ernstige problemen zijn gebracht en velen nog verkeren;

  • -

    het college zich inzet om een bijdrage te leveren en recht te doen aan de gedupeerde ouders om te komen tot herstel van vertrouwen in de overheid;

  • -

    deze gedupeerde ouders een zoveel mogelijke schuldenvrije toekomst verdienen;

  • -

    het zo snel als mogelijk kwijtschelden van de publieke schulden een essentieel onderdeel is van het herstellen van het collectief onrecht dat deze inwoners door de overheid is aangedaan;

  • -

    de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen de grondslag zal bieden om gemeentelijke vorderingen op gedupeerde ouders en diens toeslagpartner kwijt te schelden;

  • -

    de beoogde inwerkingtreding van de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen 1 januari 2022 is;

  • -

    het college het wenselijk acht om, vooruitlopend op de inwerkingtreding per 1 januari 2022, te anticiperen op de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen.

besluit vast te stellen:

 

Besluit om te anticiperen op de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen

Artikel 1 Verlenen kwijtschelding

  • 1.

    Het college besluit de gemeentelijke vorderingen van ouders die gedupeerd zijn door de problemen rondom de kinderopvangtoeslag, en daardoor recht hebben op het forfaitaire bedrag van €30.000,-, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen, kwijt te schelden.

  • 2.

    Het college verleent de kwijtschelding ambtshalve als het gaat om de vorderingen genoemd in het beoogde artikel 3.3. van de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen.

  • 3.

    Het college keurt goed dat de gemeenteambtenaar belast met de invordering van gemeentelijke belastingen de kwijtschelding ambtshalve verleent als het gaat om vorderingen genoemd in het beoogde artikel 1.2 van de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen.

  • 4.

    De gemeenteambtenaar belast met de invordering van gemeentelijke belastingen verleent kwijtschelding van een belastingaanslag aan een gedupeerde ouder bij een voor bezwaar vatbare beschikking waarop Hoofdstuk V van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van overeenkomstige toepassing is.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en is van kracht tot het moment dat de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen in werking treedt;.

Artikel 3 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: ‘Besluit om te anticiperen op de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen’.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 6 juli 2021.

Smallingerland, 6 juli 2021

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

de burgemeester,

Toelichting bij het Besluit

Artikel 1.1

In het besluit is niet gekozen om in detail aan te geven welke vorderingen kwijt worden gescholden. Er wordt ten aanzien van de reikwijdte verwezen naar de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen. Dit is een bewuste keuze, omdat hiermee te allen tijde volledig wordt aangesloten bij de nog te formaliseren Verzamelwet hersteloperatie toeslagen.

 

Artikel 1.2

Gedupeerde ouders en de toeslagpartners hoeven – in tegenstelling tot de reguliere kwijtschelding – geen verzoek te doen om in aanmerking te komen voor kwijtschelding. Het college of de aangewezen invorderingsambtenaar zal ambtshalve kwijtschelding verlenen. Om tot ambtshalve kwijtschelding over te kunnen gaan, moet het college of de invorderingsambtenaar weten wie in aanmerking komt voor kwijtschelding. Deze gegevens zullen door de Uitvoeringsorganisatie Hersteloperatie Toeslagen (UHT) geleverd worden aan de opgegeven contactpersoon invordering. De gemeente heeft de contactpersoon Invordering aangedragen bij UHT in het kader van het moratorium. Deze contactpersoon heeft via een eigen account toegang tot het portaal. Het portaal biedt een beveiligde gegevensuitwisseling tussen de Belastingdienst/Toeslagen en de gemeente. De lijst van inwoners die in aanmerking komt voor kwijtschelding is een CSV-bestand hetgeen betekent dat de velden zijn gescheiden door een puntkomma (;). Het bestand heet KS-GPB0042-Kwijtschelden_gedupeerd_(datum).csv

 

In artikel 3.3 van de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen wordt de grondslag opgenomen om schulden van de gedupeerde ouder en de toeslagpartner op het terrein van sociale zekerheid kwijt te schelden. Deze artikelen vormen een bijzonder regime voor kwijtschelden en gaat als ‘lex specialis’ voor op hetgeen bij of krachtens de toepasselijke wetten is geregeld. Ook vanuit de sociale zekerheid komen enkel de vorderingen in aanmerking die materieel betrekking hebben op de periode tot en met 31 december 2020 en zullen ook de bijkomende kosten, zoals rente of incassokosten, worden kwijtgescholden.

