Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zaanstad

Gewijzigde beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten Zaanstad 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZaanstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingGewijzigde beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten Zaanstad 2021
CiteertitelGewijzigde beleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Zaanstad 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 35 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-07-202101-01-2021nieuwe regeling

06-07-2021

gmb-2021-227774

2021/13974

Tekst van de regeling

Intitulé

Gewijzigde beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten Zaanstad 2021

Het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad,

 

Gelet op:

  • Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht

  • Artikel 35 van de Participatiewet

 

overwegende dat:

  • het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een burger in aanmerking kan komen voor een tegemoetkoming Tijdelijke ondersteuning noodzakelijk kosten (Tonk);

  • het daarom wenselijk is voor dit doel aparte, tijdelijke, beleidsregels vast te stellen;

  • het aantal aanvragen achter blijft bij de verwachtingen en op basis van contacten met inwoners uit de doelgroep een aanpassing van de huidige beleidsregels wenselijk is om op die manier meer inwoners financieel te kunnen ondersteunen die door de pandemie in 2020 in hun inkomen er op achteruit zijn gegaan en daardoor niet kunnen voorzien in hun noodzakelijke kosten;

 

besluit:

 

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      wet: Participatiewet;

    • b.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad;

    • c.

      inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval in het inkomen als gevolg van de coronacrisis;

    • d.

      alleenstaande en echtpaar: zoals bedoeld in artikel 4 van de wet;

    • e.

      aanvrager: de alleenstaande of het echtpaar;

    • f.

      basisverzekering: Zorgverzekeringswet.

  • 2.

    Alle begrippen, die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de wet.

 

Artikel 2 Doelgroep Tonk

Een tegemoetkoming Tonk is bedoeld voor de aanvrager:

  • die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken heeft met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in zijn of haar inkomen;

  • die daardoor noodzakelijke kosten in de woonlasten en de premie van de basisverzekering niet meer kan voldoen en waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden.

 

Artikel 3 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten

  • 1.

    Het college kan een tegemoetkoming Tonk verstrekken aan de aanvrager die te maken heeft met een inkomensterugval, waardoor de betaling van noodzakelijke kosten niet mogelijk is uit de beschikbare geldmiddelen, waarbij uitsluitend de beschikbare geldmiddelen boven de in artikel 10 genoemde vermogensgrenzen in aanmerking worden genomen.

  • 2.

    Aanvrager beschrijft door middel van een verklaring de substantiële terugval in inkomen en geeft daarbij aan op welke wijze deze terugval het gevolg is van de maatregelen in verband met het coronavirus (Covid-19).

  • 3.

    Het college verstrekt geen tegemoetkoming indien de aanvrager woonkostentoeslag ontvangt, dan wel in aanmerking komt of kan komen voor een voorliggende voorziening.

  • 4.

    Hoofdstuk 3 Bijzondere beleidsregels van de Beleidsregels gemeentelijke werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2019 zijn niet van toepassing op de aanvragen Tonk.

  • 5.

    In afwijking op het vorige lid, wordt conform artikel 3.1.2. eerste lid van de Beleidsregels gemeentelijke werk- en inkomensvoorzieningen Zaanstad 2019 geen toepassing gegeven aan de artikelen 19a en 22a van de Participatiewet.

 

Artikel 4 Noodzakelijke kosten

De tegemoetkoming Tonk heeft betrekking op de volgende voor de aanvrager noodzakelijke algemene kosten van bestaan:

  • a.

    kosten van de bruto huur;

  • b.

    kosten van de hypotheek(rente) voor de woning;

  • c.

    kosten van elektriciteit, gas en water voor de woning;

  • d.

    kosten van de premie voor de basisverzekering van aanvrager en diens echtgenoot.

 

Artikel 5 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt digitaal ingediend via de gemeentelijke website Zaanstad.nl. In aanvulling op deze digitale aanvraag is een schriftelijke aanvraag mogelijk, indien naar het oordeel van het college bijzondere omstandigheden in het individuele geval hiertoe aanleiding geven.

  • 2.

    Aanvrager overlegt bij de aanvraag:

    • a.

      de bewijzen van het inkomen op de peildatum 1 januari 2020 en 1 januari 2021 of inkomensgegevens over 2019 en 2020;

    • b.

      de bewijzen van het vermogen op de peildatum 1 januari 2021;

    • c.

      de bewijzen van de noodzakelijke kosten op de datum van aanvraag;

    • d.

      een kopie van een geldig identiteitsbewijs.

  • 3.

    Een aanvraag tegemoetkoming Tonk kan worden ingediend tot en met 30 september 2021.

 

Artikel 6 Terugwerkende kracht en ambtshalve herziening

  • 1.

    Een aanvraag voor een tegemoetkoming Tonk kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd tot en met 1 januari 2021.

  • 2.

    Uitkeringen, die zijn ingediend op grond van de ‘Beleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Zaanstad 2021’ worden ambtshalve opnieuw beoordeeld op basis van de ‘Gewijzigde beleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Zaanstad 2021’.

  • 3.

    Bij de herziening van de uitkeringen, zoals bedoeld in het vorige lid, wordt uitgegaan van de inkomensgegevens, zoals die door aanvrager bij de aanvraag van de uitkering zijn ingediend en de eventuele inkomensmutaties die aanvrager nadien heeft verstrekt.

 

Artikel 7 Duur

De tegemoetkoming wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 september 2021.

 

Artikel 8 Maximale hoogte tegemoetkoming

  • 1.

    De tegemoetkoming op basis van deze beleidsregels bedraagt voor de woonlasten maximaal € 1.000,- per maand per huishouden.

  • 2.

    De tegemoetkoming voor de premie van de basisverzekering bedraagt:

    • a.

      € 125,- per maand voor een alleenstaande

    • b.

      € 250,- per maand voor een echtpaar.

 

Artikel 9 Inkomen

Onder inkomen wordt in ieder geval verstaan:

  • a.

    inkomen uit arbeid, exclusief vakantiegeld;

  • b.

    inkomen uit een uitkering, exclusief vakantiegeld;

  • c.

    inkomen uit verhuur;

  • d.

    inkomen uit partner- en/of kinderalimentatie;

  • e.

    Inkomen uit zelfstandige werkzaamheden.

 

Artikel 10 Beschikbare geldmiddelen en vermogensgrens

  • 1.

    Beschikbare geldmiddelen zijn geldmiddelen waarover de aanvrager op de peildatum 1 januari 2021 over beschikt of kan beschikken.

  • 2.

    De aanvrager wordt geacht een toereikende financiële draagkracht te hebben, als de beschikbare geldmiddelen op 1 januari 2021 meer dan € 6.295 bedroegen voor een alleenstaande, of € 12.590 voor een alleenstaande ouder of gehuwden.

  • 3.

    Onder beschikbare geldmiddelen wordt in deze beleidsregels uitsluitend verstaan de privémiddelen, zoals:

    • a.

      contant geld;

    • b.

      tegoeden op bank- en spaarrekeningen;

    • c.

      geld in de vorm van cryptovaluta;

    • d.

      beleggingen op een effectenrekening of in een effectendepot, met uitzondering van aandelen in het eigen bedrijf en overige aandelen op naam.

  • 4.

    Indien gedurende de looptijd van de tegemoetkoming sprake is van een toename van het netto inkomen wordt dit slechts in aanmerking genomen voor zover sprake is van een toename van tenminste 25% van de voor aanvrager van toepassing zijnde bijstandsnorm.

  • 5.

    Indien gedurende de looptijd van de tegemoetkoming sprake is van een toename van de geldmiddelen wordt dit slechts in aanmerking genomen voor zover sprake is van een toename van tenminste 25% van de voor aanvrager van toepassing zijnde vermogensgrens uit het tweede lid.

 

Artikel 11 Afzien opleggen verhuisverplichting

Het college legt aan de aanvrager, die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming Tonk, geen verhuisverplichting op.

 

Artikel 12 Uitbetaling

De uitbetaling vindt maandelijks plaats.

 

Artikel 13 Berekening en hoogte tegemoetkoming

Voor het recht op de tegemoetkoming dient sprake te zijn van een terugval in het komen van tenminste 15%. Deze terugval in het inkomen kan op twee manieren worden vastgesteld.

  • 1.

    Op basis van het verschil in netto inkomen op de peildatum 1 januari 2020 en de peildatum 1 januari 2021.

  • 2.

    Op basis van het verschil in jaarinkomen over 2019 en 2020.

 

Artikel 14 Berekening en hoogte tegemoetkoming

  • 1.

    Voor het recht op een tegemoetkoming dienen de woonlasten tenminste 38% te bedragen van het inkomen op peildatum 1 januari 2021.

  • 2.

    De hoogte van de tegemoetkoming voor woonlasten bedraagt 38% van het inkomen op peildatum 1 januari 2021 tot een maximum van € 1.000,- per maand.