 

Kwijtschelding wordt binnen het sociale zekerheidsdomein in beginsel niet verleend wanneer de vordering is opgelegd als het gevolg van ernstig misbruik. Dit betreft situaties waarin sprake is van schenden van de inlichtingenplicht en er bovendien sprake is van grove schuld of opzet, zoals neergelegd in het Boetebesluit socialezekerheidswetten. In de sociale zekerheid wordt over het algemeen in het kader van grove schuld een boete van 75% opgelegd en in het kader van opzet een boete van 100%. Kwijtschelding blijft in deze gevallen achterwege ten aanzien van de bestuurlijke boete, alsmede het bedrag aan onterecht verkregen uitkering als gevolg van de overtreding van de inlichtingenplicht, het benadelingsbedrag.

Het college kan zich in uitzonderlijke gevallen beroepen op de hardheidsclausule die in de Verzamelwet zal worden opgenomen Wanneer het college van mening is dat het niet kwijtschelden onredelijk of onbillijk is, kan het college toch overgaan tot kwijtschelding. Dit moet wel expliciet per geval worden overwogen.

 

Ook vorderingen die zijn ontstaan vanuit werkgeverschap zijn uitgesloten.

 

Artikel 1.3

In de Verzamelwet hersteloperatie toeslagen worden de Gemeentewet en de Waterschapswet gewijzigd. Er wordt een verwijzing naar het nieuwe artikel 26a Invorderingswet 1990 opgenomen. Artikel 26a geeft de grondslag voor gemeenten en waterschappen om belastingschulden kwijt te schelden voor deze doelgroep. Wanneer het College het besluit heeft genomen om te anticiperen op de toekomstige Verzamelwet, kan de gemeente of het samenwerkingsverband starten met de kwijtschelding van schulden. Alle belastingaanslagen die materieel betrekking hebben op de periode tot en met 31 december 2020 komen in aanmerking voor kwijtschelding. De bijkomende kosten, zoals rente of incassokosten, worden ook kwijtgescholden. Ook de zakelijke belastingaanslagen die zijn opgelegd aan een natuurlijk persoon (bijvoorbeeld aan een eenmanszaak) worden kwijtgescholden.

 

Artikel 1.4

Het kwijtschelden van de vordering is een (ambtshalve) besluit. Dit betekent dat er een beschikking wordt afgegeven waarbij tevens de beroep- en bezwaarclausule op basis van de Awb is opgenomen. Dit geldt – in afwijking van het reguliere proces – ook voor het verlenen van kwijtschelding voor het belastingdomein.

 

Peildatum waarop dit besluit betrekking heeft

De openstaande vorderingen die op 31 december 2020 niet waren voldaan (en betrekking hadden op die periode) worden kwijtgescholden. Vorderingen die zijn geformaliseerd op een latere datum dan 31 december 2020, maar materieel wel zien op deze periode, worden kwijtgescholden. Schulden die zijn ontstaan na 1 januari 2021 worden niet kwijtgescholden.

Ook betaalde aflossingen of verrekeningen van vorderingen die betrekking hebben op de periode voor 31 december 2020 komen in aanmerking voor kwijtschelding, omdat de publieke schulden op peildatum 31 december 2020 worden kwijtgescholden. Wanneer de ouder op 31 december 2020 een bedrag open had staan op de vordering, maar deze in januari heeft afbetaald, betekent dit dat het afbetaalde bedrag wordt teruggestort aan de ouder.

 

Schulden die voor 31 december 2020 zijn afbetaald vallen niet onder de regeling. Het doel van deze wetgeving is te borgen dat iedere ouder een zo goed als schuldenvrije start kan maken en het (te) ontvangen compensatiebedrag vrij kan besteden.

 

Gedupeerde ouder en toeslagpartner

Zowel de gedupeerde ouder als de toeslagpartner van deze ouder komen in aanmerking voor kwijtschelding. Het begrip toeslagpartner is gedefinieerd in de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir). De toeslagpartner wordt bepaald aan hand van het moment van uitbetalen van het forfaitaire bedrag van 30.000 euro (Catshuisregeling). Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    De partner op de dag van de uitbetaling van de volledige 30.000 euro

  • 2.

    Ouders die eerder een bedrag hoger dan 30.000 euro hebben ontvangen: voor hen geldt dat de dag van de uitbetaling van dit hogere bedrag wordt gehanteerd als peildatum voor het bepalen van de partner.

  • 3.

    Eerder is een lager bedrag uitbetaald (minder dan €30.000,-). Het eerder verstrekte compensatiebedrag zal worden aangevuld tot €30.000,-. Voor hen geldt dat als peildatum voor het bepalen van de partner dat wordt gekeken naar de dag van de uitbetaling van de aanvulling tot de €30.000,-.

Gemeenten bepalen niet zelf wie de partner van een gedupeerde ouder is. Dit wordt bepaald door de Belastingdienst en kenbaar gemaakt via de gegevenslevering in het gegevensportaal.