  • 3.

    Indien recht bestaat op uitbetaling van de tegemoetkoming, zoals bedoeld in het eerste lid, bestaat er tevens recht op een tegemoetkoming voor de premie van de basisverzekering.

 

Artikel 15 Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming Tonk kan het college, gelet op alle omstandigheden waaronder een terugval in inkomen van de aanvrager als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming Tonk, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

 

Artikel 16 Intrekking en inwerkingtreding en duur beleidsregels

  • 1.

    Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 2.

    Deze beleidsregels vervallen op 31 oktober 2021.

  • 3.

    De ‘Beleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Zaanstad 2021’ worden met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021 ingetrokken.

 

Artikel 17 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Gewijzigde beleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Zaanstad 2021.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Zaanstad, 06-07-2021,

 

Drs. J. Hamming, burgemeester,

 

Drs. F.H.M. Apeldoorn, gemeentesecretaris,

 

 

Toelichting

Door de kabinetsmaatregelen tijdens de coronacrisis hebben veel huishoudens te maken met een plotselinge, onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in hun inkomsten. Het kabinet heeft in de diverse steunpakketten maatregelen genomen om deze huishoudens te ondersteunen. Desondanks bieden de bestaande en tijdelijke voorzieningen mogelijk nog voor veel huishoudens onvoldoende ondersteuning, omdat noodzakelijke kosten doorlopen en niet op korte termijn kunnen worden teruggeschroefd. Zij lopen daardoor het risico op het opbouwen van schulden. Om deze huishoudens enigszins financieel te ondersteunen biedt het college voor deze inwoners extra financiële ondersteuning via deze beleidsregels in de vorm van bijzondere bijstand. Met deze beleidsregels geeft het college invulling aan de Tijdelijke Ondersteuning van Noodzakelijke Kosten (TONK).

Zowel landelijk als in Zaanstad zelf bleek het aantal aanvragen sterk achter te blijven bij de verwachtingen. Uit door de gemeente uitgevoerd onderzoek bleek de financiële ondersteuning nodig, maar sloot onvoldoende aan op de praktijk. De oorspronkelijke regeling is daarom op twee aspecten aangepast.

 

Om de inkomstendaling en daarmee het recht op de bijzondere bijstand te bepalen werd alleen uitgegaan van de inkomensdaling op basis van de peildata 1 januari 2020 en 1 januari 2021. In sommige bedrijfstakken is het inkomen in de periode december / februari per definitie laag, waardoor er nauwelijks sprake was van een inkomensdaling. Temeer, omdat er mogelijk ook gebruikgemaakt wordt van de regeling Tijdelijke ondersteuning zelfstandig ondernemers (Tozo). Met de inwerkingtreding van de gewijzigde beleidsregels kan het recht op de Tonk nu ook bepaald worden op basis het jaarinkomen van de ondernemer of de inwoner die aangewezen is op inkomen uit loondienst.

 

Een tweede aanpassing is het opnemen van een forfaitaire tegemoetkoming in de premie van de basisverzekering. Als er binnen een huishouden financiële problemen ontstaan, wordt veelal als eerste de betaling van de premie voor de basisverzekering opgeschoven; wat er toe kan leiden dat er een vicieuze cirkel van financiële problemen kan ontstaan. Om deze vicieuze cirkel te voorkomen, dan wel te doorbreken, wordt nu ook een forfaitair bedrag voor deze kosten in de bijstandsverlening opgenomen.

Alleen voor kosten die daadwerkelijk worden gemaakt kan bijzondere bijstand verstrekt worden. De premie voor de basisverzekering zijn kosten die elke inwoner moet betalen. Er is echter gekozen voor een forfaitair bedrag, omdat op deze wijze de afhandeling van de nieuwe aanvragen snel afgehandeld kunnen worden zonder hiervoor extra bewijsstukken bij de aanvrager op te vragen. Bovendien is het mogelijk om de reeds eerder ingediende en toegekende aanvragen op grond van de oorspronkelijke beleidsregels ambtshalve te herzien. Het forfaitaire bedrag bedraagt € 125 per premieplichtige en is gebaseerd op het gemiddelde van 69 zorgpolissen.

De urgentie om zo spoedig mogelijk de juiste financiële ondersteuning te bieden is zo dringend, dat er voor gekozen is om met een forfaitair bedrag te werken in plaats van het nauwkeurig bepalen van de werkelijke kosten op basis van overgelegde bewijsstukken.

 

Artikel 4 Noodzakelijke kosten

Bij het verstrekken van een woonkostentoeslag op grond van de wet worden alleen de kosten van rente in de berekening betrokken. De kosten voor aflossing van de lening wordt daarbij niet meegenomen, omdat dan indirect bijstand zou worden verstrekt in vermogensvermeerdering.

In deze regeling worden alle kosten van de hypotheek in de berekening meegenomen, waaronder de aflossingskosten van de hypotheek. Hiervoor is gekozen, omdat de regeling tijdsgebonden is en de tegemoetkoming gericht is op alle woonlasten. De kosten van aflossing van de hypotheek vormen een groot aandeel van de woonlasten. Door rekening te houden met deze kosten wordt de hoogte van de tegemoetkoming gebaseerd op de werkelijke woonlasten.

Ten aanzien van de huur wordt uitgegaan van de bruto huur, dus inclusief de servicekosten, lift, garage etc.

 

Artikel 13 Berekening en hoogte tegemoetkoming

In dit artikel zijn de rekenregels opgenomen voor het berekenen van de tegemoetkoming Tonk. In aanvulling op dit artikel wordt hieronder een voorbeeldberekening gegeven.

 

Uitgangspunten voor de berekening:

  • het inkomensverlies tussen de peildatum 1 januari 2020 en 1 januari 2021 bedraagt tenminste 15%;

  • het aandeel van de woonlasten bedraagt tenminste 38% van het nieuwe – lagere - inkomen (peildatum 1 januari 2021).

  • De maximaal vrij te laten geldmiddelen, zoals bedoeld in artikel 10, tweede lid, bedraagt bij een alleenstaande € 6.295 en bij de alleenstaande ouder, gehuwden en diens partner /samenwonenden € 12.590.

  • Bij de vaststelling van de geldmiddelen wordt gekeken naar actueel vermogen waarover beschikt kan worden. Overige geldmiddelen worden buiten beschouwing gelaten. Bij de vaststelling van de geldmiddelen wordt vermogen van ten laste komende kinderen buiten beschouwing gelaten. Voorbeeld alleenstaande:

  • Bankrekening aanvrager € 750, spaarrekening aanvrager € 1.250.

  • Het vermogen is lager dan de grens van € 6.295 voor een alleenstaande. Er wordt voldaan aan de grens voor geldmiddelen. Bij gehuwden en samenwonenden tellen de geldmiddelen van de partner mee.

  • De hoogte van de tegemoetkoming Tozo bedraagt maximaal € 1.000,- per maand.

 

Berekening

Stap 1:

Om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming dient de inkomensterugval ten minste 15% te bedragen. Voor de berekening van dit percentage wordt het verschil tussen het oude en nieuwe inkomen gedeeld door het oude inkomen, conform onderstaand voorbeeld.

Oude hoge inkomen

€ 2.500

Nieuwe lage inkomen

€ 1.100

 

€ 1.400 / € 2.500 = 0.56% x 100 = 56%

 

De inkomensterugval bedraagt 56% . Er wordt voldaan aan de voorwaarde dat er sprake moet zijn van een inkomensterugval van tenminste 15%.

 

Stap 2:

De woonlasten dienen minimaal 38% te bedragen van het lage inkomen op 1 januari 2021. Voor het percentage van 38 is gekozen omdat het CBS dit percentage hanteert als inkomensdeel voor woonlasten, waardoor rekening wordt gehouden met de invloed van de huur- en zorgtoeslag en belastingteruggave.

Dit woonlastenpercentage wordt berekend door de woonlasten te delen door het nieuwe – lage - inkomen. In dit voorbeeld worden de woonlasten vastgesteld op € 800. Het woonlastenpercentage wordt dan € 800 / € 1.100 = 0.72 x 100 = 72%. De woonlasten bedragen dus meer 38%.

 

Stap 3

De hoogte van de tegemoetkoming wordt berekend door het nieuwe inkomen te vermenigvuldigen met 38%. Dit levert een woonlast op van € 418 per maand. Aanvrager komt in dit voorbeeld in aanmerking voor een tegemoetkoming van € 418,- per maand.

 

Stap 4

Nu is vastgesteld dat er recht bestaat op een tegemoetkoming voor woonlasten, komt aanvrager tevens in aanmerking voor de tegemoetkoming in de premie voor de basisverzekering. Te tegemoetkoming voor de woonlasten wordt verhoogd met € 125 per maand indien sprake is van een alleenstaande of alleenstaande ouder en met € 250 per maand indien sprake is van een echtpaar.